Leerdoelen aardrijkskunde vmbo 34 VO-content

Leerdoelen aardrijkskunde vmbo-kgt34

Leerdoelen aardrijkskunde vmbo-kgt34

Energie

Niv

Thema

Leerdoelen

 

vmbo Thema: Energie kgt34
  • Je kunt verschillende energiebronnen noemen.
  • Je kunt benoemen welke energiebronnen worden gerekend tot de fossiele energiebronnen.
  • Je kunt nadelen noemen van het gebruik van fossiele energiebronnen en Je kunt voor- en nadelen beschrijven van het gebruik van kernenergie.
  • Je kunt voorbeelden noemen van duurzame energiebronnen en Je kunt voor- en nadelen noemen van het gebruik van duurzame energiebronnen.
  • Je kunt beschrijven wat de mogelijkheden zijn om zelf energie op te wekken met behulp van zonne-energie, bodemwarmte of een windmolen.
  • Je kunt voorbeelden noemen van manieren waarop je energie kunt besparen.
  • Je kunt de manier waarop in Nederland energie wordt opgewekt vergelijken met de manier waarop dat in Frankrijk gebeurt.
  • Je kunt beschrijven welke verschillende energiebronnen er in Brazilië zijn en welke verschuivingen in het gebruik van die bronnen zijn opgetreden.
 

Het thema bestaat uit de volgende opdrachten:

Niv

Opdracht

Leerdoelen

Begrippen

vmbo

- Een dag zonder energie

  • Je kunt aangeven hoeveel elektriciteit jij gebruikt en hoeveel dat kost.
  • Je kunt je het verschil tussen grijze en groene stroom omschrijven.
  • Je kunt de begrippen dag- en nachtstroom en dag- en nachttarief omschrijven.
elektriciteit of stroom  
dag- en nachtstroom  

dag- en nachttarief
groene stroom
grijze stroom

vmbo

- Energie opwekken

 

  • Je kunt opnoemen welke energiebronnen voor het opwekken van energie worden gebruikt.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen primaire en secundaire energiebronnen.
  • Je kunt beschrijven waar energie wordt opgewekt.
  • Je kunt beschrijven wat fossiele energiebronnen zijn.
  • Je kunt drie voorbeelden van fossiele energiebronnen opnoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe de stroom van een elektriciteitscentrale naar jouw huis (en stopcontact) wordt vervoerd.
uitputbare energiebronnen  
fossiele energiebronnen  
aardolie  

aardgas
steenkool
kernenergie
kerncentrale
uranium

 
vmbo - Gaat dit goed?
  • Je kunt minimaal twee nadelen opnoemen van het gebruik van fossiele energiebronnen.
  • Je kunt minimaal twee voor- en nadelen opnoemen van het gebruik van kernenergie.
  • Je kunt aan de hand van de voor- en nadelen van deze twee soorten energiebronnen beargumenteren of kernenergie, naar jouw mening, een goed alternatief vormt voor fossiele energiebronnen of juist niet.
  • Je kunt het begrip broeikasgassen beschrijven.
radioactieve straling  
halfwaardetijd  
vervuiling van lucht en water
broeikasgassen
roetdeeltjes
vmbo

- Dat kan beter

  • Je kunt het begrip duurzame energie beschrijven.
  • Je kunt minimaal drie duurzame energiebronnen opnoemen die wij in Nederland kunnen gebruiken.
  • Je kunt van deze verschillende duurzame energiebronnen een beperkingen en/of nadeel opnoemen.
  • Je kunt benoemen welke bron momenteel de grootste bijdrage levert aan het opwekken van duurzame energie en welke bronnen in de toekomst een grotere bijdrage moeten gaan leveren.
  • Je kunt beschrijven wat een waterkrachtcentrale is.
duurzame energie
aardwarmte
getijdecentrale
wind- en waterkracht
biomassa
windmolenpark
zonne-energie
waterkrachtcentrale
geothermische centrale
vmbo

- Zelf energie opwekken

  • Je kunt beschrijven wat de mogelijkheden zijn om zelf energie op te wekken met behulp van zonne-energie, bodemwarmte of een windmolen.
  • Je kunt aangeven hoe het zelf opwekken van energie gestimuleerd kan worden.
  • Je kunt twee beperkingen opnoemen voor het zelf opwekken van energie.
  • Je kunt het begrip aardwarmte beschrijven.
aardwarmte  
overheidsmaatregelen  
warmtepomp  
subsidie
windmolen
duurzame energie
   
vmbo

- Isoleren/bespaartips

  • Je kunt aangeven dat isolatie een vorm van energiebesparing is.
  • Je kunt beschrijven hoe je makkelijk energie kunt besparen.
  • Je kunt bechrijven wat een energielabel is.
  • Je kunt uitleggen hoe je kunt zien hoe energiezuinig een elektrisch apparaat is.
  • Je kunt aangeven welke vijf bespaartips je gekozen hebt en waarom.
energiebesparing
energiebeleid
energiezuinig
isolatie
energielabel
vmbo

- Nederland en Frankrijk

  • Je kunt beschrijven hoe de meeste elektriciteit in Nederland wordt opgewekt.
  • Je kunt beschrijven hoe de meeste elektriciteit in Frankrijk wordt opgewekt.
  • Je kunt minimaal twee bijzondere Franse elektriciteitscentrales opnoemen.
  • Je kunt verklaren waarom kernenergie in Frankrijk duurder is dan windenergie.

kerncentrale
getijdecentrale
aardwarmte
zonne-energie

vmbo

- Energietransport

  • Je kunt beschrijven wat een transformator doet.
  • Je kunt beschrijven wat een gasterminal is en waar deze voor dient.
  • Je kunt uitleggen waarom het aanbod van wind- en zonne-energie niet constant is.
  • Je kunt uitleggen waarom de vraag naar energie niet constant is.
  • Je kunt uitleggen hoe vraag en aanbod van gas en stroom met elkaar in evenwicht worden gebracht.
vervoer en transport
pijpleidingen
terminal
infrastructuur
kabels
vmbo

- Energie case: Brazilië

 

  • Je kunt opnoemen welke verschillende bronnen van energie er in Brazilië zijn (minimaal drie).
  • Je kunt uitleggen dat er verschuivingen in het gebruik van die bronnen zijn opgetreden en waarom die verschuivingen hebben plaatsgevonden.

bio-ethanol
ruimtebeslag
biodiversiteit
suikerriet
opekomende economie
stuwmeren
soja
technopool
mensenrechten

vmbo - Zuid-Oost-Brazilië
  • Je kunt enkele redenen noemen waarom het zuidoosten van Brazilië zoveel energie verbruikt.
  • Je kunt uitleggen hoe deze regio aan die energie komt.

 

energiebehoefte
economische groei

 

 

 

Vervanging of aanvulling

Niv

Arrangement

Bruikbaar als:

Bron

     

 

 

Arm en rijk

Niv

Thema

Leerdoelen

 

vmbo Thema: Arm en Rijk kgt34
  • Je kunt verschillen tussen meer en minder welvarende wijken beschrijven.
  • Je kunt voorstellen voor verbetering van de woon- en leefomstandigheden in de eigen regio beschrijven.
  • Je kunt regionale verschillen in welvaart in Nederland beschrijven en verklaren.
  • Je kunt verschillen in welvaart tussen een land in Afrika en Nederland beschrijven en verklaren.
 

