Driekwart van de aarde is met water bedekt. Water genoeg, maar er is maar een klein deel geschikt voor menselijke consumptie.
Je kunt water indelen in wel of niet geschikt als drinkwater, maar er zijn ook nog andere manieren om de verschillende soorten water in te delen.
Daar ga je deze opdracht meer aan de slag.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het verschil omschrijven tussen zout, zoet en brak water;
herkennen waar je deze watersoorten kunt aantreffen;
uitleggen waarom grondwater geschikter is voor het maken van drinkwater dan oppervlaktewater;
drie taken van een waterschap noemen;
omschrijven wat kwelwater is en hoe dit op verschillende manieren aan de oppervlakte kan komen;
omschrijven wat een aquifer is;
het begrip 'fossiel water' herkennen.
Wat kan ik al?
In klas 1 of klas 2 heb je een opdracht over drinkwater gedaan.
Daarin werden ook soorten water besproken.
Weet je het nog?
Kijk nog even in de Kennisbank.
Bestudeer de eerste drie pagina's van dit onderdeel.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je bekijkt video's over de zoutste zee ter wereld, over waterzuivering en de site van waterschappen. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 2
Je leest informatie over manieren waarop grondwater aan de oppervlakte komt.
Stap 3
Je leert wat een aquifer is en waar je deze aantreft. Je beantwoordt er vragen over.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen gaan over soorten water.
Eindopdracht A
Kies je voor eindopdracht A: dan maak je de toets 'Water in soorten'.
Eindopdracht B
Kies je voor eindopdracht B: dan speel je met klasgenoten het fotodominospel.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Zout, zoet en brak water
Zout water
De zeeën en oceanen zijn de grootste gebieden met zout water, maar het zoutst is de Dode Zee. Deze zee ligt op de grens van Israël en Jordanië. Het zoutgehalte in de Dode Zee ligt op 42 gram per liter water. Het water is zo zout dat er niets in kan leven.
Bekijk de video over de Dode Zee.
Zoet water
Tegenover zout water staat zoet water: water dat minimale hoeveelheden zout bevat en drinkbaar is.
Een van de grootste voorraden zoet water is het Baikalmeer in Rusland.
Het grootste zoetwatergebied in Nederland is het IJsselmeer.
Brak water
Brak water zit tussen zoet en zout water in. Brak water komt voor op plaatsen waar zoet water en zeewater op elkaar stuiten, vaak bij riviermondingen.
Het grootste brakwatergebied in Nederland is het Veerse Meer in Zeeland.
Diverse planten (waaronder het lepelblad) en diersoorten (zoals de zeenaaktslak) zijn afhankelijk van brak water.
De begrippen zoet water en drinkwater worden nogal eens door elkaar gebruikt, maar ze zijn niet helemaal hetzelfde.
Drinkwater is water dat direct geschikt is voor menselijke consumptie. Aan het drinkwater in Nederland worden stoffen toegevoegd die bacteriën en virussen doden, zodat je er niet ziek van kunt worden.
In de Nederlandse Drinkwaterwet staat dan ook: “Drinkwater is een primair goed (een goed dat voorziet in de eerste levensbehoeften van de mens) en mag geen risico's opleveren voor de volksgezondheid.”
Bekijk de video over waterzuivering.
Waterschappen
De waterschappen zorgen voor het beheer van het water in Nederland.
Ga naar de website van de waterschappen: www.waterschappen.nl/. Op de site vind je de doelen van de waterschappen. Bekijk de doelen.
Grondwater zit meestal in de grond, maar soms komt het vanzelf aan de oppervlakte. Zo'n plek heet een kwel en het water daarin heet kwelwater. Een kwel heeft vaak een bijzondere waterkwaliteit.
Vooral diepe kwelstromen die eeuwenlang door de bodem hebben gestroomd, zijn zuurstof- en voedselarm en vaak kalk- en ijzerhoudend. Dit leidt tot bijzondere plantengroei, zoals de waterviolier.
Bronnen
Kwelwater kan ook bronnen vormen. Een heel bekende bron is de Donaubron bij Donauschingen in Duitsland. Daar ontspringt de rivier de Donau die eindigt in de Zwarte Zee bij Roemenië, bijna 3000 kilometer verder.
