Energiebronnen
Om energie op te wekken heb je een energiebron nodig.
Energiebronnen kun je onderverdelen in primaire en secundaire energiebronnen.
Voorbeelden van primaire energiebronnen zijn gas, steenkool en windkracht.
Elektriciteit is een voorbeeld van een secundaire energiebron: je hebt een primaire energiebron nodig om elektriciteit te maken.
Het grootste deel van de elektriciteit (stroom) uit het stopcontact is afkomstig uit elektriciteitscentrales waar primaire energiebronnen worden gebruikt om deze secundaire energiebron op te wekken.
Fossiele brandstoffen
De meest gebruikte primaire brandstoffen zijn aardgas, aardolie en kolen.
Dat zijn fossiele brandstoffen.
Fossiel komt van fossiliseren en dat betekent verstenen.
Het zijn versteende organismen, planten- en dierenresten, die lang geleden werden bedekt met zand, klei en water.
De in elkaar gedrukte plantenresten veranderden in steenkool. Dood en samengedrukt plankton veranderde in olie.
Aardgas is een bijproduct: als organismen vergaan, komt er gas vrij.
Omdat het gas lichter is dan lucht, zoekt het gas zijn weg naar boven, maar als het ergens een ondoordringbare laag in de grond tegenkomt, hoopt het zich op in een gasbel.
Een deel van de fossiele brandstoffen gebruiken wij rechtstreeks, denk aan een gasfornuis of gaskachel, benzine of diesel.
Maar het grootste deel ervan gaat naar de energiecentrales en wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken.
Fossiele brandstoffen - nadelen
Het nadeel van fossiele energiebronnen is dat deze op kunnen raken.
Het heeft miljoenen jaren geduurd voordat planten en diertjes tot kolen, olie en gas zijn omgevormd.
In het tempo waarin de energiebronnen nu worden gebruikt, zal het geen honderden jaren duren voordat alle fossiele brandstoffen op zijn.
Een ander nadeel van fossiele energiebronnen is dat bij de verbranding ervan koolstofdioxide (CO2) vrijkomt.
Dit gas draagt bij aan het versterkt broeikaseffect met als gevolg een verdere opwarming van de aarde.
Ook komen er bij het gebruik van fossiele brandstoffen andere verbrandingsproducten in de lucht, zoals roet en fijnstof, maar ook zwavel- en stikstofverbindingen. Dit kan leiden tot luchtvervuiling en zure regen.
Duurzame energiebronnen
Duurzame energiebronnen zijn energiebronnen die niet kunnen opraken, waardoor het leefmilieu en de energiebronnen voor toekomstige generaties niet worden benadeeld.
Voorbeelden van duurzame energiebronnen zijn:
Zonne-energie
Zonlicht kan in een zonnepaneel worden omgezet in elektriciteit. Een zonnecollector zet zonlicht om in warmte.
Energie uit water
Bij een natuurlijke waterval of een stuwdam waar het water naar beneden valt, kan door het hoogteverschil energie worden gewonnen.
Het vallende water drijft een turbine aan die vervolgens een elektrische generator aandrijft.
Bij dit proces wordt gebruik gemaakt van waterkracht.
Windenergie
Een windturbine gebruikt de kracht van de wind om een elektrische generator aan te drijven en zo elektriciteit op de wekken.
Bodemwarmte
Afhankelijk van de diepte wordt aardwarmte (bijv. in IJsland) of bodemwarmte benut. Bodemwarmte (vanaf 20m diep) wordt in Nederland als verwarming in nieuwbouwhuizen en kassen toegepast.
Waterstof
Met elektriciteit kan waterstof uit water gemaakt worden (elektrolyse).
Biobrandstoffen
Biomassa is plantaardig en dierlijk materiaal.
Biomassa kan gebruikt worden om energie op te wekken. Je spreekt dan van biobrandstof.
Producten die als biobrandstof kunnen worden gebruikt zijn bijvoorbeeld: hout, suikerriet, maïs, palmolie en dierlijke vetten.
Biobrandstof is niet altijd goed voor het milieu. Er kan bijvoorbeeld schade ontstaan aan het oerwoud of er kan landbouwgrond voor voedselproductie verloren gaan.
Minder nadelen zijn er bij het gebruik van alleen plantenresten en (dierlijke) ontlasting. Voor de verwerking daarvan zijn wel ingewikkelder technieken nodig.
Nog beter is het gebruik van algen als biomassa. Algen bestaan voor een belangrijk deel uit olie.
Het gebruik van algen als bron voor biobrandstof wordt niet vóór 2020 op de markt verwacht.
Kernenergie
Kernenergie is energie die is opgewekt door een kernreactie: een reactie waarbij atoomkernen (van uranium) gebruikt worden.
De energie die daarbij vrijkomt, wordt in een kerncentrale in elektriciteit omgezet.
Voorstanders van kernenergie zeggen dat deze energiebron schoon en veilig is. Er is een lage uitstoot van koolstofdioxide (CO2) en vrijwel geen luchtvervuiling. Ze wijzen er ook op dat de energievoorziening hiermee minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen.
Tegenstanders van kernenergie wijzen op de risico's voor mens en milieu die deze manier van energieopwekking met zich meebrengt.
Een van die risico's is het radioactief afval dat ontstaat bij de productie van kernenergie .
Dat afval is lange tijd zeer gevaarlijk voor de volksgezondheid.
Tegenstanders twijfelen ook aan de veiligheid van de kerncentrales en wijzen op eerdere ernstige rampen.
Zij vinden kernenergie geen duurzame energiebron.
Video: Energiebronnen
Hoe kun je energie opwekken?