Het thema bestaat uit de volgende opdrachten:

Niv

Arrangement

Leerdoelen

Begrippen

vmbo

- Mijn wijk

  • Je kunt beschrijven wat het wonen in jouw wijk prettig maakt.
  • Je kunt beschrijven wat het wonen in jouw wijk minder prettig maakt.
  • Je kunt met argumenten aangeven waarom jouw wijk of buurt rijk is of juist arm.

welzijn
welvaart
huurwoning
koopwoning
openbare ruimte

vmbo

- Begin bij je wijk

  • Je kunt de sterke punten in de wijk benoemen.
  • Je kunt ook de zwakke punten, de verbeterpunten, van de wijk benoemen.
  • Je kunt het gemeentebestuur uitleggen welke suggesties voor verbetering er gedaan zijn.
  • Je kunt de begrippen openbare ruimte, renovatie, armoedebeleid en bestemmingsplan beschrijven.
openbare ruimte
renovatie/restauratie
armoedebeleid
sanering
nieuwbouw
bestemmingsplan
vmbo

- Geschiedenis Klarendal

  • Je kunt beschrijven wat de twee voornaamste veranderingen zijn in de wijk Klarendal.
  • Je kunt hoe beschrijven hoe de bevolkingssamenstelling van de wijk is waarin die verschilt met de rest van Nederland.
  • Je kunt vertellen waarom sommige groepen juist in deze wijk zijn komen wonen.
  • Je kunt de begrippen migratie, verhuismotieven en vergrijzing beschrijven.
migratie
verhuismotieven
alleenstaand
vergrijzing
ontgroening
éénoudergezin
vmbo

- Verschillen in leefomgeving

  • Je kunt twee oorzaken noemen voor het verschil in luchtkwaliteit in een grote en in een kleine stad.
  • Je kunt twee redenen noemen waarom de welvaart in de ene stad hoger is dan in een andere stad.
  • Je kunt drie punten benoemen die bijdragen aan een goede leefomgeving.
luchtkwaliteit
waterkwaliteit
werkloosheid
bevolkingsdichtheid
vmbo

- Regionale verschillen

  • Je kunt het verschil uitleggen tussen "hulp in nood voorzieningen" in stedelijke gebieden en de voorzieningen in landelijke gebieden.
  • Je kunt beschrijven wat een traumahelikopter is en doet, hoe snel een traumahelikopter in Nederland ter plekke moet zijn en waarom dat niet altijd lukt.
landelijk gebied
stedelijk geibeid
vmbo

- Nederland en Europa

  • Je kunt beschrijven wat welvaart is en hoe je die kunt meten.
  • Je kunt uitleggen hoe de koopkracht van landen met behulp van de Big Mac Index vergeleken kan worden.
  • Je kunt een Lorenz-curve voor enkele landen tekenen.
  • Je kunt het begrip BNP per hoofd van de bevolking beschrijven.
  • Je kunt het begrip Lorenz-curve beschrijven.
BNP per hoofd van de bevolking
koopkracht
Lorenz-curve
welvaart
vmbo

- Welzijn

  • Je kunt wat beschrijven wat welzijn is en hoe de Verenigde Naties welzijn meten.
  • Je kunt minimaal twee zaken opnoemen waar het IMO (Index van de Menselijke Ontwikkeling) rekening mee houdt.
  • Je kunt benoemen hoe laag of hoe hoog Nederland, de Verenigde Staten en Nigeria genoteerd staan op de IMO.
  • Je kunt twee overeenkomsten en twee verschillen beschrijven van de onderwijssituaties in de drie landen, met speciale aandacht voor de situatie op het platteland.
Welzijn  
IMO Index van de Menselijke Ontwikkeling (HDI = Human Development Index))
vmbo

- Platteland

  • Je kunt de begrippen bevolkingsdichtheid en bebouwingsdichtheid beschrijven.
  • Je kunt twee overeenkomsten en twee verschillen noemen van het dagelijks leven op het platteland van Nederland, Nigeria en de Verenigde Staten.
  • Je kunt benoemen dat de armoede op het platteland van Nigeria veel groter is dan in de steden.
  • Je kunt beschrijven hoe het onderwijs op het platteland van de drie landen geregeld is.
  • Je kunt beschrijven hoe de gezondheidszorg op het platteland van de drie landen geregeld is.
  • Je kunt uitleggen waarom de onveiligheid voor plattelandbewoners in Nigeria groter is dan voor inwoners van de steden.
bevolkingsdichtheid
bebouwingsdichtheid
vmbo

- Voedsel

 

  • Je kunt de begrippen exportlandbouw, exportsubsidie, eerlijke handel en dumping beschrijven.
  • Je kunt benoemen dat Amerikaanse boeren veel voedsel produceren voor binnen- én buitenlandse markten.
  • Je kunt benoemen dat steeds meer Amerikaanse boeren gewassen niet meer verbouwen voor consumptie, maar voor biobrandstoffen.
  • Je kunt uitleggen welke veranderingen in Nigeria in de landbouw hebben plaatsgevonden.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen voedselgewassen en handelsgewassen.
  • Je kunt het begrip Body Mass Index (BMI) beschrijven, kun je de BMI-waarde voor jezelf uitrekenen en kun je het verband tussen BMI-waarde en over- of ondervoeding uitleggen.
voedselvoorziening
voedselgewassen
handelsgewassen
exportlandbouw
exportsubsidie
dumping
voedselzekerheid
eerlijke handel
keurmerk
BMI (Body Mass Index)
overvoeding/ondervoeding
overgewicht/obesitas
vmbo - Vicieuze cirkel
  • Je kunt de begrippen internationale samenwerking en ontwikkelingshulp beschrijven.
  • Je kunt het verschil tussen kwalitatieve- en kwantitatieve honger uitleggen.
  • Je kunt verklaren hoe armoede, honger en gezondheid met elkaar verbonden zijn en elkaar zelfs in stand houden.
  • Je kunt een voorbeeld geven van een strategie om situaties zoals in Nigeria te doorbreken.
internationale samenwerking
ontwikkelingshulp
gezondheidszorg
percentage inentingen 1e levensjaar
aantal inwoners per arts
tropische ziekten
kwalitatieve honger
kwantitaiteve honger

 

 

Vervanging of aanvulling

Niv

Arrangement

Bruikbaar als:

Bron

     

 

 

Grenzen en identiteit

Niv

Thema

Leerdoelen

 

vmbo Thema: Grenzen en Identiteit kgt34
  • Je kunt verschillende soorten grenzen in de eigen regio beschrijven en je kunt verklaren wat die grenzen te maken hebben met identiteit.
  • Je kunt verschillen in regionale identiteit en de manier waarmee men daarmee omgaat in Nederland beschrijven en verklaren.
  • Je kunt territoriale conflicten die te maken hebben met culturele verschillen verklaren.
 

