Vaktaalwoorden

Gebruik in je recept ten minste 2 van de woorden uit het volgende lijstje. Erachter staat de betekenis van het woord.

Fruiten = groente in de olie bakken.

Ciseleren = snijden van bijvoorbeeld champignons waarbij je de punt van het mes op de snijplank laat staan en hakkende bewegingen maakt.

Snipperen = in kleine stukjes snijden van bijvoorbeeld een ui. 

Au bain-marie = het verwarmen en/of warmhouden van voedsel: boven een bak met heet water (tenminste 65 graden) wordt het voedsel op temperatuur gehouden.

Blancheren = in ruim kokend water het voedsel korte tijd onderdompelen om het alvast een beetje te garen of te reinigen.

Brunoise snijden =  het in blokjes snijden van producten.

Chinoise snijden = het in ruitjes snijden van producten.

Garneren = versieren, ervoor zorgen dat een gerecht er mooi/aantrekkelijk uit ziet. De garnering bestaat uit eetbare producten.

Gratineren =  in de oven of in de salamander (grill) een gerecht van een bruin korstje voorzien.

Julienne snijden = het in reepjes snijden van groenten of aardappelen.