HV Maak een 3-luik waarin je 1 beeldaspect laat schitteren
VWO Maak een 3-luik waarin je 2 beeldaspecten laat schitteren
Elk groepje van 3 leerlingen gaat een (of meerdere) beeldaspect(en) uitdiepen en uitleggen aan de klas. Iedereen maakt uiteindelijk 1 van de 3 luiken.
Elk groepje geeft/ maakt: - een presentatie,
- een triptiek
Zorg als beeldend werk voor een mooi totaalbeeld. Hoe je hier invulling aan geeft en welk materiaal je gebruikt is aan jullie als jullie beeldaspect maar duidelijk uitblinkt.
Pieter Paul Rubens, Kruisafneming, 1611, 421 bij 311 cm
Je ziet hierboven de kruisafname van Rubens. De kloveniers (= de burgerwacht) betaalden Ruben 2400 gulden (iets meer dan 1000 Euro). De kloveniers wilden hun patroonheilige Christoffel (letterlijk; Christusdrager) op het middenpaneel hebben maar volgens de voorschriften mocht alleen Jezeus en afbeelingen uit het Nieuwe Testament op het middenpaneel. Volgens de legende draagt Crhristoffel Jezus over een rivier. Rubens was leep en liet op alle panelen iets zien van dat Christus gedragen werd.
Het linkerluik laat de visitatie zien, het herdenken van het bezoek van de zwangere Maria aan Elisabeth.
Het middenpaneel laat mensen zien die Jezus dragen bij het afnemen van het kruis.
Op het rechterpaneel zien je Simeon die Jezus draagt.
De heilige Christoffel volgens de legende
1 Inleiding
Inleiding beeldende middelen
We werken binnen de vakken tekenen en handvaardigheid met de beeldede middelen. Dit zijn middelen die je nodig hebt om een beeld/ werkstuk te maken.
We delen deze beeldende middelen in in 3 groepen;
-materialen
-technieken
-beeldaspecten
Zonder deze middelen kun je geen beeldend werk maken.
Dus als je een beeldend werk wilt maken zul je materiaal nodig hebben, bijvoorbeeld verf. De verf blijft netjes in de pot zitten als jij er niets mee doet, dus moet je een (schilders)techniek gebruiken om de verf op je papier te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld door met kwasten de verf op te brengen, kan ook door met verfrollers te werken, te tamponeren of wat jij maar bedenkt. Ook het materiaal hout zul jij moeten bewerken, je past een techniek toe, bv. beitelen, om van het blok hout een beeld te maken.
Gouden bouwstenen
Beeldaspecten
Bij groen denk je aan kleur, bij een cirkel aan een vorm en als het s' avonds schemert aan het licht. Kleur, vorm en licht zijn de belangrijkste beeldaspcten. De beeldaspecten zijn zo de bouwstenen van je beeldende werk. Immers zonder het beeldaspect Licht zie je niets en blijft het een zwart vlak. Als je begint met tekenen teken je namelijk lijnen (beeldaspect lijn). Die lijnen worden vormen (beeldaspect vorm), die vormen kun je weer inkleuren (beeldaspect kleur). Vormen kun je voor eklaar zetten, dit geeft ruimte/ dipete (beeldaspect ruimte), enz. Beeldaspectenkun je zo inzetten om je boodschap - dat wat jij de kijker wilt vertellen - duidelijker naar voren te laten komen. Oftewel; met de beeldaspecten bouw je je beeldend werk op.
Bansky, graffiti artiest, maakt ook gebruik van de beeldende middelen
2 Schema Dr. Stein - beeldende middelen
Beeldende middelen zijn de middelen die je nodig hebt om een beeld/ kunstwerk te maken. De beeldende middelen zijn in te delen in 3 groepen; materiaal, techniek en beeldaspecten. Zie het schema hieronder van Dr. Stein.
Beeldende Middelen:
Materiaal
Techniek
Beeldaspecten
Klei
Zagen
Licht
Hout
Schuren
Ruimte
Gips
Uitvegen
Vorm
Potlood
Mengen
Kleur
Houtskool
Stempelen
Punt
Verf
Constueren
Lijn
Pastelkrijt
Solderen
Compositie
Enz.
Enz.