Het thema bestaat uit de volgende opdrachten:

Niv

Arrangement

Leerdoelen

Begrippen

vmbo

- Wij en zij in de wijk

  • Je kunt de begrippen identiteit, etniciteit en nationaliteit beschrijven.
  • Je kunt beschrijven wat er wordt bedoeld met tolerantie, uitsluiten, insluiten
  • Je kunt uitleggen dat je identiteit een optelsom is van allerlei eigenschappen.
  • Je kunt het verschil tussen persoonlijke identiteit en sociale of groepsidentiteit beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe je met jouw eigen identiteit ook deel uitmaakt van groepsidentiteit(en).
  • Je kunt uitleggen hoe je groepen aan de hand van hun identiteit van elkaar kunt onderscheiden.
identiteit 
tolerantie
open grenzen
etnicteit
insluiten
gesloten grenzen
culturele identiteit
uitsluiten
natuurlijke grenzen
nationaliteiit
mentaliteit
kunstmatige grenzen
culturele verschillen
grenzen
vmbo

- Inburgeren

  • Je kunt de begrippen integratie en inburgering beschrijven.
  • Je kunt beschrijven voor wie een inburgeringsexamen bedoeld is.
  • Je kunt beschrijven hoe inburgering verloopt.
  • Je kunt uitleggen wat inburgering met integratie te maken heeft.
  • Je kunt, doordat je dit hebt onderzocht, uitleggen bij welke vorm van integratie inburgering het beste past.
  • Je kunt een mening vormen over in hoeverre nieuwkomers volgens jou moeten inburgeren.
nationaliteit
assimilatie
integratie
culturele identiteit
inburgering
vmbo

- Voel je verantwoordelijk

  • Je kunt het verschil beschrijven tussen geschreven en ongeschreven regels.
  • Je kunt de begrippen betrokkenheid en participatie beschrijven.
  • Je kunt onderkennen dat elke samenleving regels nodig heeft.
  • Je kunt twee voorbeelden noemen van regels die kunnen bijdragen aan beter burgerschap en meer sociale samenhang.
  • Je kunt onderkennen dat iedereen wel eens regels overtreedt en kun je benoemen waarom jij dat weleens doet.
  • Je kunt uitleggen dat er discussie is over de regels in de samenleving.
  • Je kunt toelichten welke regels naar jouw mening voor iedereen moeten gelden.
burgerschap
geschreven regels en ongeschreven regels 
sociale samenhang
betrokkenheid en participatie
vmbo

- Hoe god verdween uit Jorwerd

  • Je kunt de begrippen mentale verstedelijking, plufiformiteit en mentaliteit beschrijven.
  • Je kunt een goed beeld weergeven van de veranderingen in het leven dorps- en plattelandsleven in de afgelopen halve eeuw.
  • Je kunt twee verschillen benoemen tussen het dorpsleven vijftig jaar geleden en dat van tegenwoordig en daar een verklaring voor geven.
  • Je kunt uitleggen waarom er vooral verschillen van levenswijzen zijn binnenin dorpen en steden en nauwelijks tussen dorpen enerzijds en steden anderzijds.
  • Je kunt beschrijven hoe verenigingen, buurthuizen en sociaal-culturele instellingen gemeenschapszin in een dorp kunnen helpen kweken.

mentale verstedelijking
pluriformiteit
mentaliteit
verenigingen
sociaal-culturele instellingen
club- en buurthuiswerk
brede school

vmbo

- Leefbaarheid van wijken

  • Je kunt de begrippen ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid en veiligheid beschrijven.
  • Je kunt beschrijven wat bedoeld wordt met een Vogelaarwijk, krachtwijk of prachtwijk.
  • Je kunt benoemen dat de rijksoverheid gemeenten geld geeft voor de verbetering van achterstandswijken.
  • Je kunt een minimaal twee maatregelen opnoemen die gemeenten kunnen nemen om de veiligheid en leefbaarheid in zo’n wijk te verbeteren.
  • Je kunt toelichten wat jij vindt van de aanpak van minister Vogelaar voor verbetering van 40 achterstandswijken in 2007.
ruimtelijke kwaliteit of leefbaarheid, 
onderhoudstoestand, veiligheid
vmbo

- Je wijk verbeteren

  • Je kunt de begrippen burgerschap, sociale controle en participatie beschrijven.
  • Je kunt beschrijven wat er bedoeld wordt met het opzoomeren van een straat of wijk.
  • Je kunt benoemen waar voor het eerst een wijk of straat werd opgezoomerd.
  • Je kunt minimaal twee doeleinden noemen om een straat of wijk op te zoomeren
  • Je kunt een of meer geschikte manieren beschrijven om je eigen wijk te opzoomeren.
burgerschap 
sociale samenhang 
betrokkenheid en participatie 
ruimtelijke kwaliteit of leefbaarheid 
sociale controle
vmbo

- België: Vlamingen en Walen

  • Je kunt de begrippen federale staat, chauvinisme, meerderheidsbeginsel beschrijven.
  • Je kunt het verschil tussen territoriaal beginsel en culturele identiteit beschrijven.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederlanders zich meestal op de eerste plaats Nederlander voelen en Belgen zich niet op de eerste plaats Belg maar Vlaming of Waal.
  • Je kunt uitleggen hoe de grens tussen Nederland en België ontstaan is.
  • Je kunt uitleggen hoe de grens tussen Wallonië en Vlaanderen ontstaan is en waarom deze grens taalgrens heet.
  • Je kunt beschrijven waarom België een federale staat is en Nederland niet.
  • Je kunt uitleggen dat dit verschil tussen Nederland en België verklaard kan worden uit de tegenstelling tussen Walen en Vlamingen.
federale staat 
culturele identiteit 
chauvinisme 
territoriaal beginsel 
meerderheidsbeginsel 
vmbo

- België en Nederland

  • Je kunt de begrippen federale staat, chauvinisme, meerderheidsbeginsel beschrijven.
  • Je kunt het verschil tussen territoriaal beginsel en culturele identiteit beschrijven.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederlanders zich meestal op de eerste plaats Nederlander voelen en Belgen zich niet op de eerste plaats Belg maar Vlaming of Waal.
  • Je kunt uitleggen hoe de grens tussen Nederland en België ontstaan is.
  • Je kunt uitleggen hoe de grens tussen Wallonië en Vlaanderen ontstaan is en waarom deze grens taalgrens heet.
  • Je kunt beschrijven waarom België een federale staat is en Nederland niet.
  • Je kunt uitleggen dat dit verschil tussen Nederland en België verklaard kan worden uit de tegenstelling tussen Walen en Vlamingen.
Enclave 
IJzeren Rijn, natuurlijke grens, kunstmatige grens
vmbo

- Rusland

 

  • Je kunt de begrippen deelrepubliek, federatie, nationalisme en regionalisme beschrijven.
  • Je kunt het verschil tussen Rusland en de Russische Federatie beschrijven.
  • Je kunt benoemen dat Rusland is opgebouwd uit diverse gedeeltelijk zelfstandige republieken.
  • Je kunt benoemen dat niet-Russen op alle terreinen in Rusland worden achtergesteld.
  • Je kunt benoemen dat andersdenkenden (waaronder homoseksuelen) hardhandig worden aangepakt.
  • Je kunt het begrip russificatie beschrijven en kun je uitleggen dat dit kan leiden tot (politieke) spanningen en conflicten, met name langs de randen van Rusland (het zuidwesten in de Kaukasus).
Deelrepubliek 
Russificatie Federatie 
Regionalisme Nationalisme 
Separatisme
vmbo - De nieuwe koude oorlog
  • Je kunt de begrippen territoriale wateren, fauna, zee-ijs een noordelijke doorvaart beschrijven.
  • Je kunt uitleggen waarom het Noordpoolgebied steeds toegankelijker wordt voor scheepvaart.
  • Je kunt benoemen dat er grondstoffen te winnen zijn en minimaal twee voorbeelden van deze grondstoffen opnoemen.
  • Je kunt uitleggen welke delen van het Noordpoolgebied door welke landen in bezit mogen worden genomen.
  • Je kunt uitleggen waarom er ruzie is ontstaan over de verdeling van het gebied en welke landen er ruzie maken.
  • Je kunt minimaal twee voor- en nadelen noemen van de ontginning van grondstoffen.
territoriale wateren,
zee-ijs, fauna, noordelijke doorvaart

