Natuurbeleving Leerjaar 1 Outdoor

Natuurbeleving Leerjaar 1 Outdoor

Wat is Natuurbeleving?

Wat is natuurbeleving? ‘Natuurbeleving’ zou een alternatief zijn voor ‘kennisoverdracht’. Het hart versus het hoofd. Deze tegenstelling is echter te schematisch. Mensen hebben ook een diepe behoefte om te weten hoe dingen werken en hoe ze heten. Het geven van namen aan planten en dieren bijvoorbeeld is meer dan het plakken van etiketten. Als je hun naam kent kun je ze groeten. Het hangt er maar vanaf hoe je het spel van het naamgeven speelt. Het gaat om de samenhang van hart, hand en hoofd. Na het intens voelen is ook een fase van reflectie nodig, inclusief het verwoorden van ervaringen. In de hier besproken introductie  wordt "nog" weinig aandacht gegeven aan langduriger verbondenheid met plekken, zoals bijvoorbeeld, het dagelijks ontspannen op een groen schoolterrein, kleinschalig natuurbeheer in de schoolomgeving of elders . Die praktische wijze van omgaan met de natuur op een bepaalde plek vormt een krachtige wijze van natuurbeleving. De hier gegeven lessen gaan  binnen zo’n kader bijdragen aan de verdieping van de praktische handelingen. Dit alles kan mensen, kinderen, studenten veranderen en zo ook bijdragen aan een levenslange waardering met het leven dat ons omringt en waarvan we zelf deel uitmaken.

Afbeeldingsresultaat voor natuurbeleving

Introductie Les

Je wordt geblinddoekt en door een mede student in de schooltuin naar een boom geleid. Daar krijg je de opdracht om die boom te betasten en eraan te ruiken. De mede student doet ook suggesties om de boom verder te verkennen.

  • met je wang over de schors gaan
  • kan je hem met je armen omspannen
  • voel eens lager of hoger; groeit er iets op de boom   

Als je aangeef klaar te zijn leidt de mede student jouw – nog steeds geblinddoekt – langs een andere route weer naar het vertrekpunt. Daar wordt de blinddoek afgedaan en moet je proberen de boom die je zojuist verkende – ‘jouw boom’ – met open ogen terug te vinden. Voor de meeste van jullie geldt dat jullie nog nooit zo met bomen bezig waren.

Deze activiteit is afkomstig uit het programma ‘Sharing nature’. Ruim veertig jaar geleden werd dit ontwikkeld door Joseph Bharat Cornell,

 

 

Lesblok bos

Bos is een begroeiing die voornamelijk uit bomen in een dominante boomlaag bestaat met de daarbij een ondergroei van kruiden en struiken. De kruidlaag is de laag planten tot 135 cm hoog en de struiklaag is die van 135 tot 800 cm hoog. Daarboven spreekt men van de boomlaag.

Er bestaan vele definities van wat een bos is, omdat er in de wereld vele bostypen bestaan, en omdat de mens uitdrukking wil geven aan tal van verschillende gebruiksmogelijkheden van het bos.

Een bos is in Nederland, volgens de Boswet  officieel een bos als 10 are (1000 vierkante meter) uit bomen bestaat, of bij een rijbeplanting (één of meer rijen) van ten minste 21 bomen.

In de bossen kwamen oorspronkelijk grote grazers (wisent, oeros, tarpan, edelhert, eland) voor, die open terrein open hielden totdat er stekelige begroeiing als braam en meidoorn opkwam. Eikels werden aan de rand door Vlaamse gaaien of eekhoorns verstopt als wintervoer. Sommige eikels werden niet teruggevonden en werden het begin van een nieuw bos.

Modern bosbeheer betekent vaak de omvorming van productiebos tot meer natuurlijk gemengd bos met inheemse loofbomen. In Nederland worden theorieën over het ontstaan van oerbos in de lage landen aan de praktijk getoetst in projecten als de Gelderse Poort en de Oostvaardersplassen, waar nauwelijks bosbeheer is en geen aanplant van bomen.

 

Afbeeldingsresultaat voor bos

Herkennen en benoemen van bomen

De volgende boomsoorten gaan we de komende lessen herkennen en benoemen. Het zijn bomen die je in je werkzaamheden als Outdoor medewerker regelmatig zal tegen komen in je werkomgeving.

De boomsoorten verwerk je in een PowerPoint presentatie.

De volgende zaken moeten terug te vinden zijn in de Power Point presentatie.

 

  • Wetenschappelijke naam
  • Nederlandse naam
  • Kenmerken
  • Gebruiksdoel

 

  1. Acer campestre
  2. Aesculus hippocastanum
  3. Alnus glutinosa
  4. Betula pendula
  5. Carpinus betulus
  6. Castanea sativa
  7. Corylus colurna
  8. Crataegus laevigata
  9. Fagus sylvatica
  10. Fraxinus excelsior
  11. Juglans regia
  12. Populus alba
  13. Prunus serrulata
  14. Quercus robur
  15. Robinia pseudoacacia
  16. Salix x sepulcralis 'Chrysocoma'
  17. Sorbus aucuparia
  18. Tilia  europaea
  19. Ulmus  hollandica

Gebruiksdoelen

Acer campestre

Afscheiding tussen wegen en fietspaden

Aesculus hippocastanum

Palen en afrasteringen (Bijna net zo sterk als tropische hardhout.

Alnus glutinosa

Glutinosa betekend kleverig, bevat veel suikers, de glutine zit tussen de barst en het hout in. Werd vroeger lijm van gemaakt

Betula pendula

De barst is makkelijk brandbaar, ideaal om een vuurtje mee te maken. Van de bladeren kan je thee maken.

Carpinus betulus

Voedsel bron larven van vlinders

Castanea sativa

Tamme kastanje de vruchten kan je poffen.

Corylus colurna

Noten hazelnootjes eetbaar.

Crataegus laevigata

Broedplaats voor verschillende vogelsoorten (heggemus)

Fagus sylvatica

Symbool ecologische natuurbeheer

Fraxinus excelsior

Maken ze stelen van voor verschillende gereedschappen (bezem stelen)

Juglans regia

Walnoot, de noten zijn eetbaar

Populus alba

Kan goedtegen zee wind, wordt daarom aangeplant in duingebieden waar de wortels het zand bij elkaar houden.

Prunus serrulata

Symbool voor de start van het voorjaar. In Japan zijn er zelfs festivals voor deze boom die het hele land doortrekken.

Quercus robur

Worden meubels van gemaakt (eikenhout)

Robinia pseudoacacia

Europees hardhout, net zo sterk, misschien wel sterker dan tropische hardhout

Salix x sepulcralis 'Chrysocoma'

Veel gebruikt aan vijver kanten, Drinkt gemiddeld 1000 liter water per dag

Sorbus aucuparia

Vogel boom (lijsterbes) Trekt veel verschillende vogelsoorten aan

Tilia  europaea

Zacht hout, waardoor er veel verschillende houtsnijwerken van worden gemaakt

Ulmus  hollandica

Hoe groter de boom, des te meer status had de eigenaar (rond 1700) Laatste 25 jaar vee liepen dood door iep en spint kever

 

 

Toets: Herkennen en benoemen bomen

Start

Overleven in het bos

Ben je wel eens gaan wandelen in de bergen en heb je toen het fantastische uitzicht bewonderd, omhoog gekeken naar de toppen van de bomen, geluisterd naar het ritselen van de bladeren...en opeens gemerkt dat je helemaal alleen was en verdwaald was? Logisch, zo'n situatie roept een bepaalde mate van paniek op en zorgen over je veiligheid. Maar hoewel verdwaald raken in de natuur een beangstigende ervaring kan zijn, is overleven in de wildernis over het algemeen een kwestie van gezond verstand, geduld, en op de juiste manier gebruik maken van de rijkdom van moeder natuur. Als je wilt weten hoe je in de natuur kan overleven, volg dan gewoon onderstaande instructies op.

