Algemeen
Instructie
Hoe moet je leeslogboek eruit zien?
Je leest in havo 4 in totaal zes boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!
Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:
1. Geef op het tabblad 'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is.
2. Voor elk boek gebruik je vervolgens een tabblad waar je een verwerkingsopdracht maakt bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'. Je mag hierbij natuurlijk werken met afbeeldingen als je wilt!
3. Aan het einde van het schooljaar ontvang je van je docent nog overige opdrachten die je bij het tabblad 'overige opdrachten' moet uitvoeren.
Word je beoordeeld?
Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken gaat bekijken. Als je ervoor zorgt dat je op dit moment 'helemaal bij bent' met updaten, kan je docent je feedback geven. Je krijgt geen tussentijdse beoordeling. Pas aan het einde van havo 5, net voor je mondeling literatuur, zal je van je docent een eindscore krijgen voor je leeslogboek. Hierbij wordt gelet op volledigheid, kwaliteit en ontwikkeling.
Verwerkingsopdrachten
In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.
Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.
Kies voor een eigen verslag, of kies één van de volgende opdrachten om op te nemen in je leeslogboek:
Recensieopdracht
Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen.
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.
Opdracht van Lezen voor de Lijst
Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.
Juryrapport
Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!
Brief van de uitgever
Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geef je jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft 3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.
Brief aan de uitgeverij
Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.
Boeken
Boekenoverzicht
|
Titel |
Schrijver |
Uitgever |
Leesniveau |
Opdracht |
beoordeling |
1 |
Een Goede Dag voor de Ezel |
Tim Krabbé |
Prometheus |
2 |
Lezen voor de lijst opdrachten
|
3 |
2 |
Het Leven is Vurrukkulluk |
Remco Campert |
De Bezige Bij |
3 |
Recensie |
2 |
3 |
De Elementen |
Harry Mulisch |
De Bezige Bij |
5 |
Recensie |
2 |
4 |
Het Schnitzelparadijs |
Khalid Boudou |
Vassallucci |
3 |
Lezen voor de lijst opdrachten |
4 |
5 |
Het Gouden EI |
Tim Krabbé |
Prometheus |
3 |
Juryrapport |
3 |
6 |
De kleine Blonde Dood |
Bouwdewijn Büch |
De arbeiderspers |
2 |
Lezen voor de lijst opdrachten |
4 |
7 |
Kaas |
Willem Elsschot |
Uitgeverij Van Kampen |
4 |
Recensie |
2 |
8 |
Kinderjaren |
Jona Oberski |
BZZTôH |
2 |
Recensie |
4 |
9 |
Echte mannen eten geen kaas |
Maria Mosterd |
Van Gennep |
1 |
Recensie |
3 |
10 |
Turks Fruit |
Jan Wolkers |
Meulenhoff |
3 |
Recensie |
3 |
Boek 1
Een Goede Dag voor de Ezel
Opdracht: Lezen voor de lijst opdrachten. Niveau 2
Opdracht 1
De meest voorkomende perspectieven zijn de volgende: Bij een verhaal dat in de eerste persoon is geschreven, ligt het perspectief bij de ik-figuur. Twee vormen van ik-figuren kunnen zijn: de belevende ik en de vertellende ik. Hierbij kunnen de ik-figuren de schrijver of één of meerdere personages in het boek zijn. Een derde mogelijkheid is het perspectief van de alwetende verteller, een onzichtbare toeschouwer die alle gebeurtenissen, gesprekken en gedachten van de personages in het boek beschrijft.
Het perspectief in het boek: Een Goede Dag voor de Ezel is in de belevende ik-vorm van de twee personages Mischa en Wybren. Mischa is een man die een jonge crimineel doodgeschoten heeft. Wybren is de vader van een meisje dat misbruikt is door de jonge die vermoord is door Mischa.
Opdracht 2
In het eerste hoofdstuk kijkt de lezer door de ogen van Mischa. Hoe hij gaat oefenen met het geweer, hoe hij op het punt staat zijn vriendin te vermoorden en hoe hij de jonge crimineel vermoordt. Ook komt de lezer van hem te weten wat er zich allemaal in zijn hoofd afspeelt.
In het tweede hoofdstuk zie je hoe Wybren omgaat met het probleem dat zijn dochter misbruikt en verkracht wordt. Wanneer er briefjes in de brievenbus komen en op zijn werk verschijnen, begint hij er een keer over tijdens het eten. Helaas ontkent ze nog alles. Een dag later komt zijn dochter huilend thuis en vertelt hem alles. Ondanks al zijn haatgevoelens voor de dader besluit hij om samen met zijn dochter een reis rond de wereld te gaan maken, ook al kan het hem misschien zijn baan kosten.
