Geschiedenis Tijdvak 09 04 - Het nationaalsocialisme en het communisme

Inleiding - Het nationaalsocialisme en het communisme

In 1917 brak de Russische Revolutie uit. Communisten maakten een einde aan de absolute macht van de tsaar. Deze machtswisseling had ingrijpende gevolgen voor het land en voor het verdere verloop van de wereldpolitiek in de 20e eeuw.

Een andere machtswisseling die de wereldgeschiedenis sterk beïnvloedde, speelde zich af in Duitsland. Daar kwam de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) van Adolf Hitler in 1933 aan de macht. Dat gebeurde niet door een revolutie, maar via verkiezingen en gebruikmakend van de onmacht van politieke tegenstanders.

Het communisme en het nationaalsocialisme waren elkaars doodsvijanden. Naast verschillen waren er ook overeenkomsten tussen deze twee totalitaire ideologieën.

Het communisme

Een communistische bijeenkomst in Berljn.
Deze foto geeft een goed beeld van Duitsland in 1932.
Een armoedig straat met communistische en
nationaalsocialistische vlaggen. De tekst onderaan:
'Eerst eten, dan huur'.

Rusland stond tijdens WO I onder het conservatieve bewind van de tsarenfamilie.
Het enorme land kende nog weinig industrie en was nog voornamelijk gericht op de landbouw.

Het grootste deel van het volk leefde in bittere armoede. De verliezen tijdens de oorlog zorgde voor nog meer ellende. De tsaar verloor controle over het leger en Rusland was rijp voor revolutie.

De tsaar en de Eerste Wereldoorlog

Rusland was vóór 1917 een grootmacht onder leiding van een absoluut regerende vorst: de tsaar. Rusland was een arm land met een grote verpauperde klasse van boeren en arbeiders. De Eerste Wereldoorlog aan het Oostelijk front liep dramatisch voor het slecht bewapende Russische leger. Vanaf 1917 deserteerden steeds meer Russische soldaten van het front. De oorlog leidde tot grote onvrede en onrust in Rusland. De tsaar kreeg de schuld van de ellende omdat hij niets deed tegen de armoede en de hongersnood.

Zo ontstond er een situatie waarin mensen bereid waren om in verzet te komen. De macht van de tsaar was gebroken zodra bleek dat het leger niet langer bereid was om opstanden neer te slaan.

De Russische revolutie

In februari 1917 braken er opstanden en stakingen uit. Het leger gebruikte geen geweld tegen de opstandelingen en sloot zich soms aan bij het verzet tegen de tsaar. Omdat de tsaar geen feitelijke macht meer had, nam een voorlopige regering het bestuur over. Er kwam een democratische regering in Rusland met liberalen en sociaaldemocraten.
De communisten in Rusland waren niet tevreden met deze nieuwe regering. De bolsjewieken onder leiding van Vladimir Lenin wilden de ideeën van Karl Marx in praktijk brengen. Daarvoor was een arbeidersrevolutie nodig.

Het land was echter nog nauwelijks geïndustrialiseerd dus een arbeidersrevolutie was nog ver weg. Lenin besloot daarom met een kleine groep revolutionairen de macht te grijpen.
Hij pleegde een staatsgreep en maakte een einde aan de voorlopige regering. Vanaf dat moment pakte Lenin politieke tegenstanders met harde hand aan. Het revolutionaire leger, ook wel Rode Leger genoemd, werd ingezet tegen tegenstanders in binnen- en buitenland.

 

Gevolgen van de communistische revolutie
Toen de communisten eenmaal aan de macht waren, werden tegenstanders vervolgd en naar strafkampen gestuurd. Privébezit werd afgeschaft en de economie werd nu door de staat van bovenaf gedirigeerd.

Rusland was nu een totalitaire staat waarin het belang van de individuele burger ondergeschikt was aan de staat. Alles stond in het teken van het doel: de communistische klasseloze heilstaat.