 

 

De voorbereiding

 

Verricht eerst wat onderzoek.

Ga niet gewoon een trektocht maken in de wildernis; zorg dat je je eerst een gedegen beeld vormt van de omgeving. Het bestuderen van een kaart van het gebied waar je heen gaat – en zorgen dat je die bij je hebt – verkleint de kans dat je verdwaald raakt aanzienlijk. Leer over de flora en fauna van het gebied dat je gaat ontdekken. Kennis van de lokale planten en dieren kan je leven redden (bijvoorbeeld weten welke planten eetbaar zijn, of weten waar de lokale kolonie ratelslangen zich heeft genesteld).

  • Een van de meest accurate en informatieve boeken over dit onderwerp is Bushcraft - Outdoor Skills and Wilderness Survival door Mors Kochanski.
 
 
 
Zorg dat je goed eet voordat je de bossen in gaat, en dat je iemand vertelt waar je heen gaat, wanneer je verwacht terug te zijn, wanneer de politie gebeld moet worden, etc.
Maak de fout die James Franco maakte in 127, de survival film die op een waargebeurd verhaal gebaseerd is, niet – zorg dat iemand precies weet waar je heen gaat en wanneer. Op die manier zal iemand, als jij niet op tijd terug bent, zich realiseren dat je verdwaald bent, snel reddingsploegen op de hoogte stellen, en ze kunnen vertellen waar ze jou moeten gaan zoeken.
 
 

Neem een survivaluitrusting mee.

Een basaal survivalpakket bestaande uit een mes, een metalen lucifer, wat lucifers (in een waterdichte bus), wat touw (550 paracord is het beste), een fluitje, een nooddeken, een survivalspiegel, waterzuiveringstabletten, en een kompas kunnen het verschil tussen leven en dood maken. Ook al ga je maar een dag hiken, zorg dat je de basis bij je hebt.

  • Deze uitrusting bij je hebben heeft geen zin als je niet weet hoe je het moet gebruiken. Zorg dat je een aantal keren oefent in een veilige omgeving, voordat je erop uit gaat in de wildernis.
  • Vergeet niet om een eerste hulpdoos mee te nemen. Neem pleisters, een antiseptisch middel en een pincet mee zodat je eventuele splinters kan verwijderen die een infectie zouden kunnen veroorzaken.
  • Als je iets van medicijnen of injecties nodig hebt, neem die dan mee – ook al ben je niet van plan om zo lang weg te gaan dat je ze nodig hebt. Je weet nooit of je per ongeluk op een slang gaat staan en gebeten wordt.
  • Een kompas is ook een item dat van levensbelang is als je door de bossen trekt. Je kan de punt van het kompas richten in de richting van de stad of welk punt je ook van uit vertrokken bent, en de richting waarin de punt van het kompas wijst onthouden. Op die manier hoef je alleen maar, als je in de bossen verdwaald bent, te draaien totdat het kompas in de goede richting wijst, en terug te lopen.
  • Leer hoe je het kompas moet gebruiken voordat je vertrekt. Als je een kaart hebt en je ziet een paar opvallende punten in het landschap, dan kan je je kompas zelfs gebruiken om de plek waar je bent vast te stellen door drie punten te nemen, als in een driehoek, en van daaruit bekijken welke kant je op moet.
  • Als je een nooddeken gaat kopen (een lichte, dunne deken van extreem reflecterende Mylarfolie), geef dan net even iets meer geld uit zodat je een groter en duurzamer model kan kopen. Een nooddeken kan gebruikt worden om wind en water tegen te houden, het kan om het lichaam gewikkeld worden om onderkoeling te voorkomen/te verhelpen, of zelfs achter je gezet worden zodat de hitte van een vuur tegen je rug aan gereflecteerd kan worden. Niets van dit alles heeft echter zin als de deken te klein is of scheurt op het moment dat je hem uit de verpakking haalt.
 
 

Zorg dat je een communicatiemiddel bij je hebt.

Een mobiele telefoon met een extra batterij of een draagbare 27 MC radio kan je beste en snelste manier zijn om gered te worden als je echt verdwaald of gewond bent. Hoewel een mobiele telefoonsignaal slechts te krijgen is vanaf de top van een heuvel of boom, is het toch beter dan niets. Serieuze trekkers kunnen zelfs overwegen om te investeren in een noodbaken (PLB), zoals de SPOT Messenger, voor lange, gewaagde of afgelegen tochten.

  • Een SPOT Messenger is een apparaatje dat via satelliet communiceert en waarmee je reddingsdiensten kan contacteren, je eigen contacten kan bereiken als je hulp wilt voor niet dringende gevallen, of zelfs even contact maken met je vrienden en familie tijdens je tocht zodat ze weten dat alles goed gaat. Een service abonnement is vereist en het is niet goedkoop.
 

Methode 2

Overleven in de natuur
 

Raak niet in paniek als je verdwaalt.

Paniek is gevaarlijker dan wat dan ook, omdat het de werking van je allerbeste, meest nuttige en veelzijdige overlevingsmiddel beïnvloedt: je denkvermogen. Op het moment dat je je realiseert dat je verdwaald bent, stop dan meteen, voordat je iets anders gaat doen. Haal diep adem en blijf kalm. Voordat je iets gaat doen kun je het beste eerst het credo van het Engelstalige acroniem STOP opvolgen:

  • S = sit down (ga zitten)
  • T = think (denk)
  • O = observe your surroundings (observeer je omgeving)
  • P = prepare for survival by gathering materials (bereid je voor op overleven door materialen te verzamelen)
 
 

Oriënteer je.

De plek waar je je bevindt als je erachter komt dat je verdwaald bent, dat punt is je 'nulpunt'. Probeer iets te vinden waarmee je het kan markeren, zoals een kledingstuk dat je bij je hebt, een stapel stenen, een blad papier, of iets anders dat makkelijk te zien is vanaf een afstand. Leer de basisrichtingen – de zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen. Gebruik dit om de richting te bepalen, net zoals bij een kompas (begin bovenaan bij 12.00 en ga met de klok mee) Noord, Oost, Zuid en West.

  • Bijvoorbeeld, als het laat in de middag is en de zon staat rechts van jou, dan kijk je voor je naar het Zuiden.
  • Als je, voordat je de tocht gaat maken, leert hoe je 's nachts de Poolster in je achtertuin kan zien, dan kan dat later van onschatbare waarde zijn.
 
 

Blijf op dezelfde plek.

Dit verhoogt de kans dat je gevonden wordt, je verbruikt hierdoor minder energie en je hebt daardoor weer minder water en voedsel nodig. Ga liggen en blijf daar. De kans is best groot dat iemand je gaat zoeken, vooral als je iemand op de hoogte gebracht hebt van je plannen. Ook is het belangrijk als je met iemand bent: ga niet uit elkaar. Met hoe meer mensen je bent, hoe groter de kans is dat je het overleeft.