Textuur
Jij als wetenschapper
3 Beeldaspect theorie
Beeldaspect Ruimte
Ruimte, Ruimtesuggestie en Standpunten
Optisch bedrog
Start een onderzoek op en leg daarbij alles uit wat je tegenkomt op het gebied van Ruimte. Denk in je onderzoek i.i.g. aan de volgende onderdelen:
- Ruimte 2D/ 3D
- Wat is ruimtesuggestie?
- Ruimtesuggestie door; noem een stuk of 10 trucjes
- Verschillende standpunten
Beeldaspect Licht
Start een onderzoek op en leg daarbij alles uit wat je tegenkomt op het gebied van Licht. Denk in je onderzoek i.i.g. aan de volgende onderdelen:
- Wat is licht
- Verschillende lichtbronnen
- Plasticiteit en Clair-Obscur
- 4 Lichtrichtingen
- Glimlichten
- 3 Schaduwsoorten
Beeldaspect Compositie
Start een onderzoek op en leg daarbij alles uit wat je tegenkomt op het gebied van Compositie. Denk in je onderzoek i.i.g. aan de volgende onderdelen:
- Leg het begrip compositie uit
- Wat zijn aandachtspunten
- Beeldassen/ beeldlijnen
- Wat is een Compositieschema
- Onderzoek verschillende composities (stuk of 8 verschillende)
- Verschil tussen 2D en 3D compositie
Beeldaspecten Punt en Lijn
Lineair
Start een onderzoek op en leg daarbij alles uit wat je tegenkomt op het gebied van Lijn en Punt. Denk in je onderzoek i.i.g. aan de volgende onderdelen:
- Lineair
- Verschillende lijneigenschappen ( lijnsoort, lijndikte en lijnvoering)
- Contour, omtreklijn en arcering
- Lijnrichting
- Pointillisme
Kijk naar het gebruik van verschillende soorten lijnen
Beeldaspect Vorm
Start een onderzoek op en leg daarbij alles uit wat je tegenkomt op het gebied van Vorm. Denk in je onderzoek i.i.g. aan de volgende onderdelen:
- Soorten vormen (zowel 2D als 3D)
- Formaat en betekenis van vormen
- Basisvormen
- Van realsitische vormen naar abstracte vormen
- Vormcontrasten, leg er 5 uit
- Vorm/ restvorm
2D vormen en 3D vormen
Beeldaspect Kleur
Start een onderzoek op en leg daarbij alles uit wat je tegenkomt op het gebied van Kleur. Denk in je onderzoek i.i.g. aan de volgende onderdelen:
- Wat is kleur?
- Hoe zie je kleuren?
- Kleurencirkel van Itten uitleggen
- Verzadigde en onverzadigde kleuren
- Wat is een kleurcontrast? Leg 7 kleurcontrasten uit.
- Kleurgebruik, leg er 5 uit
Itten en zijn kleurencirkel en boek
Beeldaspect Textuur
Start een onderzoek op en leg daarbij alles uit wat je tegenkomt op het gebied van Textuur. Denk in je onderzoek i.i.g. aan de volgende onderdelen:
- Wat is textuur? Noem een aantal.
- Wat is structuur? Leg een aantal uit.
- Wat is Factuur? Laat ook voorbeelden zien.
- Wat hebben de 3 bovenstaande begrippen met elkaar te maken?
- Textuurcontrasten, leg er 5 uit.
- Wat is dan Stofuitdrukking?
4 Kunstgeschiedenis
5 Voorstelling - vormgeving
Uit onderzoek is gebleken dat we gemiddeld 9 seconde naar een kunstwerk kijken. Om achter de bedoeling van de kunstenaar te komen is deze tijd veel te kort. Je zal dus langer en beter moeten kijken en niet gelijk zeggen dat je het niks vindt.
Dat kijken kun je doen aan de hand van 2 begrippen:
-Voorstelling > zegt iets over WAT er is gemaakt (Je stelt jezelf de vraag: Wat stelt het voor?)
-Vormgeving > zegt iets over HOE het is gemaakt. Denk aan de beeldende aspecten, of materiaal en techniek (de beeldende middelen).
In een schema ziet het er dan zo uit:
Voorstelling: wat stelt het voor
Vormgeving: hoe is het vormgegeven? Welke beeldende middelen zijn gebruikt?
Het beeld is figuratief, het stelt iets voor
Voorstelling Figuratief, abstraheren, abstract
Figuratieve kunst heeft overeenkomst met de werkelijkheid. Onze hersenen herkennen een hond en vertellen jou dat op het plaatje hierboven een grote, rode hond te zien is.
