Nederland - Duitsland

Niv

Thema

Leerdoelen

 

vmbo

Thema: Bevolking en ruimte: Nederland - Duitsland kgt34

   

Het thema bestaat uit de volgende opdrachten:

Niv

Arrangement

Leerdoelen

Begrippen

vmbo

- Nederland-Duitsland 

  • Je kunt de begrippen migratie, immigratie en emigratie beschrijven.
  • Je kunt uitleggen waarom er in de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw veel immigranten naar Nederland en Duitsland kwamen.
  • Je kunt drie landen noemen waar Nederlandse en Duitse emigranten in de jaren '50 en '60 naartoe gingen.
  • Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met het 'Wirtschaftswunder'.
  • Je kunt het belang van de handel tussen Nederland en Duitsland voor beide landen beschrijven.

Bevolkingsgroei, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Immigratie, Emigratie, Immigratiebeleid, Immigratiegolf, Asielzoeker, Bundesländer, Wirtschaftswunder, Tol, Kilometerheffing

vmbo

- Migratie Nederland-Duitsland 

  • Je kunt met omschrijven waarom sommige Nederlanders in de jaren '50 en '60 naar een andere plek binnen hun eigen land verhuisden.
  • Je kunt met omschrijven waarom sommige Duitsers in de jaren '50 naar een andere plek binnen hun eigen land verhuisden.
  • Je kunt het begrip gastarbeider omschrijven en Je kunt voorbeelden van gastarbeiders noemen die in de jaren '50, '60 en '70 naar Nederland en Duitsland kwamen.
  • Je kunt uitleggen waarom veel Nederlanders en Duitsers in de jaren '50, '60 en '70 uit Nederland en Duitsland vertrokken en Je kunt drie landen noemen waar ze naartoe verhuisden.

Migratie, immigratie, emigratie, remigratie, gezinshereniging, aantrekkingsfactoren, afstotingsfactoren

vmbo

Arbeidsmigratie 

  • Je kunt uitleggen waarom Nederland en Duitsland in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw gastarbeiders zijn gaan werven.
  • Je kunt verklaren waarom de gastarbeiders niet – zoals verwacht werd - meer terug naar hun land van herkomst zijn gegaan.
  • Je kunt aangeven in welke periode en waarom gastarbeiders hun gezinnen massaal hebben laten overkomen.
  • Je kunt de begrippen allochtoon en autochtoon omschrijven en gebruiken.
  • Je kunt aangeven dat zowel in Duitsland als in Nederland de niet-autochtone bevolking niet in gelijke mate is verspreid is over het land en dat er met name in de grote steden meer mensen met een migratieachtergrond te vinden zijn.

Allochtoon, Arbeidsmigratie, Arbeidsmigranten, Autochtoon, Buitenlander, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), gastarbeid, Gastarbeider, Gezinshereniging, Wirtschaftswunder

vmbo

Bevolkingsontwikkeling in Nederland en Duitsland 

  • Je kunt omschrijven hoe de bevolking van Nederland en Duitsland zich in de komende decennia ontwikkelt.
  • Je kunt beschrijven wat de de gevolgen van de bevolkingsontwikkeling zijn voor de leeftijdsopbouw van de bevolking in Nederland en Duitsland.
  • Je kunt beschrijven wat de invloed van de bevolkingsontwikkeling zal zijn op de arbeidsverdeling, ouderdomsvoorziening, huisvesting en recreatie in Nederland en Duitsland.
  • Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van de bevolking qua afkomst en cultuur zal veranderen in Nederland en Duitsland, als gevolg van de verwachte ontwikkelingen in de bevolking.

natuurlijke bevolkingsgroei, geboortecijfer, geboorteoverschot, sterftecijfer, sterfteoverschot, sociale bevolkingsgroei, immigratie, emigratie

vmbo

Veranderingen ‘stad en platteland’ in Nederland en Duitsland 

  • Je kunt omschrijven welke veranderingen er in de landbouw hebben plaatsgevonden in Nederland en Duitsland na 1950.
  • Je kunt omschrijven welke veranderingen er op het terrein van de huisvesting in Nederland en Duitsland na 1950 hebben plaatsgevonden.
  • Je kunt omschrijven welke veranderingen er op het gebied van het verkeer in Nederland en Duitsland na 1950 hebben plaatsgevonden.
  • Je kunt omschrijven welke veranderingen er in de recreatiesector hebben plaatsgevonden in Nederland en Duitsland na 1950.

Ruimte, ruimtegebruik, voorzieningen

vmbo

Stedelijke voorzieningen 

  • Je kunt omschrijven wat 'meergeneratiewonen' betekent.
  • Je kunt een verschil beschrijven tussen hoe senioren in Nederland wonen en hoe senioren in Duitsland wonen.
  • Je kunt aangeven in welk land (Nederland of Duitsland) de vergrijzingen eerder is begonnen.

Meergeneratiewonen, Vergrijzing, Mantelzorg, Participatiemaatschappij

vmbo

Herindeling stad 

  • Je kunt een voorbeeld van een groot stadsvernieuwingsproject in Nederland en van een groot stadvernieuwingsproject in Duitsland noemen.
  • Je kunt  minimaal twee voorbeelden noemen van gevolgen van een stadvernieuwingsproject voor de inwoners van de stad.
  • Je kunt uitleggen waarom stadsvernieuwingsprojecten vaak weerstand oproepen bij een deel van de inwoners van de stad.

Verkeer, infrastructuur, ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid, ruimtelijke ordening

 

 

Vervanging of aanvulling

Niv

Arrangement

Bruikbaar als:

Bron