  • Schaduw zoeken als het buiten warm is vermindert het risico op uitdroging en verbranden enorm. Weersta de verleiding om kleding uit te doen want daarmee vergroot je alleen maar de risico's.
 
 

Maak een vuur.

Maak een vrij groot vuur met genoeg kooltjes die urenlang warm blijven, en zorg dat je genoeg extra droog hout hebt. Begin met het vuur nog voordat je denkt dat je het nodig hebt, ook al is het warm weer; een vuur is makkelijker gemaakt onder de juiste omstandigheden dan in paniek als de zon onder gaat – om nog maar te zwijgen van het feit dat het hebben van een vuur je een gevoel van comfort en veiligheid geeft terwijl je bezig bent om te bepalen waar je bent.

  • Een goede vuistregel is om hout te verzamelen totdat je denkt dat je genoeg hebt om de nacht mee door te komen, en dan nog drie stapels van dezelfde grootte aan te slepen, waarna je waarschijnlijk genoeg hebt om de nacht mee door te komen.
  • Er zou droog hout te vinden moeten zijn onder de bomen in het bos. Je kan ook boomschors of mest gebruiken. Als je een vuur maakt dat heet genoeg is, dan kan je ook groen hout, kwasten van naaldbomen, of takken gebruiken voor een vuur met veel rook, bijvoorbeeld om een SOS signaal uit te zenden.
  • Het beste hout om een vuur brandend mee te houden is afgestorven hout dat je van een staande boom af kan trekken. Los van het type bos waar je je in bevindt, zal er zeker wat droog hout te vinden zijn.
  • Onthoud dat een klein vuur makkelijker is om brandend te houden dan een groot vuur, omdat je er minder brandstof voor nodig hebt. Als je eenmaal genoeg sintels hebt, maak het vuur dan dus niet al te groot want dan moet je de hele tijd naar brandhout gaan zoeken.
  • Maak geen vuur in een gebied waar dat niet veilig is om te doen. Je vuur moet genoeg afstand houden tot bomen en struiken die makkelijk in brand kunnen gaan, het liefst op een open plek. Wees voorzichtig met je vuur. Hoewel je het vuur brandend moet houden door steeds brandhout toe te voegen, moet je het niet overdrijven. Neem het weer en andere factoren in overweging en weet dat een bosbrand heel wat moeilijker om te overleven is dan slechts verdwaald zijn!
 
 

Markeer de plek waar je bent.

Maak een geluid zoals door te fluiten, zingen, of stenen tegen elkaar te laten ketsen. Als je kan, markeer de plek dan zo dat het vanuit de lucht zichtbaar is. Als je in een weide in de bergen bent, maak dan drie bergen van donkere bladeren of takken in de vorm van een driehoek. Als je in een zanderig gebied bent, maak dan een grote driehoek in het zand. Drie van wat dan ook is in de wildernis een standaard noodsignaal.

  • Je kan het vuur ook gebruiken om een SOS signaal te sturen. Je kan een universeel SOS signaal maken door drie vuren in een rechte rij te maken, of drie vuren in de vorm van een driehoek.
  • Je kan ook drie keer op een fluitje blazen of drie keer met een geweer in de lucht schieten, als je er een hebt. Ook kan je een spiegeltje drie keer laten weerkaatsen in het licht.
 
 
Verken het gebied waarin je bent.
Hoewel je je niet te veel moet gaan verplaatsen, zou je wel de omgeving direct om je heen moeten gaan ontdekken om te zien of je iets nuttigs kan vinden. Misschien vind je er dingen van mensen die jou voorgegaan zijn, of het nu een blikje of kleine aansteker is, dat soort dingen kunnen van onschatbare waarde zijn. Zorg dat je altijd de weg naar jouw 'nulpunt' terug kan vinden als je op zoek gaat naar water, beschutting, of de weg terug naar huis.
 
 

Zorg dat je een goede waterbron vindt.

In een overlevingssituatie kan je tot drie dagen zonder water, maar aan het einde van de tweede dag zal je in niet al te goede conditie verkeren; zorg dat je voordat de tweede dag aanbreekt water vindt. De beste bron van water is een waterbron, maar de kans dat je die vindt is klein. Kijk ook of je vogels dichtbij ziet vliegen, want die houden ervan om vlakbij vers water te vliegen. Drink het water dat je nog hebt op – zet jezelf op rantsoen maar niet zo erg dat je meteen al dorst hebt.

  • Een kabbelende beek is de volgende goede optie; de beweging van het water zorgt ervoor dat er minder bezinksel in het water zit. Weet wel dat het drinken uit een riviertje tot bepaalde ziektes kan leiden, maar als je je in een levensbedreigende situatie bevindt, dan is het risico op een ziekte ondergeschikt aan overleven, en wat je misschien toch oploopt aan een ziekte kan behandeld worden als je weer thuis bent.
  • Als er dauw is en je bent wanhopig, dan kan je dat door je kleding laten absorberen en daarna het vocht uit je kleding zuigen.
  • Misschien kan je ook water vinden in de spleten van rotsen.
 
 

Zuiver je water.

Een grove manier van water zuiveren is om je pannetje te pakken en het daar in te verhitten. Om bacteriën effectief te doden moet het water minstens drie minuten goed koken.[1] Je kan ook (helder) water in een plastic fles doen en het zes uur lang in de zon zetten zodat de meeste organismen gedood worden.[2]

  • Maar als het water zo vol bezinksel zit dat de zon er niet doorheen kan schijnen, dan zal deze methode niet werken. Als je het bij je hebt, voeg dat een snufje zout toe aan het water zodat het bezinksel naar de bodem zakt.
 
 

Probeer een schuilplaats te vinden of te maken.

Zonder een goede schuilplaats ben je volledig blootgesteld aan de elementen en loop je het risico op onderkoeling of zonnebrand, afhankelijk van het weer. Als je geen kleding draagt die past bij de omstandigheden waarin je verkeert, dan is het vinden van beschutting nog belangrijker. Gelukkig zitten bossen vol met middelen en bronnen waarmee je zowel beschutting als vuren (voor warmte, veiligheid, en signaleren) kan maken. Hier zijn wat dingen die je kan gebruiken:

  • Kijk naar omgevallen bomen of bomen die op andere bomen leunen. Je kan een A-frame shelter maken door takken aan weerszijden van de omgevallen boom te stapelen, en daarna de takken bedekken met gebladerte, takken van palmbladeren of planten.
  • Gebruik gebladerte of takken van bomen om water af te stoten, wind tegen te houden, sneeuw buiten te houden, of schaduw te creëren. Maak je schuilplaats van zoveel mogelijk kanten als het maar mogelijk is dicht.
  • Hoewel grotten geweldig kunnen zijn is het wel belangrijk dat je je ervan verzekert dat de grot niet al bezet is door beren, grote katten, slangen of andere onvriendelijke dieren; zij weten ook dat grotten goede plekken zijn, en ze zijn al langer dan jij op zoek naar goede schuilplaatsen.
  • Als er sneeuw ligt, bouw dan een sneeuwgrot. Sneeuw is een fantastische isolator en je zal je er erg comfortabel in voelen.
  • Zorg er wel voor dat je schuilplaats niet zo verborgen is dat je er al je tijd in stopt maar dat niemand je kan vinden.
  • Stop niet te veel energie in het bouwen van een perfecte schuilplaats want dan raak je uitgeput.
 
1

Zorg voor veilig voedsel.

Weet dat de meeste gezonde volwassenen tot drie weken zonder voedsel kunnen overleven tenzij het koud is.[3] Het is beter om honger te hebben en gezond te zijn dan ziek. Zorg dat je zeker weet dat het voedsel dat je eet veilig is. Als er iets is dat jouw vermogen om te overleven verkleint, dat is het zowel verdwaald als ziek zijn. Uithongering is niet het grootste probleem.

  • Wees niet bang om insecten waaronder wandgedierten te eten. Hoewel het misschien weerzinwekkend is om een paar sprinkhanen te eten, is het wel nuttige voeding. Alle insecten moeten gebakken worden omdat ze parasieten die dodelijk kunnen zijn bij zich kunnen dragen. Eet geen rupsen, felgekleurde insecten, of insecten die kunnen bijten of prikken. Haal de pootjes, het kopje en vleugels van elk insect dat je gaat eten er sowieso af.
  • Als je vlakbij water bent dan is vis een goed idee. Witvis kan in zijn geheel gegeten worden.
  • Eet geen paddenstoelen of bessen die je ziet, hoeveel honger je ook hebt. Het is beter om honger te hebben dan om iets te eten wat giftig is. Veel bessen in het bos, vooral witte bessen, zijn giftig.
 
 

Tips

  • Je kan mos als verband gebruiken, het helpt je om geen bloed te verliezen en het is makkelijk te vinden. Het is meestal vlakbij rivieren te vinden.
  • Voor serieuze wonden kun je indien nodig de mouwen van een blouse of T-shirt afsnijden en gebruiken als verband. Denk eraan dat je ze zo om een wond wikkelt dat ze los genoeg zitten om nog een of twee vingers tussen de stof en het lichaam te kunnen stoppen.
  • Je kan een paar weken zonder voedsel overleven, maar slechts een paar dagen zonder water, en, in slechte weersomstandigheden, slechts een paar uur zonder beschutting. Stel prioriteiten.
  • Je voornaamste survivalmes zou een mes met een vast, solide en stevig handvat moeten zijn; een vouwmes kun je beter alleen als reserve gebruiken, hoewel het toch beter dan niets is.
  • Als je geen aansteker of lucifers hebt, dan moet je het vuur met de hand aansteken. Als je genoeg tondel hebt (kleine materialen die goed branden zoals gedroogd gras, veren of stukjes boomschors) kan je meestal wel een vuur aanmaken met behulp van de zon door een vergrootglas, een brilglas, een stukje gebroken glas, een dekglas van een horloge of kompas, of andere heldere objecten waardoor het licht versterkt wordt. Het is erg moeilijk om een vuur aan te maken door middel van wrijving; je kan het beste gewoon een keur aan middelen bij je dragen waarmee je een vuur kan aanmaken.
  • De mouwen van een waterdichte jas kunnen gebruikt worden om water in te dragen door een kant dicht te knopen.
  • Als je niet op de plek waar je verdwaald bent geraakt kan blijven totdat iemand je vindt, loop dan niet zomaar een richting op, ook al heb je een middel bij je waarmee je jezelf kan verzekeren dat je die richting op kan blijven lopen. Probeer in plaats daarvan bergopwaarts of bergafwaarts te lopen. Bergopwaarts lopen biedt je een grote kans om vanuit daar een gunstige positie in te nemen van waaruit je je positie goed kan bepalen. Als je bergafwaarts loopt dan vind je waarschijnlijk water dat je kan volgen langs de stroom naar beneden toe; in veel gevallen leidt dit je naar de bewoonde wereld. Maar volg geen water bergafwaarts als het nacht is of mistig, want het kan van een steile rots afstromen. Ga nooit naar beneden in een diepe kloof. Ook al is er geen risico op een plotselinge overstroming, de rotswanden van een diepe kloof kunnen zo steil zijn dat de enige manier om er uit te komen is dat je de kloof helemaal tot zijn eind volgt. Nog erger is het als er water door de diepe kloof stroomt; dat kan dan na verloop van tijd in een rivier veranderen, waardoor je gedwongen bent om weer terug te gaan.
  • Als het koud is en je zit tegen onderkoeling aan, zorg dan dat je niet in slaap valt. Het kan je dood tot gevolg hebben.
  • Een van de meest belangrijke overlevingsmiddelen is iets waar mensen nooit aan denken: een blikje. Er zijn veel soorten voedsel die zonder een blikje moeilijk te koken of bakken zijn.
  • 's Nachts is de kans om dood te vriezen groter dan overdag. Zorg dat je droog bent. Omwikkel jezelf met kleding. Zorg dat je niet te dicht op de grond ligt. Maak een 'bed' van takken, bladeren, takjes, wat er ook voorhanden is, en bedek jezelf daar ook mee. Om 's nachts warm te blijven kun je stenen in een vuur verhitten, ze begraven, en erop gaan slapen, maar dat is een erg inspannende klus; het is makkelijker om jezelf te positioneren tussen het vuur en een groot object dat reflecteert, zoals een omgevallen blok hout, een rotsblok of je nooddeken.
  • Regen, sneeuw, of dauw zijn allemaal goede bronnen van schoon water. Je kan van alles gebruiken om neerslag in te verzamelen, van een beker, tot een stuk waterbestendige stof tot een groot blad.
  • Als je niet helemaal zeker bent waar je bent en hoe je weer terug naar je vertrouwde territorium kan komen, roep dan niet uit Ik denk dat het die kant op is. Hoe meer je beweegt als je eenmaal beseft dat je verdwaald bent, hoe kleiner je kansen worden dat je ooit de weg nog terug vindt.
  • Een riem kan ook gebruikt worden om een verband mee op zijn plek te houden (niet te strak!), als extra riem voor je uitrusting, of als een valstrik.
  • Verspil nooit water.
  • Vertrouw op je instinct.
  • Als je een lange trektocht plant naar moeilijk of onbekend terrein, dan is het altijd een goed idee om een back-up plan te hebben. Gedetailleerde kaarten of wandelgidsen, extra voedsel en water, en signaleringsmiddelen zoals een spiegeltje, een flare gun, of zelfs (afhankelijk van de duur en locatie van de trek) een satellietzender (PLB) kunnen je leven redden.
  • Raak niet in paniek! Probeer om jezelf zo snel mogelijk te kalmeren zodat je niet gaat flippen.
  • Bind felle kleding (jas, bandana of zelfs ondergoed) aan de top van een boom vast om aandacht te trekken.
  • Overweeg om een staf of wandelstok met je mee te nemen. Als je er geen hebt dan is elke stok die zo groot als een staf is prima. De kleine afdruk die je ermee in de aarde maakt helpt je om je spoor weer terug te vinden, vele malen beter dan broodkruimels zoals bij Hansje en Grietje.
  • Het is veiliger om met anderen de wildernis op te zoeken.
  • Ga nooit zonder kompas naar de bossen. Bepaal vanuit welke richting je de bossen ingaat, bijvoorbeeld, vanuit een rechte weg of pad, en als je verdwaalt dan ga je gewoon terug in de tegengestelde richting van waar je vandaan kwam. Als je geen kompas bij je hebt, dan kan je de belangrijkste richtingen op basis van de standen van de sterren, maan en zon bepalen.
  • Voer geen wilde dieren, dat kan dodelijk zijn. Zelfs geen klein konijntje, want dat kan ervoor zorgen dat andere dieren ook naar jouw plek toekomen.
  • Een vuurwapen is altijd al een essentieel hulpmiddel voor in de bossen geweest. Een .22 geweer of pistool kan gebruikt worden om aan voedsel te komen, om jezelf te beschermen tegen mensen of dieren, en als signaleringsmiddel.
  • Zorg dat je zelfs het kleinste wondje verzorgt, want dat kan leiden tot een ontsteking of ziekte, en misschien zelfs de dood.
  • Als je wil gaan vissen, maak dan een hengel van een stok die ongeveer 2 meter lang is en 2,5 -7,5 cm. dik (neem wel zelf vishaakjes mee). Haal de schors van de stok af en snijd met een mes een inkeping van 5-7,5 cm. diep in de bovenste punt van de hengel. Knoop een kant van een touw of koord in de inkeping, en maak het haakje aan de andere kant van het koord of touw vast. Je kan ook proberen om een klein stukje vlees, een insect, of iets anders wat je wilt gebruiken als aas, aan het haakje vast te maken. Je kan het beste bij minstens twee mensen die je kent en die je vertrouwt je gegevens achterlaten, over waar je naar toe gaat, met wie je bent, wat voor uitrusting je hebt en wanneer je terugkomt. Op die manier kunnen ze de autoriteiten waarschuwen als je niet volgens de data van je schema terugkomt.
  • Nog een ondergewaardeerd maar belangrijk item voor een survivaluitrusting zijn twee lichtgewicht afvalzakken. Je kan ze heel klein opvouwen en ze kunnen voor veel verschillende dingen gebruikt worden. Vul er een met water en draag die naar de plek waar je net beland bent. Snijd (een zo klein mogelijk gaatje) uit een hoek van de zak voor je hoofd, en draag de rest over je lichaam heen (en rugzak indien nodig. Je armen kunnen eronder blijven – en dat moet waarschijnlijk ook als het koud is of regent, want anders verlies je te veel lichaamswarmte en zullen je kleren snel nat worden). Je kan ook de ene zak in de andere doen en de ruimte ertussen in vullen met bladeren, gras en dennennaalden waarmee je een geïmproviseerde slaapzak maakt, als dat absoluut nodig is. De beste vuilniszakken zijn de oranje vuilniszakken die in de bouw worden gebruikt (die kan je ook gebruiken om mee te signaleren).
  • Over het algemeen is het aan te raden om je voor een overlevingssituatie voor te bereiden zodat je er klaar voor bent als er iets gebeurt.
  • Zorg dat je jezelf kan verdedigen als dat nodig is.
  • Doe je telefoon in een plastic tas zodat je niet het risico loopt dat het nat wordt.
  • Neem een mes en vuursteentjes mee zodat je met de vonken vuur kan maken. Sla de achterkant van het mes op de vuursteen zodat je vonken maakt en, zoals altijd, gebruik droog tondel.
  • Je kan ook doornen als vishaken gebruiken, als je wilt gaan vissen.
 