 

 

Vervanging of aanvulling

Niv

Arrangement

Bruikbaar als:

Bron

     

 

 

Water

Niv

Thema

Leerdoelen

 

vmbo Thema: Water kgt34    

Het thema bestaat uit de volgende opdrachten:

Niv

Arrangement

Leerdoelen

Begrippen

vmbo

- Waterkringloop

  • Je kunt de waterkringloop beschrijven.
    Daarbij gebruik je de volgende begrippen:
    • de zon
    • de wind
    • verdamping
    • condensatie
    • infiltratie
    • afstroming
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de korte en de lange waterkringloop is.
kringloop water, neerslag,
korte kringloop,
lange kringloop, verdamping, condensatie, smeltwater,
infiltreren,
afstromen.
vmbo

- Water in soorten

  • Je kunt aangeven hoeveel procent van de totale hoeveelheid water ongeveer uit zoet water bestaat.
  • Je kunt omschrijven waarom zout water ongeschikt is voor consumptie.
  • Je kunt omschrijven waar je brak water kunt vinden.
  • Je kunt uitleggen waarom grondwater geschikter is voor het maken van drinkwater dan oppervlaktewater.
  • Je kunt drie taken van de waterschappen noemen.
  • Je kunt omschrijven wat kwelwater is.
  • Je kunt omschrijven wat een aquifer is.
zoet water,
zout water,
brak water, drinkwater,
primaire goederen, oppervlaktewater, grondwater,
kwel,
kwelwater,
bron,
waterput,
oase,
aquifer,
fossiel water.
vmbo

- Rivieren

  • Je kunt omschrijven wat een stroomgebied is.
  • Je kunt omschrijven wat een waterscheiding is.
  • Je kunt de begrippen ‘rivierprofiel’, ‘bovenloop’, ‘middenloop’, ‘benedenloop’ en ‘delta’ omschrijven.
  • Je kunt aangeven waar zich in Nederland het rivierkleilandschap bevindt en ken je de begrippen 'oeverwallen', 'rivierdijken' en 'uiterwaarden'.
Stroomgebied, waterscheiding, rivierprofiel, bovenloop, middenloop, benedenloop, riviermonding,
delta, rivierenlandschap, oeverwal,
komgrond.
vmbo

- Rivieren 2

  • Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met het debiet van een rivier en met het regiem van de rivier en kun je uitleggen hoe het debiet en het regiem wordt gemeten.
  • Je kunt verklaren waarom er schommelingen zijn in het debiet door het jaar heen.
  • Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het verval en het verhang van een rivier en kun je uitleggen hoe ze kunnen worden gemeten.
  • Je kent de afkorting N.A.P. en kun je beschrijven hoe de hoogteligging van plekken in rivieren in Nederland wordt vastgesteld.
Stroomstelsel,
debiet,
regiem,
verhang,
verval,
NAP,
hoogteligging, piekafvoer
vmbo

- Soorten rivieren

  • Je kunt drie soorten rivieren (regenrivieren, gletsjerrivieren en gemengde rivieren) beschrijven.
  • Je kunt omschrijven wat een wadi is en Je kunt aangeven waar je wadi’s kunt vinden.
  • Je kunt de belangrijkste onderdelen van een rivier in Nederland noemen en hun functie beschrijven.
Regenrivier, gletsjerrivier, gemengde rivier, wadi,
dwarsprofiel rivieren (benedenloop), uiterwaarden, zomerbed,
winterbed.
vmbo

- Nederland natter

  • Je kunt uitleggen wat het broeikaseffect te maken heeft met klimaatverandering.
  • Je kunt omschrijven wat het verschil is tussen het natuurlijk en het versterkt broeikaseffect.
  • Je kunt beschrijven hoe het broeikaseffect gevolgen heeft voor de waterbeheersing in Nederland.
  • Je kunt het begrip neerslagregiem beschrijven en Je kunt aangeven welke veranderingen daarin kunnen optreden.
Klimaatverandering, (natuurlijk) broeikaseffect, versterkt broeikaseffect, extreem weer, neerslagregiem zeespiegelstijging
vmbo

- Menselijk ingrijpen

  • Je kunt omschrijven dat ontbossing ontbossing langs de midden- en bovenloop van rivieren gevaar kan opleveren.
  • Je kunt omschrijven welk gevaar er schuilt in de bouw en uitbreiding van steden en dorpen langs de oevers van rivieren.
  • Je kunt uitleggen hoe ingrijpen in de loop van rivieren ten behoeve van de scheepvaart het gevaar van overstromingen heeft vergroot.
verstedelijking, verstening, ontbossing, kanalisatie,
stuw,
krib,
waterbergend vermogen modderstromen
vmbo

- Ruimte voor de rivier

  • Je kunt met behulp van een voorbeeld omschrijven hoe het waterbergend vermogen van rivieren vergroot kan worden.
  • Je kunt met behulp van een voorbeeld omschrijven hoe de waterafvoer van rivieren kan worden verbeterd.
  • Je kunt omschrijven wat Rijkswaterstaat doet en wat de waterschappen doen.

waterbeheer (kwantitatief)
watermanagement
Rijkswaterstaat
Waterschappen
watertoets
vergroten van het waterbergend
vermogen van een rivier
verdieping
verbreding / dijkverlegging
kribverlaging
nevengeulen aanleggen
uiterwaarden afgraven
vasthouden (retentie)
bergen
afvoeren
retentiebekkens
wadi’s

vmbo

- Kustverdediging

  • Je kunt met behulp van een voorbeeld omschrijven wat Nederland doet om zijn kust te beschermen tegen het water
  • Je kunt twee bedreigingen noemen waarmee de Nederlandse kust in de toekomst te maken krijgt.
  • Je kunt uitleggen dat er veel verschillende belangen spelen bij grote kustverdedigingsprojecten.
kustverdediging, getijden,
zeewering,
rivierdelta Deltawerken
vmbo

- Waterschaarste

  • Je kunt het begrip waterschaarste omschrijven en Je kunt voorbeelden noemen waardoor waterschaarste wordt veroorzaakt.
  • Je kunt omschrijven waarom waterschaarste een wereldwijd probleem is.
  • Ken je de begrippen verdroging en verzilting, en Je kunt de oorzaak en de gevolgen ervan beschrijven.
  • Je kunt het begrip 'watervoetafdruk' beschrijven en Je kunt omschrijven waarom de watervoetafdruk van de Nederlanders veel hoger is dan van de meeste andere inwoners op de wereld.
  • Je kunt voorbeelden noemen van hoe je je eigen watervoetafdruk kunt verlagen.
Waterschaarste, verdroging, verzilting, zoetwaterzak, ecologische voetafdruk, watervoetafdruk, direct watergebruik, indirect watergebruik, duurzaam water, recyclen van water, zwart water, grijs water, huishoudwater
vmbo

