Het bestuur in de Nederlanden - Centraal bestuur

Elke staat of provincie had vertegenwoordigers in de Staten-Generaal. De Staten-Generaal was in de 15e eeuw opgericht (Brugge, 1464). Voor een vorst was het zo gemakkelijker om belastingverhogingen door te voeren. Hij vroeg de Staten-Generaal dan om een bede.

Een bede was in feite geen verzoek maar een bevel om meer belasting te innen.

Met de instelling van een centraal bestuur in Brussel veranderde er veel. Naast de oude Staten-Generaal kwamen nieuwe bestuursinstellingen. De vorst (Karel V) wilde namelijk niet langer afhankelijk zijn van de Staten-Generaal. Hij wilde een krachtig en onafhankelijk bestuur dat werd geleid door professionele ambtenaren en juristen. De adel en de rijke burgers voelden dat hun bevoorrechte positie mogelijk was uitgespeeld. Zij wilden hun politieke macht niet delen met de nieuwe bestuurders. Er ontstond vooral bij de adel veel onvrede over de nieuwe situatie.

Karel V

Raad van State
In de Raad van State, opgericht in 1531 door Karel V, zaten de adviseurs van de landvoogd(es). Deze adviseurs waren de hoogste edelen van het land die adviseerden over belangrijke kwesties. De Raad kwam echter bijna nooit samen en had dus weinig macht. Dat was ook de reden dat belangrijke leden als Willem van Oranje en de graaf van Egmond na enige tijd nog weigerden om eraan deel te nemen.

Raad van Financiën
In deze raad zaten hoge ambtenaren met verstand van geld en financiën. Zij hielden toezicht op de financiële situatie in de Nederlanden en coördineerden de hogere belastingopbrengsten.

Geheime Raad
Deze raad bestond voornamelijk uit juristen en ging een belangrijke rol spelen in de nieuwe wetgeving en het bestuur.