Geschiedenis Tijdvak 02 01 - De Griekse beschaving

Inleiding - De Griekse beschaving

In het gebied dat nu Griekenland heet, ontstond tussen 800 en 500 v.Chr. een grote hoeveelheid stadstaten (polis = stadstaat, poleis = meervoud ), zo’n 700 in totaal. De machtigste stadstaten waren Athene en Sparta.

Een stadstaat bestond uit één stad met daaromheen een stuk land.
De macht in een stadstaat lag meestal bij enkele adellijke families. In enkele poleis waren ook volksvergaderingen waaraan alle mannen mochten deelnemen. Die vorm van inspraak legde de basis voor de moderne democratie. Het gebied van de Griekse poleis werd later deel van het Romeinse Rijk. De Romeinen namen veel van de Griekse cultuur over.

Video: De polis van de oude Grieken

De polis van de oude Grieken: leven in de stad

Geboorte democratie

De democratie als staatsvorm komen we voor het eerst tegen bij de Grieken in Athene. In deze machtige stadstaat eisten verschillende groepen in de maatschappij politieke invloed.

Athene was de machtigste stadstaat van het oude Griekenland. In 509 v.Chr. werd daar een belangrijke politieke regel ingevoerd. Alle vrije mannen van 18 jaar en ouder mochten meebeslissen in de politiek. Ongeveer 10% van de bevolking nam de politieke beslissingen. Vrouwen, kinderen, slaven (1/3 van de bevolking) en mensen van buiten Athene hadden geen stemrecht.

De democratische regeringsvorm was een gevolg van de opkomst van ‘nieuwe rijken’. Naast de traditionele landadel was een succesvolle klasse van handelaren ontstaan.
Deze eiste op basis van haar rijkdom een deel van de politieke macht op. Ook de arme boeren en burgers eisten politieke invloed. Uiteindelijk besloot men tot bovengenoemde maatregel en was de geboorte van de democratie een feit.

De Acropolis

De Acropolis, letterlijk vertaald "de bovenstad", was het bestuurlijke en godsdienstige centrum van de stad Athene. Zij ligt nog steeds op een strategische prachtige plek met uitzicht over de zee. De Acropolis werd in 480 v.Chr. volledig verwoest als gevolg van een oorlog met de Perzen.

Het Parthenon is het meest in het oog springende gebouw van de Acropolis. In ongeveer 450 v.Chr. werd begonnen met de herbouw. Het Parthenon was het eerste monumentale gebouw dat herrees. Deze tempel was gewijd aan de beschermgodin van Athene. Het Parthenon wordt gezien als een hoogtepunt van de Griekse bouwkunst uit de klassieke periode.

In de beelden zie je hoe het gebouw er in vol ornaat uit moet hebben gezien. Het gebouw heeft in totaal 46 zuilen met een diameter van bijna 2 meter en ruim 10 meter hoogte. De gevels van de tempel waren oorspronkelijk rijk versierd. Een deel van deze versieringen is in het begin van de 19de eeuw meegenomen door Lord Elgin en verkocht aan het British Museum in Londen.

 

Vele oorlogen

De grootste vijand van de Griekse stadstaten en van Athene in het bijzonder was het rijk van de Perzen. In de periode 490-479 v.Chr. werden veel oorlogen gevoerd. De samenwerking tussen de Griekse poleis verliep stroef. Vele poleis waren beducht voor blijvende Atheense overheersing. Een doorbraak werd bereikt toen de machtige vloot van Athene in 480 v.Chr. de Perzische vloot versloeg.

Tussen Athene en de andere machtige stadstaat Sparta ontstond een geduchte concurrentiestrijd. In de periode 431 v.Chr. Tot 404 v.Chr. waren beide steden voortdurend met elkaar in oorlog. Sparta wist de oorlog uiteindelijk van Athene te winnen. Lang duurde de vreugde niet, want Sparta werd op haar beurt samen met de andere Griekse poleis onder de voet gelopen door het machtige rijk van Macedonië onder leiding van Alexander de Grote.

Athene

Kenmerken:

  • Democratie met volksvergadering ➙ nemen belangrijke beslissingen,
    kiezen 10 leiders voor leger en vloot.
  • Dagelijks bestuur in handen van wisselende groep van 50 leden.
  • Geen stemrecht voor vrouwen, slaven, buitenlanders, kinderen onder de 18.
  • Stichting van vele koloniën.
  • Belangrijke rol van de handel.
  • Cultuur en kunst hoog ontwikkeld.

Athene had een sterke militaire vloot.
Ook de handelsvloot was groot en zwermde uit over het Middellandse Zeegebied.

Vanuit Athene werden overzee veel koloniën gesticht. Bij voorbeeld in Italië, Zuid-Frankrijk, Spanje, Egypte en Libië, Turkije en rond de Zwarte Zee.

Sparta

Kenmerken:

  • Oligarchie/aristocratie (raad van edelen).
  • Dagelijks bestuur in handen van enkele notabelen.
  • Oorlogszuchtig, gericht op annexatie van land.
  • Geen koloniën maar veroveringen.
  • Zeer sterk leger. Alle mannen waren soldaat. Leiding in handen van twee erfelijke koningen.
  • Cultuur minder ontwikkeld.

De cultuur van Sparta was geheel gericht op discipline, vechten en fysieke moed en kracht. Jongens gingen vanaf hun 7e jaar naar een militair trainingskamp om als soldaat te worden opgeleid. Ook meisjes ondergingen een strikt trainingsregime. Sparta was een agressieve stadstaat. Volkeren in dezelfde regio werden slaaf gemaakt (Heloten) en gedwongen te werken.

Een rationeel wereldbeeld

De oude Grieken hadden net als andere volkeren een mythologische verklaring voor de wereld.
De Griekse mythen en sagen worden bevolkt door Goden en halfgoden die de wereld en de oerelementen water, vuur, aarde en lucht beheersen.

Van mythologie naar onderzoek
Eerst dachten de Grieken dat alle natuurverschijnselen, het leven en de dood, oorlogen, het weer en vele andere zaken, in gang werden gezet door de vele goden.

Uiteindelijk zochten zij ook andere verklaringen voor de verschijnselen in de wereld om hen heen. Het bestuderen van de wereld werd gedaan door knappe denkers. Zij hielden zich bezig met het bestuderen van de natuur, de sterrenhemel, wiskunde, geneeskunde en nog veel meer.

Socrates (469-399 v.Chr.)

Socrates drinkt de gifbeker

Socrates geloofde in een objectieve waarheid, een waarheid die er simpelweg is, onafhankelijk wat wij er als mensen van vinden. Socrates geloofde dat de mens in staat is om door denken de objectieve waarheid te kennen. Als filosoof was hij voortdurend in debat met andere filosofen en met zijn leerlingen. Door gesprekken over normen en waarden hoopte hij algemeen geldige kennis te verzamelen over wat goed is en wat slecht. Wie weet wat goed is, zal dat ook doen was zijn overtuiging. Omdat Socrates zo’n grote waarde hechtte aan objectieve waarheid stond hij wantrouwig tegenover de democratie. Hij was bang dat de onwetende massa gemakkelijk misleid kon worden door politici die het niet zo nauw namen met de waarheid.

Zijn drang naar eerlijkheid kwam hem duur te staan. Omdat het ter discussie stellen van gevestigde ‘waarheden’ hem in het bloed zat, werd hij ook gevreesd. Hij kwam herhaaldelijk in conflict met de machthebbers in Athene. Uiteindelijk werd hij aangeklaagd omdat hij de goden niet genoeg zou vereren en vanwege zijn slechte invloed op de jeugd. Veroordeeld tot de gifbeker stierf hij te midden van zijn leerlingen.

Plato (427-347 v.Chr.)