In die heilstaat waren alle productiemiddelen in handen van het volk en zou de staat uiteindelijk overbodig worden. Voor het zover was, moest iedereen zijn persoonlijk geluk aan de kant zetten.

Van een maatschappij waarin iedereen gelijk was kwam in de praktijk weinig terecht. Leiders als Lenin en Stalin keken niet op een leven meer of minder. Ieder persoon kon verdacht worden van staatsgevaarlijke activiteiten en eindigen in een heropvoedingskamp of strafkamp.

Het nationaalsocialisme

Het nationaalsocialisme groeide in de jaren twintig uit van een splintergroepering tot een massabeweging die de geschiedenis van Duitsland en van de wereld ingrijpend heeft beïnvloed.

Adolf Hitler, een veteraan uit de Eerste Wereldoorlog, ontpopte zich als charismatisch leider (Führer) die beloofde het Duitse volk naar een nieuwe toekomst te leiden, met rampzalige gevolgen.

Politieke situatie in Duitsland

Hitler schreef 'Mein Kampf' in de
gevangenis.

In de jaren twintig was er onvrede over de afloop van de Eerste Wereldoorlog en de economische crisis. Er waren diverse rechts-extremistische partijtjes die de democratie de schuld gaven. De democratie was in hun ogen opgelegd door de overwinnaars van de oorlog. Door de democratie, zo verkondigden de rechts-extremisten, kwamen de mensen aan de macht die Duitsland hadden verraden.

De afwijzing van democratie was deels dus een reactie op het verlies van de Eerste Wereldoorlog. Niet alleen de democratie kon rekenen op afkeer van de rechts-extremisten. Ook het communisme werd verafschuwd.

De partij van Adolf Hitler, de NSDAP, kreeg behoorlijk wat aanhang van arbeiders en teleurgestelde ex-soldaten. In 1923 werd zelfs geprobeerd om de macht te grijpen door een staatsgreep. Deze 'Putsch' mislukte en Hitler verdween voor een jaar in de gevangenis. Het gevaar leek afgewend.

Angst voor communisme

Een communistische bijeenkomst in Berljn.
Deze foto geeft een goed beeld van Duitsland in 1932.
Een armoedig straat met communistische en
nationaalsocialistische vlaggen. De tekst onderaan:
'Eerst eten, dan huur'.

Veel mensen steunden de nationaalsocialisten van Hitler omdat zij bang waren voor het communisme. In tijden van economische crisis en werkloosheid kreeg de communistische partij veel steun. Door het algemeen kiesrecht, dat alle volwassenen stemrecht gaf, was het gevaar aanwezig dat extreemlinkse of -rechtse partijen veel steun kregen. Deze partijen boden een 'makkelijke' oplossing voor de ellende.

De bezittende klasse, zoals de kleine en grote middenstanders en fabriekseigenaren, vreesden hun bestaan kwijt te raken door het communisme. Daarom steunden velen van hen Adolf Hitler, omdat hij beloofde een einde te maken aan het communistische gevaar.

Machtsovername

Toen de economie in 1929 opnieuw in een crisis kwam daalde het vertrouwen in de democratie. Adolf Hitler beloofde van Duitsland weer een sterk land te maken waar de Duitsers trots op konden zijn. Hij beloofde economische hervormingen en een uitweg uit de crisis.

Ook beloofde hij diegenen te straffen die volgens hem verantwoordelijk waren voor de crisis, zoals de joden, communisten en de tegenstanders uit de Eerste Wereldoorlog. Die heldere boodschap sloeg aan. Bij de verkiezingen van 1932 werd de NSDAP met 37,4 % van de stemmen de grootste partij van Duitsland.

Op 30 januari 1933 werd Hitler door Rijkspresident Von Hindenburg benoemd tot rijkskanselier. Binnen één jaar vormde Hitler Duitsland om van een democratie tot een totalitaire staat. De grondwet werd buiten werking gesteld en politieke tegenstanders werden opgepakt en ondergebracht in concentratiekampen.

