Boekverslag.
Introductie
In deze les leer je waar een verslag of een boekverslag aan moet voldoen.
Aan het einde van de les kun je een perfect verslag inleveren.
Succes!
Leerdoelen
- Ik kan een boek uitlezen.
- Ik kan een voorblad maken.
- Ik kan een inhoudsopgave maken.
- Ik kan een verslag maken.
- IK kan mijn eigen mening geven over een boek.
Zoek een boek
Een boek kiezen
- Je vindt een boek leuk om te lezen als het gaat over iets dat jou aanspreekt.
- Zoek dus een boek dat aansluit bij jouw hobby’s of gaat over wat jij leuk en interessant vindt.
- Kijk eens op het leesplein
- Of kijk bij Jonge Lijsters
Boek lezen
- Je gaat het boek dat je hebt uitgekozen helemaal lezen.
- Ga er lekker voor zitten en zet je mobiel uit. Dan kun je niet gestoord worden.
- Lees bijvoorbeeld elke dag een half uurtje.
- Maak af en toe op een blaadje een notitie over een spannende, leuke of gekke gebeurtenis.
- Als je dan het verslag gaat maken en je weet sommige dingen niet meer, dan kan je dat helpen.
Wat is er leuk aan lezen.
Voorblad maken
Hoe maak je een voorblad?
Zorg dat er in ieder geval het volgende op de voorkant van je boekverslag staat:
- Titel van het boek
- Naam van de auteur(schrijver/schrijfster)
- Klas
- datum
Bekijk het Instructiefilmpje om te leren hoe je een voorblad in Word maakt.
↵
Stap 3
- Hoe maak je een titelpagina (voorblad).
|
Je werkstuk is pas af met een titelpagina. Of voorblad.
Met Word kun je dat heel makkelijk maken. |
|
- Klik in het lint op het tabblad: Invoegen.
- Kies voor: Voorblad.
|
|
- Je krijgt een aantal voorbeelden van voorbladen.
- Kies er een uit.
- Vul de gegevens in.
- Sla je document op.
|
|
- Je kunt ook natuurlijk het voorblad aanpassen.
- Met tekstvakken, lettertypes, randen en afbeeldingen.
- Probeer dat maar eens uit.
|
|
- Als je helemaal zelf een voorblad wilt ontwerpen dan kies je voor Invoegen> lege pagina.
- Met tekstvakken, lettertypes, randen en afbeeldingen kun je de pagina indelen zoals je dat zelf wilt.
|
Paginanummers
Hoe doe je dat?
Het is heel belangrijk dat je de pagina's een nummer geeft.
Doe je dat niet dan kun je ook geen goede inhoudsopgave maken.
Inhoudsopgave
Wat moet er in de inhoudsopgave staan
Wat moet er in de inhoudsopgave staan?
- Noem hier de hoofdstukken van jouw boekverslag.
- LET OP!!: Niet de hoofdstukken van jouw boek
- In de Inhoudsopgave noem je niet je voorblad en de inhoudsopgave zelf.
Zo zou je Inhoudsopgave er uit kunnen zien.
Hoe maak je een eenvoudige inhoudsopgave.
-
|
In een werkstuk hoort ook een inhoudsopgave. Hoe maak je dat? |
|
|
- Een inhoudsopgave maak je pas als je de rest van je werkstuk afhebt. Je weet dan welk hoofdstuk op welke bladzijde begint.
- Je typt alles, van elk hoofdstuk, achter elkaar.
Bv. Hoofdstuk1:Beestenboelblz.2
|
|
|
- Heb je alle hoofdstukken onder elkaar staan dan ga je met de tabtoets aan het werk.
- Zet de cursor achter de : en klik op de tabtoets. Doe dit ook bij de andere : van de hoofdstukken.
- Nu zet je de cursor voor de blz. en klik op de tabtoets.
Waarschijnlijk moet je dit 2 of 3 keer doen om de blz. recht onder elkaar te krijgen.
|
|
|
Zo ga je op elke volgende regel door met de andere hoofdstukken.
Net zo lang tot alles onder elkaar staat.
|
|
|
|
|
Hoe maak je een automatische inhoudsopgave
- Hoe wijzig je de stijl van je document.
- Hoe stel je een kop in voor de inhoudsopgave.
|
Voodat je een inhjoudsopgave automatisch kunt laetn maken moet je eerst stijlen aan je document gaan toevoegen. |
|
Je kunt voor de stijl (de opmaak) van je document verschillende opties kiezen.
- Klik op Start.
- Kies in het tabblad Stijlen een opmaak.
