Iedereen een auto vmbo-kgt34

Iedereen een auto vmbo-kgt34

Iedereen een auto

Intro

De T-Ford was een van de eerste types
auto in Nederland die voor veel
mensen betaalbaar was.

In 1896 werd in Nederland de eerste auto verkocht. Daarna volgden er meer. Veel meer. Nog steeds neemt het aantal auto’s in Nederland toe en maken we steeds vaker gebruik van de auto. Kan dat de komende jaren zo doorgaan? Of groeien problemen die het autorijden met zich meebrengt ons dan boven het hoofd? Dat gaan jullie onderzoeken.

Kijk naar de video hieronder. Natuurlijk zijn slechte chauffeurs een probleem op de weg, maar dat zijn natuurlijk niet de problemen die we in deze opdracht gaan behandelen. Bespreek met een klasgenoot welke problemen het groeiende aantal auto's met zich meebrengt.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • twee redenen noemen waarom vooral na 1960 steeds meer mensen in Nederland een auto hebben.
  • uitleggen hoe de manier waarop mensen in Nederland hun auto gebruiken is veranderd toen autorijden voor de meeste mensen betaalbaar werd.
  • omschrijven wat voor invloed die verandering van autogebruik heeft op het gebruik van de ruimte in Nederland.
  • enkele problemen noemen die ontstaan door het massale gebruik van de auto vanaf 1960 en oplossingen noemen voor die problemen.
  • je mening geven over het aantal auto's in Nederland en de problemen die dit oplevert.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Met de komst van de auto ontstonden er nieuwe zaken in ons land: files, vervuiling en ongelukken. Je leest in deze stap over de opkomst van de auto.
Stap 2 Je leest over de gevolgen van de opkomst van de auto voor steden en dorpen.
Stap 3 Auto's zorgen niet alleen voor gemak maar ook voor problemen. Een aantal van deze problemen wordt in deze stap behandeld.
Stap 4 Je leest welke maatregelen voor het oplossen van de problemen die door auto's wordt veroorzaakt worden genomen. .
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze opdracht.
Eindproduct A Je schrijft een artikel over een verkeersplan.
Eindopdracht B Je maakt een affiche met maatregelen tegen verkeersproblemen.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Opkomst van de auto

Lees eerst de vragen in de oefening onderaan deze pagina.
Bekijk de grafiek en de video en maak de oefening.

Autobezit in Nederland


Kijk nu naar het onderstaande videofragment (bekijk tot 1:48).

Het aantal auto’s in Nederland begon rond 1950 ineens sterk te stijgen door:

  • Stijgende welvaart. Steeds meer mensen in Nederland leefden in welvaart. Dat is te danken aan de bevordering van de industrie tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Ook de vondst en de ontginning van de gasbel onder Slochteren droeg bij aan de stijgend welvaart.
  • Goedkopere auto’s: Die werden vanaf de jaren vijftig op de markt gebracht door Franse, Duitse en andere Europese autofabrikanten. Die waren goedkoper dan de auto’s van Amerikaanse makelij die tot in de jaren vijftig in Europa werden verkocht.

Stap 2: Suburbanisatie

Het leven draait (soms) om de auto

In 1896 werd in Nederland de eerste auto verkocht. Tot het einde van de Eerste Wereldoorlog kwamen er maar mondjesmaat auto’s bij, want auto’s waren alleen voor rijke mensen betaalbaar.

Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) kwamen in Nederland auto’s op de markt die een stuk goedkoper waren. De auto werd voor meer mensen bereikbaar en werd gebruikt voor het werk. Denk bijvoorbeeld maar aan de dokter die zijn patiënten bezocht en de bakker die brood rondbracht.

In de jaren vijftig nam de welvaart in Nederland toe. Bovendien kregen mensen in Nederland steeds meer vrije tijd. Wie toen een auto had, gebruikte hem voor woon-werkverkeer en voor recreatie. Nederlanders gingen met de auto op vakantie, een dagje uit naar het strand, een pretpark of een fraai stuk natuur en om familie en vrienden te bezoeken.