Figuratief, je ziet wat het voorstelt
Voorstelling Figuratief,abstraheren, abstract
Steeds meer werd de herkenbare voorstelling losgelaten en werden bedoelingen meer verbeeld met kleuren, lijnen en vormen. Het is een tussenvorm naar abstractie. Vormen worden sterk teruggebracht naar de basisvormen.
Abstraheren/ half abstract - terug naar de basisvormen
Voorstelling Figuratief, abstraheren,abstract
Abstracte kunst; kleuren, vormstructuren en lijnen nemen de plaats in van de figuratieve voorstelling. Ook wel non-figuratieve kunst. Dus lijnen, vormen en kleuren.
Kandinsky
Vormgeving
Bij de vormgeving moet je je meer verdiepen in het beeldend werk en dan dus in de beeldende middelen. Dus hoe is het werk gemaakt. Niet alleen kijken wat er is gemaakt maar vooral hoe, en met welke bedoeling. Welke materialen zijn gebruikt en welke beeldende aspecten.
Licht, kleuren, vormen, ruimte en compositie vormen de bouwstenen van een schilderij - de beeldaspecten. Als je deze beeldaspecten leert herkennen, kom je meer te weten over de structuur van een schilderij.
Beeldaspecten moet je zien als de ingrediënten van een kunstwerk; aspecten betekenen 'delen van', in dit geval van een kunstwerk. Beeldaspecten zijn de bouwstenen van een kunstwerk.
Aspect = (onder)deel van..... Beeldaspect = dan een (onder)deel van het beeld.
Beeldaspecten - bouwstenen om je beeldend werk mee te maken
Licht is het belangrijkste beeldaspect in een schilderij. Zonder licht zie je niets. Je kunt kijken naar de lichtbron die de kunstenaar heeft gebruikt, bijvoorbeeld daglicht via een raam, licht van een lamp of een onzichtbare lichtbron. Je kunt ook letten op schaduwen om te bepalen waar het licht vandaan komt. En met licht stuur je de ogen van de kijker, jij bepaalt dus als maker waar de kijker het eerst naar kijkt, dus dat wat jij het belangrijkste vindt.
Met goed gebruik van licht stuur je de ogen van de toeschouwer
Van welke kant laat je het licht komen? En waarom?
Kleuren spelen een grote rol in schilderijen. Je kunt daarbij letten op warme en koude kleuren, lichte en donkere kleuren en de verschillende kleurcontrasten. Kleuren moet je gebruiken om je boodschap extra duidelijk te maken.
Werken met kleuren
Compositie gaat over waar en hoe je de onderdelen in je werk neerzet, je componeert zoals je dat bij muziek ook doet. Er zijn verschillende soorten composities. Zo is er de symmetrische compositie. Het schilderij bestaat dan uit twee helften die (bijna) elkaars spiegelbeeld zijn. Bij een driehoekscompositie zijn de elementen gerangschikt in de vorm van een driehoek. En bij een over-all compositie ontbreekt een bepaalde samenhang. Een andere veelgebruikte compositie is de centrale compositie, waarbij één beeldelement centraal staat en vaak ook in het midden van het schilderij wordt afgebeeld. Een geometrische compositie bestaat uit strakke, evenwichtige lijnen en/of vlakken.
Zoeken met Mondriaan naar een perfecte compositie
Bij vorm denk je in eerste instantie aan basisvormen zoals cirkels, driehoeken, vierkanten en ovalen. Maar in feite heeft alles een bepaalde vorm. Waar je op kunt letten, is bijvoorbeeld of de vormen in het schilderij grillig zijn of juist strak. Zijn ze duidelijk of vaag, geometrisch of organisch.
Alles heeft vorm, gebruik de vormen zo dat je je verhaal duidelijk maakt
Voorbeeld voor een vraag op de toets over de voorstelling en de vormgeving;
Je gaat hieronder een paar voorbeelden zien. Denk erom dat je bij de Vormgeving eerst het beeldacpect opschrijft en dan de uitleg er bij geeft.
Edvard Munch, De schreeuw, 1893
Voorstelling:
Een man op een brug of weg, schreeuwend met zijn handen voor zijn oren. Twee figuren die bij hem weglopen.
Vormgeving:
Kleur; fel met warm-koud contrast
Ruimte; lijnperspectief van de brug, kleinere figuren achter, afsnijding, overlapping
Vorm; de leuning is geometrisch en de rest van de vormen organisch. Vormen zijn verder sterk begrensd.