- Van wie is het water

  • Je kunt omschrijven dat er op verschillende manieren tegen waterbeheer kan worden aangekeken.
  • Ken je de term ‘Het blauwe water’ en Je kunt omschrijven wat daarmee bedoeld wordt.
  • Je kunt omschrijve wat privatisering van water is en Je kunt ook aangeven voor welk probleem het - terecht of niet - als een oplossing wordt gezien.
  • Je kunt aan de hand van een voorbeeld duidelijk maken dat waterschaarste kan leiden tot conflicten tussen landen.
waterwet, waterbeheer, waterschap, irrigatie, industrieel water, proceswater, koelwater, lozen, waterwingebied, waterprivatisering en waterconflicten
vmbo

- Afvoerputje van Europa

  • Je kunt de vier stroomgebieden in Nederland noemen met hun bijbehorende rivieren.
  • Je kunt de speerpunten van de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR) en van de Internationale Maascommissie (IMC).
  • Je kunt omschrijven wat het 'Actieplan Hoogwater' inhoudt en welke maatregelen daarbij zijn genomen.
  • Je kunt omschrijven wat het Grensmaasproject behelst en tot welke resultaten het project heeft geleid.
sediment, internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR), rijn(ministers)conferentie, eaterkwaliteit Actieplan Hoogwater Vistrap Uiterwaarden Retentiegebied Internationale Maascommissie (IMC Grensmaasproject
vmbo

- Water in het Midden Oosten: Waterschaarste

  • Je kunt de situatie in het Midden-Oosten wat betreft de beschikbaarheid en winning van zoet water met de situatie in Nederland vergelijken.
  • Je kunt omschrijven waarom het Midden-Oosten kampt met waterschaarste en Je kunt uitleggen waarom deze waterschaarste waarschijnlijk steeds groter zal worden.
  • Je kunt verklaren hoe waterschaarste kan leiden tot conflicten tussen gebieden of bevolkingsgroepen in het Midden-Oosten.

Waterschaarste waterstress waterbalans vernieuwbare waterbron
aquifer
MENA
waterconflict
Nationale Water Transport
verzilting
Palestijnse Water Autoriteit
Watergebruik
stroomgebied
Eufraat
Tigris
Jordaan
Dode Zee
Israël
Syrië
Irak
Perzische Golf
zoetwaterwinning
Palestijnse gebieden: Westelijke Jordaanoever en Gazastrook

vmbo

- Water in het Midden Oosten: Ontzilting

  • Je kunt omschrijven hoe de drinkwaterwinning in het Midden-Oosten verloopt.
  • Je kunt het begrip ontzilting beschrijven.
  • Je kunt globaal het waterbeheer in het Midden-Oosten beschrijven.
  • Je kunt minimaal twee voorbeelden noemen van duurzaam waterbeheer.
drinkwaterwinning, begrensde aquifer, onbegrensde aquifer, fossiel water, verzilting, brak water, ontzilting, ontziltingsinstallatie, vacuümdestillatie, omgekeerde osmose, brijn(water), duurzaam waterbeheer, druppelirrigatie, verdampingsverlies, oppervlakte-irrigatie en geulirrigatie  
vmbo

- Water in China

  • Je kunt met een voorbeeld duidelijk maken dat China waterproblemen heeft.
  • Je kunt uitleggen waarom het watergebruik in China fors toeneemt en wat de gevolgen daarvan zijn
  • Je kunt een maatregel gericht op duurzaam gebruik van water in China beschrijven.
drinkwaterwinning, watergebruik, waterbeheer, wateraanvoer, wateropslag, waterafvoer, overstromingen, waterschaarste, duurzaam, katoenproductie en –export, welvaart, stroomgebieden, Jangtsekiang (blauwe rivier), Huanghe (gele rivier) en Zhu Jiang (Parelrivier)/Xi Jiang.
vmbo - Water in China 2
  • Je kunt uitleggen waarom China veel stuwdamcentrales bouwt.
  • Je kunt de gevolgen beschijven van de stuwdammen en waterkrachtcentrales voor aan de benedenstroom gelegen landen.
  • Je kunt een maatregelen beschrijven die China neemt om eventuele negatieve gevolgen van de aanleg van stuwdammen tegen te gaan.
Stuwdamcentrale, waterkrachtcentrale, Jangtsekiang (Blauwe Rivier), Huang He (Gele Rivier), Zhu Jiang (Parel rivier) / Xi Jiang, Drieklovendam.

 

 

Vervanging of aanvulling

Niv

Arrangement

Bruikbaar als:

Bron

  Verval en verhang aanvullend Meester Admiraal

 

 

Weer en klimaat

Nederland - Spanje

Niv

Thema

Leerdoelen

 

vmbo

Thema: Weer en klimaat: Nederland - Spanje kgt34

   

Het thema bestaat uit de volgende opdrachten:

Niv

Arrangement

Leerdoelen

Begrippen

vmbo

- Het weer

  • Je kunt vijf weerselementen noemen die het weer mede bepalen.
  • Je kunt aangeven met welk apparaat je de temperatuur, de luchtdruk en de windkracht kunt meten.
  • Je kunt de begrippen zonkracht en huidtype beschrijven en Je kunt uitleggen wat deze begrippen te maken hebben met de tijd die je onbeschermd in de zon kunt zitten.
  • Je kunt beschrijven waarom de weersverschillen in Spanje groter zijn dan in Nederland.
  • Je kunt op een kaartje aangeven dat Spanje - wat het weer betreft - in tweeën is gedeeld, het droge en het natte (of groene) Spanje.
  • Je kunt omschrijven wat 'droge rivieren'' zijn en Je kunt uitleggen waardoor de verdroging in Spanje steeds nijpender wordt.

Weerselementen: temperatuur, neerslag, bewolking, wind, luchtvochtigheid, bijzondere verschijnselen
Zonkracht
Ultraviolette straling of uv-straling
Het groene of natte Spanje (España verde of húmeda)
Het droge Spanje (España seca)

vmbo

- Weerberichten in Nederland en Spanje

  • Je kunt de vijf kenmerken noemen die weerkundigen bekijken om het weer te beschrijven.
  • Je kunt omschrijven welke rol metingen, satellietbeelden en luchtfoto’s spelen bij het maken van weersberichten.
  • Je kunt vier factoren noemen die het klimaat in een bepaald gebied bepalen.
  • Je kunt aan de hand van enkele veel voorkomende weerssituaties in Nederland en Spanje enkele verschillen tussen het weer in Nederland en in Spanje beschrijven.

Luchtdruk, wind, hoge druk, maximum, lage druk, minimum, depressie, barometer, isobaren, windkracht, windrichting, windsnelheid, aflandige wind, aanlandige wind, drukgordels, wet van Buys Ballot, bewolking, bewolkingsgraad

vmbo

- Klimaten in Nederland en Spanje

  • Je kunt het begrip klimaat omschrijven en Je kunt de vier klimaatzones noemen.
  • Je kunt vier factoren noemen die het klimaat in een bepaald gebied bepalen.
  • Je kunt met een voorbeeld laten zien dat Köppen de klimaten in groepen heeft verdeeld.
  • Je kunt een klimaatgrafiek lezen.
  • Je kunt aan de hand van de vier klimaatfactoren deze klimaten in Nederland en Spanje beschrijven.

