Het weer is grillig. Mooi en slecht weer en alles ertussen in wisselen elkaar onnavolgbaar af. Regen, zon, wind, bewolking, langer dan een paar dagen vooruit is het niet te voorspellen.
Toch vormt het weer in een bepaald gebied een constante factor. Meet in dat gebied lange tijd achtereen, zeg dertig jaar, temperatuur, neerslag, wind, bewolking en luchtdruk. Reken de gemiddelden uit van alle meetresultaten en je hebt het gemiddelde weer: het klimaat.
In deze opdracht gaat het om de klimaten van Nederland en Spanje.
In deze video wordt het verschil tussen weer en klimaat uitgelegd. Welke elementen bepalen het weer?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
omschrijven wat het verschil is tussen weer en klimaat;
vier factoren noemen die het klimaat in een bepaald gebied bepalen;
vier klimaatzones opnoemen;
met een voorbeeld laten zien hoe Köppen de klimaten in groepen heeft verdeeld;
het klimaat in Nederland en de vijf klimaten in Spanje herkennen.
Wat kan ik al?
In klas 1 of klas 2 heb je ook opdrachten over het weer en het klimaat gemaakt.
Weet je het nog?
Bestudeer de twee Kennisbankitems.
Kijk of je antwoord kunt geven op de volgende vragen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bekijkt video's en leert welke factoren het klimaat in een gebied bepalen. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 2
Je bestudeert de klimaatindeling van Köppen en beantwoordt vragen over klimaatzones.
Stap 3
Je leert over het klimaat in Nederland en welke factoren daarbij bepalend zijn. Ook leer je over de vijf klimaten in Spanje en in welke gebieden ze voorkomen. Je beantwoordt vragen aan de hand van informatie en de afbeelding.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen gaan over het weer en het klimaat.
Eindopdracht A
Kies je voor opdracht A: dan maak je de toets.
Eindopdracht B
Kies je voor opdracht B: dan maak je met een klasgenoot een beschrijving van het klimaat in een streek in Nederland of Spanje.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Klimaatfactoren
In de video 'Klimaatzones van de wereld' wordt uitgelegd dat weer en klimaat niet hetzelfde zijn en dat het klimaat op aarde niet overal hetzelfde is. Kun je zien in welke klimaatzone Nederland ligt?
Wat voor klimaat een gebied heeft, hangt af van vier verschillende factoren:
Breedteligging - afstand tot de evenaar
In de video wordt één reden genoemd waarom minder warmte van de zon het aardoppervlak bereikt naarmate je verder van de evenaar af bent. Er is nog een tweede reden: hoe verder je van de evenaar af bent, hoe langer de weg is die zonlicht door de dampkring van de aarde aflegt. En hoe langer die weg is, hoe meer zonlicht door de dampkring wordt tegengehouden.
Reliëf
Bergketens hebben invloed op het klimaat, vooral als ze in een gebied liggen waar het grootste deel van het jaar de wind van zee komt. Die wind voert vochtige lucht aan die omhooggestuwd wordt als de bergen worden bereikt. Hoe hoger hoe koeler, de lucht koelt af en de waterdamp in de lucht condenseert. Die waterdamp vormt wolken waaruit vervolgens regen valt (aan de loefzijde) van de bergketens. De inmiddels droge lucht daalt aan de andere kant van de bergen (de lijzijde). Vooral als de wind het hele jaar door uit dezelfde richting waait, heerst er aan de lijzijde van de bergketens een droog klimaat.
Nabijheid van grote wateroppervlakken
De temperatuur van zeewater schommelt minder hard dan de temperatuur op het vasteland. Dat geldt zowel voor dag- en nachtverschillen als voor de seizoenen. Daardoor heeft nabijheid van zeewater een matigende werking op de temperatuur. In de buurt van zeewater is het ’s winters minder koud en ’s zomers minder warm dan op plaatsen verder weg van de zee.
Zeestromen en wind
Dat zeestromen en wind invloed hebben op het klimaat zie je in de volgende video.
Gebruik de informatie voor het maken van de oefening 'Klimaatfactoren'.
Stap 2: Klimaatindeling van Köppen
Je hebt gezien dat er verschillende klimaten zijn op aarde. Om al die klimaten duidelijk te kunnen beschrijven heeft de Russische wetenschapper Vladimir Köppen (1846-1940) klimaten in groepen ingedeeld. Elke groep heeft meerdere klimaten die een beetje van elkaar verschillen. Voor elk van die klimaten heeft Köppen een lettercode bedacht.
De indeling is als volgt:
Tropische klimaten
Af: Tropisch regenwoudklimaat (f = geen droge periode).
As en Aw: Savanneklimaat met droge periode in de zomer of in de winter (s = droge zomer, w = droge winter).
