Personen, tijd en plaats

 

Leerlingen TL+

Personen:

Let op: Niet alleen het is een meisje en ze beleeft veel.

Je vertelt hoe ze is ( haar karakter) verlegen, brutaal, hoe voelt ze zich vaak. Vertel er ook bij waarom je dit vindt. Je mag ook best wat over uiterlijk vertellen, als je er altijd maar bijzet waarom.

Veel hebben bij dit onderdeel maar een paar zinnen en dat kan niet. Door erbij te zetten waarom jij dit vindt is dit best een groot onderdeel. Telt ook zwaar mee!!!

Doe dit ook voor de hoofdpersonen.

Tijd:

Welke tijd? Kunnen jaartallen, vroeger/ deze tijd, maar ook jaargetijden, of dagdelen zijn.
Zet er altijd bij waarom jij dit denkt. Kan door kleding, muziek, gebruiksvoorwerpen, of gewoon een stuk in de tekst zijn.

Plaats:

Waar speelt het zich af. Denk aan land, stad/ dorp, buurt, gebouw. Hoe weet jij dat. Wat stond erover in de tekst?

HET BLIJFT VAAK BIJ: Het verhaal speelt in Nederland. Het belangrijkste is echter: Hoe weet jij dat. Dan zie ik of je het gelezen hebt!!!