In het derde hoofdstuk kijken we weer door de ogen van Mischa en hoe hij een leventje probeert op te bouwen samen met zijn nieuwe vriendin in Australië. Hij zit enorm over te denken om zijn vriendin te vertellen dat hij een moord heeft gepleegd.
Het laatste hoofdstuk kijk je wederom vooral door de ogen van Wybren en hoe hij en zijn dochter door de straten van Australië lopen. Tegen het eind kijkt de lezer nog heel even door de ogen van Mischa omdat de dochter van Wybren, Mischa, de moordenaar van haar verkrachter, tegen komt. Ze vraagt waarom hij het heeft gedaan en bedankt hem. Mischa besluit door dit gesprek toch maar niet tegen zijn vriendin te vertellen dat hij iemand heeft vermoord.
Opdracht 3
Ik zat in de bus en achter mij zat een meisje, twee jongens en een man met een rare gele muts op. De man was compleet in zijn eigen wereldje hij keek uit het raam en leek door niets gestoord te kunnen worden. De twee jongens praatten zo hard dat het net leek alsof ze wilden dat iedereen het hoorde. Ze hadden het over het meisje die ze uitscholden voor viskutje. Het meisje probeerde hen te negeren maar dat lukte niet meer toen een van de twee vroeg of ze nou vissekutje of viskutje heette. Het meisje had een dikke rode jack aan en ze had zwart nat geregend haar. Je kon zien dat ze enorm aan het proberen was om niet in huilen uit te barsten. Ze gaf aarzelend en zacht antwoord, ze zei: “viskutje.” Ze klonk beschaafd, bang en dapper. Maar de jongen leek niet tevreden met het antwoord en zei: “Ik denk niet dat de mensen voor in de bus het hebben kunnen horen.” Ze zei het wat harder dit keer: “viskutje… ik heet viskutje.” De jongen ging weer verder met zijn gesprek, zachter dit keer. Ik kon er nauwelijks iets van verstaan. Het leek nog steeds te gaan over viskutje en over hoe ze een keer had geneukt. Ik dacht te begrijpen dat er iets was gebeurd en dat ze had moeten huilen en de jongens het er maar niet over eens konden worden dat huilen altijd betekende dat iemand was klaargekomen, of dat het ook zou kunnen zijn van pijn of verdriet. Hij was haar vriendje! Je kon hier alleen over denken in termen waar zulke jongens je om zouden uitlachen, of die ze niet eens kenden. Fatsoen, eer, discretie. Alleen al als je een meisje gekust had, hield je dat voor jezelf. Hier werd haar klaarkomen besproken waar ze bij zat. Even later, nadat het een poosje stil was geweest, stapte een van de twee jongens (volgens mij het vriendje) uit de bus. Hij liep naar buiten en weg was hij, de duisternis in. Ik keek naar de man met de rare gele muts op. Hij was nog steeds weggezonken in zijn gedachten. Maar toen hij in een keer opstond liep hij met een paar flinke passen naar de uitgang van de bus. Toen hij het trapje af liep struikelde hij bijna en net voordat de deur sloot, glipte hij naar buiten. Hij leek zich even te bedenken en ging toen ook de duisternis in, dezelfde richting in als waar de jongen heen was gegaan.
Ik heb deze opdracht gekozen omdat de opdrachten van lezen voor de lijst mij het leukst leken. Ook vindt ik het moelijker om een boek te beoördelen in vorm van een recensie of der gelijken omdat ik nog steeds niet goed weet wat ik nou van dit boek vindt.
Boek 2
Het Leven is Vurrukkulluk
Opdracht: Recensie
Mooi maar saai
Het verhaal gaat over twee vrienden die samen op zichzelf wonen. In het boek volg je Mees en Boelie voor een dagje die allebei het meisje Panda voor zich proberen te winnen. Panda is niet het doorsnee meisje dat met de standaard versiertrucs van de twee het bed in wordt getrokken. Er zijn ook veel flashbacks van de levens van Mees en Boelie van vorige vriendinnetjes.
Het volgende citaat illustreert wat de stijl van schrijver is:
“ Ze liepen over een houten bruggetje. Over de leuning hing een grijsaard, die kringetjes van pruimtabak in het water spoog. Toen de drie jonge mensen hem passeerden, draaide de oude baliekluiver zich krakend om.
‘En maar giegullen, en maar giegullen,’ smaalde hij. ‘Maar een eerlijk stuk werk komt er niet uit hun handen. Malle fratsen uithalen op dansvloer en in bioscoopzaal, dat kunnen ze.’ Zo mompelend schuifelde de grijsaard achter hen aan.”