Nu is de auto een van de populairste vervoermiddelen en is een rijbewijs net zo gewoon als een zwemdiploma.

Suburbanisatie

In de jaren zestig en daarna verlieten steeds meer stadsbewoners in Nederland de stadscentra en gingen buiten wonen, in buitenwijken of in kleinere plaatsen buiten de stad. Op plekken met ruimte en groen, minder dicht op elkaar.

De stadscentra zijn onaantrekkelijk geworden om te wonen.
De huizen zijn over het algemeen oud en klein en de bereikbaarheid van de centra neemt af naarmate er meer verkeer komt.

Die trek van de stad naar buiten heet suburbanisatie. Wonen en werken komen op grotere afstand van elkaar. Het wordt mogelijk, want de stijgende welvaart maakt voor veel mensen ruimer wonen én de aanschaf van een auto mogelijk.

Stap 3: Keerzijde autorijden

Autorijden blijkt allerlei problemen op te leveren die het leven in Nederland minder prettig en minder gezond maken. We beschrijven er vier.

Bestudeer de onderstaande problemen en beantwoord daarna de bijbehorende vraag.

Probleem 1

De eerste file in Nederland ontstond op Eerste Pinksterdag 1955 bij verkeersknooppunt Oudenrijn, vlakbij Utrecht. Daarna volgden er meer.

Bekijk de onderstaande video: 'Iemand die even niet oplet.'

Probleem 2

In uitlaatgassen van benzine-, diesel- of LPG-auto’s zit roet, stikstofoxide en kooldioxide. Uit stikstofoxiden in de lucht ontstaan door zonlicht bijtende stoffen. Die stoffen prikkelen je ogen en mensen met een longkwaal krijgen het er benauwd van. Kooldioxide is een broeikasgas en draagt bij aan het versterkt broeikaseffect, waardoor ons klimaat opwarmt. In uitlaatgassen zitten nog veel meer schadelijke stoffen om je zorgen over te maken.
Kijk naar de film ‘Fijnstof verziekt je longen.’

Waarom is fijnstof zo gevaarlijk?
De redenen hoor je in de video.

Probleem 3

Vooral op autosnelwegen en drukke straten in een stad is er veel lawaai door auto’s en andere motorvoertuigen. Hoe sneller en hoe drukker het verkeer, hoe meer lawaai. Kijk nu naar het onderstaande videofragment.

Probleem 4

Meer en meer auto’s vragen om meer asfalt. Verbreding van bestaande wegen en aanleg van nieuwe vraagt ruimte. En dat gaat ten koste van andere zaken, bijvoorbeeld natuurgebieden. Daar zit niet iedereen op te wachten.
Integendeel.

Een voorbeeld hiervan is te zien in het onderstaande videofragment (bekijk vanaf 0:43 min. het stukje over de verbreding van de A27).

Stap 4: Maatregelen

Bij Stap 3 werden vier problemen beschreven die door autorijden worden veroorzaakt.
Hieronder beschrijven we per probleem een aantal maatregelen.

Praat hierover met een klasgenoot.
Welke maatregel lijkt jullie het meest effectief?

Maatregel 1

  1. Informatieborden voor automobilisten om ze aan te sporen een andere route te kiezen.
  2. Apps voor smartphones die waarschuwen voor files.
  3. Ook kun je auto’s treintjes laten vormen, zodat er minder files ontstaan.
    Hoe dat gaat, zie je in de video ‘Transport, moderne vervoerssystemen.’

  4. Meer en bredere wegen. Deze maatregel werkt maar tijdelijk, omdat meer asfalt ook meer verkeer aantrekt. Na verloop van tijd heb je weer net zoveel files.
  5. Tenslotte kun je zorgen voor minder auto’s op de weg door mensen aan te moedigen om:
    • samen met andere mensen in één auto te reizen (carpoolen).
    • hun werktijden aan te passen zodat mensen meer gespreid over de dag de weg op gaan.
    • een of meer dagen per week thuis te werken. Op die dagen hoeven ze de weg niet op.
    • de fiets te nemen of met het openbaar vervoer te reizen.

