Ouderenzorg

Ouderenzorg

Module: Zorgleefplan

Inleiding

Het Zorgleefplan (ZLP) is een hulpmiddel om vraaggerichte zorgverlening te kunnen bieden aan je cliënten. De individuele wensen staat centraal in het ZLP. Iedereen is anders en daarom krijgt iedere cliënt een eigen en uniek ZLP. In het ZLP staat een uitgebreide omschrijving van de manier waarop de cliënt zijn of haar leven wil leiden en welke ondersteuning daarbij nodig is.

Je cliënten hebben meer nodig dan zorg alleen! Medische verzorging is belangrijk, maar er is meer.
Een Zorgleefplan gaat over alle aspecten die belangrijk zijn voor kwaliteit van leven van een cliënt. Het ZLP omvat daarom vier levensdomeinen. Deze vier levensdomeinen zijn:

  1. Wonen, Woon- en leefomstandigheden
  2. Participatie, Sociale redzaamheid
  3. Welzijn, mentaal welbevinden en autonomie
  4. Zorg, Lichamelijk welbevinden en gezondheid

Vooraf

Opleidingen en niveaus 
MBO-verpleegkundige niveau 3/4

Competentiegebied
1 Zorgverlener

Competentie
1.12 Aan het eind van deze module kun je een Zorgleefplan opstellen in samenspraak met de oudere en mantelzorger.

Werkvorm
Je werkt bij deze module individueel en in tweetallen

Tijd
60 – 120 minuten

Plaats
school (voorbereiding) en werkplek (eindproduct)

Benodigdheden

Eindproduct
Aan het eind van deze module stel je een Zorgleefplan op met een oudere en een mantelzorger.

Stap 1

Het Zorgleefplan in de praktijk
Het Zorgleefplan helpt je om de bewoner goed te leren kennen.

Opdracht 1
Beantwoord de volgende vragen na het bekijken van het filmpje Werken met het Zorgleefplan. 


0'44
Anne Marie zegt: "Voorheen waren we vooral bezig met het leveren van goede zorg.
Nu zijn we meer bezig met: hoe kunnen we met goede zorg de cliënt ondersteunen het leven te leiden dat hij zinvol vindt."
- Wat is het verschil?
- Wat vind je hiervan?

2'31
Ezrah geeft aan dat het belangrijk is specifieke wensen goed te noteren, zoals het naakt slapen.
Waarom is dat belangrijk?
Wat voor eisen stelt dat aan hoe je het opschrijft?

3'10
Welke stappen van methodisch werken worden genoemd?
Geef eens een voorbeeld van het verhelderen van een vraag tussen de bedrijven door.
Dus: je geeft zorg aan iemand die al een Zorgleefplan heeft en dan signaleer of observeer je een nieuwe hulpvraag.

3'47
Waarom geeft het Zorgleefplan tijdswinst in je werk?

4'50
Wat vertelt Monique over haar schoonmoeder?
Waarom is dit belangrijk om te weten?

5'51
Werken met het Zorgleefplan is in de wet vastgelegd. Waarom is dit dat zo? Wat zegt de wet?

6'50
Wat is zelfbeschikking?
Hoe helpt het Zorgleefplan hierbij?
Wat is jouw rol als verpleegkundige of verzorgende hierin?
Kun je zelf ook een voorbeeld geven van zelfbeschikking van de cliënt

Bespreek de antwoorden met je medestudenten en je docent.

Opdracht 2
Neem samen met je medestudenten en docent de PowerPoint Zorgleefplan door.
Maak hierbij aantekeningen.

 

Stap 2

In stap 2 richt je je op het domein Lichamelijk welbevinden.

Domein Lichamelijk welbevinden
De cliënt mag rekenen op adequate gezondheidsbescherming en -bevordering, een schoon en verzorgd lichaam en smakelijke maaltijden, hapjes en drankjes. Dit stelt de norm voor verantwoorde zorg als je kijkt naar het domein Lichamelijk welbevinden. Op het domein lichamelijk welbevinden zijn we in de zorg voor ouderen van oudsher goed thuis. Iedereen uit de veren, gewassen en gekleed. Dit doel bepaalde lange tijd in ieder geval een groot deel van het ochtendprogramma in de ouderenzorg.


Opdracht 3

  • Bestudeer de informatie over Lichamelijk welbevinden.
  • Beantwoord de volgende vragen:
     
    1. Welke wensen ben jij in de praktijk tegengekomen op het gebied van lichamelijk welbevinden?
      Maak een lijstje met ten minste 10 wensen die je bent tegengekomen in de praktijk.
      Bijvoorbeeld: lichamelijke verzorging, hulp bij aankleden, medicijngebruik, voeding.
       
    2. Beschrijf wat je collega’s hebben gedaan met de wens van de cliënt.
      Bijvoorbeeld:
      • Mevrouw wil graag elke dag gedoucht worden.
      • Mevrouw wil graag in het weekend make-up op.
      • Meneer loopt moeilijk en moet gestimuleerd worden om te bewegen.
         
    3. Welke gezondheidsrisico’s ben jij tegengekomen in de praktijk?
      Bijvoorbeeld: ligt veel op bed, eet slecht, is slordig met medicijnen, ziet slecht.
       
    4. Beschrijf wat je collega’s met deze gezondheidsrisico’s hebben gedaan.
      Bijvoorbeeld:
      • Mevrouw krijgt elke dag drie keer haar medicatie aangereikt.
        De verzorgende wacht tot mevrouw de medicijnen heeft ingenomen.
      • Elke dag bij de persoonlijke verzorging wordt de huid van mevrouw geïnspecteerd.
        Daarnaast wordt de decubitusverpleegkundige ingeschakeld.

         
    5. Formuleer de wensen te formuleren zoals de cliënt dat zou doen:
      Bijvoorbeeld: “Ik wil graag elke dag onder de douche”.
      “Ik wil graag elke week naar de kapper”.
      “Ik wil graag oefenen met lopen, want ik ben bang dat ik val”.

       
    6. Bedenk of de cliënt die de wens geuit heeft ondersteuning nodig heeft om te realiseren wat hij wil.
      Wat is er nodig? Wie kan dat doen? Wat is jouw taak als verzorgende?
      (Meedenken met de cliënt, informeren over wat kan, opkomen voor de belangen van de cliënt, samenwerken met andere disciplines e.d.).
       
    7. Hoe kun je risico’s signaleren en bespreekbaar maken met de cliënt?

Stap 3

In stap 3 richt je je op het domein Lichamelijk welbevinden en domein Participatie. In het Zorgleefplan is het persoonlijk verhaal van de cliënt belangrijk. Op basis daarvan maakt de verzorgende/verpleegkundige afspraken met cliënt en mantelzorger over de zorg, begeleiding en ondersteuning.
 

Domein Lichamelijk welbevinden
De cliënt mag rekenen op adequate gezondheidsbescherming en -bevordering, een schoon en verzorgd lichaam en smakelijke maaltijden, hapjes en drankjes. Dit stelt de norm voor verantwoorde zorg als je kijkt naar het domein Lichamelijk welbevinden. Op het domein lichamelijk welbevinden zijn we in de zorg voor ouderen van oudsher goed thuis. Iedereen uit de veren, gewassen en gekleed. Dit doel bepaalde lange tijd in ieder geval een groot deel van het ochtendprogramma in de ouderenzorg.

 

Domein Participatie
In het domein Participatie komen onderwerpen aan bod die te maken hebben met persoonlijke interesses, sociaal actief zijn en contact houden met de samenleving. Het leven binnen een zorginstelling kent zo zijn eigen programma en ritme. De kunst is om cliënten toch ruimte en ondersteuning te bieden zodat ze hun eigen leven, hun eigen activiteiten en sociale contacten kunnen voortzetten. In elk Zorgleefplan is ruimte voor dit onderwerp. Je gaat op zoek naar behoeften en wensen van cliënten op het gebied van dagelijkse bezigheden en (belangrijke) contacten.


Opdracht 4
Interview een zorgcoördinator/EVV-er van je stageplaats over het Zorgleefplan.

Bereid de vragen voor.
Voorbeeldvragen:

  • Hoe stimuleer jij de cliënt om zijn persoonlijk verhaal te vertellen? Welke vragen stel je aan hem/haar?
  • Hoe beschrijf je dat in het Zorgleefplan?
  • Op welke manier stimuleer je de cliënt om duidelijk te maken wat hij wil? Welke voorwaarden creëer je daarvoor?
  • Hoe omschrijf je de doelen en de acties?
  • Met welke disciplines of anderen (bijvoorbeeld vrijwilligers) werk je samen om de doelen te bereiken?
  • Hoe en waar noteer je dat in het Zorgleefplan?

Stap 4

Stap 4 eventueel over domeinen Wonen, Woon- en leefomstandigheden en Welzijn, mentaal welbevinden en autonomie.

Stap 5

Een belangrijke rol bij het opstellen van een Zorgleefplan is weggelegd voor de contactverzorgende.
Als contactverzorgende ben je de belangenbehartiger van de cliënt. Je moet de cliënt goed moeten leren kennen om te weten wat voor de cliënt belangrijk is. Je komt op voor de belangen van de cliënt en je gaat met (of namens) de cliënt met collega’s overleggen zodat de cliënt zijn doelen kan bereiken. Bij het opstellen van een Zorgleefplan ga methodisch te werk.
 

Bij methodisch werken gaat het erom dat je bewust en systematisch nadenkt over hoe je je handelen in dienst stelt van de cliënt. Methodisch werken vindt plaats door bepaalde stappen te volgen die met elkaar een cyclus vormen: de methodische cyclus.

Deze stappen zijn:

  1. Verzamelen van gegevens: vragen stellen, observeren
  2. Vaststellen van behoeften/problemen
  3. Vaststellen van doelen
  4. Vaststellen en uitvoeren van acties
  5. Evaluatie voorgaande stappen (met cliënt/in bewonersoverleg of MDO) rapporteren en bijstellen


De allereerste stap die je zet als je gaat werken met een Zorgleefplan, is je cliënt vertellen wat de bedoeling is.

Opdracht 5
Leef je in in de rol van contactverzorgende van een nieuwe cliënt: mijnheer Draaijer (82 jaar) is bij jullie komen wonen.
Je gaat samen met mijnheer Draaijer en zijn dochter een Zorgleefplan opstellen.
Deze opdracht gaat over de voorbereiding.

Je geeft mijnheer en zijn dochter eerst uitleg over wat een Zorgleefplan is en waarom jullie met een Zorgleefplan werken.

  • Maak de volgende zin vier keer af:
    We willen het Zorgleefplan zo uitleggen aan mijnheer Draaijer en zijn dochter dat zij aan het eind van het gesprek: …
    bijvoorbeeld: weten dat ik de contactverzorgende ben en dat ze bij mij terecht kunnen als er iets is


Opdracht 6
Je gaat oefenen hoe je de cliënt en zijn dochter kunt informeren over het Zorgleefplan.

  • Verdeel de rollen (contactverzorgende, cliënt, dochter en observator) en wissel steeds van rol.
  • Maak een ‘spiekbriefje’ met daarop vijf punten waarvan jij vindt dat ze aan de orde moeten komen in het gesprek. Bijvoorbeeld: “Het gaat erom dat u, nu u hier woont, uw leven zo veel mogelijk kunt voortzetten zoals u dat gewend was.”
  • Bespreek het rollenspel na.

Stap 6

Eindproduct

  • Neem een anamnese af bij een cliënt.
    Gebruik hierbij amnese formulieren, bijvoorbeeld uit de Reader Werken met het Zorgleefplan.
    [aanvullen met tussenstappen]
  • Stel vervolgens een Zorgleefplan op.

Bronnen

  • Het arrangement Ouderenzorg is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2016-10-13 17:02:27
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, leerlijn, rearrangeerbare
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.