Het boek is intussen al een oud boek het komt uit 1961 en dus is het ook in die verhaalstijl geschreven. Niet dat dat erg is maar ik hou persoonlijk niet zo van die stijl. Deze stijl van schrijven vind ik namelijk saai, er gebeurt niks spannends en het leest naar mijn mening ook niet echt lekker door. In het boek stond niet veel meer dan een normale dag en hij beschreef eigenlijk alleen maar hoe de sfeer was en de omgeving er uitzag. Er was weinig actie in het boek en het leidde eigenlijk tot niets. Omdat het niet spannend was, was het ook moeilijk om door dit boek heen te komen. Elke keer dat ik moest gaan beginnen met lezen zag ik er enorm tegenop.
Samengevat; voor mensen die lezen om de schrijfstijl kan ik dit boek zeker aanraden. Hij vertelt leuk en kan de sfeer goed beschrijven. Maar voor mensen die lezen om een spannend verhaal te beleven kan ik dit boek zeker niet aanraden. Er zit weinig spanning in en eigenlijk was het maar een saai verhaal.
Boek 3
De Elementen
Opdracht: Recensie
Opbouwen tot het eind
Het verhaal: "De Elementen" gaat over Dick Bender, die met zijn vrouw Regina, zijn dochter Ida en zijn zoon die ook Dick heet, op vakantie naar Kreta is. Het gaat niet goed tussen Dick en zijn vrouw, ze maken eigenlijk maar veel ruzie en Dick vindt het helemaal niet meer leuk met haar. Wanneer hij en zijn zoon samen Kreta gaan verkennen vraagt zijn zoon aan hem of hij van zijn moeder Regina gaat scheiden. Hij zegt tegen hem dat dit nonsens is, maar diep van binnen weet hij dat het misschien wel gaat gebeuren.
Dit is de wijze waarop de schrijver schrijft:
"Neem het volgende.
Stel, je hebt het hele jaar hard gewerkt en nu ben je met vakantie op Kreta. De kans dat het werkelijk zo is, is klein, bijna even klein als de kans dat je een Kretenzer bent. Waarschijnlijk zit je gewoon thuis, ergens in het noorden onder de leeslamp, maar laten wij eens aannemen dat je nu de zomer op Kreta doorbrengt en een man bent. Geen vrouw dus - ook zoiets. Wij zouden natuurlijk kunnen afspreken dat je een vrouw bent, ongeacht of je het bent of niet, daar is niets tegen, een vrouw op Lesbos bijvoorbeeld, maar dat is niet wat wij doen; het feit, dat ik zelf voornamelijk geen vrouw ben, heeft daar niets mee te maken. De wereld ligt nu eenmaal in tweeën uit elkaar, - dat is trouwens ook haar aantrekkelijkheid. Nee, je bent een Nederlandse man op Kreta en het is een zomer aan het eind van de twintigste eeuw. Dat is nu dus vastgelegd."
Harry Mulisch is een langdradige schrijver. Dingen worden vaak te gedetailleerd beschreven en het komt ook vaak voor dat je de draad kwijtraakt door een te lange zin. Dit vind ik zeker niet prettig en het leest, naar mijn mening, hierdoor ook niet makkelijk door. Mulisch maakt goed gebruik van het vertellend-perspectief. Al vanaf het begin van het verhaal draagt hij je op om in de schoenen te kruipen van vader Dick. Dit had ik helemaal niet erg gevonden als het niet zo langdradig was geschreven want dit perspectief maakt lezen dan alleen maar moeilijker. Wat Harry Mulisch wel mooi doet is de titelverklaring en het hoofddoel van het boek achterhouden tot de allerlaatste bladzijden, want toen pas viel het kwartje bij mij waarom het boek “de Elementen” heten.
Over dit boek zeg ik dan ook wederom: als je leest vanwege de manier waarop iemand schrijft is dit zeker een mooi boek, maar als je leest om een spannend avontuur mee te maken is dit boek niet voor jou bedoeld.
Boek 4
Het Schnitzelparadijs
Opdracht: Lezen voor de lijst opdrachten. Niveau 2
Bij welk restaurant heb jij het laatst gegeten?
Het laatste restaurant waar ik heb gegeten is het ABC in Velp.
Stond je er toen bij stil dat jouw eten in de keuken is klaargemaakt en door wie?
Ja, je kunt bijna alle keukens zien waar je eten gekookt of gemaakt wordt.