Nog een x oefenen
Andy Warhol, turquise Marilyn, 1962
Beschrijf van het schilderijturquise Marilyn hierboven van Andy Warhol de voorstelling en de vormgeving:
Voorstelling:
Deze vraag gaat NIET over vormgeving! Je mag het dus absoluut niet hebben over de beeldende middelen (bijvoorbeeld de gebruikte kleuren, vormen of de schilderwijze). Je moet je echt beperken tot de voorstelling die je ziet.
We zien het gezicht Marilyn Monroe.
Vormgeving:
Schrijf eerst het beeldaspect op, daarna geef je de uitleg daarbij!
Kleur; felle kleuren zijn decoratief en in egale kleurvlakken aangebracht. Geen persoonlijke toets.
Vorm; vormen zijn scherp afgebakend en geaccentueerd met contourlijnen
Compositie; centraal, eenvoudig.
Techniek; fotografische zeefdruk
Nog een x oefenen:
Alfons Mucha, F. Champenois, 1898
Beschrijf de voorstelling en de vormgeving van het schilderij van Mucha hierboven;
Voorstelling:
We zien een vrouw, ze heeft bloemen in haar haar. Op de achtergrond zijn decoraties te zien van bloem- en plantmotieven.
Vormgeving:
Vorm; geometrische vormen op de jurk, verder dunne slingerende en gebogen lijnen= vormcontrast - geometrische en organische vormen. Vormen uit de natuur.
Kleur; lichte pasteltinten
Ruimte; overlapping en afsnijding
Compositie; centraal, aandacht gaat naar het midden
Nog een x oefenen.
Georges van Tongerloo, compositie, 1918
Voorstelling:
Dit is een abstract werk, heeft niets met de werkelijkheid te maken. Geen herkenbare voorstelling!
Vormgeving:
Vorm; opgebouwd uit geometrische bassisvormen – blokken en balken.
Kleur; primaire kleuren op een voet dat zwart/ wit geschilderd is.
Materiaal; hout
6 VWO deel
7 Praktische opdracht - Triptiek
De opdracht - beeldend proces
HV Maak een 3-luik waarin je 1 beeldaspect laat schitteren
VWO Maak een 3-luik waarin je 2 beeldaspecten laat schitteren
Elk groepje van 3 leerlingen gaat een beeldaspect uitdiepen en uitleggen aan de klas. In de voorbereiding krijgt ieder groeplid een eigen taak, tekstschrijver, vormgever of ontwerper. Op dit onderdeel krijg je zelf een cijfer. Daarna maakt ieder groeplid uiteindelijk 1 van de 3 luiken, hier een gemiddelde van een eigen cijfer van je taak en een totaal cijfer van het eindwerk.
Elk groepje geeft/ maakt: -een presentatie,
-een triptiek
Zorg als beeldend werk voor een mooi totaalbeeld. Hoe je hier invulling aan geeft en welk materiaal je gebruikt is aan jullie als jullie beeldaspect maar duidelijk uitblinkt.
De 3 stappen die je moet volgen lopen dus gelijktijdig:
1 Tekstschrijver
2 Vormgeven van de presentatie
3 Ontwerpen van een 3-luik
Kijk in de classroom voor een document, je werkt samen in 1 document en je maakt ook de presentatie in de classroom.
Stap 1 Tekstschrijver
Jij gaat je verdiepen in het beeldaspect dat jullie als groepje hebben gekregen. Schrijf teksten die jullie groepje voor de presentatie kan gebruiken. Ga op zoek naar alle informatie die jullie nodig hebben. Jij bent er verantwoordelijk voor dat alle antwoorden beantwoordt worden!
Stap 2 Vormgever
Jij bent degene die de presentatie in elkaar zet en beelden opzoekt die het verhaal ondersteunen. Daarnaast ben jij verantwoordelijk voor de eindpresentatie.
Stap 3 Ontwerpen
Ontwerp jullie eigenzinnige en originele triptiek. Jij komt met minimaal 3 goede, verschillende, originele ideeën waar jullie als groepje uit kunnen kiezen. Zorg dat je jullie beeldaspect duidelijk laat zien in al je schetsen. Je maakt dus niet het eindwerk maar zorgt wel voor het ontwerp.
