Geschiedenis Tijdvak 09 01 - Twee wereldoorlogen

Inleiding - Twee wereldoorlogen

De eerste helft van de 20e eeuw werd ontsierd door twee wereldoorlogen. Wereldwijd waren er landen bij deze oorlogen betrokken en daarom staan ze bekend als de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.

De Tweede Wereldoorlog is te zien als een logisch vervolg op de Eerste Wereldoorlog.

Oorzaken Eerste Wereldoorlog

Voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waren meerdere oorzaken:

Rivaliteit Frankrijk - Duitsland
In 1870 verloor Frankrijk een oorlog met de Duitse staten onder leiding van Pruisen. Frankrijk werd militair vernederd en werd gedwongen tot het betalen van forse herstelbetalingen. Ook verloor het de economische belangrijke provincies Elzas en Lotharingen aan Duitsland. Het verlangen naar wraak en genoegdoening in Frankrijk was daarom groot.

Bondgenootschappen
Duitsland had een bondgenootschap met Oostenrijk-Hongarije en Italië. Frankrijk voelde zich bedreigd en zocht toenadering tot het tsaristische Rusland. In 1907 sloot ook Groot-Brittannië zich aan bij Frankrijk en Rusland om tegenwicht te bieden aan het machtige Duitsland.
Er stonden twee groepen tegenover elkaar: de Centralen (Duitsland en bondgenoten) en de Entente (Rusland, Frankrijk en Groot Brittannië). Bondgenoten beloofden elkaar militaire steun als één van hen werd aangevallen. Door deze wederzijdse beloften werd de kans op een oorlog groter.

Imperialisme/kolonialisme
De strijd om de koloniën versterkte de rivaliteit tussen de landen in Europa. De Duitse keizer Wilhelm II wilde meedoen in de strijd om de koloniën. In korte tijd liet hij een sterke militaire vloot bouwen. Zijn koloniale ambitie was bedreigend voor het koloniale rijk van Groot-Brittannië.

Wapenwedloop/militarisme
Duitsland was vanaf 1871 een keizerrijk onder leiding van Wilhelm I. Het land werd door een snelle industrialisatie een belangrijke economische en militaire macht. De opkomst van Duitsland verstoorde het machtsevenwicht in Europa. Het gevolg was een wapenwedloop waarbij landen probeerden om meer en betere wapens te hebben dan de concurrerende landen.
Als gevolg van de industriële ontwikkeling had het wapentuig alsmaar meer vernietigingskracht. We kunnen de Eerste Wereldoorlog dan ook zien als de eerste industriële oorlog.

Nationalisme
De toenemende rivaliteit tussen de grootmachten in en buiten Europa uitte zich in een sterk opkomend nationalisme. De nationale eer van Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland was in het geding.
De landen voerden een wapenwedloop om de rivalen op militair gebied voor te zijn. De ingevoerde dienstplicht had tot gevolg dat de legers uit miljoenen soldaten bestonden. Toen de oorlog uitbrak gingen veel soldaten optimistisch de oorlog in om de eer van het vaderland te verdedigen.

 

 

Oorzaken Eerste Wereldoorlog - Video

Bekijk hier een videofragment over de Eerste Wereldoorlog.

 

De loopgravenoorlog

De moord op Franz Ferdinand
In juni 1914 werd de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand door een Servische jongeman doodgeschoten. De moordaanslag was de aanleiding voor het uitbreken van oorlog tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië.
Door het ingewikkelde stelsel van bondgenootschappen escaleerde het conflict al snel tot een wereldoorlog. De geallieerden (Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland, e.a.) vochten tegen de Centralen (Duitsland, Italië, Turkije, Japan, e.a.). Later raakten nog meer landen bij de oorlog betrokken, waaronder de Verenigde Staten in 1917.
De Eerste Wereldoorlog is een oorlog waarin niet uitsluitend legers met elkaar vochten; de gehele maatschappij was betrokken bij de oorlog. De oorlog wordt daarom wel een totale oorlog genoemd.

