De aardkorst is niet één geheel, maar bestaat uit verschillende platen. Die platen bewegen ten opzichte van elkaar.
Soms bewegen twee platen evenwijdig ten opzichte van elkaar. Dat langs elkaar bewegen van twee stukken aardkorst gebeurt niet geleidelijk maar in plotselinge stappen. Er ontstaat een grote spanning, die duurt totdat de platen ineens losschieten. Zo'n plotselinge stap geeft soms een enorme schokgolf: een aardbeving.
Een aardbeving verspreidt zich doorgaans in een cirkelvorm. Het midden van die cirkel wordt aangeduid met epicentrum. In het epicentrum zijn de schokken het heftigst en vaak vind je rond het epicentrum de meeste verwoestingen. Het epicentrum ligt op het aardoppervlak recht boven het hypocentrum.
Het hypocentrum is de plaats onder de aardkorst waar de aardbeving ontstaat.
Video: Aardbeving
Hoe ontstaat een aardbeving?
Aardbeving - Groningen
In Groningen komen steeds meer lichte aardbevingen voor. Hoe kan het dan dat de mensen in Groningen zulke schade aan hun huizen krijgen? Zijn die huizen slecht gebouwd? De schaal van Richter geeft alleen de sterkte van aan aardbeving aan en niet welk effect de aardbeving heeft. Hoe de bevingen zich uiteindelijk uiten, heeft te maken met een aantal factoren.
1. Vertraging
Een van die factoren is vertraging. De eerste jaren van gaswinning vonden er bijna geen aardbevingen plaats. Iets in de aarde zorgt ervoor dat er een vertraging zit tussen het onttrekken van gas en de bevingen. Waar die vertraging door komt is nog onduidelijk.
2. Bodem
Een tweede factor die van invloed is op de manier waarop een beving zich uit, is de bodem en een bepaalde afstand. De bodem is allesbepalend voor hoe intens een aardbeving kan zijn. Is deze bijvoorbeeld slap of rotsachtig? De Groningse bodem is slap, hierdoor neemt de intensiteit van de beving toe, omdat de bodem als het ware helemaal mee zwiept in een soort golfbeweging.
3. Leeg
Maar er is nog een factor die kan verklaren waarom de bevingen in Groningen steeds heftiger worden. De zandsteenlaag waar het gas in zit opgeslagen, wordt steeds verder leeggezogen waardoor er een onderdruk ontstaat die niet weg kan. Dat de aardbevingen zwaarder worden, komt dus doordat het reservoir verder leeg raakt.
4. Breuken
Een ander proces dat wellicht kan verklaren waarom de aardbevingen in Groningen de laatste tijd zo vaak van zich laten horen, heeft alles te maken met breuken. Want, hoewel de belangrijkste oorzaak van de bevingen in Groningen waarschijnlijk het onttrekken van gas aan de ondergrond is, spelen ook breuken wellicht een rol in het gebied.
De eerste geregistreerde aardbeving vond plaats bij Assen op 26 december 1986 en sindsdien zijn er door het KNMI in dit gebied ongeveer 1000 aardbevingen geregistreerd met een maximale magnitude van 3,6. (Bron: KNMI)
Klik hier voor een actueel overzicht van de meest recente aardbevingen in Nederland.
Aardbeving - Tsunami
Aardbevingen worden geregistreerd met behulp van eenseismograaf. De hevigheid van een aardbeving wordt gemeten op de schaal van Richter. Een aardbeving met een sterkte tot 4 op de schaal van Richter is een lichte aardbeving. Aardbevingen met een sterkte boven de 5 zijn al vrij krachtig.
Een aardbeving waarvan het epicentrum in de zee ligt, wordt ook wel een zeebeving genoemd. Als een zeebeving in een korte tijd een grote hoeveelheid water verplaatst, kan er een tsunami ontstaan. Zo'n vloedgolf uit de zee overspoelt vaak zeer onverwacht de kuststrook en kan enorme schade veroorzaken.