Droge klimaten
BS: Steppeklimaat, jaarlijkse neerslag tussen 200 en 300 millimeter (S = steppe).
BW: Woestijnklimaat, jaarlijkse neerslag minder dan 200 millimeter (W = Woestijn).
Zeeklimaten
Cs: Mediterraan klimaat met droge zomer (s = droge zomer).
Cw: Chinaklimaat met droge winter (w = droge winter).
Cf: Zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden (f = geen droge periode).
Landklimaten
Df: Continentaal klimaat met neerslag in alle jaargetijden (f = geen droge periode).
Dw: Continentaal klimaat met droge winter (w = droge winter).
Poolklimaten
ET: Toendraklimaat met in de warmste maand van het jaar een temperatuur tussen 0 en 10 °C (T = Toendra).
EF en EH: Sneeuw- of hooggebergteklimaat met een temperatuur die het hele jaar door beneden 0 °C ligt (F = IJskap, H = Hooggebergte).
Van hooggebergteklimaat is alleen sprake in hooggebergten niet verder noordelijk dan 70 graden noorderbreedte en niet verder zuidelijk dan 70 graden zuiderbreedte.
Maak de oefeningen.
Stap 3: NL en Spanje
Nederland heeft een niet te warm en niet te koud en tamelijk nat klimaat.
Dat Nederland dat klimaat heeft, komt door:
de ligging in de gematigde klimaatzone (tussen 50,5 en 54 graden noorderbreedte);
de ligging aan zee;
het (bijna) ontbreken van reliëf;
de invloed van de Warme Golfstroom.
Maar dat wil niet zeggen dat het klimaat overal in Nederland precies hetzelfde is. Aan zee, op de Veluwe en in Zuid-Limburg valt per jaar meer regen dan elders in het land. Dat de Veluwe en Zuid-Limburg tot de natste plekken in Nederland horen, komt omdat vochtige lucht op die plekken tegen heuvelhellingen wordt opgestuwd, waardoor stuwingsregens ontstaan. Ook neemt het verschil tussen de hoogste en de laagste temperatuur in een jaar toe naarmate je verder van de kust af bent.
In Spanje zijn er vijf verschillende klimaten. Op het kaartje zie de klimaten aangegeven. In het groene gedeelte komt het klimaat overeen met het klimaat in Nederland.
De andere klimaten zijn:
hooggebergte klimaat (paars)
continentaal klimaat (oranje)
Middellandse Zeeklimaat (geel)
steppeklimaat (rood)
Gebruik de informatie en het kaartje bij het beantwoorden van de vragen in de oefening 'Klimaten NL-Spanje'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Klimaat
De gemiddelde toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats gemeten over dertig jaren.
Tropische regenklimaten
De warme klimaten.
Savanneklimaat
Behoort tot de warme klimaten. Het savanneklimaat is vergelijkbaar met het tropisch regenwoudklimaat, maar heeft een droog seizoen. Dit is meestal in de winter.
Tropische regenwoudklimaat
Behoort tot de warme klimaten. In het tropisch regenwoud komt de gemiddelde maandtemperatuur het hele jaar door boven de 18 °C en is er het hele jaar door veel neerslag (meer dan 2000 mm gemiddeld per jaar).
Droge klimaten
Klimaten met weinig neerslag.
Steppeklimaat
Behoort tot de klimaten met weinig neerslag. Het steppeklimaat is een droog klimaat (ca. 250-500 mm neerslag per jaar).
Woestijnklimaat
Behoort tot de klimaten met weinig neerslag. Het woestijnklimaat is een zeer droog klimaat (ca. minder dan 250 mm neerslag per jaar).
Gematigde klimaten
Een gematigd klimaat of warm gematigd klimaat (bijvoorbeeld het Middellandse Zeeklimaat) is een vochtig klimaat. Een ander kenmerk zijn de relatief gematigde temperaturen. Gematigde klimaten hebben duidelijke seizoenen en de verschillen in temperatuur tussen de winter en de zomer zijn niet groot.
Poolklimaten
De koude klimaten.
Toendraklimaat
Behoort tot de koude klimaten. In een toendraklimaat komt de gemiddelde temperatuur in de koudste maand niet boven de -3 °C en in de warmste maand blijft deze tussen de 0 °C en 10 °C.
Sneeuwklimaat
Behoort tot de koude klimaten. In een sneeuwklimaat blijft de gemiddelde maandtemperatuur in de koudste maand beneden de -3 °C. De warmste maand heeft een gemiddelde maandtemperatuur lager dan 0 °C.
Hooggebergteklimaat
Behoort tot de koude klimaten. Het hooggebergteklimaat komt voor in bijvoorbeeld de Alpen en Himalaya. De temperatuur in deze hooggelegen gebieden komt alleen in de zomermaanden boven de 0 °C.
Tropisch regenwoud
Gebied waarin het altijd warm is en waar veel soorten bomen en planten groeien die altijd groen blijven.
Savanne
Gebied waarin het altijd warm is met een droge periode in de winter of in de zomer.
Steppe
Gebied met tussen de 250 en 500 mm neerslag per jaar.
Woestijn
Een gebied met zeer weinig neerslag.
Oase
Een plek in de woestijn met toegang tot water.
Wadi
Een rivier in een woestijn waarvan de rivierbedding een gedeelte van het jaar droog valt.
Zomergroen loofwoud
Loofbos waar de bomen en struiken in de winter hun blad verliezen.
Moeras
Een drassig gebied vooral bestaande uit organisch materiaal (planten en dieren).
Toendra
Boomloos gebied waarin de winters lang zijn en de ondergrond het grootste deel van het jaar bevroren.
Verwoestijning
Het uitbreiden van de woestijn.
Seizoenen
Een seizoen, ook wel jaargetijde genoemd, is een van de vier delen van het jaar.
Eindopdracht: Beschrijving maken
Je hebt in deze opdracht geleerd over het klimaat in Nederland en in Spanje. Die kennis gaan jullie gebruiken om voor een reisbureau ‘De Klimaatgids Nederland/Spanje’ samen te stellen.
In teams van 2 of 3 krijg je door je docent twee van de volgende gebieden toegewezen:
De Veluwe
Zeeuws-Vlaanderen
De Achterhoek
De Sierra Nevada
Noord-Atlantische kust
De vallei van de Guadalquivir (omgeving van Sevilla en Córdoba)
De noordoostkust van Spanje (= kust van Catalonië)
Zuidoostkust van Spanje (omgeving van Murcia en Almería)
Spaanse Hoogvlakte (Madrid, La Mancha en Castilië)
Vallei van de Ebro (Zaragoza en het binnenland van Catalonië)
Zuidwest-Atlantische kust (omgeving van Cádiz en Huelva)
Hoe gaan jullie te werk?
Zoek de betreffende streek op en maak samen een beschrijving van het klimaat in het gebied.
Let daarbij vooral op de neerslag door het jaar heen en de temperatuur ’s winters en ’s zomers.
Kijk ook naar het landschap in het gebied: zijn er bergen of is het een vlak gebied?
Zoek een afbeelding erbij van de streek, zodat je een indruk krijgt van de begroeiing in de streek en daarmee ook van het klimaat.
Zoek er ook een klimaatgrafiek bij van een grote of bekende stad in de streek.
De beschrijving is ongeveer een A4'tje groot. Je kunt nog in de gereedschapskist kijken hoe je een beschrijving (als een artikel) maakt.
Beoordeling
De klimaatbeschrijving laten jullie beoordelen door jullie docent.`
Bij de beoordeling let jullie docent op:
inhoud: heb je een uitgebreide beschrijving gegeven van het klimaat in het aan jou aangewezen gebied?
Heb je temperatuur en neerslaghoeveelheid vermeld? Komt de lezer ook iets meer te weten over de omgeving, hoe het gebied er uit ziet, waar het in Spanje of in Nederland ligt?
vorm: is het eindproduct origineel en met zorg gemaakt?
taalfouten: bevat jullie klimaatbeschrijving niet te veel fouten?
Het arrangement Opdracht: Klimaat: NL en Spanje - vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Weer en klimaat: NL en Spanje', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo-kgt leerjaar 3 en 4. In deze opdracht ga je meer leren over de klimaten van Nederland en Spanje. Zo ga je het verschil leren tussen weer en klimaat, waarbij je in gaat op vier factoren die het klimaat bepalen van een gebied. Verder leer je meer over klimaatzones en op welke manier Köppen een indeling heeft gemaakt in klimaten. Tot slot breng je dit in de praktijk en kijk je naar welke klimaten ervoor komen in Nederland en Spanje.
Veel plezier met het maken van de opdracht!
Deze opdracht hoort bij het thema 'Weer en klimaat: NL en Spanje', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo-kgt leerjaar 3 en 4. In deze opdracht ga je meer leren over de klimaten van Nederland en Spanje. Zo ga je het verschil leren tussen weer en klimaat, waarbij je in gaat op vier factoren die het klimaat bepalen van een gebied. Verder leer je meer over klimaatzones en op welke manier Köppen een indeling heeft gemaakt in klimaten. Tot slot breng je dit in de praktijk en kijk je naar welke klimaten ervoor komen in Nederland en Spanje.
Veel plezier met het maken van de opdracht!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Klimaten NL en Spanje
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.