Nazificatie maatschappij

De machtsovername van Adolf Hitler in 1933 had zeer ingrijpende gevolgen voor de maatschappij. Nazificatie volgde; er was voortaan nog maar één politieke partij en heel het leven stond vanaf nu in dienst van het nationaalsocialisme.

Als je geen lid werd van de NSDAP, kwam je in grote moeilijkheden. Dan was de kans groot dat je je baan verloor en ervan werd verdacht geen goede Duitser te zijn. Op de afbeeldingen zie je een aantal voorbeelden van wat deze 'Gleichschaltung', ofwel gelijkschakeling, inhield.

'Schadelijke' boeken werden door de nazi's verbrand tijdens openbare boekverbrandingen.
'Entartete' kunst, ofwel ontaarde kunst, was kunst die volgens de nazi's schadelijk was. Er werden zelfs tentoonstellingen ingericht zodat het publiek 'Entartete' kunst zou herkennen.

Jeugd en radio
Jeugd - indoctrinatie
Veel organisaties en verenigingen werden verboden en vervangen door een nationaalsocialistische variant. Een voorbeeld is de Hitlerjugend die de tot dan toe bestaande jeugdverenigingen verving. Zo kreeg Hitler controle over het gedachtegoed van de jeugd.

Radio
De radio was een vrij nieuw medium. Het werd door de minister van propaganda Goebbels gezien als een machtig wapen om de maatschappij te doordringen van de nationaalsocialistische boodschap.
Er werden degelijke en goedkope toestellen gemaakt voor het grote publiek.

Antisemitisme - Lebensraum

Antisemitisme: rassenwetten
In 1935 werden in Duitsland de zogenaamde rassenwetten van Neurenberg ingevoerd. De wetten waren bedoeld om het leven van de Joden zo moeilijk mogelijk te maken. De nazi's hoopten dat ze 'vrijwillig' uit Duitsland zouden vertrekken. De wetten waren een uitvloeisel van het antisemitisme dat een integraal onderdeel was van de nazileer.

Lebensraum
Het gebruik van geweld werd door de nazi's verheerlijkt. Volgens veel nazi's was oorlog een natuurlijk gegeven en oorlog was bovendien nodig om de 'schande van 1918' ongedaan te maken en Lebensraum te veroveren.

Verschillen en overeenkomsten

Het communisme en het nationaalsocialisme waren beide totalitair van karakter. Totalitair betekent dat een politiek systeem de volledige controle heeft over de levens van de mensen. Zowel in communistisch Rusland, de Sovjet-Unie, als in het nationaalsocialistische Duitsland waren mensen niet vrij.

In beide landen had de totalitaire staat een duidelijk doel over de toekomst voor ogen. Beide landen streefden naar zoveel mogelijk macht, naar wereldoverheersing.
Het gebruik van geweld van de overheid in deze totalitaire landen was heel normaal. Tegenstanders werden vervolgd, opgesloten of vermoord.

De leider was zowel bij de communisten als de nationaalsocialisten belangrijk. Stalin en Hitler werden gezien als een Messias die het volk naar een nieuwe toekomst leidde. De persoonsverheerlijking van Joseph Stalin en Adolf Hitler tonen grote overeenkomsten.

Communisme en Sociaal-communisme

Bekijk de overeenkomsten en verschillen tussen het nationaalsocialisme en het communisme.

Communisme

Nationaalsocialisme

Symbool

Symbool voor eenheid van boeren en arbeiders.
Oorspronkelijk een symbool uit het hindoeïsme en boedhisme

Leider

Vladimir Lenin
Lenin was de
belangrijkste leider van
de revolutie in 1917.
Jozef Stalin
Adolf Hitler

Oorzaak

  • Armoede in Rusland
  • Autoritair regime tsaar
  • Ellende Eerste wereldoorlog

  • Vernedering Eerste Wereldoorlog
  • Onvrede over de democratie
  • Economische crisis

Middel

De ideeën van Karl Marx waren belangrijk voor de communisten. Ze geloofden in een revolutie door arbeiders die een einde zou
maken aan uitbuiting en armoede door de bezittende klasse. In de nieuwe maatschappij zou privébezit niet bestaan. Al het bezit zou gemeenschappelijk worden beheerd.