Waarschuwingen

  • Zorg dat je niet van moderne technologie zoals mobiele telefoons, GPS apparaten of radio's afhankelijk bent om jou te redden als je verdwaald bent. Neem er een mee als je er een hebt, maar onthoud dat deze spullen niet failproof zijn; zorg dat je een back-up plan hebt.
  • Als je stenen verhit, zorg dan dat ze niet nat zijn (of uit een waterbron komen). Als je ze dan namelijk in het vuur verhit dan exploderen ze omdat het water in de spleten van de stenen verdampt.
  • Als je slangen tegenkomt, laat ze dan met rust. Slangen bijten als ze hongerig zijn of als ze zich bedreigd voelen. We zijn te groot om door slangen als prooi gezien te worden; ze zien mensen niet als voedsel. Sta stil en de slang zal weggaan. Val de slang aan en hij zal beslist wraak nemen. Als je een slang opgerold in je uitrusting aantreft, zorg dan dat het weggaat door het met een lange stok zachtjes weg te duwen. Als de slang naar je toe komt, sta dan stil. Het weet niet dat je je angstig voelt door zijn komst, en als je niet rond gaat springen dan zal het jou waarschijnlijk nog niet eens opmerken. Als je de slang daarentegen doodt dan kan je genieten van het voedsel. Omdat je waarschijnlijk niet weet of de slang giftig is of niet, is een goede regel om het hoofd eraf te snijden, en dan dezelfde afstand terug vanaf dat punt te snijden naar het lichaam toe. Hiermee verwijder je de gifklieren, als die er al zijn.
  • Probeer te vermijden dat je je kleren in stukken snijdt. Een mouw eraf snijden zodat je een geïmproviseerde ‘wat dan ook’ hebt lijkt misschien op dat moment een goed idee, maar als het nacht wordt zou je willen dat je het nooit gedaan had.
  • Reis nooit direct in een rivier, omdat het water je lichaamswarmte veel meer absorbeert dan lucht, wat kan leiden tot onderkoeling.
  • Als je merkt dat je in de winter in de wildernis bent belandt, eet dan geen sneeuw tenzij je het eerst helemaal laat smelten en opwarmt! Als je sneeuw eet dan zal je lichaamstemperatuur dalen en dan riskeer je onderkoeling of de dood. Een methode om onderweg sneeuw te verwarmen is om het in je waterfles te doen en dat tussen je jas en je kleding te plaatsen.
  • De meeste dieren (zoals beren) vallen mensen niet aan tenzij ze zich bedreigd voelen. Als je beren tegenkomt, raak dan niet in paniek maar loop gewoon langzaam weg.
  • Je eigen urine drinken als waterbron wordt over het algemeen niet aangeraden.[4]
  • Zorg dat je vuur afgebakend is! Zorg dat er geen brandbaar materiaal bij je vuur in de buurt ligt en sluit het volledig met stenen of een hoge rand van zand af. Maak je vuur uit met grote hoeveelheden water: zorg dat het helemaal geabsorbeerd wordt, zodat er geen enkele kans bestaat dat er zelfs maar het kleinste vonkje overblijft. Je zou in staat moeten zijn om de uitgebluste kooltjes aan te raken met je handen. Het is een ding om in de bossen verdwaald te raken, maar het is helemaal een ander ding als je verdwaald bent en omringd bent door een bosbrand die ontstaan is door je eigen nalatigheid.
 

Benodigdheden

    • Fluitje met kompas erin (deze worden soms aan een ketting van parachutekoord verkocht, en je kan het touwtje dan ook nog gebruiken als je het nodig hebt)
    • Waterhouder
    • Dingen om vuur mee aan te maken: lucifers, aansteker, flint/magnesium & staal, vergrootglas of lens (dat zit soms aan het koord van een kompas)
    • Pan om water in te koken of voedsel in te bakken
    • Zwitsers zakmes
    • Kaart van het gebied waar je bent
    • Vishaken en een grote hoeveelheid vislijn. Rol het op en doe het in een zakje. De haakjes zijn handig als je wilt gaan vissen, maar ze kunnen ook handig zijn voor andere doeleinden en ze wegen haast niets. Doe ze bij de vislijn in je portemonnee en doe ze in je achterzak.
    • Drie of vier energierepen, of kleine porties wandelmix.
    • Nooddeken of grote zak (allebei zeer reflecterend of zeer opvallend)
    • Basis EHBO doos
    • Extra waterflessen (ongeopend totdat je verdwaalt)
    • Kompas
    • Waterzuiveringstabletten
    • Extra kleding
    • Watjes en vaseline. Vaseline is goed voor schrale lippen maar, belangrijker nog, als je de watjes uit elkaar trekt en ze mengt met vaseline, dan is het eindresultaat erg brandbaar; het zal goed branden en nog lang ook. Dit is heel goed materiaal voor het maken van fakkels en om vuren mee aan te maken. Gebruik dit echter niet voor de behandeling van brandwonden!
    • Touw/koord
    • Naaidoosje/flosdraad (handig voor reparaties en vislijn)
    • Olijfolie (voor calorieën en om vuur mee aan te maken)
    • Een bijl (om hout mee te hakken of als zelfverdedigingsmiddel)

