Verschillende fasen in kaart gebracht - Fase 3

Fase 3 - 1576-1588
In 1579 onderwierpen de Zuidelijke Nederlanden zich opnieuw aan Filips II. Ze waren het niet eens met de vervolging van katholieken door de protestantse opstandelingen in het noorden. De Unie van Atrecht verenigde de Spaanse Nederlanden. De Noordelijke provincies en de Vlaamse steden Antwerpen en Gent verbonden zich in de Unie van Utrecht. De strijd barstte opnieuw los tussen de opstandelingen en de Spanjaarden met hun nieuwe leider de hertog van Parma (zoon van Margaretha van Parma!).

Het Plakkaat van Verlatinghe, ook bekend als de Acte van Verlatinghe en Akte van afzwering werd getekend op 26 juli 1581, na het besluit door de Staten-Generaal der Nederlanden op 22 juli. Hiermee werd Filips II afgezet als wettige heerser der Nederlanden. Dit plakkaat wordt gezien als de onafhankelijkheidsverklaring van de Nederlanden.

In dit plakkaat besloten de gewesten Brabant, Gelre en Zutphen, Vlaanderen, Holland, Zeeland, Friesland, Mechelen en Utrecht om Filips II vervallen van de troon te verklaren, omdat hij de vrijheden van de burgers niet erkende. Er werd gezocht naar een nieuwe vorst, maar die werd niet gevonden. Hierdoor werden de Nederlanden later een republiek.

De moord in opdracht van Filips II op Willem van Oranje in 1584 was een zware slag voor de opstandelingen.
In 1588 besloten de opstandelingen dat het hoogste gezag bij henzelf moest komen te liggen. De soevereiniteit, het hoogste staatsgezag, kwam zo bij staten zelf te liggen in plaats van bij een koning of vorst. Omdat de staten vertegenwoordigd waren in de Staten-Generaal werd dat de regering van het land.

De opstandige provincies werden zo samen de Republiek der Verenigde Nederlanden.