Denk je dat de keuken van dat restaurant te vergelijken is met de keuken waarin Nordip werkt? Kies uit de volgende antwoorden.
a. Absoluut niet, ik at bij een uitstekend restaurant.
b. Absoluut niet, keukens zoals die van Nordip bestaan gelukkig niet echt.
c. Het zou kunnen: ik ben wel blij dat ik toen Het schnitzelparadijs nog niet had gelezen.
d.Het zou kunnen, gezien de kwaliteit van het eten en de bediening.
a. Ik weet niet of er zo’n keuken bestaat als die van Nordip maar ik hoop het niet.
Een van de bekendste hotel-restaurantketens van Nederland is Van der Valk. Heb je er wel eens gegeten of de toekan langs de kant van de snelweg gezien?
Nee, ik heb nog nooit bij een van de restaurantketens van Van der Valk geweest. Ik zou het natuurlijk wel een keer willen. Het lijkt me zeer speciaal om bij zo’n bekend restaurant te werken.
Als je 'ja' hebt geantwoord: hoe was het eten?
Ik weet niet hoe het eten daar is, maar ik denk dat het wel klasse heeft.
Ken je Van der Valk (ook) op een andere manier? Indien 'ja', hoe dan?
Ik ken het logo van de Van der Valk keten; een Toekan. Als kind, en nu eigenlijk nog steeds, heb ik mezelf altijd afgevraagd waarom het logo van Van der “Valk” een Toekan is.
Van der Valk ken ik ook als een hotel, ook dit is een hotel met klasse.
Lees de bron bij deze opdracht, het artikel 'De vloek van de toekan' in De groene Amsterdammer van 23 februari 2002.
Gebruik deze bron voor het benoemen van vijf overeenkomsten tussen De Blauwe Gier en Van der Valk. Noem ook vijf punten waarop de twee restaurants van elkaar verschillen. Noteer beide in het schema hieronder.Tabel
|
Overeenkomsten De Blauwe Gier en Van der Valk
|
Verschillen De Blauwe Gier en Van der Valk
|
1
|
Een buitenlandse Baas.
|
Bij de valk is het een stuk hygiënischer.
|
2
|
Het is een restaurant.
|
Van der Valk bestaat echt en is bekend.
|
3
|
Het is een hotel.
|
Bij Van der Valk is alles netjes en geordend, bij de Blauwe
Gier is alles gestrest
|
4
|
Je moet jezelf omhoog werken qua functie.
|
Bij de Blauwe Gier zijn alleen maar buitenlanders in de keuken.
|
5
|
De baas heeft een heleboel mensen onder zich staan.
|
Er is een andere manier van aanspreken door de obers.
|
Met welke van de onderstaande stellingen ben je het eens?
a. De overeenkomsten die ik vond, berusten op toeval: er is geen relatie tussen De Blauwe Gier en de restaurants van Van der Valk.
b. Dit kan geen toeval zijn: Van der Valk stond model voor De Blauwe Gier, maar Boudou heeft niet alles precies gekopieerd.
a.
Boudou schrijft voorin Het schnitzelparadijs:
'Alle personages uit dit boek zijn kinderen van mijn brein. Eventuele gelijkenissen van personen uit dit verhaal met werkelijke personen berusten op louter toeval. De biefstukken, schnitzels en varkenshaasjes, daarentegen, zijn honderd procent echt.'
Past deze uitspraak bij wat jij hebt opgeschreven bij vraag 9? Waarom wel/niet?
Ja, alles is berust op puur toeval. Dit heeft hij dan ook zelf gezegd.
Schrijf een van de volgende zinnen over en vul aan. Gebruik 50-100 woorden.
a. Het maakt voor mij niet uit of De Blauwe Gier lijkt op Van der Valk, want ...
b. Nu ik weet dat keukens als die in De Blauwe Gier echt bestaan, kijk ik anders naar het verhaal, want ...
c. Nu ik weet dat keukens als die in De Blauwe Gier echt bestaan, kijk ik anders naar de personages in het verhaal, want ...
a. Het maakt voor mij niet uit of De Blauwe Gier lijkt op Van der Valk, want het blijft een goed restaurant en er zijn toch niet zoveel overeenkomsten met De Blauwe Gier. Ik laat mijn eetlust ook sowieso niet verpesten door een of ander boek. Als het eten daar lekker is dan maakt het voor mij niets uit, tenzij ik ergens last van krijg zou ik daar gewoon blijven eten.
Boek 5
Het Gouden Ei
Opdracht: Juryrapport
Waar moet het beste boek van Nederland aan voldoen:
Heeft het boek een verrassend einde?
Ik vindt dat het boek, het gouden ei, geen verrassend maar ook geen totaal verwacht einde heeft. Ik bedoel; ik wist dat er zoiets ging gebeuren maar niet dat het zo zou gebeuren. Ik wist namelijk dat hij achter zijn ontvoerde vrouw aan zou gaan om te proberen haar te vinden maar ik wist niet dat hij daarvoor precies dezelfde weg moest gaan afleggen die eindigde met de dood.
