Wetenschap

In de middeleeuwen waren er weinig meetinstrumenten die speciaal voor wetenschappelijk onderzoek waren ontworpen. In de 16e eeuw ontwierpen wetenschappers vaak zelf hun instrumenten en voorwerpen die nodig waren voor onderzoek en experiment.

Door betere communicatiemiddelen, denk aan de mogelijkheid om met de drukkunst boeken en pamfletten te verspreiden, was er meer contact tussen wetenschappers. Dat stimuleerde de wetenschappelijke ontwikkeling omdat geleerden kennis namen van elkaars werk en daarop reageerden.

Briljante geesten als Newton, Darwin en Einstein zouden geïnspireerd door eerdere ontdekkingen de wetenschappelijke revolutie vervolmaken.

De telescoop van Newton.

Met een telescoop kun je in de verte dingen zien die je met je eigen ogen niet kan zien. Je kan er sterren en planeten mee bestuderen.

Nagemaakte microscoop van Van Leeuwenhoek.

Tot op de dag van vandaag toont het planetarium van Eise Eisinga uit Franeker de juiste stand van de planeten.

Antoni van Leeuwenhoek, uitvinder van de microscoop. Je kan er hele kleine dingen mee zien, zoals cellen.

Christiaan Huygens, uitvinder van de slingerklok. Zo'n klok geeft de tijd nauwkeurig aan.

Newton, uitvinder van de spiegeltelescoop. Je kan er dingen mee bekijken die heel ver weg zijn.