Geschiedenis Tijdvak 05 03 - De Opstand en de Republiek der Nederlanden
Inleiding - De Opstand en de Republiek der Nederlanden
In de 16e eeuw bestond Nederland nog niet. De Bourgondische hertogen (tijdvak 4) hadden wel al iets van een eenheid gesmeed. Via een huwelijk kwam het gebied in handen van de Spaanse Habsburgers.
Toen Karel V de Nederlanden erfde, waren de Nederlanden een losse verzameling provincies. Het was een overwegend agrarisch gebied met een handjevol middeleeuwse steden. Het bestuur van elke provincie was verschillend geregeld. Bestuurders kwamen meestal voort uit de adel en de rijke burgers in de stad.
De Nederlanden vóór de Opstand
Karel V maakte van de Zeventien Provinciën der Nederlanden één overerfbaar gebied. Hij liet dat vastleggen in een geschrift: de Pragmatieke Sanctie (4 november 1549).
De Bourgondische hertogen in de 14e en 15e eeuw sprokkelden de gebieden op de afbeelding bij elkaar (zie Tijdvak 4). Na de dood van Karel de Stoute in 1477 kwam het gebied met de naam Bourgondië weer in handen van Frankrijk. De Bourgondische Nederlanden als rijk kwamen in Habsburgse handen. Karel V zag de Nederlanden als een bestuurlijke eenheid. Hij maakte het gebied overerfbaar zodat het niet uiteen viel na de dood van een vorst.
Karel V wilde de Nederlanden centraal besturen, vanuit de stad Brussel. Door de politiek van centralisatie kreeg de adel steeds minder te vertellen. Filips II, de zoon van Karel V, zette die politiek vanaf 1555 voort.
Er ontstond steeds meer onvrede over de hoge belastingen en de felle vervolging van de aanhangers van de reformatie. Deze onvrede leidde tot verzet en oorlog tegen de Spaanse koning.
Enkele hoofdrolspelers in aanloop naar de Opstand
Filips II
Mijn vader Karel V, voelde zich verbonden met de Nederlanden, maar voor mij als Spanjaard was het anders. Ik had een hekel aan die koude en natte provincies met inwoners die nooit deden wat ik wilde. Het was daar altijd wat. Het is maar goed dat ik dat in 1555 nog niet wist toen ik mijn vader opvolgde. Helaas had ik tijdens mijn regeerperiode teveel aan het hoofd. Vooral door de oorlog met Frankrijk was het lastig om af te rekenen met die opstandige edelen in de Nederlanden. Toen ik in 1559 uit Brussel naar Spanje vertrok leek alles onder controle en vertrouwde ik op de trouw van Willem van Oranje. Ik had mijn halfzus Margaretha precies verteld hoe ze het gebied moest regeren. Achteraf gezien was het een fout om haar die taak te geven. Voor mij was het een heilige plicht om de rooms-katholieke kerk te verdedigen. Niet alleen tegen de moslims die Europa aanvielen maar vooral ook tegen de protestantse ketters. Dat sommige opstandige edelen in de Nederlanden zich bekeerden tot het protestantse geloof vond ik walgelijk. De inquisitie heeft helaas haar taak niet volledig kunnen uitvoeren want ik had ze graag allemaal een kopje kleiner gemaakt. Gelukkig heeft de grootste verrader, Willem van Oranje, zijn rechtmatige straf ontvangen.
Willem van Oranje
Toen ik jong was, had ik het allemaal heel goed voor elkaar. Ik was luthers opgevoed en kon prins worden van het prinsdom Orange. Keizer Karel V vond dat goed maar eiste wel dat ik rooms-katholiek werd. Ik kreeg een opvoeding aan het hof in Brussel en had daar een geweldige tijd. Ik werd diplomaat en kende alle belangrijke mensen: Alva, Granvelle, Filips II, noem ze maar op. Ik kon het redelijk goed met hen vinden en werd een belangrijk edelman. Dat kwam ook omdat ik een goede band had met keizer Karel V. Karel zei bij zijn aftreden tegen zijn zoon en opvolger Filips: ‘Van Willem zul je nog veel plezier hebben.’ Achteraf is dat een wrange herinnering want het is heel anders gelopen. Ik was vast van plan mijn nieuwe heer, Filips II, zo goed mogelijk te dienen en hem trouw te zijn. Tijdens de oorlog van Spanje tegen Frankrijk heb ik veel voor Filips gewerkt als onderhandelaar. Het stak me echter dat Filips zo wantrouwig tegenover mijn adellijke vrienden thuis stond. Toen Filips in 1559 vertrok naar Spanje heb ik hem nooit meer gezien. Door zijn onverzoenlijke houding tegen de protestanten werd hij uiteindelijk mijn vijand. Als iemand me van tevoren had verteld dat ik leider zou worden van een opstand tegen Spanje zou ik dat nooit hebben geloofd.
Margaretha van Parma
Voor mijn vader, de machtige Karel V, had ik alles over. Dat klinkt misschien vreemd als je weet dat ik hem in mijn hele leven maar een paar keer heb gezien. Net als hij had ik een sterke band met Vlaanderen. Met mijn halfbroer Filips II had ik geen goede band. Hem heb ik trouwens ook bijna nooit gezien. Hij gaf me weliswaar het bestuur over de Nederlanden in handen maar dat bracht me weinig goeds. Ik mocht het niet doen zoals ik zelf wilde. Filips bemoeide zich vanuit Spanje met alles. Zelf wilde ik graag een goede verstandhouding met de Nederlandse edelen. Toen ze me vroegen om de vervolging van protestanten te beëindigen en de inquisitie af te schaffen, was ik het ergens wel met hen eens. Ik heb de inquisitie toen op een laag pitje gezet maar ja mijn broer. Uiteindelijk heb ik het opgegeven toen Filips II een streng krijgsheer naar de Nederlanden stuurde, de hertog van Alva. Ik wilde niet meewerken aan zijn gewelddadige beleid.
Granvelle (Habsburgse staatsman en grote tegenspeler van de Nederlandse edelen)
Ik ben geboren in Franche-Comté, een gebied dat behoorde tot de Bourgondische erflanden. Eerst werkte ik als staatssecretaris voor keizer Karel V. Later werd ik de belangrijkste raadgever van de landvoogdes Margaretha van Parma. Het was mijn doel om het centrale bestuur in Brussel tot een succes te maken. Dat was ook nodig want de Nederlanden moesten meer belastingen opbrengen. Daarom moesten we naar mijn mening streng optreden tegen opstandige edelen en steden die zich daartegen verzetten. Met Margaretha kon ik niet zo goed opschieten. Ik vond haar optreden erg zwak en ze twijfelde voortdurend. Later toen mijn vorst Filips II in oorlog was met de opstandige Nederlanden heb ik hem geadviseerd om meedogenloos op te treden. Die verrader Willem van Oranje werd door mijn koning terecht vogelvrij verklaard.
Karel V
Ik ben de achterkleinzoon van Karel de Stoute die in 1477 omkwam. Ik erfde de Bourgondische Nederlanden en wist het gebied uit te breiden met Friesland, Overijssel, Groningen, Drenthe en het sinds 1493 zelfstandige hertogdom Gelre. Het is jammer dat ik niet meer tijd had om de Nederlanden goed te besturen. Ik wilde een sterk centraal gezag in Brussel. Omdat ik in Gent ben geboren had ik een sterke band met deze gebieden. Maar ja, ik was ook vorst van het Habsburgse grondgebied in Spanje, Italië en Oostenrijk. Ook werd ik door de Duitse keurvorsten gekozen als keizer van het Heilige Roomse Rijk. Over de overzeese gebieden heb ik het dan nog niet eens! Ik heb heel mijn leven veel gereisd om al die gebieden goed te besturen. In mijn laatste jaren heb ik veel getwijfeld over mijn optreden tegen de protestanten. In mijn ogen waren het ketters die hard aangepakt moesten worden. Ik dacht dat ik hen op andere gedachten kon brengen door ze angst aan te jagen en te vervolgen. Dat is niet gelukt en dat neem ik mezelf kwalijk.