 

 

Paddenstoelen

Paddestoelen

De meeste paddenstoelen komen in de herfst uit de grond. De vliegenzwam is heel bekend. Het is de paddenstoel uit het liedje: 'Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen'. Hij groeit uit een knol die in de grond zit. De steel en de hoed komen boven de grond uit. Aan de onderkant van de hoed lopen lijntjes. Dat zijn de plaatjes. Daartussen groeien sporen. De sporen worden op verschillende manieren verspreid. Door de wind of door de poep van dieren die de paddenstoelen opeten.

Een paddenstoel maakt miljoenen sporen. Dat zijn zaadjes waaruit later nieuwe paddenstoelen kunnen groeien.

Van spore tot paddenstoel

Als een spore op de grond terechtkomt, kan er een paddenstoel uit groeien. Dat gebeurt alleen als de grond een beetje vochtig is. En het moet niet te warm en niet te koud zijn. Een paddenstoel maakt ontzettend veel sporen. Ze wegen niets en dwarrelen soms ver weg. Er zijn er daarom altijd wel een paar die op een goed plekje terechtkomen. Uit de spore groeit eerst één wit draadje. Al gauw is er een wirwar van witte draadjes: de zwamvlok. Aan het uiteinde van een draadje groeien kleine knobbeltjes. Die duwen zich omhoog door de grond en daar is hij dan... de paddenstoel. Een zwamvlok en een paddenstoel heten samen zwam.

In Nederland komen 3500 soorten paddenstoelen voor. Sommige zijn eetbaar, andere juist niet. Pas op voor de groene knol-amaniet, de krulzoom en de inktzwam. Ook de mooie vliegenzwam is giftig. Eetbare paddenstoelen zijn de cantharel (zeg: kan-taa-rel), de oesterzwam, het eekhoorntjesbrood en verschillende soorten champignons (zeg: sjam-pin-jons). Champignons groeien in het wild, maar worden ook gekweekt. Dat gebeurt in speciale schuren met compost van stro en paardenmest. Champignons groeien in het donker. Daardoor blijven ze zo mooi wit. Na drie weken zijn de champignons klaar om te worden geplukt. Ze worden afgesneden en naar de winkel gebracht. De compost in de schuren wordt vernieuwd. Dan kunnen er weer nieuwe champignons groeien. Paddenstoelen groeien heel snel. De ene dag is er nog niets te zien, de volgende dag staat er een paddenstoel! Vroeger begrepen mensen niet waar paddenstoelen vandaan kwamen. Daarom verzonnen ze allerlei verhalen. Bijvoorbeeld dat er een duivel door het bos liep, verkleed als pad. Als de pad moe was, liet hij een 'stoel' uit de grond groeien. Daar kon hij dan even op uitrusten. Vandaar dus de naam 'paddenstoel'. De mensen gaven paddenstoelen vroeger vaak namen waar het woord heks of duivel in voorkwam. Heksenboleet en duivelsbrood bijvoorbeeld. En paddenstoelen die in een cirkel groeiden, noemden ze heksenkring.

Een pad op een stoel. Zo komt de paddenstoel aan zijn naam.

RTL Nieuws Giftige paddenstoelen

Herkennen Paddenstoelen

De opdracht over paddenstoelen

 

11:15-11:20        Bekijk de film RTL nieuws giftige paddenstoelen

11:25-11:35        Presentatie herken paddenstoelen 1

11:40-12:15        Aan de slag:

                           Maak een presentatie van 10 giftige en 10 niet giftige paddenstoelen.

                           In de presentatie staat minimaal; groeiplaats, uiterlijk, giftig niet giftig en rode lijst soort (beschermingslijst).

12:20-13:15        Opdracht afmaken en delen in TP

Start je eigen insectenhotel

Start nu je eigen insectenhotel

 

Begin nu je eigen hotel bij school, een insectenhotel! Insecten hebben het tegenwoordig steeds lastiger in onze tuinen, want we houden van strak en steriel. En insecten zijn juist super nuttig voor het bestuiven van bloemen, maar ook voor het onder controle houden van bladluis en ander ongedierte. Tijd dus om deze vrienden weer welkom te heten in de schooltuin in je eigen insectenhotel.

Insectenhotel

Niet alleen mooi maar ook nuttig

De natuur dichterbij halen is makkelijker dan je denkt. Met onze eigen schooltuin, hoe groot ook, heb je de kans om je leefomgeving weer een beetje groener te maken. Met behulp van een insectenhotel bied je fijn onderdak aan allerlei interessante diertjes. Zo vergroot je de biodiversiteit van je eigen omgeving. En dat is hard nodig want door de vele bestrijdingsmiddelen en monocultuur in de landbouw verdwijnen er steeds meer soorten insecten. Een goed voorbeeld daarvan is de massale bijensterfte die nu al enkele jaren voortduurt. Zorgelijk want zonder bijen geen planten, dus geen leven!

Gasten van het insectenhotel

Een insectenhotel is niet alleen nuttig maar ook nog eens natuurlijke en decoratieve aankleding voor de schooltuin. Daarnaast is het voor leerlingen en studenten een leuke manier om allerlei insecten te bestuderen. Gasten die je in je nieuwe hotel kunt verwachten zijn:

Lieveheersbeestjes

De grootste vrienden in de schooltuin zijn de lieveheersbeestjes. Ze zijn niet alleen leuk, maar ze bestrijden ook bladluis. Voor deze diertjes moet je dus zeker een kamertje vrijhouden in je hotel. Voor de dagelijkse overnachting en voor de overwintering

Metselbijen
Vooral de holtes in je hotel zijn de ideale plek voor de metselbij. Deze wilde bijensoort legt haar eitjes in deze gaatjes en ‘metselt’ deze vervolgens dicht. In het voorjaar knaagt het jonge bijtje zich baar buiten om jouw bloempjes te bestuiven. Metselbijen voeren deze taak het best uit van alle bijensoorten. Ook wij hebben niets te vrezen van de metselbij, want deze steekt bijna nooit en mocht het onverhoopt toch gebeuren dan geeft het bij mensen nauwelijks een reactie.
 
Graafwespen
Graafwespen gebruiken plantafval en afgeknipte takken als nestplaats. Ze zijn uiterst nuttige helpers in de strijd tegen bladluis, cicaden en bladkeverlarven. De graafwespen graven rechte gangen in het merg van de plantenstengels en zetten daar hun kroost af.
 
Vlinders
Wie wil er niet nog meer vlinders in de schooltuin? Ook hier fungeert het hotel als een schuilplaats bij slecht weer en voor een aantal soorten als winterverblijf. Te denken valt aan de mooie dagpauwoog, de citroenvlinder de kleine vos en de admiraal vlinder.
 
