Geschiedenis Tijdvak 03 01 - Verspreiding van het christendom in Europa
Inleiding - Verspreiding van het christendom in Europa
Met de verspreiding van de Romeinse cultuur over grote delen van Europa, verspreidde zich ook het christelijke geloof. Dat gebeurde nadat de god van de christenen de oorspronkelijke Romeinse goden had verdrongen.
Onderworpen Keltische en Germaanse stammen kwamen via de Romeinen in contact met het nieuwe geloof. Toen het West-Romeinse Rijk ineenstortte, ging de verspreiding van het christendom gewoon door. Koning Clovis (466-511) was de eerste christelijke Frankische koning die daarvoor de basis legde.
Christendom onder de Romeinen
De Romeinse keizer Constantijn maakte in 313 een einde aan de christenvervolgingen en steunde de oprichting van kerken. Constantijn had in diverse oorlogen belangrijke overwinningen geboekt. Dat kwam door de steun van de god van de christenen, was zijn overtuiging.
Toen hij het Romeinse Rijk ging besturen vanuit Byzantium, later omgedoopt tot Constantinopel, liet hij in deze stad vele christelijke kerken bouwen. Constantinopel werd een van de grootste en architecturaal een van de mooiste steden van de wereld.
In het jaar 394 riep de Romeinse keizer Theodosius het christendom uit tot officiële staatsgodsdienst. Het christendom verspreidde zich in die jaren snel over Oost- Europa. Keizer Theodosius onderdrukte christelijke ketterij en bestreed het heidendom.
Vanaf 392 mochten aanhangers van andere godsdiensten hun erediensten en rituelen niet meer uitvoeren. Heidenen mochten geen officiële ambten meer bekleden. Voor Theodosius was het christendom een belangrijk middel om eenheid te smeden in het Romeinse Rijk. Als iedereen in één god geloofde, was het makkelijker om één volk te zijn. Heidense tempels werden vernietigd of geschikt gemaakt voor de christelijke eredienst zoals ook het Pantheon in Rome.
Christendom onder Clovis
Niet alleen de Romeinen zagen de voordelen van het christelijke geloof. Clovis, de koning van de Franken (een verzameling Germaanse stammen), stond volgens de overlevering in het jaar 496 tegenover een overmacht van vijandige Alamannen (een verbond van Germaanse volkeren tussen Rijn en Donau). Nadat Clovis tot de god van de christenen had gebeden, overmeesterde hij op eenvoudige wijze zijn vijanden.
Clovis en zijn volgelingen bekeerden zich tot het christendom en werden bondgenoten van de Rooms-Katholieke Kerk. Het was een belangrijke gebeurtenis voor de geschiedenis van Europa. Het bondgenootschap maakte beide partijen sterker. De kerk kon vertrouwen op de militaire kracht van de Franken en de verdere verspreiding van het christendom. De Frankische koningen werden in hun zucht naar macht en nieuwe veroveringen nu gesteund door de onder de Romeinen machtig geworden kerk.
De bisschoppen in de grote steden die na de val van Rome waren gebleven, speelden een belangrijke rol bij het nieuwe bestuur onder de Franken. Clovis probeerde van zijn oude en nieuwe onderdanen één volk te maken door het christelijk geloof verplicht te stellen.
Willibrord en Bonifatius
Bij de verspreiding van het christendom in Nederland speelden de Engelse missionarissen Bonifatius en Willibrord een belangrijke rol. Willibrord was rond 690 de eerste bisschop in Nederland en probeerde het christendom te verspreiden in het land van de Friezen. Deze bewoonden de kuststrook van de Westerschelde tot bij Dokkum.
Omdat het bekeren van de Friese heidenen geen eenvoudige zaak was, ging Willibrord op zoek naar steun. Hij bracht onder andere een bezoek aan de paus in Rome, die hem benoemde als aartsbisschop van de Friezen. Daarop gingen verschillende missionarissen het land van de Friezen in. Eén van deze missionarissen was Bonifatius. Met hem liep het niet goed af, hij werd onderweg naar een doopfeest bij Dokkum vermoord door een groep gewapende Friezen. Het motief van de daders is tot op heden onbekend. Waarschijnlijk ging het om een religieus geïnspireerde moord óf om een roofmoord.
Willibrord, Bonifatius en hun opvolgers hebben de Nederlanden onmiskenbaar veranderd. De bekering ging niet vanzelf, maar op den duur werd Nederland een volledig christelijk land.
Video: Bonifatius bij Dokkum vermoord
Bonifatius bij Dokkum vermoord
Karel de Grote
Karel de Grote (768-814) wordt vaak als de belangrijkste vorst van de vroege middeleeuwen gezien. Het Frankische rijk was onder zijn leiding het grootst. Zijn hele leven trok Karel ten strijde, onder andere tegen de mohammedaanse legers in Spanje en tegen de Denen en de Saksen in Noordwest-Europa.
In het jaar 800 werd Karel door de paus tot keizer van het 'West-Romeinse Rijk' gekroond. Het was een wederdienst van de paus die Karel enkele malen hard nodig had gehad toen hij in Rome bedreigd werd door vijandige stammen. De kroning van Karel tot keizer was een manier om te laten zien dat de keizer en de paus een ondeelbaar bondgenootschap vormden.
Het rijk van Karel de Grote kende geen hoofdstad of vaste verblijfplaats van de koning. Hij reisde bijna altijd rond. Elke verblijfplaats (palts) waar de koning verbleef was eigenlijk een tijdelijke hoofdstad. Een van de verblijfplaatsen was het Valkhof in Nijmegen.