Video: Karel V
Karel V: keizer van een enorm groot rijk
Het bestuur in de Nederlanden - Gewestelijk bestuur
Elke provincie had zijn eigen standenvergadering ofwel Staten-vergadering. Hierin zaten de vertegenwoordigers van de drie standen: de adel, de geestelijkheid en de burgerij (steden). De adel had in deze raad veel macht. Aan het hoofd van een staat of provincie stond een stadhouder. Hij was de plaatsvervanger van de landsheer. Zo was Willem van Oranje stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland.
Hij had zo veel invloed op de rechtspraak en het bestuur.
Het bestuur in de Nederlanden - Centraal bestuur
Elke staat of provincie had vertegenwoordigers in de Staten-Generaal. De Staten-Generaal was in de 15e eeuw opgericht (Brugge, 1464). Voor een vorst was het zo gemakkelijker om belastingverhogingen door te voeren. Hij vroeg de Staten-Generaal dan om een bede.
Een bede was in feite geen verzoek maar een bevel om meer belasting te innen.
Met de instelling van een centraal bestuur in Brussel veranderde er veel. Naast de oude Staten-Generaal kwamen nieuwe bestuursinstellingen. De vorst (Karel V) wilde namelijk niet langer afhankelijk zijn van de Staten-Generaal. Hij wilde een krachtig en onafhankelijk bestuur dat werd geleid door professionele ambtenaren en juristen. De adel en de rijke burgers voelden dat hun bevoorrechte positie mogelijk was uitgespeeld. Zij wilden hun politieke macht niet delen met de nieuwe bestuurders. Er ontstond vooral bij de adel veel onvrede over de nieuwe situatie.
Raad van State
In de Raad van State, opgericht in 1531 door Karel V, zaten de adviseurs van de landvoogd(es). Deze adviseurs waren de hoogste edelen van het land die adviseerden over belangrijke kwesties. De Raad kwam echter bijna nooit samen en had dus weinig macht. Dat was ook de reden dat belangrijke leden als Willem van Oranje en de graaf van Egmond na enige tijd nog weigerden om eraan deel te nemen.
Raad van Financiën
In deze raad zaten hoge ambtenaren met verstand van geld en financiën. Zij hielden toezicht op de financiële situatie in de Nederlanden en coördineerden de hogere belastingopbrengsten.
Geheime Raad
Deze raad bestond voornamelijk uit juristen en ging een belangrijke rol spelen in de nieuwe wetgeving en het bestuur.
Het begin van de Opstand
In 1566 was er veel armoede. De onrust die daaruit voortvloeide werd verergerd door woede over de harde kettervervolging van protestanten. De landvoogdes beloofde op verzoek van de adel om de vervolgingen te verzachten. Veel gevluchte protestanten keerden terug.
Er werden protestantse kerkdiensten gehouden. De bevolking werd er opgezweept door de hagenpreken. In 1566 werden heiligenbeelden en kerkinterieurs door woedende menigten verwoest.
Filips II stuurde naar aanleiding van de Beeldenstorm zijn meest gevreesde legeraanvoerder, de hertog van Alva, met een groot leger naar de opstandelingen in de Nederlanden. De Opstand was begonnen.
Video: Onrust in de Nederlanden
Onrust in de Nederlanden
Verschillende fases in kaart gebracht - Fase 1
Fase 1 - 1566-1572:
De Beeldenstorm en het begin van de oorlog
In 1566 ging er met de Beeldenstorm een golf van geweld door de Nederlandse kerken. Filips II stuurde de hertog van Alva naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Er volgde een strenge vervolging van protestanten en harde onderdrukking.
Willem van Oranje
werd leider van de opstandige edelen. Hij probeerde, met weinig succes, met bij elkaar geraapte legertjes de Spanjaarden vanuit het buitenland te bevechten.
Video: Willem van Oranje
Willem van Oranje: leider van de opstand in de Nederlanden
Verschillende fasen in kaart gebracht - Fase 2
Fase 2 - 1572-1576
Vanaf 1572 werden de Spaanse troepen met meer succes bevochten. Huurlegers van Willem van Oranje en zijn broer Lodewijk vielen het Nederlandse grondgebied aan.
Belangrijk was de inname van de stad Den Briel door de watergeuzen. Door deze veroveringen hadden de opstandelingen een eigen uitvalsbasis voor de oorlogsvoering. Steeds meer steden gingen de opstandelingen steunen. In 1572 werden de Staten van Holland weer bij elkaar geroepen. Willem van Oranje werd stadhouder en riep godsdienstvrijheid af.
Holland en Zeeland vochten nu openlijk tegen Filips II. De overige provincies stonden nog onder gezag van Filips II.
In 1576 werd er vrede gesloten waarbij de Zuidelijke Nederlanden zich aansloten bij Holland en Zeeland. Gezamenlijk wilden zij de Spanjaarden verdrijven die het land terroriseerden met plunderingen vanwege uitblijven van soldij. De opstandelingen wilden zo meer zelfstandigheid afdwingen bij Filips II.
Afbeelding: Geuzen gaan hier aan land in Den Briel. Het woord geus dat eigenlijk bedelaar betekent, werd gebruikt als naam voor de tegenstanders van de Spanjaarden. Geuzen waren mensen uit de lage adel, avonturiers en zeelui, maar ook gewone mensen die tegen de Spaanse overheersing waren. De geuzen die zich terugtrokken op zee werden een belangrijk leger. De geuzen waren niet overal even geliefd omdat ze zich vaak schuldig maakten aan plundering van schepen, dorpen en steden.
Hun belangrijkste daad is de inname van Den Briel op 1 april 1572. In combinatie met de aanval vanuit het oosten door Willem van Oranje vormde het een keerpunt in de oorlog. De opstandelingen hadden nu een gebied van waaruit zij de oorlog voort konden zetten. In 1573 werden steden als Alkmaar en Leiden met hulp van de geuzen bevrijd.
Video: Beleg van Antwerpen
Beleg van Antwerpen: Spanje zet druk op de Republiek
Verschillende fasen in kaart gebracht - Fase 3
Fase 3 - 1576-1588
In 1579 onderwierpen de Zuidelijke Nederlanden zich opnieuw aan Filips II. Ze waren het niet eens met de vervolging van katholieken door de protestantse opstandelingen in het noorden. De Unie van Atrecht verenigde de Spaanse Nederlanden. De Noordelijke provincies en de Vlaamse steden Antwerpen en Gent verbonden zich in de Unie van Utrecht. De strijd barstte opnieuw los tussen de opstandelingen en de Spanjaarden met hun nieuwe leider de hertog van Parma (zoon van Margaretha van Parma!).
Het Plakkaat van Verlatinghe, ook bekend als de Acte van Verlatinghe en Akte van afzwering werd getekend op 26 juli 1581, na het besluit door de Staten-Generaal der Nederlanden op 22 juli. Hiermee werd Filips II afgezet als wettige heerser der Nederlanden. Dit plakkaat wordt gezien als de onafhankelijkheidsverklaring van de Nederlanden.
In dit plakkaat besloten de gewesten Brabant, Gelre en Zutphen, Vlaanderen, Holland, Zeeland, Friesland, Mechelen en Utrecht om Filips II vervallen van de troon te verklaren, omdat hij de vrijheden van de burgers niet erkende. Er werd gezocht naar een nieuwe vorst, maar die werd niet gevonden. Hierdoor werden de Nederlanden later een republiek.
De moord in opdracht van Filips II op Willem van Oranje in 1584 was een zware slag voor de opstandelingen.
In 1588 besloten de opstandelingen dat het hoogste gezag bij henzelf moest komen te liggen. De soevereiniteit, het hoogste staatsgezag, kwam zo bij staten zelf te liggen in plaats van bij een koning of vorst. Omdat de staten vertegenwoordigd waren in de Staten-Generaal werd dat de regering van het land.
De opstandige provincies werden zo samen de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Video: Moord op Willem van Oranje
De moord op Willem van Oranje
Verschillende fasen in kaart gebracht - Fase 4
Fase 4 - 1588-1598
Het jaar 1588 was heel belangrijk. De opstandelingen leken de oorlog te gaan verliezen. Twee gebeurtenissen voorkwamen dit. Ten eerste kreeg Filips II oorlog met Frankrijk die veel aandacht opeiste. Ten tweede ging een grote oorlogsvloot van de Spanjaarden, de Armada, ten onder tegen de Engelsen. Met deze vloot wilde Filips ook vechten tegen de Nederlandse opstandelingen. Nu dat niet door kon gaan, hadden de opstandige provincies tijd om orde op zaken te stellen. In de periode 1588-1598 wisten stadhouder prins Maurits, de zoon van Willem van Oranje, samen met zijn neef Willem Lodewijk vele militaire successen te halen op de Spanjaarden. Het grondgebied van de opstandelingen werd zo flink uitgebreid.
Koning Filips II werd definitief afgezworen en de Nederlanden gingen voortaan verder als een republiek.
Verschillende fasen in kaart gebracht - Fase 5
Fase 5 - De Republiek na 1600
Vanaf 1598 volgden nog vele veldslagen tussen de legers van de Republiek en de Spaanse legers. Geen van de partijen kon echter de oorlog winnen.
In 1609 tot 1621 werd een wapenstilstand afgesproken. In die periode werd geen oorlog gevoerd. In 1621, toen dit Twaalfjarig Bestand afliep, werd de oorlog voortgezet.
In de periode 1621-1648 kon geen van beide partijen de ander definitief verslaan. In 1648 werd definitief vrede gesloten: de Vrede van Münster.
De eerste keer dat de Staten-Generaal in Den Haag bijeenkwam, was aan het eind van de zestiende eeuw. Deze Staten-Generaal kreeg een heel andere functie dan de vroegere instelling met dezelfde naam.
De Staten-Generaal van de Republiek vormde in feite de regering van het land. Het was een vergadering van de zeven zelfstandige provincies die samen de Republiek vormden.
Elke provincie had afgevaardigden in de Staten-Generaal in Den Haag. Meestal waren dit edelen of rijke burgers. De rijke kooplieden uit Holland en Zeeland waren erg machtig.
In de landprovincies had de adel de meeste macht. Iedereen die voor de overheid wilde werken, moest protestants zijn. Er zaten dus geen katholieken in de Staten-Generaal.
Bij de Vrede van Münster kreeg de Republiek het recht de Schelde af te sluiten. De scheepvaart richting de haven van Antwerpen was ook in de jaren daarvoor al bijna stil komen liggen en Antwerpen had haar positie als belangrijke haven al grotendeels verloren. Goed nieuws voor Amsterdam dat onder andere hierdoor kon uitgroeien tot een wereldhaven.
Amsterdam werd ook een toevluchtsoord voor mensen die op andere plekken werden vervolgd om hun geloof. Veel hugenoten, Franse protestanten, kwamen in Amsterdam terecht.
Land van middeleeuwse steden
De belangrijkste steden in de 15e eeuw lagen in het huidige Vlaanderen. Steden als Brugge en Gent waren economisch gezien, zeer machtig. Vanuit de Vlaamse steden werd handel gedreven met Engelse, Duitse en Italiaanse steden.
In het noordoosten waren de Hanzesteden welvarend. De voornaamste stad in de provincie Holland was Dordrecht. De economische betekenis van de regio Holland won in de 16e eeuw terrein ten koste van de Hanzesteden.
Grote zeeschepen konden in Holland gemakkelijker terecht. Bovendien werkten de steden in Holland meer met elkaar samen en stonden ze samen sterk tegenover concurrenten of vijanden.
De steden waren economische centra in een verder agrarisch ingestelde samenleving. Belastinggelden voor de vorst werden hoofdzakelijk door de steden opgebracht.
De burgers in de steden, rijk geworden door handel, kregen meer macht. Dat leidde steeds vaker tot conflicten met de adel of met de vorst.
Inwoners van de steden waren het niet eens met de steeds hogere belastingen die de vorst oplegde.
In 1537 legde Karel V de stad Gent een zware belasting op. Na een wilde staking en opstand kwam Karel persoonlijk naar de stad om de inwoners te straffen. Hij ontnam hen allerlei privileges en hun zelfstandigheid. Vele Gentenaars, waaronder vijftig creesers (armen zonder stadsrechten) alleen maar gekleed in een hemd en met een strop om de hals, werden gedwongen zijn genade af te smeken.
Het arrangement Geschiedenis Tijdvak 05 03 - De Opstand en de Republiek der Nederlanden is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.