Gaasvliegen
Ook gaasvliegen kunnen ons helpen bij de de bestrijding van bladluis. Gaasvliegen in de schooltuin zijn niet hinderlijk dat zijn de bekende zwarte vliegen. Dus zet de deur open van je hotel en de gaasvlieg zal er het hele jaar door gebruik van maken als schuilplaats.

insecten-hotel-maken

Insectenhotel zelf maken

Een insectenhotel kun je makkelijk zelf maken van allerlei natuurlijke materialen. Je ziet ze van klein tot zeer groot. Google maar eens op ‘insectenhotel’ en je krijgt de meest originele ontwerpen.

 

Lesblok weide

Midden-Delfland, is een gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Het landschap van Midden-Delfland is een veenweidegebied, maar wordt door verschillende steden omringd. In Midden-Delfland ligt een aantal dorpen. De voornaamste economische activiteit is de veehouderij, vooral de rundveehouderij. De veehouderij is kenmerkend voor het landschap. Het gemeentehuis staat in Schipluiden. In Midden-Delfland ligt 1.400 ha recreatiegebied. Waar veel verschillende bedrijven actief zijn die gasten verwelkomen om te recreëren.

De Rijksweg 4 of A4 ligt midden door het gebied van Midden-Delfland. Door Midden-Delfland gaat de A4 van Delft naar Vlaardingen. Het traject was al decennia eerder bepaald, maar na jaren van protesten begon in 2011 het aanleggen van de A4. De A4 is eind 2015 voor het verkeer geopend.

Afbeeldingsresultaat voor cittaslow

Midden-Delfland is de eerste Nederlandse gemeente die sinds 2008 het Cittaslow keurmerk mag uitdragen, omdat zij op het gebied van leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit goed scoort.

Geografie

Het gebied van Midden-Delfland grenst in het westen aan het Westland. De gemeente Midden-Delfland valt (gedeeltelijk) in de regio Westland.

De gemeente Midden-Delfland maakt deel uit van plusregio Haaglanden en de metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Midden-Delfland is op 1 januari 2004 uit een fusie van de voormalige gemeenten Schipluiden en Maasland ontstaan. Ook werd een gebied ten zuiden van Delft bij de gemeente gevoegd. Midden-Delfland telde per 1 januari 2010 17.892 inwoners. Buurgemeenten zijn, kloksgewijs vanaf noord: Rijswijk, Delft, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en Westland. Behalve Schipluiden en Maasland en deze omliggende plaatsen ligt er een aantal kleine dorpen in Midden-Delfland: Den Hoorn, met de meeste inwoners, 't Woudt, Hodenpijl, Ter Lucht, de Zweth en Gaag.

 

 

Cittaslow

Oorsprong

De Cittaslow-beweging zag het licht in 1999 als briljant geesteskind van Paolo Saturnini, voormalig burgemeester van Greve in Chianti, een klein plaatsje in Toscane.

Hij kreeg nieuwe ideeën over de gemeente zelf en over de ontwikkeling ervan, met de nadruk op het verbeteren van de kwaliteit van leven, en besloot te proberen het hele land mee te krijgen. Zijn ideeën werden al snel overgenomen door de burgemeesters van Bra (Francesco Guida), Orvieto (Stefano Cimicchi) en Positano (Domenico Marrone) en later kregen ze ook de steun van de president van de Slow Food-beweging, Carlo Petrini. Het belangrijkste doel van Cittaslow, toen en nu nog steeds, is het overbrengen van de filosofie over Slow Food naar lokale gemeenschappen en naar de stadsbesturen, waarbij de principes van de ecogastronomie worden toegepast op het dagelijks leven.

Gemeenten die zich bij de organisatie aansluiten, putten hun motivatie uit het leven van vroeger, toen de mens nog de langzame en gezonde opeenvolging van de seizoenen volgde. Ook van belang zijn de gezondheid van de inwoners, de authenticiteit van producten en goed voedsel, de rijkdom van fascinerend handwerk en waardevolle kunst, pleinen, theaters, winkels, cafés, restaurants, spirituele plaatsen en ongerepte landschappen, alles gekenmerkt door de spontaniteit van religieuze vieringen en respect voor tradities via de vreugde van langzaam en rustig leven.

 

Filosofie

Goed leven betekent: kunnen genieten van de faciliteiten, diensten en voorzieningen die het leven voor de inwoners gemakkelijk en plezierig maken.

Slow leven houdt in: je langzaam haasten, ‘festina lente’, zoals men vroeger zei in het Latijn. Dagelijks op zoek zijn naar een bewuster leven in de moderne tijd, met andere woorden op zoek naar het beste uit het verleden, om daar dankzij het beste van de hedendaagse en toekomstige mogelijkheden van te genieten.

Dit alles zal resulteren in technologische mogelijkheden, moderne oplossingen op het gebied van communicatie, transport, inkomen, productie en verkoop.

Het leven in en het besturen van een Cittaslow is in feite een bepaalde manier om er een gewone levensstijl op na te houden in plaats van de hedendaagse trend te volgen.

En dan is uiteraard de bedoeling: minder hectisch, minder productiegericht en minder snel. Het lijdt geen twijfel dat dit menselijker, milieubewuster en verstandiger is voor de huidige en toekomstige generaties. Het project eerbiedigt kleine realiteiten in een steeds meer globaliserende wereld.

Voortreffelijkheden

Cittaslow promoot het gebruik van technologie gericht op de verbetering van de kwaliteit van het milieu en het gemeentelijk netwerk, en daarnaast het waarborgen van de vervaardiging van eerlijke voedingsproducten die bijdragen aan het karakter van de regio.

Bovendien ijveren Cittaslows voor een dialoog en goede communicatie tussen lokale producenten en consumenten. Door middel van overkoepelende ideeën ten aanzien van milieubehoud, het bevorderen van duurzame ontwikkeling en de verbetering van de kwaliteit van leven, stimuleren Cittaslows voedselproducenten tot het gebruik van natuurlijke en milieuvriendelijke technieken. Eén van de promotiemethodes is om dit te doen via de zogenaamde Presidia.

De aanduiding ‘Cittaslow’ groeit uit tot het kwaliteitsmerk van kleinere gemeenten. Alleen die met minder dan 50.000 inwoners kunnen zich aansluiten. Cittaslows zijn geen hoofdsteden of zetels van regionale regeringen, maar sterke gemeenschappen die ervoor gekozen hebben de kwaliteit van het leven van hun inwoners te verhogen en daarvoor beleid vaststellen.

Slow is beter

We leven in een tijd waarin je met één klik van je vinger enorm veel kennis en informatie kan verzamelen van internet. Aan de andere kant worden door de wereldeconomie de verschillen in cultuur en ambities steeds kleiner. Carlo Petrini van Slow Food en het Terra Madre-project gelooft dat het mogelijk is om internet te gebruiken om kleine gemeenschappen te helpen ervaringen, cultuur, de beste manier van werken en projecten uit te wisselen. Dit is het uitgangspunt van Cittaslow, het internationale samenwerkingsverband van gemeentes waar het leven heerlijk is en dat is opgericht in Orvieto in oktober1999.

Uit het Cittaslow-manifest: “Een wereldwijd netwerk bouwen om de beste manier van werken voor het besturen van een ‘langzame stad’ te delen. Vanuit de ervaring van Slow food en Cittaslow werd een nieuwe culturele en wetenschappelijke aanpak ontwikkeld: van voedsel tot landbouw, van landbouw tot het milieu, van het milieu tot leefruimte. ‘Langzame stad’ staat centraal in ‘slow’ landen en een nieuw bewustzijn”(…)

Gemeenten behouden hun gemeenschapszin

Cittaslow-gemeenten mogen nu wel niet allemaal perfect zijn, maar het zijn gemeenten die onder de invloed van Slow Food proberen het beste te halen uit de moderne tijd, terwijl ze toch hun gemeenschapszin blijven behouden. Dit komt allemaal voort uit het oorspronkelijke idee van Paolo Saturnini, de vroegere burgemeester van Greve in Chianti, dat de burgemeesters van enkele plaatsen moesten samenwerken met elkaar en met Slow Food voor het grootse gezamenlijke project Cittaslow, zelfs al lijkt een dergelijk project onrealistisch in deze snelle tijd. Nu is de samenwerking al gegroeid tot ongeveer 100 gemeentes in 11 landen. Het koppelt overheden, inwoners en leden die gezamenlijke ervaringen willen delen, waardoor het project niet meer alleen over goede kwaliteit voedsel gaat, maar nu ook duurzaamheid, gastvrijheid en sociale diensten omvat. Een nieuw soort landbouw en een ethische manier van consumeren worden ondersteund. Het doel van Cittaslow is het behouden van de identiteit en de geest van de gemeenschap ondanks de problemen van de huidige tijd, door de beste aspecten van de globalisering te gebruiken zonder zichzelf op te offeren.

 

 

Waarom Cittaslow

Lokale gemeenschappen floreren bij het onderkennen en delen van hun speciale kwaliteiten. Ze floreren wanneer ze een gezamenlijke, eigen identiteit ontdekken waar ze bij horen, en die door anderen op waarde wordt geschat.

Het Werelddorp Cittaslow mag dan ongeëvenaarde mogelijkheden gecreëerd hebben voor de uitwisseling van goederen en ideeën, het kan ook leiden tot een ongekende uniformiteit die fnuikend is voor individualiteit en creativiteit op lokaal niveau. Een alternatieve visie die snel aan populariteit wint, is die waarbij het streven naar en de verspreiding van voortreffelijkheid niet wordt gezien als iets dat slechts voor enkelen is weggelegd, maar als een voor iedereen verrijkende ervaring. Dit is het motto van het Cittaslow-netwerk.

Slow Food-netwerk
Het Slow Food-netwerk, dat ontstaan is uit een zoektocht naar de kwaliteit van het leven gebaseerd op goed eten, heeft al een gevestigde internationale reputatie en een wereldwijde aanhang van 70.000 individuele leden. De gemeenten die Slow Food principes omarmd hebben, komen nu bij elkaar om een internationaal Cittaslow-netwerk te vormen. Deze gemeenten zullen gelijksoortige experimenten uitvoeren en zich houden aan een gezamenlijke gedragscode die het belang onderstreept van de kwaliteit van het leven in hun lokale gebieden, evenals van (uiteraard) goed eten, wijn, en het bieden van gastvrijheid aan bezoekers (tijdelijke inwoners)!

Herkennen en benoemen weideplanten

De volgende weideplanten gaan we de komende lessen herkennen en benoemen. Het zijn weideplanten die je in je werkzaamheden als Outdoor medewerker regelmatig zal tegen komen in je werkomgeving.

De weideplanten verwerk je in een PowerPoint presentatie.

De volgende zaken moeten terug te vinden zijn in de Power Point presentatie.

 

  • Wetenschappelijke naam
  • Nederlandse naam
  • Kenmerken

 

Weideplantjes die we onze weidedieren liever niet zien eten.....
Een paard is niet specifiek een graseter. Ook verrijkte weides kunnen een toevoeging zijn voor de voeding van het paard. Maar helaas zijn niet alle planten/onkruiden zonder gevaar.

- Jacobs kruiskruid:

Gelukkig bij de meeste eigenaren wel bekend. Ooit gezaaid als bermversiering maar nu is er een overgroei aan en is hij moeilijk te bestrijden. De meeste dieren vinden de plant niet lekker maar als het eten schaars is in de wei kunnen ze er toch van gaan eten. Ook gedroogd gaat de vieze smaak er van af en eten de dieren het op. Het plantje bevat gifstoffen die de lever aantasten, Pyrrolizidine Alkaloiden. Als een dier in 1x een grote hoeveelheid eet kan er acuut leverfalen optreden. Krijgen dieren het in kleinere hoeveelheden voor langere tijd dan treedt er zogenaamde levercirrhose op waarbij de leverfunctie langzaamaan verslechtert totdat de schade zover is dat er ook leverfalen ontstaat.Ook voor de mens is dit plantje zeer schadelijk

- Zuring

Veel gezien in de weide. Heeft van zichzelf een vieze smaak, maar sommige dieren vinden het juist lekker! De plant bevat onder andere Oxaalzuur. In grotere hoeveelheden kan het zorgen voor een te laag calcium gehalte in het bloed. Calcium is onder andere belangrijk voor de botvorming. Naast dat de plant dus in grote hoeveelheden giftig kan zijn is de plant onwenselijk in de wei. Hij overgroeit snel waardoor gras in de verdrukking komt.

- Boterbloem:

Dieren vinden ook deze plant niet lekker. De plant bevat onder andere Alkaloiden. Gedroogd lusten ze de plant wel, maar dan is de plant ook niet meer gevaarlijk (minimaal 2 maanden laten drogen in kuil/hooi). Paarden kunnen koliekverschijnselen vertonen en zweren in- en rondom de mond krijgen.

- Heermoes of paardenstaart:

Bevat de stof Thiaminase. Dit stofje zorgt voor afbraak van Vit B1 in het bloed. Dit kan verstoringen geven in de stofwisseling en geeft met name afwijkingen aan het zenuwstelsel. Zowel vers als gedroogd is de plant giftig.

- Sint Janskruid:

Deze plant bevat het stofje Hypericide dat fotosensibiliteit veroorzaakt, dus met andere woorden: overgevoeligheid voor zonlicht. Dit uit zich dan meestal door zonnebrand aan de neus en lippen. Het dier zal er dus niet ernstig ziek van worden maar zonnebrand kan wel heel pijnlijk zijn.

- Een wat minder bekende plant is de waterscheerling of smeerwortel. Deze komt vooral voor in de slootkanten en bij veengebieden maar is wel zeer giftig voor dieren. De gifstof heet Cicutoxin. Met name de wortel kan in kleine hoeveelheden al dodelijk zijn.

Er geldt een vrij betrouwbare stelregel: giftige planten zijn het hele jaar door groen! Dus ook in de winter.

"Ga ervanuit dat de planten die giftig zijn voor dieren meestal ook giftig zijn voor de mens"

Herkennen vogels

Vogel test

Vogel geluiden test

Vogel foto test

  • Het arrangement Natuurbeleving Leerjaar 1 Outdoor is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Leon Verdoes
    Laatst gewijzigd
    2017-10-25 11:50:00
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    MBO, Niveau 3: Vakopleiding; MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    RTL Nieuws Giftige paddenstoelen
    https://www.youtube.com/watch?v=tSgP3W-Z7to
    Video
    Herkennen Paddenstoelen
    https://www.youtube.com/watch?v=hfHm5yUkJHk&t=248s
    Video
    Vogel geluiden test
    http://www.vogelvisie.nl/quiz_geluiden.php
    Link
    Vogel foto test
    http://www.vogelvisie.nl/quiz_beginner.php
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Herkennen en benoemen bomen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.