Tekstschrijver
Stap 1 Tekstschrijver
Je hebt een groepje van 3 waar je deze hele periode mee samenwerkt. Jij gaat je verdiepen in het beeldaspect dat jullie als groepje hebben gekregen. Schrijf teksten die jullie groepje voor de presentatie kan gebruiken. Ga op zoek naar het gebruik van jullie beeldaspect in de beelde kunst. Leg dus het beeldaspect duidelijk uit. Kunstenaars gebruiken de beeldaspecten om hun boodschap te versterken, laat dit zien!
Daarnaast schrijf jij, met input van de andere groepleden, nog een beeldanalyse. Zie voor de vragen blokje 8, Beeldanalyse - de vragen.
De afbeeldingen hoef je niet op te zoeken, dat doet de vormgever.
Eisen voor de inhoud:
-wat is een beeldaspect, algemeen
-jullie beeldaspect, duidelijke uitleg aan de hand van de vragen, blokje 3 Beeldaspect theorie
-een kunststroming waar dit beeldaspect duidelijk in naar voren komt, uitleggen aan de hand van een schilderij uit die stroming!
-Van het gevonden kunstwerk een beeldanalyse (blokje 8 Wikiwijs) met elkaar maken, jij schrijft.
-andere kunstdisciplines waar dit beeldaspect duidelijk naar voren komt (denk aan film, fotografie, toneel, bouwkunst, etc)
Zet dit alles onder de presentatie in het notitievak, dit gebruikt de vormgever om de presentatie mee maken.
Doel:
-Leren relevante informatie te verzamelen
-Leren betrouwbare internetbronnen te vinden
-Leren ontdekken hoe kunstenaars de beeldaspecten gebruiken in hun werk
Vormgever
Stap 2 Vormgever
Jij bent degene die de presentatie in elkaar zet en verantwoordelijk is voor de eindpresentatie. De informatie krijg je van de tekstschrijver, blokje onder de presentatie waar de notities staan. Jij zoekt beeldmateriaal bij de teksten van de tekstschrijver. Geef eerst je presentatie vorm door het kiezen van een achtergrond, lettertypes en lettergroottes. Voor de presentatie gebruik je de teksten die de tekstschrijver heeft opgezocht. Geef deze presentatie vorm! Zorg voor éénheid binnen de presentatie. Pas op; zet kernwoorden in de presentatie en niet veel teksten (die kunnen jullie wel vertellen) maar wel veel beeldmateriaal.
Doel;
-Leren komen tot eigenzinnige en originele presentatie
-Leren samenwerken met de tekstschrijver
-Leren eenheid te krijgen in je presentatie
Vormgeven
Ontwerper
Stap 3 Ontwerpen
Bedenk hoe jullie 3luik/ triptiek er uit moet komen te zien. Maak een aantal schetsen om te kijken hoe de 3 luiken bij elkaar passen en wat er op de verschillende luiken moet komen te staan. Ook hier moet je samenwerken met je groepje. Bedenk ook hoe de luiken ten opzichte van elkaar geplaatst moeten worden. Bespreek je ideeën met je groepje, ieder lid moet namelijk zijn eigen luik maken.
Dus maak;
-Minimaal 3 schetsen op A3 van een 3luik waarin jullie beeldaspect duidelijk naar voren komt
-Presnteer je ideeën aan je groepje en kies met elkaar uit wat jullie gaan doen
-Kies met welk materiaal jullie werk gemaakt moet worden
Doel:
-Leren kijken naar de verschillende ideeën
-Leren gevonden informatie toe te passen
-Leren je werk uit te leggen en te verdedigen
-Leren samenwerken
Eindwerk
Stap 4 Eindwerk
Maak jullie triptiek.
Ieder groepslid maakt 1 luik van het 3luik. Het materiaal en de technieken zijn vrij, maak dus bewust de keuze welke het moeten worden. Je moet je dus afvragen met welk materiaal jet het beste jullie beeldaspect kunt laten schitteren. Denk hier niet te makkelijk over maar kies bewust. Werk wel groot en let op of er ook onderdelen bij elkaar moeten aansluiten.
Per leerling krijg je een cijfer op je eigen deel, het kloppen van verhoudingen, etc en als groep krijg je een cijfer. Deze 2 cijfers middelen we tot 1 cijfer.
