Inleiding - De wetenschappelijke revolutie
Moderne wetenschap is grotendeels gebaseerd op waarneming en experimenten. Dat is niet altijd het geval geweest. In de middeleeuwen was de wetenschap vooral gericht op de kennis van de Griekse wetenschappers uit de klassieke oudheid.
De wetenschappelijke kennis van de oude Grieken was gebaseerd op het idee dat het verstand de belangrijkste bron van kennis was. In de 16e eeuw werd kennis op basis van experimenten en waarneming steeds belangrijker. Er kwam een stroom van nieuwe kennis op gang. De uitbreiding van nieuwe kennis ging zo snel en bestreek zoveel terreinen dat we die periode later de wetenschappelijke revolutie zijn gaan noemen.
Wetenschappers en de kerk
Claudius Ptolemaeus (87-150)
Ik zag de aarde als het onbeweeglijke middelpunt van de kosmos.
De planeten draaiden volgens mij om de aarde. Mijn idee hierover werd de officiële visie van de kerk. Mensen die anders beweerden, werden daarvoor streng gestraft, omdat het gezien werd als heiligschennis. Dat is nooit mijn bedoeling geweest.
Nicolaas Copernicus (1473-1543)
Ik had tijdens mijn leven zowel een carrière binnen de kerk als in de wetenschap.
Net als veel andere wetenschappers was ik actief in verschillende wetenschappelijke vakken zoals de wiskunde en de geneeskunde.
Mijn grootste hobby was echter sterrenkunde. Mijn theorie dat de aarde samen met andere planeten rond de zon draaide was revolutionair. Mijn theorie wordt wel de heliocentrische theorie (helios betekent zon) genoemd.
Ik durfde mijn boek daarover eerst niet te publiceren want ik was bang voor de reactie van de kerk. Mijn ontdekking heeft uiteindelijk een revolutie teweeggebracht in het denken omdat ik kon bewijzen dat de aarde om de zon heen draait in plaats van andersom.
Dat deed de geloofwaardigheid van de kerk geen goed.
Galileo Galilei (1564-1642)
Nadat ik een telescoop had besteld in de Nederlanden, maakte ik in Pisa al snel zelf een nieuw en beter exemplaar. Door mijn waarnemingen van de planeten ontdekte ik dat Copernicus gelijk had; de heliocentrische theorie, die stelt dat de zon het middelpunt van het universum is, klopt.
In mijn boek schreef ik over de beweging van de planeten rond de zon. Dat heeft me in een hevig conflict met de kerk gebracht.
De paus wilde dat ik als wetenschapper afstand deed van mijn ideeën.
Toen ik dat weigerde, heb ik de laatste jaren van mijn leven huisarrest gekregen.
Mijn idee dat de snelheid van een vallend voorwerp niet wordt bepaald door het gewicht ervan, was een inspiratie voor een andere beroemde wetenschapper: Isaac Newton.
Paus Urbanus VIII (1568-1644)
Ik kende Galilei vrij goed want hij was een studiegenoot van mij. Zijn theorie over de aarde die rond de zon zou draaien, vond ik op zijn minst een hele interessante theorie.
Hij maakte echter de fout om zijn theorie als de enig mogelijke waarheid te verkondigen. Daarmee ging Galilei in tegen de officiële leer van de kerk. Dat kon ik onmogelijk over mijn kant laten gaan.
Ik heb hem vriendelijk verzocht om zijn ideeën te herzien. Ik stond zelf ook onder druk want ik kon het tegenover die fanatieke Spaanse kardinalen niet maken om heiligschennis toe te staan. Ik had graag gezien dat het anders was gelopen.
Wetenschap
In de middeleeuwen waren er weinig meetinstrumenten die speciaal voor wetenschappelijk onderzoek waren ontworpen. In de 16e eeuw ontwierpen wetenschappers vaak zelf hun instrumenten en voorwerpen die nodig waren voor onderzoek en experiment.
Door betere communicatiemiddelen, denk aan de mogelijkheid om met de drukkunst boeken en pamfletten te verspreiden, was er meer contact tussen wetenschappers. Dat stimuleerde de wetenschappelijke ontwikkeling omdat geleerden kennis namen van elkaars werk en daarop reageerden.
Briljante geesten als Newton, Darwin en Einstein zouden geïnspireerd door eerdere ontdekkingen de wetenschappelijke revolutie vervolmaken.
|
De telescoop van Newton.
Met een telescoop kun je in de verte dingen zien die je met je eigen ogen niet kan zien. Je kan er sterren en planeten mee bestuderen.
|
|
Nagemaakte microscoop van Van Leeuwenhoek.
|
|
Tot op de dag van vandaag toont het planetarium van Eise Eisinga uit Franeker de juiste stand van de planeten.
|
|
|
Antoni van Leeuwenhoek, uitvinder van de microscoop. Je kan er hele kleine dingen mee zien, zoals cellen.
|
|
Christiaan Huygens, uitvinder van de slingerklok. Zo'n klok geeft de tijd nauwkeurig aan.
|
|
Newton, uitvinder van de spiegeltelescoop. Je kan er dingen mee bekijken die heel ver weg zijn.
|
|