Plaattektoniek
Opbouw aarde
De aarde is, van binnen naar buiten, opgebouwd uit:
- de binnenkern
- de buitenkern
- de mantel
- de aardkorst
Twee soorten platen
De aardkorst is ongeveer 40 km dik en bestaat uit meerdere platen. Er zijn twee soorten platen.
Continentale platen die liggen onder alles wat land is (continenten) en oceanische platen die onder de oceanen liggen.
De platen hebben de afgelopen 200 miljoen jaar over de aarde gezworven en bewegen nu nog.
Plaattektoniek beschrijft de bewegingen van de verschillende platen en verklaart de gevolgen van die bewegingen.
Bewegende platen
De aarde bestaat uit de kern, de mantel en de aardkorst.
De mantel is een stroperige massa die magma wordt genoemd. Door het temperatuurverschil tussen de kern van de aarde en de aardkorst is de magma voortdurend in beweging. Die bewegingen worden convectiestromen genoemd.
Convectiestromen kunnen ervoor zorgen dat aardplaten gaan schuiven. Ze kunnen uit elkaar of juist tegen elkaar aan worden geduwd of ze gaan langs elkaar heen schuiven.
Als twee platen uit elkaar worden geduwd spreek je van divergentie (to diverge = uit elkaar gaan).
Worden twee platen tegen elkaar aan geduwd spreek je van convergentie.
Je spreekt van een transforme beweging als twee platen langs elkaar heen schuiven.
Divergentie
De Zuid-Amerikaanse plaat en de Afrikaanse plaat zijn voorbeelden van divergerende platen.
De platen raken elkaar in het midden van de Atlantische oceaan. Omdat de platen van elkaar af bewegen, ontstaat er tussen de platen ruimte. Die ruimte wordt opgevuld door magma. Als de magma aan de oppervlakte komt, stolt de magma en vormt het een 'Mid-Oceanische Rug'.
Op een enkele plaats komt de rug in de vorm van een eiland boven de zee uit, dit noemen we ook wel een vulkaan. Een voorbeeld van zo'n eiland is IJsland. Op IJsland is sprake van actief vulkanisme. Wanneer zo'n vulkaan lava spuwt spreken we van een vulkaanuitbarsting.
Botsende platen - 1
Als platen ergens uit elkaar gaan, moeten ze op andere plaatsen tegen elkaar geduwd worden. Je spreekt dan van convergerende platen.
Bij convergerende platen kun je drie situaties onderscheiden:
1. Een continentale plaat botst met een oceanische plaat.
Omdat een oceanische plaat zwaarder is dan een continentale plaat, schuift de oceanische plaat onder de continentale plaat. Dit noem je subductie.
In de subductiezone ontstaan troggen: smalle diepe kloven in de zeebodem. Op de rand van een continentale plaat ontstaat dan vaak een vulkanische bergketen.
Botsende platen - 2
2. Twee continentale platen botsen.
Als twee continentale platen botsen ontstaan er plooiingen in de aardkorst. Plooiingen veroorzaken reliëf (bergketens). Een voorbeeld van zo'n bergketen is de Alpen.
3. Twee oceanische platen botsen.
Als twee oceanische platen botsen, schuift één van de twee platen onder de andere plaat (subductie). Er ontstaat een gebergte onder de zee, waarvan de toppen soms boven het water uitsteken. Dit is dan een eilandenboog waar je vulkanen vindt.
Video: Plooiingsgebergte
Plooiingsgebergtie: de aardkorst wordt omhoog geduwd
Transforme beweging
Behalve convergente en divergente plaatgrenzen bestaan er ook nog transforme plaatgrenzen: de beweging van de twee platen is evenwijdig ten opzichte van elkaar.
Omdat het langs elkaar bewegen van twee stukken aardkorst een grote hoeveelheid wrijving oproept, vindt de beweging in de bovenste delen van de korst in plotselinge stappen plaats, waarbij alle opgebouwde energie in de vorm van aardbevingen vrijkomt. Hierbij scheurt de aardkorst en ontstaan er breuken.
Een voorbeeld van een transforme plaatgrens ligt langs de westkust van de Verenigde Staten, vlakbij San Francisco.
Plaattektoniek
Plaattektoniek beschrijft de bewegingen van de verschillende platen en verklaart de gevolgen van die bewegingen, zoals vulkanisme, aardbevingen, het ontstaan van bergketens en het ontstaan van een eilandenboog.
Op deze wereldkaart zie je waar de verschillende platen elkaar raken en zie je waar vulkanen voorkomen, waar sinds 1900 zware aardbevingen zijn voorgekomen, waar je hooggebergten (Alpen, Pyreneeën, Himalaya, Rocky Mountains) vindt en waar zich eilandenbogen bevinden.