- Bijvoorbeeld voor een Inhoudsopgave Kop1.
- Voor de tekst Kop 2.
- Voor tekst onder een foto Kop 3.
|
|
Om je werkstuk in hoofdstukken in te delen geef je elk hoofdstuk een kop.
Dan kun je later een Inhoudsopgave maken.
- Selecteer de tekst waarvan je een koptekst wilt maken.
- Klik dan linksboven op het tabje Start.
- Klik in het blok stijlen op: Kop1, Kop2 of Kop 3.
- De tekst wordt een Koptekst ofwel hoofdstuktekst.
|
|
Filmpje |
|
↵
- Hoe maak je een automatische inhoudsopgave.
|
Weet je het nog van de Stijlen?
Die moet je eerst bij de hoofdstukken hebben ingesteld.
Als je dat hebt gedaan dan kun je automatisch de Inhoudsopgave maken.
Wanneer je een hoofdstuk aanpast of verplaatst dan word dat door Word automatisch aangepast.
Meestal maak je een Inhoudsopgave op pagina 2 van je document.
|
|
- Sta je op pagina 2?
- Klik dan op het tabblad Verwijzingen.
|
|
- Klik daarna op Inhoudsopgave.
|
|
- Kies Inhoudsopgave 1 of 2.
- De Inhoudsopgave wordt automatisch gemaakt.
|
|
Als je iets hebt gewijzigd in je werkstuk dan moet je de automatische inhoudsopgave ook bijwerken.
- Ga in de Inhoudsopgave staan.
- Klik in het Tabblad Inhoudsopgave op: Bijwerken.
- Of klik met je rechtermuisknop en kies dan: Bijwerken.
|
|
|
Voorwoord
Wat is een voorwoord
In het voorwoord informeer je de lezer over je ervaringen tijdens het schrijven van je verslag. Daarnaast kun je het voorwoord gebruiken om mensen te bedanken die je hebben geholpen.
Een paar tips voor je voorwoord:
- Kies voor een levendige, persoonlijke start (waaruit je eigen ervaring met het maken van het verslag blijkt- Wat ging goed/ wat ging minder/ hoe heb je boek/ onderwerp gekozen)
- Schrijf, vanwege het persoonlijke karakter, je voorwoord in de ik- of wij-vorm;
- Wend je aan het eind rechtstreeks tot de lezer (bv. Ik wens je veel leesplezier toe);
- Schrijf het voorwoord pas als je scriptie af is;
- Eindig met naam, plaats en datum.
Onderdelen
Mogelijke onderdelen
- De geschiedenis en achtergronden van het onderzoek, de scriptie of het werkstuk;
- Je persoonlijke achtergrond (kort);
- Je persoonlijke ervaringen of omstandigheden tijdens het onderzoek;
- De taakverdeling binnen de groep;
- Een dankwoord gericht aan bedrijven, docenten en andere mensen die een bijdrage hebben geleverd.
Voorbeeld voorwoord
Voor u ligt de scriptie ‘Corporate communicatie, wat is dat?’. Deze scriptie is geschreven in het kader van mijn afstuderen aan de opleiding Communicatie aan Hogeschool Amsterdam.
Van januari 2014 tot en met juni 2014 ben ik bezig geweest met het onderzoek en het schrijven van deze scriptie. Soms zat het mee. Ik produceerde de ene bladzijde na de andere. Soms zat het tegen. Ik had dan het gevoel dat ik volkomen vastliep.
Deze scriptie is geschreven in opdracht van mijn stagebedrijf, Control P. Samen met mijn stagebegeleider, Peter Stegemans, heb ik de onderzoeksvraag en -opzet bedacht.
Ik bedank mijn begeleiders voor de fijne begeleiding en ondersteuning tijdens dit traject. Ook dank aan alle respondenten. Zonder hun medewerking had ik dit onderzoek nooit kunnen uitvoeren.
De andere collega’s bij Control P. bedank ik voor de fijne samenwerking. Ik heb vaak kunnen sparren met jullie over mijn onderzoek. Ook mijn lieve vrienden en familie dachten altijd met me mee. Als ik het even niet zag zitten stonden jullie voor mij klaar. Mijn ouders wil ik in het bijzonder bedanken. Jullie wijze raad en bemoedigende woorden hebben me goed gedaan.
Ik wens u veel leesplezier toe.
Hennie Homans, Deventer, 12 mei 2021
Praktische gegevens
Wat moet er in staan
Wat moet er in je verslag staan?
- De titel van het boek
- Wie heeft het boek geschreven? Dat is de auteur, wat is zijn/haar naam.