In 1914 waren er twee militaire allianties: de Entente en de Centralen. Toen de oorlog uitbrak, werden de Entente en andere landen die tegen de Centralen vochten, samen de Geallieerden genoemd.

Om een gelijktijdige tweefrontenoorlog te voorkomen, waarbij Duitsland tegelijkertijd tegen Rusland en Frankrijk zou moeten vechten, bedachten de Duitsers het Von Schlieffenplan. Ze wilden via het neutrale België doorstormen naar Frankrijk en vervolgens Parijs omsingelen. Zodra Frankrijk was verslagen kon Duitsland zich richten op een eventuele oorlog met Rusland.

​​

Doordat de Russen veel sneller optrokken dan voorzien, konden de Duitsers minder legers inzetten in het westen. Het plan voor een snelle omsingeling van Parijs mislukte. Uiteindelijk werd de Duitse opmars door het Franse en Engelse leger tot staan gebracht aan de rivier de Marne.

Uiteindelijk werden de Duitsers teruggedrongen tot over de Marne. Beide legers groeven zich in waarna een loopgravenoorlog volgde.

De westelijke frontlinie breidde zich uit naar het noordwesten tot aan de Noordzee. Rondom de lijn die liep van de Noordzee tot aan de Zwitserse grens werd vier jaar lang een verbeten oorlog uitgevochten.

Oorzaken Tweede Wereldoorlog

Duitsland kreeg het als verliezer van de Eerste Wereldoorlog zwaar te verduren. 
De geallieerden legden de schuld van de oorlog geheel bij Duitsland. Daarom legden ze Duitsland een strenge vrede op: de Vrede van Versailles

Duitsland verloor grondgebied en haar koloniën. Het land werd ontwapend en veroordeeld tot torenhoge herstelbetalingen. Dat was compensatie voor alle schade en het leed van de oorlog. Deze maatregelen bij elkaar krenkten Duitsland tot op het bot.

Economie - 1

In de eerste jaren na de oorlog waren de voedselprijzen in Duitsland hoog en er was armoede en werkloosheid. Amerikanen kwamen met economische steunprogramma's: het Dawes- en het Youngplan.

Dat waren leningen waarmee de Duitse economie weer op gang werd geholpen. Daardoor steeg de welvaart in Duitsland. In de periode 1925-1929 was er redelijke voorspoed. Berlijn stond bekend om zijn hippe en gewaagde uitgaansleven.

Toen in 1929 de economie van de VS in een diepe crisis raakte, werden de leningen stopgezet. Duitse bedrijven gingen failliet en de werkloosheid in Duitsland steeg dramatisch.

 

 

Economie - 2

Na de beurskrach van New York in 1929 raakte de wereldeconomie in een diepe depressie. Ook de Duitse economie kwam bijna stil te liggen. De werkloosheid steeg en de onvrede groeide snel. In die sfeer groeide de aanhang van de partij van Adolf Hitler.

Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, hervormde hij de economie. De Duitse economie werd een oorlogseconomie. Het werk stond in dienst van een naderende oorlog.

De werkloosheid werd 'opgelost' door investeringen in de infrastructuur, zoals snelwegen (Autobahnen) en de wapenindustrie. Ook door herinvoering van de dienstplicht daalde de werkloosheid.

 

 

 

 

Opkomend extremisme

Het keizerrijk Duitsland hield in 1918 met het einde van de oorlog op te bestaan. Duitsland werd een republiek genoemd naar het stadje Weimar. Daar werd de nieuwe grondwet van Duitsland afgekondigd.

Sociaaldemocraten riepen de republiek uit en regeerden Duitsland in de periode 1918-1933. De democratie in Duitsland had het zwaar te verduren onder aanvallen van communisten en nationaalsocialisten.

Aan de linkerkant dreigde het gevaar van een communistische revolutie. Aan de rechterkant stonden de nationaalsocialisten van Hitler klaar om de macht over te nemen.

