Welkom!
Een goede kok kan niet alleen lekker koken,
een goede kok kan ook zijn recepten delen met anderen.
Dan moet dat recept natuurlijk wel duidelijk zijn. Opgesteld in begrijpelijke taal, voor koks onder elkaar.
Dat ga jij leren deze lessen.
Klik op 'volgende' (rechts onderin het scherm) om meer informatie te krijgen.
Doelen en werkwijze
Wat ga je leren?
- Je leert de vaktaal die bij een recept hoort, zoals ingrediënten, benodigdheden en serveertip.
- Je leert de instructiewoorden die een kok gebruikt, zoals fruiten, ciseleren, snipperen, au bain-marie, blancheren, brunoise en chinoise snijden, garneren, gratineren, julienne snijden.
- Je leert een recept schrijven met een duidelijk taalgebruik in de gebiedende wijs.
Hoe ga je dat leren?
De eerste les schrijf je een recept voor groentesoep. In de theorie vind je informatie over hoe dat recept eruit moet zien. Je leest er uit welke vaktaalwoorden je kunt kiezen om in je recept te gebruiken. Ook zie je voorbeelden van zinnen in de gebiedende wijs.
Als je je recept hebt geschreven, controleer je op spelling en lees je je tekst nog een keer zorgvuldig door. Geen stappen overgeslagen? Niets vergeten? Dan ben je klaar.
De tweede les nemen we de proef op de som: is je recept echt duidelijk? Iemand anders gaat met jouw recept de groentesoep proberen te maken. Hopelijk ben je niet vergeten op te schrijven dat de groente gesneden moet worden!
Jij maakt dan de soep met het recept van iemand anders. Aan het eind geven jullie elkaar feedback. Wat kan er beter?
Natuurlijk nemen we ook de tijd om elkaars soep te proeven, ook daar doe je weer goede ideeën van op!
De opdracht: les 1
1. Schrijf een recept voor groentesoep.
Klik op 'schrijftips' om te lezen hoe je een recept schrijft. Je vindt hier tips voor de opmaak én de formulering (hoe je de zinnen schrijft). Klik op vaktaalwoorden om te zien welke woorden handig kunnen zijn om te gebruiken. Kies hier ten minste twee uit die je echt gebruikt in jouw recept.
Je soep moet in 10-15 minuten te bereiden zijn. Houd daar rekening mee met de keuze van ingrediënten. Linzen zijn dan bijvoorbeeld niet handig omdat die langer nodig hebben om gaar te worden (of je moet linzen uit blik nemen, dat kan wel).
2. Controleer op spelfouten.
3. Controleer of je echt alles duidelijk hebt opgeschreven. Controleer ook of je geen stappen hebt overgeslagen.
4. Sla je recept op en mail deze naar je docent.
Schrijftips recept
Opbouw recept
Een recept bestaat uit de volgende onderdelen:
Ingrediënten: beschrijf wat je nodig hebt en hoeveel.
Benodigdheden: noem het kookgerei (pan, mes, snijplank, enzovoort).
Werkwijze: instructietekst voor de bereiding in duidelijke stappen.
Serveertip: wat is lekker bij dit gerecht of hoe kun je het mooi opdienen?
Afbeelding: een bijpassend plaatje.
Formulering
Hoe schrijf je je instructie?
De bereidingswijze schrijf je in gebiedende wijs. Dat betekent dat je schrijft alsof je iemand persoonlijk opdracht geeft. Je nummert de stappen.
Zo ziet dat eruit:
1. Zet de pan met water op het fornuis.
2. Pak de wortel.
3. Snijd de wortel jullienne.
Enzovoort.
Vaktaalwoorden
Gebruik in je recept ten minste 2 van de woorden uit het volgende lijstje. Erachter staat de betekenis van het woord.
Fruiten = groente in de olie bakken.
Ciseleren = snijden van bijvoorbeeld champignons waarbij je de punt van het mes op de snijplank laat staan en hakkende bewegingen maakt.
Snipperen = in kleine stukjes snijden van bijvoorbeeld een ui.
Au bain-marie = het verwarmen en/of warmhouden van voedsel: boven een bak met heet water (tenminste 65 graden) wordt het voedsel op temperatuur gehouden.
Blancheren = in ruim kokend water het voedsel korte tijd onderdompelen om het alvast een beetje te garen of te reinigen.
Brunoise snijden = het in blokjes snijden van producten.
Chinoise snijden = het in ruitjes snijden van producten.
Garneren = versieren, ervoor zorgen dat een gerecht er mooi/aantrekkelijk uit ziet. De garnering bestaat uit eetbare producten.
Gratineren = in de oven of in de salamander (grill) een gerecht van een bruin korstje voorzien.
Julienne snijden = het in reepjes snijden van groenten of aardappelen.
Les 2: controle en feedback
Controle
Tijdens het bereiden van de groentesoep volg je exact alle stappen van het recept. Mis je een stap? Schrijf dit dan op op het
feedbackformulier. Staat er bijvoorbeeld niet bij hoeveel zout erin moet? Dan voeg je geen zout toe en schrijf je op het feedbackformulier 'hoeveelheid vergeten aan te geven'.
Proeven
Je docent geeft aan hoe het proeven verloopt. Welke soep vind jij het lekkerst?
Feedback geven
We gaan naar het klaslokaal waar je je tips en tops deelt met degene van wie je het recept hebt uitgevoerd.
Opruimen
Aan het eind van de les ruim je de door jou gebruikte spullen op zoals je gewend bent.
Feedbackformulier
De docent deelt de feedbackformulieren en een pen uit.
