Stap 4: Maatregelen

Bij Stap 3 werden vier problemen beschreven die door autorijden worden veroorzaakt.
Hieronder beschrijven we per probleem een aantal maatregelen.

Praat hierover met een klasgenoot.
Welke maatregel lijkt jullie het meest effectief?

Maatregel 1

  1. Informatieborden voor automobilisten om ze aan te sporen een andere route te kiezen.
  2. Apps voor smartphones die waarschuwen voor files.
  3. Ook kun je auto’s treintjes laten vormen, zodat er minder files ontstaan.
    Hoe dat gaat, zie je in de video ‘Transport, moderne vervoerssystemen.’

  4. Meer en bredere wegen. Deze maatregel werkt maar tijdelijk, omdat meer asfalt ook meer verkeer aantrekt. Na verloop van tijd heb je weer net zoveel files.
  5. Tenslotte kun je zorgen voor minder auto’s op de weg door mensen aan te moedigen om:
    • samen met andere mensen in één auto te reizen (carpoolen).
    • hun werktijden aan te passen zodat mensen meer gespreid over de dag de weg op gaan.
    • een of meer dagen per week thuis te werken. Op die dagen hoeven ze de weg niet op.
    • de fiets te nemen of met het openbaar vervoer te reizen.

Maatregel 2

Kijk het eerste deel van de video ‘Hek vangt fijnstof weg langs snelweg’. Controleer of de lijst onder de video compleet is.


Vervuiling door auto’s kan worden beperkt door:
  1. auto’s van een roetfilter te voorzien.
  2. schonere brandstoffen te gebruiken, zoals aardgas en waterstof.
  3. meer elektrisch te rijden, op stroom uit schone energiebronnen (waterkracht, zon of wind).
  4. de auto wat minder vaak te gebruiken.
  5. de maximumsnelheid verlagen. Hoe harder je rijdt, hoe meer de auto vervuilt.

Maatregel 3

  1. meer extra glad asfalt op de weg. Glad asfalt is stiller dan klinkers of gewoon asfalt.
  2. meer geluidsschermen langs de wegen.
  3. meer elektrisch rijden. Elektromotoren maken vrijwel geen lawaai.
  4. verlaging van de maximumsnelheid. Hoe sneller het verkeer, hoe meer lawaai.

Maatregel 4

Een toename van het verkeer in het algemeen en op bepaalde tijdstippen in het bijzonder (denk aan de ochtend- en avondspits) kan als gevolg hebben dat er behoefte ontstaat aan meer of bredere wegen. Als je er in slaagt het verkeer niet te laten groeien of het gebruik van de weg beter te spreiden, dan zal de behoefte aan meer asfalt uitblijven.