Op de afbeelding zie je een verkiezingsaffiche van de sociaaldemocraten. Deze toont de vijanden van de Weimar-regering: conservatieve aanhangers van het keizerrijk, nationaalsocialisten en communisten.

Tweede Wereldoorlog - 1939

1939
Chamberlain zwaaide in september 1938 nog trots met een door Hitler getekende vredesovereenkomst. De Britse politiek in de jaren dertig was gericht op het voorkomen van oorlog. Hitler had al diverse gebieden geclaimd en ingelijfd. In september 1938 liet Hitler zijn oog vallen op Tsjecho-Slowakije. Tijdens de conferentie van München probeerde Chamberlain om een oorlog te voorkomen. In ruil voor de Duitse annexatie van Sudetenland beloofde Hitler aan Chamberlain af te zien van verdere agressie.

Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen. Groot-Brittannië en Frankrijk verklaarden Duitsland de oorlog. De Verenigde Staten bleven vooralsnog neutraal.

Ook de Sovjet-Unie trok Polen binnen. Voorafgaand hadden Hitler en Stalin een niet-aanvalsverdrag gesloten waarin de verdeling van Polen al was bepaald.

Tweede Wereldoorlog - 1940

1940
In het voorjaar van 1940 viel Duitsland het ene na het andere land binnen. In april werden Denemarken en Noorwegen onder de voet gelopen. In mei volgden Nederland, België en Luxemburg. Begin juni capituleerde Frankrijk na bombardementen op Parijs. Vanaf juli begonnen de massale Duitse luchtaanvallen op Engeland. In augustus van hetzelfde jaar antwoordde Engeland met Britse luchtaanvallen op Berlijn.

Londen na een Duitse luchtaanval.

 


In tegenstelling tot de Eerste Wereldoorlog, die een loopgravenoorlog was, verliep de oorlog nu zeer snel. Het begin wordt daarom ook wel aangeduid met de term blitzkrieg of bliksemoorlog.

Tweede Wereldoorlog - 1941

1941
Duitsland veroverde grote delen van het Midden-Oosten. In de zomer begon Duitsland een groot offensief tegen de Sovjet-Unie. Het doel was Lebensraum, ofwel leefgebied voor het Duitse volk. Als Duitsland de Sovjet-Unie zou wegvagen, was dat de nekslag voor Engeland, zo dacht Hitler. Bovendien was de Sovjet-Unie een machtige vijand en volgens Hitler een 'minderwaardig' volk.

De aanval van Duitsland op de Sovjet-Unie betekende het begin van het einde voor Hitler. Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie tekenden een militair bondgenootschap. De Duitse aanval op Moskou mislukte en de Russen begonnen een tegenoffensief.

Pearl Harbor
In 1940 hadden de Duitsers een bondgenootschap gesloten met Italië en Japan. In Oost-Azië was Japan bezig met een oorlog om gebieden te veroveren. De Verenigde Staten werden door Japan gezien als een belangrijke tegenstander. Om deze uit te schakelen viel Japan op 7 december 1941 de Amerikaanse vloot aan. Deze lag voor anker in de haven van Pearl Harbor, op Hawaii.

De Japanse aanval op Pearl Harbor droeg bij aan een keerpunt in de oorlog. De Verenigde Staten verklaarden de oorlog aan Japan. Duitsland verklaarde daarop de oorlog aan de Verenigde Staten op 11 december. Duitsland en Japan hadden er een machtige vijand bij.

Tweede Wereldoorlog - 1942

1942
In 1941 namen Hitler en zijn handlangers het schokkende en ingrijpende besluit om alle Joden uit te roeien. Ze noemden dat de oplossing van het Jodenvraagstuk. De 'gewone' moordpartijen op Joden in de eerste oorlogsjaren waren blijkbaar niet genoeg. In 1942 werd de Endlösung, de massamoord op de Joden, effectief georganiseerd.

Hier lees je de eerste alinea van een brief van een hoge Duitse militaire leider Hermann Göring: 'In aanvulling op uw opdracht van 24 januari 1939 om het Joodse probleem in de vorm van emigratie of evacuering op te lossen op een manier die recht doet aan het huidige tijdsgewricht, geef ik u hierbij de opdracht om alle organisatorische en materiële voorbereidingen te treffen voor een totale oplossing van het Joodse probleem in het onder Duitse invloed staande Europese gebied.'
In augustus nam de Britse generaal Montgomery de leiding op zich van een militair offensief verzet in Noord-Afrika. Enkele maanden later was de Duitse overmacht daar gebroken.

Tweede Wereldoorlog - 1943

1943
Op 31 januari 1943 moest het Duitse leger bij de Russische stad Stalingrad zich overgeven na een verschrikkelijke strijd. Sovjet-troepen omsingelden het 6e Duitse leger en maakten meer dan 100.000 krijgsgevangenen. Hierna begon de geleidelijke terugtrekking van Duitse troepen uit de Sovjet-Unie. De Slag om Stalingrad werd daarmee een belangrijk keerpunt in de Tweede Wereldoorlog.

Op 9 en 10 juli van dat jaar landden geallieerde troepen op Sicilië.

In november was er een ontmoeting tussen Roosevelt, Churchill en Stalin in Teheran. Daar werd de strategie van de oorlog besproken. Zo werd de massale geallieerde landing op de West-Europese kust vastgesteld voor de lente van 1944. De Sovjet-Unie beloofde de VS te helpen in de oorlog tegen Japan.

Tweede Wereldoorlog - 1944

1944
Tweefrontenoorlog
Troepen van de Sovjet-Unie drongen Duitsland verder terug tot diep in Polen. Op 6 juni was het Decision-Day ofwel D-Day. Amerikaanse, Canadese en Britse soldaten landden massaal op de kusten van Normandië. Het was het begin van de bevrijding van West-Europa.

In december leverden Duitse troepen een hevige strijd met geallieerde troepen in de Ardennen. Het was een alles-of-niets-poging van Hitler om de geallieerden tot staan te brengen. De Slag om de Ardennen werd gewonnen door de geallieerde troepen.

 

 

 

Tweede Wereldoorlog - 1945

1945
In januari bevrijdden Sovjet-soldaten het concentratiekamp Auschwitz in Polen. Roosevelt, Churchill en Stalin ontmoetten elkaar in februari op Jalta om alvast de naoorlogse situatie te bespreken. Er werden o.a. afspraken gemaakt over de verdeling van Duitsland in bezettingszones.

Op 30 april 1945 pleegde Adolf Hitler zelfmoord in zijn bunker in Berlijn en was de oorlog in het Westen praktisch gewonnen. Op 5 mei 1945 was heel Nederland bevrijd. Twee dagen later, op 7 mei, volgde de officiële Duitse overgave en kwam er in Europa een einde aan de Tweede Wereldoorlog.

De oorlog tegen de Japanse overheersing van Azië ging voorlopig nog gewoon door. De Japanse soldaten waren zeer fanatiek bij de verdediging van de bezette gebieden. Om een langdurige bevrijdingsstrijd te voorkomen gebruikten de VS een nieuw, verschrikkelijk wapen: de atoombom.
Op 6 en 9 augustus 1945 ontploften twee atoombommen boven de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. Dit kostte honderdduizenden levens, ook door stralingsziekten. De Japanse overgave volgde snel op 10 augustus.

De Tweede Wereldoorlog was net als de Eerste Wereldoorlog een totale oorlog geweest. Niet alleen legers, maar de gehele maatschappij was betrokken bij de oorlog, denk bijvoorbeeld maar aan de vele bombardementen op steden. Het totaal aantal slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog was groter dan het totaal aantal slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Vooral het aantal burgerslachtoffers was veel groter.

  • Het arrangement Geschiedenis Tijdvak 09 01 - Twee wereldoorlogen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-01-10 13:54:33
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn