Aristoteles was een leerling van Plato en een onvoorstelbaar knappe geest. Hij was actief in alle takken die de wetenschap toen rijk was: filosofie, psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en natuurwetenschappen, taal- en letterkunde.
De ideeën van Aristoteles hebben grote invloed gehad op de westerse geschiedenis en het westerse denken. In zijn wetenschappelijke denken werd hij geleid door het inzicht dat in de natuur alles is geordend en doelmatig is: de natuur doet niets vergeefs. Niet alles wat Aristoteles beredeneerde was waar.
Hij dacht bijvoorbeeld dat de aarde het middelpunt was van het universum.
Dit wereldbeeld hield in West-Europa bijna tweeduizend jaar stand.