Maatregel 2

Kijk het eerste deel van de video ‘Hek vangt fijnstof weg langs snelweg’. Controleer of de lijst onder de video compleet is.


Vervuiling door auto’s kan worden beperkt door:
  1. auto’s van een roetfilter te voorzien.
  2. schonere brandstoffen te gebruiken, zoals aardgas en waterstof.
  3. meer elektrisch te rijden, op stroom uit schone energiebronnen (waterkracht, zon of wind).
  4. de auto wat minder vaak te gebruiken.
  5. de maximumsnelheid verlagen. Hoe harder je rijdt, hoe meer de auto vervuilt.

Maatregel 3

  1. meer extra glad asfalt op de weg. Glad asfalt is stiller dan klinkers of gewoon asfalt.
  2. meer geluidsschermen langs de wegen.
  3. meer elektrisch rijden. Elektromotoren maken vrijwel geen lawaai.
  4. verlaging van de maximumsnelheid. Hoe sneller het verkeer, hoe meer lawaai.

Maatregel 4

Een toename van het verkeer in het algemeen en op bepaalde tijdstippen in het bijzonder (denk aan de ochtend- en avondspits) kan als gevolg hebben dat er behoefte ontstaat aan meer of bredere wegen. Als je er in slaagt het verkeer niet te laten groeien of het gebruik van de weg beter te spreiden, dan zal de behoefte aan meer asfalt uitblijven.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Auto
Een auto of automobiel (Grieks: "auto" = vanzelf en Latijn: "mobile" = bewegend) is een uit het rijtuig en de fiets ontwikkeld voertuig dat zich met behulp van een motor zelfstandig voortbeweegt. Het is een voertuig op 3 of meer wielen met een gewicht van maximaal 3500 kg. In het algemeen bedoelt men er een personenauto mee. Voor het besturen van een auto is rijbewijs B vereist.
Mobiliteit
Beweeglijkheid van iets of iemand. De mogelijkheid om personen, goederen en berichten te verplaatsen in een gebied.
Suburbanisatie
Migratie (verhuizen, trekken) van de mensen uit de (grote) stad naar dorpen en kleinere steden op het nabij gelegen platteland. Ze kunnen daar ruimer wonen, hebben geen last van geluidsoverlast en criminaliteit. Het tegenovergestelde is urbanisatie.
Welvaart
Welvaart is de mate waarin de behoeften van mensen in een land of gebied met de beschikbare middelen kunnen worden bevredigd.

Eindproduct A: Artikel

Als eindproduct A van deze opdracht stel je voor Nederland een plan op met de titel Mobiel Nederland in 2030. Maak het niet te lang, hooguit een ½ A4-tje. Met dit plan streef je twee doelen na:

  • In 2030 moet je in Nederland overal makkelijk naartoe kunnen reizen.
  • In 2030 moet Nederland prettig en gezond zijn om in te leven.

Je hebt gezien hoe de auto een belangrijke plaats in ons dagelijks leven heeft gekregen. Het wegverkeer is almaar toegenomen. Je hebt ook gezien dat autorijden allerlei problemen oplevert.

Wat denk je? Kan het verkeer blijven groeien zonder dat Nederland een ongezonde en onprettige plek wordt om te wonen?

Je zet je mening uiteen in het verkeersplan ‘Mobiel Nederland in 2030’.
In dat plan ga je ervan uit dat onze behoefte om ons te verplaatsen tot 2030 almaar toeneemt. Jouw plan moet ervoor zorgen dat we niet voortdurend in de file staan en onze gezondheid niet in gevaar komt. Zoek de maatregelen bij elkaar om die doelen te bereiken (zie Stap 4). Heb je andere ideeën, zet ze erbij in je plan.

In het plan laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald. Lees voor je begint nog even de tips om een artikel te schrijven in de Gereedschapskist hieronder.

