Het bestuur in de Nederlanden - Gewestelijk bestuur

Elke provincie had zijn eigen standenvergadering ofwel Staten-vergadering. Hierin zaten de vertegenwoordigers van de drie standen: de adel, de geestelijkheid en de burgerij (steden). De adel had in deze raad veel macht. Aan het hoofd van een staat of provincie stond een stadhouder. Hij was de plaatsvervanger van de landsheer. Zo was Willem van Oranje stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland.
Hij had zo veel invloed op de rechtspraak en het bestuur.