Video: Karel de Grote en de Saksen
Karel de Grote en de Saksen: een oorlog van 30 jaar
Christendom onder Karel de Grote
Karel de Grote vond de verspreiding van het katholieke geloof erg belangrijk. Hij ondersteunde het zendingswerk en liet geen middel onbenut om heidenen te bekeren. Zendgraven (boodschappers van de koning) werden eropuit gestuurd om te zorgen dat de christelijke plichten werden nageleefd.
Karel de Grote voerde ook een speciale belasting in: de 'tienden'. Dat was een tiende deel van de oogst, die boeren verplicht waren af te staan. Deze belasting werd gebruikt om kerken en kloosters te bouwen. Karel liet in zijn rijk meerdere paleizen of paltsen bouwen.
De verspreiding van het christendom door kloosters
Kloosters waren religieuze centra waar monniken bij elkaar woonden en leefden in navolging van Jezus. Zij legden de kloostergelofte af en stonden hun bezittingen af. Een kloosterorde, een verzameling kloosters met dezelfde leefregels, stond onder direct gezag van de paus. Kloosters waren centra van cultuur die veel mensen aantrokken.
Naast religieuze plichten hadden kloosterlingen ook tal van andere plichten. Naast de plicht van het bidden verrichtten zij werk in de landbouw en deden zij handwerk. Zij legden wegen en sloten aan, kopieerden teksten en bestudeerden wetenschappelijke en religieuze boeken waaronder uiteraard ook de Bijbel.
Het woord bijbel is afgeleid van het Griekse woord biblia, en dat betekent: ‘boeken’. De Bijbel bestaat uit verschillende boeken. En van die naam, Biblia, komt ons woord bijbel. De boeken van de Bijbel zijn geschreven door verschillende schrijvers, verdeeld over een tijd van misschien wel 1000 jaar.
Het Oude Testament
Dit is de joodse Bijbel. Het bevat de teksten van het volk Israël. Je vindt er de verhalen over de schepping, de zondvloed en de tien geboden, en ook de verhalen over Abraham, Mozes en Elia. Het Oude Testament is ver voor het begin van onze jaartelling geschreven.
Het Nieuwe Testament
Hier vind je de evangeliën, die alle vier op een eigen manier vertellen over het leven van Jezus, zijn dood en zijn opstanding. Ook vind je in dit deel een beschrijving van de oudste christelijke gemeenten en brieven van kerkleiders. De boeken van het Nieuwe Testament zijn geschreven binnen honderd jaar na de dood van Jezus.
Van de kloosters ging een aantrekkingskracht uit die de verspreiding van het christendom stimuleerde. De regel vanBenedictus heeft aan deze populariteit veel bijgedragen. Voor lijfeigenen of arme boeren kon een abdij een toevluchtsoord zijn in tijden van verdrukking.
Door schenkingen en nalatenschappen werden de abdijen en kloosters steeds rijker. Langzaam maar zeker ontwikkelden de kloosters zich tot grootgrondbezitters.
Het kloosterleven
Karel de Grote vond het belangrijk dat in alle kloosters en abdijen de regel van Benedictus werd nageleefd. Dat was een strenge leefregel, opgeschreven door de Italiaanse kluizenaar Benedictus van Nursia. De heilige Benedictus (480-547) wordt beschouwd als de vader van het kloosterleven in de Rooms-Katholieke Kerk.
Naar de overtuiging van Benedictus moesten monniken drie geloften afleggen: 1. armoede, 2. kuisheid en 3. gehoorzaamheid aan de abt. Het dagelijks leven van kloosterlingen zou overeen moeten komen met de spreuk `ora et labora', ofwel bidden en werken.
De regel van Benedictus is een afgewogen ritme van acht uur bidden, acht uur werken en acht uur rust. De orde der Benedictijnen verspreidde zich in snel tempo over heel Europa. In zowel reeds bestaande als nieuwe kloosters werd de regel ingevoerd.
Video: Kloosters in de middeleeuwen
Kloosters in de middeleeuwen
Zendingswerk en kerstening
Missionarissen speelden een belangrijke rol bij de verdere verspreiding van het christendom. Buiten de grenzen van het Romeinse Rijk moesten volken zoals de Friezen en Saksen niets hebben van het christelijke geloof.
Paus Gregorius I (540-604) wilde deze volken graag bekeren tot het christendom. Hij stuurde monniken naar gebieden waar de heidenen leefden. In Nederland probeerden Engelse monniken zoals Willibrord en Bonifatius de Friezen te bekeren. Beiden ondervonden de afwijzende houding van de Friezen aan den lijve.
Bonifatius probeerde hen te doen inzien dat hun goden machteloos waren. Op tal van plaatsen vernietigde hij de heidense heiligdommen en liet er kerken en kloosters voor in de plaats bouwen. Bonifatius en vijftig van zijn metgezellen werden uiteindelijk slachtoffer van (waarschijnlijk) een roofmoord op 5 juni 754 toen zij op weg waren naar een doopfeest bij Dokkum. De Friezen hielden lang vast aan hun oude gebruiken en gewoonten. Aan het einde van de achtste eeuw maakten de legers van Karel de Grote een einde aan hun verzet.
Het arrangement Geschiedenis Tijdvak 03 01 - Verspreiding van het christendom in Europa is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.