Een groot verschil met de ideeën van Marx was dat in Rusland de revolutie werd uitgevoerd door een klein clubje 'beroepsrevolutionairen' die hun wil
oplegden aan de meerderheid.

  • Parlement
  • Intimidatie tegenstanders
  • Geweld
  • Propaganda
  • 1-partijstelsel
  • Controle over de levens burgers

Waar

Rusland.
Ook in Duitsland dreigde in 1918 een communistische revolutie.

Duitsland.
Aan de macht in periode 1933-1945.

Aanhang

Boeren, arbeiders en soldaten.

Dwarsdoorsnede bevolking

Doel

Wereldrevolutie en een klasseloze maatschappij.

Wereldrijk ofwel het Derde Rijk.

Personen

Karl Marx (1818-1883):
Ik kwam uit een redelijk welgesteld Joods milieu. Na een studie filosofie werd ik journalist bij verschillende kranten. Er was in mijn tijd veel armoede en die werd veroorzaakt door de oneerlijke verdeling van rijkdom in de kapitalistische staat.
Mijn artikelen en boeken vormden de basis voor het gedachtegoed van socialisten en communisten. Vooral mijn hoofdwerk Das Kapital heeft veel voorvechters van de arbeidersbeweging geïnspireerd.

Vladimir Iljitsj Oeljanov, beter bekend als Lenin (1870-1924):
Ik kwam al op jonge leeftijd in aanraking met het socialisme. Ik leefde jarenlang in ballingschap, o.a. in Zwitserland en Londen. Door contact met andere arbeiderspartijen besefte ik dat niet de burgerij maar het proletariaat de revolutie moest leiden.
De macht moest toekomen aan de Sovjets. Dat waren plaatselijke besturen van arbeiders en soldaten. Het geweld tijdens en na de revolutie was noodzakelijk. Bij elke revolutie vallen nu eenmaal onschuldige slachtoffers.
In 1924 overleed ik aan een beroerte. Mijn gebalsemde lijk is nog steeds een toeristische trekpleister in Moskou.

Adolf Hitler (1889-1945):
Als kind had ik vaak ruzie met mijn dominante en gewelddadige vader. Met mijn moeder had ik wel een goede band. Als student aan de kunstacademie in Wenen leidde ik een armoedig bestaan. In die stad kwam ik in aanraking met het antisemitisme en met de Groot-Duitse gedachte.
Ik meldde mij aan als vrijwilliger zodra de Eerste Wereldoorlog uitbrak. De armoede en vernedering van het Duitse volk na die oorlog waren bepalend voor mijn politieke loopbaan.

Joseph Stalin (1878-1953):
Ik kwam uit een arm gezin. Mijn vader mishandelde mijn moeder en mij. Ik studeerde vijf jaren voor priester maar raakte toen in de ban van de bolsjewieken en van Lenin.
Ik pleegde als jongeman overvallen om zo geld bij elkaar te brengen voor de socialistische partij. Heel wat jaren voor 1917 bracht ik door in de gevangenis. In de partij wist ik door te dringen tot de hoogste regionen.
Lenin had een afkeer van mijn brute en harde karakter. Toen ik na Lenin’s dood de macht had in de Sovjet-Unie draaide alles om mij. Miljoenen tegenstanders zond ik naar werkkampen in Siberië. Onder mijn bewind kende Rusland zijn zwartste periode. Desondanks word ik vaak herinnerd als vadertje Stalin.

  • Het arrangement Geschiedenis Tijdvak 09 04 - Het nationaalsocialisme en het communisme is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-18 10:42:54
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn