Waterverdeling
Ongeveer 70% van de oppervlakte van de aarde is bedekt met water. Het meeste water bevindt zich in oceanen.
Dat water is zout water en daarom niet geschikt voor consumptie.
Zoet water (ongeveer 2,5% van het totaal) vind je in de ijskappen en gletsjers en ook grondwater is veelal zoet water.
De tabel hieronder gaat over de verdeling van het water.
plaats |
in % van al het water |
in % van al het zoet water |
Oceanen |
95,5% |
0% |
IJskappen |
2,05% |
68,7% |
Grondwater |
0,68% |
30,15% |
Meren |
0,01% |
0,26% |
Atmosfeer |
0,001% |
0,04% |
Rivieren |
0,00001% |
0,01% |
Biosfeer |
0,000004% |
0,0003% |
Zout, zoet en brak water
In de natuur is bijna geen zuiver water te vinden. Vooral in het oppervlaktewater, maar ook in het water in wolken en het grondwater zitten allerlei andere stoffen opgelost.
Zout water is water waar zout in opgelost is. In zout water zit meer zout dan een mens kan verwerken als hij het drinkt, want zout zuigt vocht op. Als je zout water drinkt, krijg je alleen maar meer dorst en bij het drinken van grote hoeveelheden kan er vergiftiging optreden en droogt je lichaam uit.
Zoet water is wel drinkbaar. Maar zoet water in meren, oppervlaktewater en grondwater is vaak zo vervuild dat het zonder zuivering gevaarlijk is om te drinken.
Brak water vind je op plaatsen waar zoet water en zout water in elkaar overvloeien. Zeewater en zoet water kunnen bijvoorbeeld vermengen door de getijdenbeweging: zeewater dringt de rivierarm binnen en mengt zich met het zoete rivierwater. Ook kan zout water als kwelwater onder duinen of dijken in een polder aan de oppervlakte komen en zich mengen met binnendijks zoet water.
Drinkwater
Om drinkwater te maken wordt oppervlaktewater en vooral ook grondwater gebruikt.
Grondwater is geschikter omdat het schoner is dan oppervlaktewater. Grondwater is water dat ooit regen of rivierwater was.
Het water is door de verschillende grondlagen gesijpeld en die grondlagen werken als een filter.
Veel vuil blijft tussen de grondlagen hangen. Grondwater is dus schoon, maar nog niet schoon genoeg om te kunnen drinken.
Om van grondwater kraanwater te maken, wordt het nog verder gezuiverd door een drinkwaterbedrijf.
Nederland heeft tien waterbedrijven. Zij zijn ervoor verantwoordelijk dat er op elk moment schoon water uit de kraan stroomt.
Naast de drinkwaterbedrijven heb je ook nog de waterschappen.
De drie belangrijkste taken van een waterschap zijn: zorgen voor schoon oppervlakte- en grondwater, veilig water en voldoende water.
Waterstand
Nederland ligt laag. Een groot deel van Nederland zou onder water liggen als er geen dijken en waterkeringen zouden zijn.
Om te controleren of de dijken nog hoog genoeg zijn, worden de waterhoogte en de hoogte van het land regelmatig gemeten.
Alle hoogten worden gemeten ten opzichte van het niveau van de zee, het Normaal Amsterdams Peil (NAP).
Een NAP-hoogte van 0 meter is ongeveer gelijk aan het gemiddeld zeeniveau.
Het NAP wordt inzichtelijk gemaakt met peilmerken.
Dat zijn meetmerken die je soms ziet op gebouwen, bruggen en viaducten.
Er zijn er zo'n 35.000 in heel Nederland.
Hierdoor is vrijwel overal in Nederland binnen een afstand van 1 km een peilmerk te vinden waaraan de NAP-hoogte afgelezen kan worden.
Een droogmakerij is een bemalen gebied (polder) dat van oorsprong een meer, een ander groot open water of drasland was zoals de Beemster.
Video: NAP
Getijde
Het getijde of getij is de op- en neergaande beweging van de zee. Het water komt regelmatig omhoog en zakt met dezelfde regelmaat weer terug. Deze beweging wordt vooral veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan.
De periode tussen hoogwater en laagwater, wanneer het water daalt, wordt eb genoemd. Aan het begin van de eb is het dus hoogwater.
De periode tussen laagwater en hoogwater, wanneer het water stijgt, noem je vloed. De term vloed wordt ook wel gebruikt in de betekenis van hoogwater.
De gemiddelde duur van een getijde is iets meer dan 12 uur. Door de draaiing van de maan om de aarde en draaiing van de aarde om de zon schuift het moment van hoog- en laagwater iedere dag ongeveer 50 minuten op.
Bij springtij is de invloed van de maan is het grootst. Maar de zon doet ook aardig mee. Zodra de zon en de maan ten opzichte van de aarde in elkaars verlengde staan, worden hun krachten gebundeld en trekken zij meer water aan. Dit gebeurt tijdens volle maan en nieuwe maan. Dit noemen wij springtij.
Een stormvloed is een sterke verhoging van de zeespiegel langs de kust door de wind. Het is een extra verhoging boven het gebruikelijke getijde (eb en vloed).
De getijdenbeweging op de Waddenzee is erg veranderd sinds de aanleg van de Afsluitdijk. De afsluiting van het IJsselmeer heeft invloed op de stroomsnelheid en zandtransport in het gebied. Wadden zijn delen van de Waddenzee die bij laag water droog vallen.