Chemische industrie

Chemische industrie

Proceschemie

In deze module maken we kennis met de chemische industrie. Je kunt na deze module verschillende soorten chemische industrie benoemen. Daarnaast leer je rekenen met rendementen in scheikundige processen en van deze processen een blokschema opstellen.

Kies nu in het menu aan de linkerkant van de pagina de knop "Fijnchemie en bulkchemie" om verder te gaan.

De informatie op deze wikiwijs pagina is bewust beknopt gehouden. Als je meer wilt lezen over deze onderwerpen kun je terecht in het leerboek Chemie, paragrafen 8.1 en 8.2.

Succes!

 

Fijnchemie en bulkchemie

Met behulp van scheikunde maken we dagelijks vele verschillende stoffen. Maar dat gebeurt natuurlijk niet allemaal op grote schaal. Van sommige producten wordt maar een beperkte hoeveelheid gemaakt. Vaak gaat het dan om grammen tot enkele honderden kilogrammen per jaar. Denk bijvoorbeeld aan een bepaald soort lipstick of haargel. We spreken in dit geval van fijnchemie.

Van andere producten hebben we veel meer nodig, en dus worden deze op veel grotere schaal geproduceerd Het gaat dan doorgaans om tonnen product per jaar (weet je nog... 1 ton = 1000 kg). We spreken dan van bulkchemie. De petrochemische industrie (brandstoffen) is hiervan een goed voorbeeld.

De hoeveelheid product die een fabrikant per jaar wilt produceren bepaalt vaak ook het soort proces waarvoor gekozen wordt. Je leest hierover meer bij het kopje batch- en continu processen.

Batch- en continu processen

Binnen de industriele chemie kunnen we een onderscheid maken in twee soorten processen. Allereerst kennen we het batch proces. We voegen de beginstoffen in een vat en laten het reageren tot het product. Maar het reactievat is natuurlijk niet oneindig groot: je kunt dus maar een beperkte hoeveelheid product per keer maken. Na elke "batch" moet je het reactievat legen en opnieuw vullen. Denk bijvoorbeeld aan een snackbar die porties patat bakt. Batch processen zijn prima voor de fijnchemie, maar op grote schaal is het niet efficient.

Bulkchemicaliën worden dan ook vaak gemaakt met een continu proces. Er worden constant beginstoffen aangevoerd aan een reactievat terwijl het product er continu uit wordt gehaald. Dit vraagt echter om een ingewikkelde fabriek.

Ga nu verder met het onderwerp "blokschema's".

Blokschema's

De verschillende chemische processen die nodig zijn voor het maken van een product kun je overzichtelijk weergeven in een blokschema. Daarin zetten we de verschillende processen / handelingen in blokken. Met pijlen geven we aan welke stoffen er het proces in gaan, en welke er vervolgens uitkomen. We noemen dit de stofstromen.

Als eenvoudig voorbeeld nemen we de productie van suiker uit suikerbieten. Bekijk eens de volgende korte video:

Van biet tot suiker

Zoals je in de video kunt zien worden de suikerbieten na de oogst bij een fabriek gebracht. Daar vinden verschillende handelingen plaats:

  1. De vuile bieten worden gewassen.
  2. De schone bieten worden gesneden
  3. De reepjes biet worden gemend met heet water om de suiker te extraheren (die lost immers op in heet water).
  4. etc....

Deze reeks van processen kun je samenvatten in het volgende blokschema:

Bij elke pijl staan stoffen genoemd; dit zijn de stofstromen. De processen (wat je "doet" met de stoffen) staan in de blauwe blokken. In dit voorbeeld komen alleen scheidingsmethoden als processen voor. Vaak stelt zo'n blok echter ook een reactor voor waarin een reactie plaatsvindt.

Rendement

Rendement berekenen

Het zou mooi zijn als bij alle chemische reactie alle beginstoffen volledig worden omgezet tot het gewenste product. Helaas is dat vaak niet zo. In praktijk is de opbrengst vaak lager dan wat je theoretisch mag verwachten. We drukken dit vaak uit als het rendement van een reactie.

Het rendement rekenen we als volgt uit:

\(\text{rendement} = { \text{werkelijke opbrengst} \over \text{theoretische opbrengst}} \text{x 100%}\)

Het maakt niet uit of je de opbrengst in gram of mol invult, als je maar gelijke eenheden gebruikt voor beide hoeveelheden!

Laten we eens het rendement van een reactie berekenen waarvan de werkelijke opbrengst gegeven is.

 

VOORBEELD

IJzererts (Fe2O3) kan met koolstof worden omgezet in ijzer en koolstofdioxide. Bereken het rendement als er uit 100 gram ijzererts 50 gram ijzer ontstaat. Geef het antwoord in twee significante cijfers. Neem aan dat er ruim voldoende koolstof aanwezig is.

 

UITWERKING

Om het rendement te berekenen hebben we de werkelijke- en theoretische opbrengst nodig. De werkelijke opbrengst is al gegeven (50 gram ijzer).

Maar wat is de theoretische opbrengst als je 100 gram ijzererts omzet in ijzer? Gebruik het stappenplan uit vwo 4 voor het rekenen aan een reacties:

  • reactievergelijking: 2 Fe2O3+ 3 Creactiepijl4 Fe + 3 CO2
  • gegeven: 100 gram ijzererts; gevraagd: gram ijzer.
  • gegeven naar mol omzetten: 100 gram ijzererts komt overeen met 0,626 mol (÷ molaire massa ijzererts, 159,7 g/mol)
  • de molverhouding ijzererts:ijzer = 2:4 = 1:2 (zie de reactievergelijking)
  • gevraagde in mol: 0,626 × 2 = 1,25 mol ijzer ontstaan
  • gevraagde naar gram: 1,25 mol ijzer komt dus overeen met 70 gram  (× molaire massa ijzer, 55,85 g/mol).

Dit (70 gram) is de theoretische opbrengst, oftewel hoeveel product er zou ontstaan als alle beginstoffen volledig opreageren. We vullen tot slot de formule voor het rendement in:

  • berekening rendement

Rendement en het blokschema

Bij een rendement lager dan 100% zal een deel van de beginstoffen niet volledig wegreageren tot het product.  In dat geval zal er in het reactievat na de reactie nog wat van de beginstoffen over zijn. Het is natuurlijk zonde om deze overgebleven beginstof weg te gooien. Vaak worden deze dan ook gerecycled: door middel van recirculatie worden ze na scheiding van het product weer teruggevoerd naar het reactievat:

 

Afsluiting: test jezelf!

  • Het arrangement Chemische industrie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Galvin Vredenburg Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-08-31 22:14:29
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Introductie over de chemische industrie, met aandacht voor de begrippen fijn- en bulkchemie, batch- en continu processen, rendementen en blokschema's.
    Leerniveau
    VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Scheikunde; Productieprocessen; Chemische processen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Van biet tot suiker
    https://youtu.be/xXSvsjkkzSk?t=27s
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Basisbegrippen in de chemische industrie

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.