Past de titel goed bij het verhaal?
Ja, als je er goed over nadenkt past de titel wel goed bij het verhaal. De vrouw die ontvoerd werd had toen ze klein was een nachtmerrie, in die nachtmerrie zat ze in een gouden ei in de ruimte en de enige manier om daar uit te komen was door het andere gouden ei in de ruimte te raken. Zoiets soortgelijks moest haar man 8 jaar later ook doen. Hij was omringd door de gedachten van zijn vrouw omdat hij niet wist hoe ze ontvoerd was en om uit deze gedachten te breken moest hij die ene persoon tegenkomen die wist wat er met zijn vrouw was gebeurd.
Is het boek duidelijk?
Nee, als ik eerlijk ben vond ik het boek zeer verwarrend. Door alle fast-forwards en flashbacks raakte ik de draad een beetje kwijt. Sommige personages vielen ook weg en kwamen later weer terug in het boek wat ook zeer verwarrend was. Wat het boek ook deed was dat het je achterliet met een heleboel vragen zoals waarom en hoe. Dit kan de bedoeling zijn geweest, maar zoniet, dan is het boek onduidelijk geweest.
Had het boek een spannend verhaal?
Persoonlijk vond ik dat het niet echt spannend was. Ze bleven de spanning maar opbouwen, maar er kwam geen climax. Ook al blijft de schrijver de spanning opbouwen, toch werd het maar niet spannend. Wat het boek wel goed deed was de onwetendheid er goed inhouden zodat je wilde doorlezen.
Krijg je veel informatie over de personages?
Ja, alle personages zijn duidelijk geïntroduceerd en je weet precies waar de schrijver het over heeft. Je kon je goed verplaatsen in de hoofdrolspeler Rex omdat je veel informatie kreeg over zijn gedachten. Je wist perfect te bepalen hoe en waar hij aan dacht. Ook kreeg je een hoop achtergrondinformatie van flashbacks.
Samengevat: het boek is niet zo spannend maar het is een leuk verhaal om te lezen. De personages zijn duidelijk en je weet precies wat de personen denken. Het boek is zelf best onduidelijk door de flashbacks en ook door het moeilijk te begrijpen verhaal. Uiteindelijk is alles wel duidelijk maar je wordt misschien nog wel achtergelaten met wat vragen. Het is dus een leuk boek maar ik denk niet dat het het beste Nederlandstalige boek is.
Boek 6
De Kleine Blonde Dood
Opdracht: Lezen voor de lijst opdrachten. Niveau 1, opdracht 2
1. Vind je de vader van Boudewijn een goede vader?
Ik vind dat de vader van Boudewijn geen goede vader is. Een vader moet er altijd voor zijn zoon zijn, ook al is dat soms ten koste van zijn werk. Hij is te veel met de oorlog bezig en te weinig met zijn kinderen. Maar, ondanks het feit dat hij veel met de oorlog bezig is heeft hij wel een goede band met zijn zoontje.
2. Kies een fragment van ongeveer anderhalve pagina waarin Boudewijn en zijn vader voorkomen.
pagina 44 en 45.
3. Herschrijf het fragment in de ik-vorm vanuit de vader.
Mijn kinderen renden de tuin in. Ik opende de tuindeuren en riep mijn kinderen naar binnen. De politiecommissaris stond in zijn zwarte uniform naast onze tafel en hij keek mijn kinderen in stilte aan. Ik begon mijn woede te uiten: “zien jullie die man daar? Dat is de commissaris van de politie. Mijn baas. Hij heeft de hele oorlog op het politiebureau gezeten en ervoor gezorgd dat er nog maar 10 Joden in het dorp wonen. En weten jullie wat ik van die man in het uniform niet mag? Van hem mag ik geen Duitsers meer bekeuren! NSB’ers zal van hem ook niet meer mogen maar dat heeft hij nog niet gezegd. Ik zeg jullie dit jongens, en ook u, hoofdcommissaris: als hier nog Duitsers rijden zonder spatlappen, worden die allemaal bekeurd!”
De commissaris had ik in verlegenheid gebracht en zonder nog iets te zeggen liep hij langs mijn kinderen heen door de achtertuin en verdween door de tuinpoort. Ik voelde me goed en zei: “ziezo.” Daarna zei ik tegen mijn zoon: “Boudewijn, hier heb je een rijksdaalder. Ga voor ons allemaal ijs halen bij de cafetaria.” Blijkbaar werd het verhaal over mij en de commissaris snel verspreid door het dorp en ik kreeg een paar medestanders. In ons plaatselijke advertentieblaadje werd ik door een columnist belachelijk gemaakt. Ik heb toen een boze brief naar hem gestuurd. Een paar jaar laten bewaarde mijn zoon hem nog in een mapje met jeugdknipsels. Ik heb het in mijn woede met veel Duitse woorden geschreven, ik denk dat ik me zelfs een beetje heb laten gaan. Een paar van de reserveagentes steunden mijn gedrag. Soms kwamen ze met mij in de tuin praten toen ik de heg aan het knippen was. Ik werd toen vaak op mijn schouders geslagen en gevraagd of ik nog wat glaasjes jenever wou halen. Later op de avond werden we steeds meer dronken en praatten veel over de oorlog. Ondanks mijn ruzie met de commissaris werd ik niet uit het politiekorps gezet. De dorpsbewoners en de reguliere politie dachten vaak negatief over me, maar omdat ik een held ben in dit dorp konden ze mij er niet uitzetten. Ik zorg er altijd voor dat het maandelijkse clubblaadje van de reservepolitie verschijnt. En ik was ook nog kampioen pistoolschieten. Ook zorgde ik er ook voor dat ik altijd met de reservepolitie marcheerde.
Een keer in de week als er een nationale feest- of herdenking dag was, gaf ik exercitie les op de parkeerplaats achter het bureau. Ik vond het prima dat mijn zoontje altijd bij mij wou kijken, als hij maar stil op een muurtje ging zitten. Soms gaf ik hem een knipoog en daar werd hij altijd vrolijk van. Na de ruzie met de hoofdcommissaris kwam er licht verzet bij de reservepolitie. Het maakte mij niet uit en ik bleef doorgaan met het exerceren van de mannen. Een aantal agenten verlieten het korps omdat ze hun benen niet meer zo hoog op wilden gooien. Ik heb tijdens het eten een keer tegen mijn vrouw gezegd: “twee ervan hoorde niet in de oorlog te zitten en de andere drie hebben geen poot uitgestoken.” Mijn vrouw keek me bezorgd aan en zei dat ik misschien moest stoppen met mijn gemarcheer. Ze zei dat ik uiteindelijk misschien wel zonder agenten zou zitten.
4. Zou je nu nog hetzelfde antwoord geven op vraag 1, of heeft deze opdracht je mening over Boudewijns vader veranderd?
Mijn mening is toch wel een beetje veranderd. Hij doet zijn uiterste best om een zo hoog mogelijke functie te krijgen in het politiecorps en dit doet hij ook nog eens terwijl hij zijn zoontje gelukkig probeert te maken.
Boek 7
Kaas
Opdracht: Recensie
Kaaskwestie
Het Boek kaas gaat over Frans Laarmans die werkt bij de General Marine and Shipbuilding Company als klerk en daar niet blij mee is. Hij voelt zich dan ook zeer ongemakkelijk in de rijke vriendengroep van zijn broer waar hij wekelijks als sociale verplichting bij moet zijn. De beste vriend van zijn broer biedt hem dan een baan aan die een stuk beter verdient dan zijn huidige baan en hij kan dan ook niet anders dan accepteren. Nu zit Frans in de kaashandel en gaat er met volle moed in. Toch gaat het niet zoals gepland, hij loopt tegen een boel problemen aan. Gelukkig blijven zijn broer en vrienden hem aanmoedigen.
"Met de week werd het mij duidelijker dat mijn vriend aan mij een hinderlijke protégé heeft en dat het zo niet kon blijven duren, toen hij mij verleden woensdag plotseling vroeg of ik er niets voor voelde vertegenwoordiger in België van een grote Nederlandse firma te worden. Het waren zeer ondernemende mensen, voor wie hij pas een groot proces gewonnen had. Ik kon het agentschap direct krijgen. Het was voldoende dat hij mij zou aanbevelen, en daartoe was hij gaarne bereid. Er was geen geld voor nodig. 'Denk er eens over na,' raadde hij. 'Er is veel mee te verdienen en jij bent de geschikte man.'"
Willem Elsschot is een Belgische schrijver waarbij het vooral gaat om de manier waarop hij schrijft. Hij schrijft met moeilijke woorden en zijn zinnen zijn grammaticaal perfect. Ook drijft hij voortdurend een beetje de spot met de meer welvarende mensen door ze uit te beelden als bekakte mensen die alleen maar praten over geld, aandelen en restaurantjes langs de rivièra. Deze spot zorgde ervoor dat er wat meer humor in het verhaal zit en dat maakte het boek wel wat leuker. De schrijfstijl van Willem Elsschot is dus wel fijn om te lezen omdat alle zinnen makkelijk doorliepen. Het probleem was echter dat het geen leuk boek was om te lezen. Ik bekommer me namelijk niet zo om hoe het geschreven is, maar meer om wat er geschreven wordt.
Als ik terugkijk op het boek weet ik eigenlijk niet precies wat ik heb gelezen. Het was een saai verhaal waarin niets in gebeurde. Wat ik wel weet is dat het allemaal hartstikke soepel las en goed geschreven is. Voor mensen die de grammaticaal perfecte zinnen waarderen zal het een geweldig boek zijn maar als je het doet voor het verhaal is dit niet het geschikte boek voor jou en dus ook niet voor mij.
Boek 8
Kinderjaren
Opdracht: Recensie
Verloren jeugd
Kinderjaren is een autobiografie van een Joodse man. Hij vertelt over hoe het was voordat hij in het kamp kwam, tijdens zijn verblijf in het kamp en toen hij bevrijd werd. In de loop van het boek gaat hij van ongeveer 4 jaar oud naar 8 jaar oud. Vandaar de titel Kinderjaren. In deze paar jaren maakt hij aardig wat mee. Zo verliest hij allebei zijn ouders en moet hij bij een andere familie gaan wonen.
" 'Deze keer is het anders in het kamp,' zei mijn moeder. 'Deze keer zijn wij met z'n drieën. Deze keer hebben wij allerlei benodigdheden bij ons, lakens en een boekje bijvoorbeeld. Deze keer is het geen vergissing: wij gaan niet morgen terug; wij blijven hier, of wij gaan verder,' zei zij. 'Maar wij moeten wel weer wachten. De vorige keer moesten wij wachten op bericht om naar huis te gaan. Deze keer moeten wij wachten op bericht om verder te gaan, naar Palestina.' Mijn vader zei tegen mijn moeder dat hij alle papieren had afgegeven en dat ze op de stempels moesten wachten. "
Jona Oberski is geen schrijver van beroep. Dit is ook wel te merken. Hij zegt namelijk te vaak wat mensen zeiden en dit zorgt er voor dat je niet echt mee getrokken wordt in het verhaal. Wat hij wel goed deed was de sfeer en het karakter goed overbrengen. Er stond veel in over wat hij dacht en hoe hij zich daarbij voelde. Hierdoor kon je je goed in hem verplaatsen. De zinnen waren wel goed geschreven dus las ik gemakkelijk door het boek heen. Er stond vaak: hij zei of zij zeiden dit was niet fijn en het was hierdoor moeilijk om in het verhaal te blijven.
Kinderjaren was naar mijn mening een goed boek. Oberski's doel was om zijn verhaal te vertellen over wat en hoe hij het heeft mee gemaakt. Hij heeft dit verhaal goed overgebracht en ik verbaasde mij er wederom om hoe verschrikkelijk het moet zijn geweest in de kampen. Er stond wel te veel in wat mensen zeiden. Dit was wel een beetje vervelend maar niet zo erg want het boek is een autobiografie en wat hem overkwam zou anders moeilijk over te brengen zijn.
Boek 9
Echte mannen eten geen kaas
Opdracht: Recensie
Onomkeerbaar
Echte mannen eten geen kaas gaat over Maria, een twaalf jarig meisje die voor het eerst naar de middelbare school gaat. Elke keer als ze op school aankwam stond er een groep jongens bij de poort. Manou, een van de jongens, spreekt Maria enkele keren aan en ze raken bevriend. Later ontstaat er een relatie tussen hen. Maria is helemaal weg van Manou en ze vertrouwd hem ook volledig. Dit is een probleem want Manou manipuleert Maria om met andere jongens naar bed te gaan voor geld. Hij doet dit door te zeggen dat hij in geldnood zit. Maria heeft nog nooit seks gehad en daarom geeft Manou haar een joint om de pijn te verlichten. Maria heeft het gevoel dat ze niet meer zonder Manou kan en doet daarom ook alles voor hem. Ze heeft dan ook het gevoel dat dit leven normaal was: ‘seks is voor mij net zo normaal als tandenpoetsen’. Op een dag als Maria naar school komt merkt de docente dat er iets aan Maria mankeert. Ze gaan in gesprek en Maria laat niks los over Manou, maar zegt wel dat ze verkracht is. De docente informeert de moeder van Maria hierover, waarna Maria door haar moeder naar een opvangtehuis wordt gestuurd waar ze wordt afgezonderd van Manou. Omdat het in die tijd in het opvangtehuis nog niet goed ging is ze met wat vriendinnen naar India gegaan om even overal vanaf te zijn. Daar heeft Maria dit boek ook geschreven.