Waterput
Als het grondwater niet spontaan naar boven komt, kun je een waterput slaan. Daarin kan het grondwater naar boven komen. Sinds de steentijd maken mensen al waterputten, maar in het rijke westen kom je ze niet meer zo vaak tegen. In ontwikkelingslanden zijn ze echter onmisbaar.
Oase
Bijzondere bronnen die je in Nederland niet tegenkomt zijn oases. Een oase is een plek in de woestijn waar grondwater aan de oppervlakte komt. Oases waren ooit bloeiende handelscentra. Het waren bijzondere plekken in de droge woestijn waar mensen verzamelden omdat er water was.
Sinds een jaar of vijftig gaat het slechter met de oases. Daar zijn verschillende redenen voor: het klimaat verslechtert, door de bevolkingsgroei wordt de druk op de oases steeds groter en door een plantenziekte wordt de dadelpalm aangetast, de boom die zo typerend is voor de oase. Het gevolg is een oprukkende verwoestijning.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bijzonder is de aquifer (van de Latijnse woorden voor water en dragen). Een aquifer is een laag met water tussen twee andere lagen onder de grond, een natuurlijk ondergronds waterreservoir.
Er zijn twee soorten aquifers, de onbegrensde en de begrensde aquifer. Een onbegrensde aquifer heeft op een bepaald punt een opening naar buiten (aquiferoase). Een begrensde aquifer is opgesloten onder een weinig poreuze laag.
Een aquifer kan duizenden jaren oud zijn. Onder de woestijnen van Libië, Saudi-Arabië en Australië vind je nu enorme aquifers uit de tijd dat deze gebieden veel vochtiger waren dan nu. Het water in die oude aquifers noemen we fossiel water.
Great Man-Made River Project
Aquifers worden wel aangeboord om het water naar boven te halen.
Dat gebeurt bijvoorbeeld in Libië bij het Great Man-Made River Project.
Zoek in De Grote Bosatlas de kaart: Midden-Oosten bodemgebruik en kijk op de deelkaart: Waterprojecten.
Je ziet daar dat het Great Man-Made River Project onder meer gevoed wordt met fossiel water uit de Nubische aquifer, water van wel 40.000 jaar oud dat honderden meter onder de oppervlakte ligt.
Libië wil het fossiele water gebruiken voor het telen van gewassen als tarwe, haver, graan en gerst, maar ook voor producten als druiven. Deze gewassen en producten worden tot nu toe ingevoerd.
Een aquifer wordt niet of zeer langzaam aangevuld. Gebruik je fossiel water uit een aquifer, dan raakt het op. Niemand weet hoe lang het zal duren voordat de Nubische watervoorraad op is.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Zout water
Water waarin zout is opgelost. In zout water zit meer zout dan mensen aankunnen: zout zuigt vocht op.
Zoet water
Water dat wel drinkbaar is. Toch is zoet water in meren, oppervlakten en grondwater vaak wel vervuild.
Brak water
Dit vind je op plaatsen waar zoet water en zout water in elkaar overvloeien.
Kwelwater
Water dat onder de dijk door sijpelt en terug de polder in loopt.
Aquifer
Een aquifer is een laag met water tussen twee andere lagen onder de grond, een natuurlijk ondergronds waterreservoir.
Fossiel water
Het water in oude aquifers heetfossiel water.
Oase
Een oaseis een plek in de woestijn waar grondwater aan de oppervlakte komt.
Drinkwaterbedrijf
Een bedrijf dat ervoor zorgt dat grondwater gezuiverd wordt tot drinkbaar kraanwater.
Waterschappen
Een waterschap zorgt voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Het is een overheidsorganisatie.
Normaal Amsterdams Peil (NAP)
Om te controleren of de dijken nog hoog genoeg zijn, worden de waterhoogte en hoogte van het land regelmatig gemeten. Deze hoogten worden vergeleken met het niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP).
Peilmerken
Meetmerken waarmee het NAP inzichtelijk gemaakt wordt.
Wadden
Delen van de Waddenzee die bij laag water droog vallen. Een wad is een modder- of zandplaat die in een ondiepe zee is ontstaan.
Getijde
De op- en neergaande beweging van de zee. Deze beweging wordt veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan. De gemiddelde duur van een getijde is iets meer dan 12 uur.
Eb
De periode tussen hoogwater en laagwater.
Vloed
De periode tussen laagwater en hoogwater.
Stormvloed Het opstuwen van zeewater door stormwinden.
Springtij Is de periode van het getij waarin het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. Springtij treedt eens in de ongeveer 14 dagen op.
Eindopdracht A: Toets
Kies je voor eindopdracht A dan maak je de toets.
Na het beantwoorden van de vragen zie je je score.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Kies je voor deze eindopdracht, dan ga je een fotodominospel maken en het daarna spelen.
Het spel speel je in groepjes van vier leerlingen.
Om het spel te kunnen spelen heb je vier sets dominostenen nodig.
Download hier het Werkblad fotodomino. Sla het bestand in je eigen omgeving op, zodat je het kunt uitprinten.
Hoe ga je te werk?
Jullie gaan eerst de dominostenen maken. Knip de dominostenen uit en verstevig ze eventueel met dikker papier of karton.
Leg de 48 dominostenen omgekeerd op tafel.
Om te beginnen trekt iedereen vier dominostenen. Je ziet dat een dominosteen uit een foto en een begrip bestaat. Degene die (het eerst) de steen met de foto ‘kwelwater’ en het begrip ‘oase’ heeft, mag beginnen.
Als niemand die steen heeft, krijgt iedereen een extra steen net zo lang tot iemand mag beginnen.
Degene rechts van degene die het eerste steen heeft gelegd, is als tweede aan de beurt. Als hij een dominosteen heeft met als begrip ‘kwelwater’ of een dominosteen met de foto ‘oase’ dan kan hij die steen leggen. Heeft hij die niet, dan is zijn rechter buurman aan de beurt, enzovoort. Als niemand een steen kan leggen, krijgt iedereen een extra steen.
Het spel eindigt als één iemand geen dominostenen meer heeft. Degene die zijn laatste dominosteen heeft gelegd is de winnaar.
Beoordeling
Jullie docent zal beoordelen of jullie het spel op de juiste manier hebben gespeeld.
Terugkijken
Intro
Bekijk de intro nog eens. Past de intro goed bij de opdracht?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Bedenk bij ieder leerdoel een vraag en zorg dat je ook het antwoord op die vraag weet.
Hoe ging het?
Tijd
Ben je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig geweest.
Heb je binnen die tijd ook de eindopdracht kunnen doen?
Inhoud
Welke begrippen in deze opdracht waren nieuw voor je?
Maak met die begrippen een woorden(lijstje).
Eindopdracht
Welke eindopdracht heb je gekozen?
A: Had je een voldoende voor de toets?
B: Wat het leuk om het fotodominospel te spelen?
Het arrangement Water in soorten vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Water in Nederland'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor vmbo-kgt leerjaar 3 & 4. Deze opdracht bespreekt het verschil tussen zoet, zout en brak water en problemen die ontstaan als water brak wordt, waarbij ook kwelwater wordt besproken. Hierna gaat het over aquifers en wat het verschil is tussen een brede en een ondiepe aquifer. Fossiel water en het belang ervan in het Midden-Oosten worden besproken. Je bekijkt verschillende video's over deze onderwerpen.
Deze opdracht hoort bij het thema ''Water in Nederland'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor vmbo-kgt leerjaar 3 & 4. Deze opdracht bespreekt het verschil tussen zoet, zout en brak water en problemen die ontstaan als water brak wordt, waarbij ook kwelwater wordt besproken. Hierna gaat het over aquifers en wat het verschil is tussen een brede en een ondiepe aquifer. Fossiel water en het belang ervan in het Midden-Oosten worden besproken. Je bekijkt verschillende video's over deze onderwerpen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
'Wat kan ik al?"
Soorten water en waterschappen
Waterputten en oases
Aquifer en fossiel water
Water in soorten
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.