- Uit hoeveel bladzijden heeft het boek.
- In welk jaar het boek is uitgegeven.
- De hoeveelste druk het is van het boek.
- Hoeveel hoofdstukken het boek heeft.
- Wie heeft de foto's en/of illustraties (tekeningen) gemaakt.
- Wat je van het letterype vindt.
Schrijf alles op in de vorm van een verslag. Dus niet als de antwoorden van een quiz of toets.
Leerlingen TL+
Het boekveerslag moet in verhaalvorm, niet in vraag/ antwoord.
Vertel wat over:
- Titel
- Schrijver
- Uitgever
- Bladzijdes
- Hoofdstukken
- Druk ( evt. jaar van uitgave)
- Illustrator/ Tekenaar ( denk aan voorpagina)
- Lettertype
EVT:
- Andere boeken
- Problematiek ( wat voor probleem komt in boek voor)
- Recensies ( wat vonden anderen van het boek)
- Kun je geen info over de schrijver vinden, mail dan uitgeverij. Doe de mails er als bijlage bij.
Personen, tijd en plaats
- Maak een pagina waarop het gaat over de personen, de tijd en de plaats in het verhaal.
- Wie is de belangrijkste persoon, of wie zijn de belangrijkste personen in het verhaal?
- Vertel iets over de hoofdpersoon of de hoofdpersonen.
- Op welke plaats of plaatsen speelt het verhaal?
- In welke tijd speelt het verhaal zich ongeveer af?
Leerlingen TL+
Personen:
Let op: Niet alleen het is een meisje en ze beleeft veel.
Je vertelt hoe ze is ( haar karakter) verlegen, brutaal, hoe voelt ze zich vaak. Vertel er ook bij waarom je dit vindt. Je mag ook best wat over uiterlijk vertellen, als je er altijd maar bijzet waarom.
Veel hebben bij dit onderdeel maar een paar zinnen en dat kan niet. Door erbij te zetten waarom jij dit vindt is dit best een groot onderdeel. Telt ook zwaar mee!!!
Doe dit ook voor de hoofdpersonen.
Tijd:
Welke tijd? Kunnen jaartallen, vroeger/ deze tijd, maar ook jaargetijden, of dagdelen zijn.
Zet er altijd bij waarom jij dit denkt. Kan door kleding, muziek, gebruiksvoorwerpen, of gewoon een stuk in de tekst zijn.
Plaats:
Waar speelt het zich af. Denk aan land, stad/ dorp, buurt, gebouw. Hoe weet jij dat. Wat stond erover in de tekst?
HET BLIJFT VAAK BIJ: Het verhaal speelt in Nederland. Het belangrijkste is echter: Hoe weet jij dat. Dan zie ik of je het gelezen hebt!!!
De samenvatting
Doe dit in 25 regels!
Meer is niet altijd goed. Je moet ook kunnen weglaten. Dialogen ( gesprekjes) komen niet in samenvatting voor. Denk goed na wat belangrijk is.
Eindig NOOIT met: Als u wilt weten hoe het afloopt, moet u het zelf maar weten!! ( dan ook nog vaak samen met alleen stukje op achterkant)
Wat ook vaak gedaan wordt: een stuk van het eerste hoofdstuk uitgebreid en verder een zin over einde. ( Aan het einde komt alles weer goed)
Denk goed na, zodat je 2 of 3 regels per hoofdstuk hebt als samenvatting.
Maak regels vol. Ga niet centreren, of met iedere nieuwe zin op nieuwe regel beginnen!
Begin met hoofdletter en eindig met punt en gebruik je spellingscontrole!! Kleine moeite groot plezier.
Eigen mening
Geef je eigen mening over het boek dat je gelezen hebt.
Denk dan aan het volgende:
- Is de titel goed gekozen?
- Waarom wel of waarom niet?
- Vond je het een leuk boek/
- Waarom wel of waarom niet?
- Zou je een ander dit boek ook aanraden dit boek te lezen?
- Waarom wel? Waarom niet?
Bronnen
Checken
Voordat je het boekverslag gaat inleveren kijk dan nog even of je niets vergeten bent.
- Heb je een voorblad?
Staat alles er op?
- Heb je een inhoudsopgave?
- Is je verslag helemaal af?
- Heb je er een eigen mening ingezet?
- Heb je de pagina's een nummer gegeven?
Alles in orde?
Dan mag je het boekverslag inleveren via de ELO.
Word lessen
Hoe maak ik een boekverslag
Inleveren boekverslag
Inleveren van je verslag.
Ga naar itslearning en lever je verslag in.