Beoordeling

Het plan laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De inhoud: laat het plan duidelijk zien welke maatregelen volgens jou moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat Nederland een gezonde en prettige plek blijft, ook al gaan we tot 2030 steeds vaker op reis.
  • De vorm: heb je de gekozen maatregelen en de problemen met autoverkeer die hiermee moeten worden aangepakt duidelijk op een rijtje gezet?
  • Taalfouten: bevat het plan niet teveel taalfouten?

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Eindproduct B: Affiche

Als eindopdracht B maak je een affiche waarbij je mensen oproept een bepaalde maatregel te nemen om minder gebruik te maken van hun auto.

Je hebt gezien hoe de auto een belangrijke plaats in ons dagelijks leven heeft gekregen. Het wegverkeer is almaar toegenomen. Je hebt ook gezien dat autorijden allerlei problemen oplevert. In stap 4 heb je verschillende problemen en maatregelen gezien.

Kies één probleem uit en verwerk één of enkele maatregelen passend bij dit probleem in je affiche.
Het affiche moet mensen echt aansporen om de maatregelen te volgen.

Je maakt je affiche op A3 formaat. Lees voor verdere tips de Gereedschapskist hieronder.

Beoordeling

Het affiche laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De inhoud: laat het affiche duidelijk zien welke maatregel(en) volgens jou moeten worden genomen om één van de verkeersproblemen op te lossen?
  • De inhoud: is duidelijk om welk verkeersprobleem het gaat?
  • De vorm: is het geheel duidelijk en overzichtelijk vormgegeven?
  • Taalfouten: bevat het affiche niet teveel taalfouten?

Affiche maken

Met een affiche geef je op een aantrekkelijke manier informatie door. Het is een soort
reclameboodschap met afbeeldingen en tekst. Het draait om twee dingen: inhoud en vorm.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro nog eens door. Past de intro goed bij de opdracht.
    De video in de intro moest je natuurlijk met een knipoog kijken. Dat zijn niet de echte verkeersproblemen die we in deze opdracht hebben behandeld. Had jij samen met je klasgenoten problemen bedacht die wel in deze opdracht naar voren kwamen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al veel over de opkomst van de auto?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om de maatregelen duidelijk te formuleren en verwerken in het artikel of affiche. Denk je dat je mensen op deze manier duidelijk hebt kunnen informeren? Waarom wel of niet?
  • Het arrangement Iedereen een auto vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 10:27:29
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO KGT leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Cultureel-mentale ontwikkelingen. Het onderwerp van de les is Iedereen een auto. Sinds de eerste verkochte auto in 1896, is de verkoop van de auto alleen maar gestegen. Dit komt door stijgende welvaart en goedkopere auto's. Mensen kregen meer vrije tijd dus gebruikten hem meer maar hij werd ook gebruikt voor werk. Door de auto, konden meer mensen buiten de stad wonen en trokken veel mensen van de stad naar buiten. Dit heet suburbanisatie. Autorijden heeft wel een keerzijde. Een aantal problemen zijn: files, uitlaatgassen die slecht zijn voor het milieu en de gezondheid, lawaai en er moeten meer wegen gebouwd worden ten koste van de natuur. Er worden ook een aantal maatregelen bedacht. Tegen files: apps, borden, meer/bredere wegen en minder auto's. Tegen vervuiling van auto's: roetfilters in de auto, schonere brandstoffen, elektrisch rijden, maximum snelheid verlagen en auto minder gebruiken. Tegen geluidsoverlast: extra glas asfalt, geluidschermen, verlaging max. snelheid, elektrisch rijden. Tegen meer wegen: zorg voor afname groei van auto's.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van televisie en computer (vanaf 1950); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, files, geluidsoverlast, geschiedenis, iedereen een auto, stercollectie, suburbanisatie, vermindering natuur, vervuiling, vmbo-kgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo34

    https://maken.wikiwijs.nl/148851/Tijdelijk_vmbo34

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen