Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- omschrijven wat het verschil is tussen weer en klimaat;
- vier factoren noemen die het klimaat in een bepaald gebied bepalen;
- vier klimaatzones opnoemen;
- met een voorbeeld laten zien hoe Köppen de klimaten in groepen heeft verdeeld;
- het klimaat in Nederland en de vijf klimaten in Spanje herkennen.