Klimaat, klimaatfactoren, breedteligging, zoninvalshoek en seizoenen, hoogteligging t.o.v. zeeniveau, aanvoer van warmte en kou van elders door wind en water, tropische regenklimaat (tropisch regenwoudklimaat, savanneklimaat), droog klimaat (steppeklimaat, woestijnklimaat), gematigd zeeklimaat, gematigde landklimaat, sneeuw- en ijsklimaat (toendraklimaat, pool- en hooggebergteklimaat), Klimaatgrafiek

vmbo

- Weer en klimaat op de eilanden

  • Je kunt omschrijven waarom het weer en het klimaat op een eiland vaak anders zijn dan op het vasteland.
  • Je kunt het begrip ‘microklimaat’ uitleggen.
  • Je kunt omschrijven hoe het weer en klimaat op de Waddeneilanden anders in dan in de rest van Nederland.
  • Je kunt een overeenkomst en een verschil noemen in weer en klimaat tussen de Balearen en de rest van Spanje.
  • Je kunt een overeenkomst en een verschil noemen in weer en klimaat tussen de Canarische Eilanden en de rest van Spanje.

Microklimaat, Meetpunt, Zonuren, Waddeneilanden, Balearen, Canarische Eilanden, Sirocco, Calima

vmbo

- Neerslag in Nederland en Spanje

  • Je kunt de begrippen stuwingsneerslag, stijgingsneerslag en frontale neerslag beschrijven zodat de verschillen duidelijk worden.
  • Je kunt een verschil als het gaat om neerslag tussen Spanje en Nederland beschrijven.
  • Je kunt het begrip vegetatiezone beschrijven.
  • Je kunt aangeven wat het verschil is tussen noord en midden Spanje als het gaat om de heoveelheid neerslag.

Stuwingsneerslag, loefzijde, lijzijde, regenschaduw, frontale neerslag, stijgingsneerslag, condenseren, neerslagverdeling, neerslagintensiteit, piekafvoer, piekafvoer, waterbalans, verdroging, verwoestijning, irrigatie, oppervlaktebevloeiing, vegetatiezones, het klimaat, dijken, stuwdammen, overstromingen, het weer

vmbo

- Invloed op de mens

  • Je kunt met een voorbeeld duidelijk maken dat het weer en het klimaat invloed op het leven in Nederland en Spanje hebben.
  • Je kunt het belang van het het weer en het klimaat voor het toerisme in Spanje beschrijven.
  • Je kunt verklaren waarom de klimaatverandering een bedreiging is voor de Spaanse economie.
  • Je kunt een voordeel en een nadeel noemen voor boeren van het weer en klimatologische omstandigheden in zowel Spanje als Nederland.
  • Je kunt aangeven welke weerselementen voordelig zijn voor de opwekking van energie in Nederland en Spanje.

Weerselement, zonkracht, siësta, verdroging, verwoestijning, windturbine, zonne-energiecentrale

vmbo

Klimaat, vegetatie en landbouw in Nederland en Spanje 

  • Je kunt met een voorbeeld omschrijven hoe het klimaat in Nederland invloed heeft op de vegetatie.
  • Je kunt met een voorbeeld omschrijven hoe het klimaat in Spanje invloed heeft op de vegetatie.
  • Je kunt een overeenkomst en een verschil noemen tussen de landbouw in Nederland en in Spanje.

Intensieve landbouw, Extensieve landbouw, Voedselgewassen, Handelsgewassen, Waterbalans, Infiltratie, Irrigeren, Verdrogen, Afstroming

vmbo

Klimaatverandering in Nederland en Spanje

  • Je kunt het begrip klimaatverandering beschrijven en Je kunt twee verklaringen noemen die wetenschappers aanvoeren voor deze klimaatverandering.
  • Je kunt met een voorbeeld duidelijk maken wat het effect van de klimaatverandering in Nederland zou kunnen zijn.
  • Je kunt met een voorbeeld duidelijk maken wat het effect van de klimaatverandering in Spanje zou kunnen zijn.

Weer, Klimaat, Temperatuur, Neerslag, Waterbalans, Broeikaseffect, Versterkt broeikaseffect

vmbo

Gevolgen klimaatveranderingen in Nederland en Spanje

  • Je kunt een gevolg noemen van de opwarming voor de vegetatie en de landbouw in Nederland.
  • Je kunt een gevolg noemen van de opwarming voor de vegetatie en de landbouw in Spanje.
  • Je kunt een gevolg noemen van de opwarming voor de waterhuishouding in Nederland.
  • Je kunt een gevolg noemen van de opwarming voor de waterhuishouding in Spanje.
  • Je kunt een ziekte/plaag noemen die in Nederland kan gaan voorkomen als gevolg van de opwarming.

Zeespiegelstijging, Natuurlijk broeikaseffect, Versterkt broeikaseffect, Voedselpiramide, Landbouw, Voedselgewassen, Handelsgewassen, Intensieve landbouw, Extensieve landbouw

vmbo

Versterkt broeikaseffect in Nederland en Spanje

  • Je kunt een gevolg noemen van het versterkte broeikaseffect in Nederland en Spanje.
  • Je kunt een maatregel beschrijven om de gevolgen van het versterkte broeikaseffect te beperken of tegen te gaan.
  • Je kunt een maatregel beschrijven om het versterkt broeikaseffect af te remmen.

Klimaatverdrag, Kyotoprotocol, Versterkt broeikaseffect, Broeikasgassen, Druppelirrigatie, Kustversterking

 

 

Vervanging of aanvulling

Niv

Arrangement

Bruikbaar als:

Bron

     

 

 

Verenigde Staten

Niv

Thema

Leerdoelen

 

vmbo

Thema: Weer en klimaat VS kgt34

   

Het thema bestaat uit de volgende opdrachten:

Niv

Arrangement

Leerdoelen

Begrippen

vmbo

Weerkaarten VS 

  • Je kunt uitleggen waarom er in de Verenigde Staten tegelijkertijd verschillende weersituaties kunnen voorkomen.
  • Je kunt minimaal twee van de volgende weerssituaties in de VS beschrijven: blizzard, lake effect snow, Nor'easter, Koudegolf, Tornado season, Hittegolf, Hurricane season, Indian summer en Santa Ana.

luchtdruk, wind, hoge druk, lage druk, windkracht, windrichting, windsnelheid, aflandige wind, aanlandige wind

vmbo

Klimaten in de VS 1 

  • Je kunt minimaal vier van de zeven klimaten die voorkomen in de VS benoemen en kun je op de kaart van de VS aangeven waar die klimaten voorkomen.
  • Je kunt een aantal oorzaken van het voorkomen van verschillende klimaten in de VS noemen.

Klimaat, klimaatfactoren, droge klimaten: steppeklimaat, woestijnklimaat, gematigde zeeklimaten: met neerslag in alle jaargetijden, mediterraan klimaat: warm met droge zomer, gematigde landklimaten: met neerslag in alle jaargetijden of met droge winter, sneeuw- en ijsklimaten: met eeuwige sneeuw/ijs, toendraklimaat, pool- en hooggebergteklimaat, klimaatgrafiek, stuwingsregen

vmbo

Klimaten in de VS 2

  • Je kunt de verschillende soorten regens die in de Verenigde Staten voorkomen noemen.
  • Je kunt minimaal vier van de volgende zeven landschappen beschrijven en van de landschappen aangeven waar ze in Amerika voorkomen: kustvlakte Atlantische kust, de Appalachen, de Mississippivlakte, de Great Plains, de Rocky Mountains, het Grote Bekken en de Cascade Range.
  • Je kunt beschrijven hoe een orkaan ontstaat en waar ze in de V.S. voorkomen.
Stuwingneerslag in Amerika, Stijgings Neerslag in Amerika, Frontale neerslag in Amerika, Atlantische kust VS, Appalachen, 
Mississippivlakte,  Great Plains, Rocky Mountains, Grote Bekken, Cascade Range, Klimaat-classificatie van Köppen, Landschapzones 
vmbo

Vegetatie en landbouw in de VS 

  • Je kunt beschrijven hoe het klimaat de plantengroei (in de V.S.) beïnvloedt.
  • Je kunt voor de klimaatgebieden in de V.S. het verband beschrijven tussen klimaat enerzijds en plantengroei en manier waarop aan landbouw wordt gedaan anderzijds.
Klimaat, Intensieve landbouw, Extensieve landbouw,  waterbalans, 
infiltratie,  irrigatie
vmbo

Gevolgen opwarming VS 

  • Je kunt minmaal twee voorbeelden van extreem weer en/of natuurrampen die voorkomen in de V.S. beschrijven.
  • Je kunt de relatie tussen natuurrampen en de opwarming van de aarde beschrijven.
  • Je kunt twee concrete voorbeelden geven van de effecten van de opwarming van de aarde.

Extreem weer, Temperatuurstijging, Klimaatverandering, Fahrenheit, Inuit – Yupik – Eskimo’s – Native Alaskans

vmbo -  Maatregelen in Amerika 
  • Je kent het begrip Klimaatverdrag en kun je voorbeelden noemen van afspraken die worden gemaakt in een Klimaatverdrag.
  • Je kunt beschrijven dat veel Amerikanen niet geloven dat er sprake is van opwarming van de aarde.
  • Je kunt beschrijven dat er veel weerstand is in Amerika tegen overheidsmaatregelen om de opwarming van de aarde te beperken.
  • Je kunt een voorbeeld noemen van een maatregel die volgens milieuorganisatie genomen moet worden om de opwarming van de aarde te beperken, maar die (nog) niet door de Amerikaanse overheid genomen durft te worden.

Klimaatverdrag, Ratificeren, Kyotoprotocol, Congres, Senaat, Huis van Afgevaardigden, Executive order / Presidentieel bevel, Emissierechten, Emissiehandel

 

 

Vervanging of aanvulling

Niv

Arrangement

Bruikbaar als:

Bron

     

 

 

Bevolking en ruimte

Nederland - Duitsland

Niv

Thema

Leerdoelen

 

vmbo

Thema: Bevolking en ruimte: Nederland - Duitsland kgt34

   

Het thema bestaat uit de volgende opdrachten:

Niv

Arrangement

Leerdoelen

Begrippen

vmbo

- Nederland-Duitsland 

  • Je kunt de begrippen migratie, immigratie en emigratie beschrijven.
  • Je kunt uitleggen waarom er in de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw veel immigranten naar Nederland en Duitsland kwamen.
  • Je kunt drie landen noemen waar Nederlandse en Duitse emigranten in de jaren '50 en '60 naartoe gingen.
  • Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met het 'Wirtschaftswunder'.
  • Je kunt het belang van de handel tussen Nederland en Duitsland voor beide landen beschrijven.

Bevolkingsgroei, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Immigratie, Emigratie, Immigratiebeleid, Immigratiegolf, Asielzoeker, Bundesländer, Wirtschaftswunder, Tol, Kilometerheffing

vmbo

- Migratie Nederland-Duitsland 

  • Je kunt met omschrijven waarom sommige Nederlanders in de jaren '50 en '60 naar een andere plek binnen hun eigen land verhuisden.
  • Je kunt met omschrijven waarom sommige Duitsers in de jaren '50 naar een andere plek binnen hun eigen land verhuisden.
  • Je kunt het begrip gastarbeider omschrijven en Je kunt voorbeelden van gastarbeiders noemen die in de jaren '50, '60 en '70 naar Nederland en Duitsland kwamen.
  • Je kunt uitleggen waarom veel Nederlanders en Duitsers in de jaren '50, '60 en '70 uit Nederland en Duitsland vertrokken en Je kunt drie landen noemen waar ze naartoe verhuisden.

Migratie, immigratie, emigratie, remigratie, gezinshereniging, aantrekkingsfactoren, afstotingsfactoren

vmbo

Arbeidsmigratie 

  • Je kunt uitleggen waarom Nederland en Duitsland in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw gastarbeiders zijn gaan werven.
  • Je kunt verklaren waarom de gastarbeiders niet – zoals verwacht werd - meer terug naar hun land van herkomst zijn gegaan.
  • Je kunt aangeven in welke periode en waarom gastarbeiders hun gezinnen massaal hebben laten overkomen.
  • Je kunt de begrippen allochtoon en autochtoon omschrijven en gebruiken.
  • Je kunt aangeven dat zowel in Duitsland als in Nederland de niet-autochtone bevolking niet in gelijke mate is verspreid is over het land en dat er met name in de grote steden meer mensen met een migratieachtergrond te vinden zijn.

Allochtoon, Arbeidsmigratie, Arbeidsmigranten, Autochtoon, Buitenlander, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), gastarbeid, Gastarbeider, Gezinshereniging, Wirtschaftswunder

vmbo

Bevolkingsontwikkeling in Nederland en Duitsland 

  • Je kunt omschrijven hoe de bevolking van Nederland en Duitsland zich in de komende decennia ontwikkelt.
  • Je kunt beschrijven wat de de gevolgen van de bevolkingsontwikkeling zijn voor de leeftijdsopbouw van de bevolking in Nederland en Duitsland.
  • Je kunt beschrijven wat de invloed van de bevolkingsontwikkeling zal zijn op de arbeidsverdeling, ouderdomsvoorziening, huisvesting en recreatie in Nederland en Duitsland.
  • Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van de bevolking qua afkomst en cultuur zal veranderen in Nederland en Duitsland, als gevolg van de verwachte ontwikkelingen in de bevolking.

natuurlijke bevolkingsgroei, geboortecijfer, geboorteoverschot, sterftecijfer, sterfteoverschot, sociale bevolkingsgroei, immigratie, emigratie

vmbo

Veranderingen ‘stad en platteland’ in Nederland en Duitsland 

  • Je kunt omschrijven welke veranderingen er in de landbouw hebben plaatsgevonden in Nederland en Duitsland na 1950.
  • Je kunt omschrijven welke veranderingen er op het terrein van de huisvesting in Nederland en Duitsland na 1950 hebben plaatsgevonden.
  • Je kunt omschrijven welke veranderingen er op het gebied van het verkeer in Nederland en Duitsland na 1950 hebben plaatsgevonden.
  • Je kunt omschrijven welke veranderingen er in de recreatiesector hebben plaatsgevonden in Nederland en Duitsland na 1950.