Video: Tsunami
Hoe ontstaat een tsunami?
Vulkanen - 1
Een vulkaan is een opening (krater) in het oppervlak van de aarde waar gesmolten gesteente (magma), gas en brokken gesteente door naar buiten komen. Een uitbarsting of eruptie is het moment waarop het materiaal door de vulkaan uitgestoten wordt. Eenmaal aan de oppervlakte stolt het magma en wordt het lava genoemd.
Vulkanen worden vooral aangetroffen in gebieden waar tektonische platen aan elkaar grenzen. In 2017 hebben onderzoekers het grootste vulkanische gebied ter wereld ontdekt, onder het oppervlak van de uitgestrekte ijskap die West-Antarctica bedekt.
In de regio vonden ze 91 nieuwe vulkanen, terwijl er al 47 bekend waren. De hoogste van de nieuwe vulkanen is bijna 4000 meter hoog, even hoog als de Eiger in Zwitserland. De ijslaag is 4 km dik waardoor de vulkanen niet zichtbaar zijn.
Soms komt vulkanisme ook voor buiten deze grensgebieden. Bijvoorbeeld op Hawaï, Yellowstone of op de Canarische Eilanden. Zo'n gebied noem je een hotspot. Bekijk hotspots op deze wereldkaart.
In de buurt van vulkanen kom je soms door aardwarmte verwarmde heetwaterbronnen (geisers) tegen.
Ze ontstaan daar omdat de aardkorst in de buurt van vulkanen dunner is dan op andere plaatsen.
Vulkanen - 2
Vulkanen op de grens van twee oceanische platen
In het midden van de Atlantische Oceaan ligt een grens van twee oceanische platen die langzaam uit elkaar drijven. Door de spleet tussen de platen kan gesmolten gesteente (magma) uit de aarde omhoogkomen en is er dus sprake van vulkanische activiteit. Als het magma omhoogkomt, koelt het magma af. Daardoor is op de grens van de twee platen een bergrug ontstaan.
Vulkanen op de grens van een oceanische plaat en een continentale plaat
Als een oceanische plaat en een continentale plaat botsen, ontstaan er vulkanen. De oceanische plaat wordt onder de continentale plaat geduwd en neemt water en brokken steen mee naar beneden. Hoe verder naar beneden, hoe heter het wordt. En uiteindelijk smelt het gesteente. Het stijgt als magma op uit de aardmantel, breekt door de aardkorst heen en wordt een vulkaan. Soms ontstaat er een hele rij vulkanen die samen een eiland vormen.
Video: vulkaanuitbarsting
Waarom barst een vulkaan uit?
Orkaan
Als een tropische storm windkracht 12 bereikt noem je de storm een orkaan. Orkanen ontstaan boven zee, en alleen op plekken waar de watertemperatuur minstens 27 graden is. Het warme zeewater verdampt en stijgt in de warme lucht snel op. Als de lucht hoger in de atmosfeer weer afkoelt, daalt de lucht weer.
Er ontstaan luchtstromen die, mede door de draaiing van de aarde, met een razende snelheid ronddraaien. Het middelpunt van de draaiing noem je het oog van de orkaan.
Het orkaanseizoen begint ieder jaar in augustus en duurt tot ongeveer december.
Orkanen worden soms ook cyclonen of tyfonen genoemd of in het Engels "hurricanes".
Cyclonen, orkanen en tyfonen zijn allemaal benamingen voor hetzelfde. Het verschil zit hem in de plek waar ze ontstaan. Zo ontstaan cyclonen in de Indische Oceaan, tyfonen in de Stille Oceaan en orkanen, de meest bekende, in het Caribisch gebied.
Orkanen kunnen door hun enorme kracht veel schade veroorzaken. Wegen en bruggen kunnen worden vernield alsof het luciferhoutjes zijn. Ook regent het ontzettend hard tijdens zo'n storm. Daardoor lopen straten onder of er ontstaan gevaarlijke modderstromen. Orkanen komen vooral voor rondom de evenaar boven de grote oceanen. Er bestaan vijf soorten orkanen: klasse 1 tot en met klasse 5. De laatste klasse is de sterkste en gevaarlijkste orkaan.