Plato was leerling van Socrates. Plato geloofde in het bestaan van een hogere werkelijkheid in een ideale wereld die wij als mensen niet kunnen zien.
Wat we zien zijn slechts de afspiegelingen van die werkelijkheid, zei Plato. Kennis van de echte werkelijkheid kunnen we enkel bereiken door het denken. Deze theorie wordt Plato’s Ideeënleer genoemd. In de echte wereld, zei Plato, is alles veranderlijk en vergankelijk net zoals wij zelf sterfelijk zijn en onze meningen en ideeën veranderlijk. Door goed na te denken zouden we volgens Plato meer te weten komen over de objectieve onveranderlijke kennis uit de ideale wereld. Het allerhoogste Idee noemde Plato het Goede.

Alleen hele wijze mannen met kennis van de ideeënwereld konden volgens Plato de polis te besturen. In de ideale staat hadden filosofen de macht omdat zij weten wat goed is. Plato deelde de mening van Socrates dat de democratie gevaarlijk was.

Aristoteles (384-322 v.Chr.)

Aristoteles was een leerling van Plato en een onvoorstelbaar knappe geest. Hij was actief in alle takken die de wetenschap toen rijk was: filosofie, psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en natuurwetenschappen, taal- en letterkunde.

De ideeën van Aristoteles hebben grote invloed gehad op de westerse geschiedenis en het westerse denken. In zijn wetenschappelijke denken werd hij geleid door het inzicht dat in de natuur alles is geordend en doelmatig is: de natuur doet niets vergeefs. Niet alles wat Aristoteles beredeneerde was waar.

Hij dacht bijvoorbeeld dat de aarde het middelpunt was van het universum.
Dit wereldbeeld hield in West-Europa bijna tweeduizend jaar stand.

Video: Aristoteles (384-321 v. Chr.)

Aristoteles: De grootste denker uit de Klassieke Oudheid

Onderwijs

De invoering van de democratie in Athene had niet alleen gevolgen voor het bestuur maar ook voor het onderwijs. 

Om goede bestuurders te krijgen werd er veel aandacht besteed aan de opleiding. Ook werd het debat, iemand overtuigen van een politiek standpunt, een waardevolle vaardigheid. 

Om dat goed te leren werd er in het onderwijs veel aandacht besteed aan het redenen en het argumenteren.

De poleis

Als we spreken over het oude Griekenland is het alsof we spreken over één land. Een dergelijke eenheidsstaat was Griekenland zo'n 800 v.Chr. niet. Er was sprake van een groot gebied met ongeveer 700 vergelijkbare onafhankelijke stadstaten (poleis). Elke stad (polis) had zijn eigen bestuur.

In de meeste stadstaten was de politieke macht in handen van slechts enkele rijke adellijke families. Een dergelijke regeringsvorm noemen we een aristocratie. Er waren ook uitzonderingen: enkele stadstaatjes hielden volksvergaderingen waarbij alle mannen aanwezig waren en meebeslisten.

Op het gebied van de taal, godsdienst, onderwijs, wetenschap en kunst waren er veel overeenkomsten tussen de poleis. Die overeenkomsten werden ook door de inwoners van de poleis als zodanig ervaren. De Olympische Spelen waren een uiting van dat gevoel van verbondenheid. Het doel van het organiseren van de Olympische Spelen was het verbeteren van de relaties tussen de verschillende stadstaten.

Bevolkingsgroei en kolonisatie

Rondom de stadstaten was vruchtbare grond schaars. Omdat de bevolking groeide, werd doorlopend naar mogelijkheden gezocht om het gebied uit te breiden.

Dat leidde tot veel onderlinge oorlogen, maar ook tot emigratie. Er werden expedities ondernomen naar gebieden overzee om een nieuw bestaan op te bouwen.

Rond de Zwarte Zee en in Zuid-Italië werden Griekse koloniën gesticht. Tussen de koloniën en de oude Griekse poleis ontwikkelde zich een levendige handel. Door emigratie verspreidde de Griekse cultuur zich over het hele Middellandse Zeegebied. Tegelijkertijd kwam de Griekse cultuur in aanraking met andere hoogontwikkelde culturen zoals die van Babylonië en Egypte.

  • Het arrangement Geschiedenis Tijdvak 02 01 - De Griekse beschaving is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2019-06-10 15:15:40
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn