Verschillende fasen in kaart gebracht - Fase 2

Fase 2 - 1572-1576
Vanaf 1572 werden de Spaanse troepen met meer succes bevochten. Huurlegers van Willem van Oranje en zijn broer Lodewijk vielen het Nederlandse grondgebied aan.
Belangrijk was de inname van de stad Den Briel door de watergeuzen. Door deze veroveringen hadden de opstandelingen een eigen uitvalsbasis voor de oorlogsvoering. Steeds meer steden gingen de opstandelingen steunen. In 1572 werden de Staten van Holland weer bij elkaar geroepen. Willem van Oranje werd stadhouder en riep godsdienstvrijheid af.

Holland en Zeeland vochten nu openlijk tegen Filips II. De overige provincies stonden nog onder gezag van Filips II.

In 1576 werd er vrede gesloten waarbij de Zuidelijke Nederlanden zich aansloten bij Holland en Zeeland. Gezamenlijk wilden zij de Spanjaarden verdrijven die het land terroriseerden met plunderingen vanwege uitblijven van soldij. De opstandelingen wilden zo meer zelfstandigheid afdwingen bij Filips II.

Afbeelding: Geuzen gaan hier aan land in Den Briel. Het woord geus dat eigenlijk bedelaar betekent, werd gebruikt als naam voor de tegenstanders van de Spanjaarden. Geuzen waren mensen uit de lage adel, avonturiers en zeelui, maar ook gewone mensen die tegen de Spaanse overheersing waren. De geuzen die zich terugtrokken op zee werden een belangrijk leger. De geuzen waren niet overal even geliefd omdat ze zich vaak schuldig maakten aan plundering van schepen, dorpen en steden.
Hun belangrijkste daad is de inname van Den Briel op 1 april 1572. In combinatie met de aanval vanuit het oosten door Willem van Oranje vormde het een keerpunt in de oorlog. De opstandelingen hadden nu een gebied van waaruit zij de oorlog voort konden zetten. In 1573 werden steden als Alkmaar en Leiden met hulp van de geuzen bevrijd.