In gebieden waar veel orkanen voorkomen, kan de overheid preventief maatregelen nemen.
Het ontwikkelen van plannen bij natuurgeweld zoals aardbevingen, orkanen en tornado's wordt ook wel het Hazard management genoemd.
Ontwikkelen van een waarschuwingssysteem: een orkaan laat zich goed voorspellen, een tornado is lastiger.
Bouwen van stevige huizen: in een stevig hout van steen heb je meer kans om te overleven. Maar bij een stevige orkaan of tornado helpt ook een stenen huis niet.
Rampenplannen maken: van tevoren goed nadenken wat er moet gebeuren als het gebied wordt getroffen door een ramp.
Risicoperceptie
Onder risicoperceptie wordt verstaan de beleving van het risico bij een ramp. Uit onderzoek blijkt dat mensen het risico op een ramp vaak te laag inschatten. Een veel voorkomende gedachte is 'mij overkomt dit niet, zoiets overkomt altijd een ander'.
Video: Orkaan
Hoe ontstaat een orkaan?
Tornado
Een wervelwind met zeer grote windsnelheden en een diameter van tientallen meters tot een kilometer, noem je een tornado. Een tornado is pas echt een tornado als de bovenste helft onder een flinke onweersbui hangt en het onderste gedeelte contact maakt met de grond.
Verschillen tornado en orkaan
Tornado's ontstaan, in tegenstelling tot orkanen, op het land en zijn moeilijk te voorspellen. Een satelliet kan een flinke onweersbui zien, maar kan geen tornado's waarnemen.
Een waarschuwingssysteem voor tornado's is daarom lastig. Een waarschuwing voor een aankomende orkaan kan al wel enkele dagen voordat de orkaan aan land komt, uitgegeven worden. De levensduur van een tornado is zo'n 15 tot 20 minuten. Een orkaan kan enkele dagen actief zijn.
Overstroming
Als er grote hoeveelheden water uit een zee of rivier op het land komen, spreek je van een overstroming. Een ernstige overstroming wordt ook wel een watersnoodramp genoemd.
In Nederland worden overstromingen vooral veroorzaakt door de Noordzee, die door storm wordt opgestuwd, waardoor dijken kunnen doorbreken. In 1953 leidde noodweer en een springvloed tot de Watersnoodramp in Zeeland.
Maar ook de dijken langs rivieren zijn regelmatig doorgebroken. Extreme regenval of veel smeltwater uit de Alpen kunnen leiden tot wateroverlast langs de grote rivieren.
Een andere oorzaak van een overstroming kan een zeebeving zijn. Als een zeebeving in een korte tijd een grote hoeveelheid water verplaatst, kan er een tsunami ontstaan. Zo'n vloedgolf uit de zee overspoelt vaak zeer onverwacht de kuststrook en kan enorme schade veroorzaken.
Droogte
Als er gedurende een langere periode geen neerslag valt, spreek je van droogte. In Nederland is er zelden sprake van langdurige droogte. Bij zonnig weer met wind en hoge temperaturen kan er wel veel vocht verdampen, waardoor er een watertekort ontstaat, maar door kunstmatige beregening is het watertekort doorgaans goed aan te vullen.
In landen die zuidelijker liggen, is er vaker sprake van droogte, met soms grote gevolgen. Watertekorten kunnen de voedselgewassen en het vee ernstige schade toebrengen en het voortbestaan van boerenbedrijven bedreigen. Als gevolg van de droogte kan de bovengrond verdrogen en vergruizen. De vegetatie kan kurkdroog worden waardoor de kans op stofvorming en natuurbranden groot is. In ontwikkelingslanden kan droogte tot grote hongersnoden leiden.
Het arrangement Natuurverschijnselen is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.