Stap 2: Klimaatindeling van Köppen

Je hebt gezien dat er verschillende klimaten zijn op aarde. Om al die klimaten duidelijk te kunnen beschrijven heeft de Russische wetenschapper Vladimir Köppen (1846-1940) klimaten in groepen ingedeeld. Elke groep heeft meerdere klimaten die een beetje van elkaar verschillen. Voor elk van die klimaten heeft Köppen een lettercode bedacht.

De indeling is als volgt:

  1. Tropische klimaten
    1. Af: Tropisch regenwoudklimaat (f = geen droge periode).
    2. As en Aw: Savanneklimaat met droge periode in de zomer of in de winter (s = droge zomer, w = droge winter).
  1. Droge klimaten
    1. BS: Steppeklimaat, jaarlijkse neerslag tussen 200 en 300 millimeter (S = steppe).
    2. BW: Woestijnklimaat, jaarlijkse neerslag minder dan 200 millimeter (W = Woestijn).
  1. Zeeklimaten
    1. Cs: Mediterraan klimaat met droge zomer (s = droge zomer).
    2. Cw: Chinaklimaat met droge winter (w = droge winter).
    3. Cf: Zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden (f = geen droge periode).
  1. Landklimaten
    1. Df: Continentaal klimaat met neerslag in alle jaargetijden (f = geen droge periode).
    2. Dw: Continentaal klimaat met droge winter (w = droge winter).
  1. Poolklimaten
    1. ET: Toendraklimaat met in de warmste maand van het jaar een temperatuur tussen 0 en 10 °C (T = Toendra).
    2. EF en EH: Sneeuw- of hooggebergteklimaat met een temperatuur die het hele jaar door beneden 0 °C ligt (F = IJskap, H = Hooggebergte).
      Van hooggebergteklimaat is alleen sprake in hooggebergten niet verder noordelijk dan 70 graden noorderbreedte en niet verder zuidelijk dan 70 graden zuiderbreedte.

Maak de oefeningen.