Doel:
-Leren een beeldaspect te laten schitteren
-Leren samenwerken
-Leren oplossingen zoeken voor problemen
-Leren netjes te werken
Presentatie
Stap 5 Presentatie
Maak een presentatie (in de classroom), de vormgever heeft hem al een heel stuk klaar. Vul de presentatie aan met een beeldanalyse (zie de vragenlijst blokje 8 in Wikiwijs) van het schilderij dat de tekstschrijver al heeft uitgekozen.
Als groep ga je aan het einde van de periode samen jullie eindwerk presenteren. Pas op; zet kernwoorden in de presentatie en niet veel teksten, die kunnen jullie wel vertellen. Teksten kun je wel onder de presentatie zetten, in het blokje notities toevoegen.
In je presentatie:
1-Alle uitleg van de tekstschrijver (wat is een beeldaspect, uitleg van jullie beeldaspect, andere kunstvormen met dat beeldaspect)
2-Een beeldanalyse van een schilderij waarin jullie beeldaspect goed uitkomt
3-Vertel over de voorstelling van het schilderij bij punt 2
4-Vertel over de vormgeving van het schilderij bij punt 2. Dus van alle beeldaspecten vertel je iets! Denk aan de beeldaspecten; licht, kleur, vorm, ruimte, compositie, textuur, punt, lijn. Het mooiste zou zijn per beeldaspect een dia in de presentatie.
5-Verdeel de teksten zodat iedereen weet wat en wanneer hij/ zij iets moet vertellen.
6-Veel beeldmateriaal en weinig teksten!
7-Een foto van jullie eindwerk met uitleg van jullie beeldaspect
Doel:
-Leren kritisch kijken naar je werk - reflecteren
-Leren van goede en minder goede ideeën
-Leren verwoorden van wat je gemaakt hebt
-Leren een aantrekkelijke presentatie te maken
-Leren éénheid binnen de presentatie te krijgen
8 Beeldanalyse - de vragen
Schema Beeldanalyse.
1. Voorstelling; Wat is er te zien? Vertel wat er op de afbeelding te zien is, van links naar rechts.
Noemen we dit :
• Figuratief,
• Geabstraheerd of half abstract
• Abstract
2.Vormgeving; Welke beeldaspecten kun je benoemen? Leg uit per beeldaspect hoe die kunstenaar dit heeft verwerkt.
•Licht
•Kleur
•Ruimte
•Vorm
•Textuur
•Punt/ Lijn
•Compositie
3.Wat heeft de nadruk? Welke opvallende beeldaspecten of opvallende dingen zijn er?
4. Wat is de bedoeling van het werk?
• In welke tijd is het werk gemaakt?
• Tot welke stroming hoort het werk?
• Welke kenmerken zie je daar van terug in het werk?
5. Wat probeert de kunstenaar ons duidelijk te maken?
6. Wat vind ik zelf?
• Geef je mening naar aanleiding van je antwoorden die je op vraag 1 t/m 6 hebt gegeven. Leg uit waarom je iets vindt!
Triptiek, boven als het open staat, onder de geloten triptiek
9 Evalueren - kunstdossier
Evalueren is belangrijk, immers je hebt kunnen leren hoe je de dingen moet aanpakken of juist niet. Hoe zou je het de volgende keer aanpakken, precies zo? Of heb je geleerd van bepaalde fouten en moet je dat de volgende keer dus anders aanpakken. Daarbij helpt deze vragenlijst.
Open in de classroom het kunstdossier. Deze staat in de classroom tekenen. Maak een kunstzinnige 1e pagina. Van alle werkstukken (tekenen en handvaardigheid) maak je een foto en beantwoord je daarbij de vonderstaande vragen. Zo heb je na je Greijdanustijd een prachtig digitaal kunstdossier.
Vragen:
-Omschrijf je werkstuk (Voorstelling)
-Met welk beeldaspect ben je bezig geweest en hoe is dat in je werk tot uiting gekomen? (Vormgeving)
-Welk materiaal heb je gebruikt en vertel over de technieken. (Vormgeving)
-Geef je werk een titel
-Wat ging goed en wat ging minder goed? (proces en techniek)
-Wat heb je geleerd?
-Wat zegt je werk (oftewel wat wil jij met je werk vertellen) en op welke manier versterken de beeldelementen dit.
10 lesopdrachten
11 Oefenvragen
12 Link naar internet
Kijk ook eens op Artroom, een facebookpagina met jullie werk!
Het arrangement Tekenen HV/VWO3 - periode 1 - alle beeldaspecten is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Arjan Visser
Laatst gewijzigd
2017-10-12 11:45:35
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0
Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.