‘’Ik ging nog naar de wc en hoopte nog steeds dat Manou opeens voor me zou staan en me mee zou nemen. Ik wilde op dat moment zo graag een knuffel van hem, ik had zijn stem nog een keer willen horen voor ik ging. Ik had hem willen vertellen waar ik naartoe ging en op welke datum ik weer terug zou zijn, zodat hij me van Schiphol zou kunnen ophalen en me mee zou kunnen nemen naar zijn veilige wereld. Maar dat gebeurde niet, ik kwam van de wc af en liep terug naar het groepje dat al op me stond te wachten om het vliegtuig in te gaan.’’
Ik vond het een nogal heftig verhaal. Ik snapte eerst niet dat mensen zich zo kunnen laten manipuleren en mee laten slepen door anderen. Ze was ook nog maar een heel jong meisje van 12 en dus gemakkelijk te manipuleren. Maar dit heeft de schrijver goed kunnen overbrengen door te vertellen wat ze dacht en voelde. Hierdoor kon ik me in haar verplaatsen en begreep ik waarom ze alles had gedaan. Ik vond het wel dat het een kort einde en snel afgebouwd einde had in vergelijking met de rest van het boek. Het was een goed boek met weinig moeilijke woorden. Het was zeker het lezen waard.
Boek 10
Turks fruit
Opdracht: Recensie
Gedurft
Het boek gaat over een sterke liefde van de hoofdpersoon (de ik-figuur) voor een jonge vrouw, Olga. Hij trouwt met haar maar het loopt ook uit op een scheiding. Die scheiding ontstaat niet uit zijn wens, maar die van haar. De veroorzaker van de scheiding is haar moeder. Die wordt beschreven als een vrouw waar niets goeds in zit. Zij minacht de schrijver, stookt haar dochter tegen hem op en manipuleert haar dochter zodanig dat ze de schrijver tenslotte verlaat en trouwt met een, wat men ‘een goede partij’ zou noemen. Die man is rijk terwijl de hoofdpersoon een arme beeldhouwer is. Dat huwelijk gaat ook stuk. Er volgt dan in haar leven nòg een huwelijk en ook dat houdt geen stand. Haar leven zet zich niet voort met nog nieuwe liefdesrelaties maar komt terecht in de letterlijk doodlopende weg door een kankergezwel in haar hersenen. Dan blijkt opnieuw hoe de hoofdpersoon ongelooflijk veel van haar houdt. Hij bezoekt haar trouw in het ziekenhuis en doet alles om haar op te vrolijken en haar ziekte draaglijk te houden.
“Ik hield van die man, zoals hij met zijn rode vlekkerige gezicht en zijn kwabbige lichaam in die crapaud geklemd zat als we op bezoek kwamen. Zijn dikke armen hijgerig op de leuningen, tenminste als hij niet aan het bulletjes draaien was. Ook al zei hij iedere keer de de Amerikanen een ongeciviliseerd volk waren en vroeg hij steeds weer: 'Ken je die mop van die twee jongens die naar Parijs gingen? Nou, die gingen niet.' En iedere keer weer zat hij te sudden van het lachen in zijn nauwe stoeltje. Of: 'Wie likt de koningin van achteren?' En als je hem dan quasi-vragend aankeek alsof je het voor de eerste keer hoorde zei hij: 'Iedereen die een postzegel op een brief plakt.' En dan zat hij weer heel lang te trillen van het lachen als een pudding tijdens een bombardement."
De schrijver Jan Wolkers is door opleiding en hoofdactiviteit een beeldhouwer. Uit alles in zijn boek blijkt hoe groot zijn beeldend vermogen is. De beschrijvingen zijn levendig, origineel en uitgebreid. Soms zelfs iets te uitgebreid. Er werd dan ook overdreven en langdradig geschreven over het ene gefantaseerde beeld ‘ter verduidelijking’ van het andere gefantaseerde beeld. Dit zorgde er wel voor dat je het bijna letterlijk voor je zag. De gevoelens en de sfeer werden dus goed overgebracht bij het lezen. Alles uit het echte leven kwam langs, maar extreem levendig en zoals één mens het waarschijnlijk nooit allemaal zal beleven. Voor de rest was de schrijfstijl van Wolkers niet moeilijk om te lezen: Er stonden geen al te moeilijke woorden in en alles was goed te begrijpen.
Het boek Turks Fruit was geen slecht boek. Ondanks dat het heel langdradig was en dat er wat te veel gedetailleerde seksuele momenten in zaten was het een goed boek. Het was geen voor de handliggend verhaal wat het boek spannend maakt. De personages waren geen gewone mensen wat het boek ook interessant maakt. Het is een klassieker in de Nederlandse literatuur en zeker van belang om te lezen.
Overige opdrachten