Ruimte, ruimtegebruik, voorzieningen

vmbo

Stedelijke voorzieningen 

  • Je kunt omschrijven wat 'meergeneratiewonen' betekent.
  • Je kunt een verschil beschrijven tussen hoe senioren in Nederland wonen en hoe senioren in Duitsland wonen.
  • Je kunt aangeven in welk land (Nederland of Duitsland) de vergrijzingen eerder is begonnen.

Meergeneratiewonen, Vergrijzing, Mantelzorg, Participatiemaatschappij

vmbo

Herindeling stad 

  • Je kunt een voorbeeld van een groot stadsvernieuwingsproject in Nederland en van een groot stadvernieuwingsproject in Duitsland noemen.
  • Je kunt  minimaal twee voorbeelden noemen van gevolgen van een stadvernieuwingsproject voor de inwoners van de stad.
  • Je kunt uitleggen waarom stadsvernieuwingsprojecten vaak weerstand oproepen bij een deel van de inwoners van de stad.

Verkeer, infrastructuur, ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid, ruimtelijke ordening

 

 

Vervanging of aanvulling

Niv

Arrangement

Bruikbaar als:

Bron

     

 

 

China

Niv

Thema

Leerdoelen

 

vmbo

Thema: Bevolking en ruimte: China kgt34

   

Het thema bestaat uit de volgende opdrachten:

Niv

Arrangement

Leerdoelen

Begrippen

vmbo

De bevolking van China 

  • Je kunt omschrijven dat er verschillende etnische volken in China wonen: dat de grootste groep de Han-Chinezen zijn en dat er veel etnische minderheden zijn.
  • Je kunt uitleggen dat door de niet vrije huisvesting in China, het aantal mensen dat in de landbouw werkt in China langzamer afneemt dan in veel andere landen.
  • Je kunt  omschrijven wat wordt bedoeld met de éénkindpolitiek en kun je omschrijven waarom China jaren lang een éénkindpolitiek heeft gevoerd.
  • Je kunt omschrijven hoe het staat met de vergrijzing in China en kun je een voorbeeld geven van de negatieve gevolgen van de vergrijzing.

Bevolkingsgroei, Bevolkingsdichtheid, Eenkindpolitiek, Etnische minderheden, Gemiddelde levensverwachting, Han-Chinezen, Ontvolking van platteland, Verstedelijking, Vergrijzing

vmbo

Binnenlandse migratie in China 

  • Je kunt omschrijven dat er na 1980 veel plattelandsbewoners in China naar grote steden in de kuststreek van China en later ook naar steden in het binnenland zijn verhuisd.
  • Je kunt twee gevolgen noemen van deze trek van platteland naar stad.
  • Je kunt een reden noemen waarom er Chinese burgers naar grensgebieden van China zijn verhuisd.

migratie, 
aantrekkingsfactoren, 
afstotingsfactoren, brain drain

vmbo

Het Chinese Hukousysteem 

  • Je kunt omschrijven wat het Hukou-systeem in China inhoudt en kun je uitleggen waarom de communistische regering van dit systeem gebruik heeft gemaakt.
  • Je kunt twee voorbeelden geven van kritiek op het Hukou-systeem en weet je dat Hukou langzamerhand minder streng wordt toegepast en waarom.

Migratie, Hukou, Speciale economische zones, Vrijemarktsocialisme

vmbo

Bevolkingsontwikkeling in China 

  • Je kunt omschrijven hoe volgens deskundigen de bevolking in China in de komende decennia gaat veranderen qua omvang, verhouding mannen/vrouwen en samenstelling naar leeftijd.
  • Je kunt minimaal twee problemen beschrijven die de door de bevolkingsontwikkeling worden veroorzaakt.
  • Je kunt aangeven hoe de problemen veroorzaakt door de bevolkingsontwikkeling worden aangepakt.

natuurlijke bevolkingsgroei, geboortecijfer, geboorteoverschot, sterftecijfer, levensverwachting, vergrijzing, eenkindpolitiek

vmbo

Hutongs 

  • Je kunt een hutong beschrijven en kun je uitleggen hoe de hutongs zijn ontstaan.
  • Je kunt uitleggen waarom de overheid de hutongs wil afbreken.
  • Je kunt een reden noemen om de hutongs toch te behouden.
hutong, hottog, Yuan-dynastie, Verboden Stad, Mao
vmbo

Oorzaken verstedelijking China 

  • Je kunt omschrijven in welke periode de Chinese steden sterk gegroied zijn.
  • Je kunt uitleggen waarom de Chinese steden gegroeid zijn.
  • Je kunt een groeimodel voor de Chinese steden beschrijven.

Verstedelijking, industrialisatie, concentrisch, groeimodel, sectorgroeimodel, meerkernen-groeimodel

vmbo

Gevolgen verstedelijking China 

  • Je kunt het begrip agglomeratie beschrijven.
  • Je kunt de minimaal twee gevolgen van de snelle groei van de Chinese steden beschrijven.
  • Je kunt een voorbeeld van een maatregel noemen die de Chinese overheid neemt tegen de nadelige effecten van de snelle groei van de Chinese steden.
  • Je kunt beschrijven wat wordt bedoeld met een informele sector en kun je met een voorbeeld uitleggen dat er sprake is van een informele economie in de Chinese steden.

verstedelijking , agglomeratie, compound, informele sector, luchtvervuiling, afvalverwerking

vmbo

Speciale Economische Zones 

  • Je kunt uitleggen waarom er in China zogenaamde Speciale Economische Zones zijn ingericht.
  • Je kunt beschrijven waarom de economie in deze zones anders werkt dan die in de rest van China.
  • Je kunt twee gevolgen voor de Chinese bevolking noemen van het instellen van Speciale Economische Zones.

migratie, 
planeconomie
vrijemarkteconomie

vmbo Migratie naar buitengebieden 
  • Je kunt aangeven waar de Grote Grote Muur is gebouwd en waarom de Grote Muur is gebouwd.
  • Je kunt het begrip vazalstaten omschrijven en kun je uitleggen hoe ze zijn ontstaan.
  • Je kunt aangeven wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen de vazalstaten en de autonome gebieden van China.
  • Je kunt de begrippen unificatie en sinificatie beschrijven en kun je de begrippen gebruiken als het gaat om de omgang tussen de oorspronkelijke bevolking en Han-Chinezen in de autonome gebieden.

Historisch China, Vazalstaat, Buitengebied, Autonoom gebied, Xinjiang, Tibet, Xizang, Unificatie, Sinificatie, Lamaïsme, Dalai Lama

 

 

Vervanging of aanvulling

Niv

Arrangement

Bruikbaar als:

Bron

     

 

 

Examentraining

Niv

Thema

Leerdoelen

 

vmbo Examentraining    

Overzicht in excel

Open bestand Overzicht materiaal aardrijkskunde inclusief metadata

  • Het arrangement Leerdoelen aardrijkskunde vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Kennisnet LleG Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-10-15 12:04:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    LleG, Kennisnet. (2016).

    Leerdoelen aardrijkskunde vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/82900/Leerdoelen_aardrijkskunde_vmbo_kgt34

    LleG, Kennisnet. (2016).

    Wikiwijs arrangementen voor aardrijkskunde

    https://maken.wikiwijs.nl/82182/Wikiwijs_arrangementen_voor_aardrijkskunde