Waterkringloop vmbo-kgt34

Waterkringloop vmbo-kgt34

Waterkringloop

Intro

De hoeveelheid water op aarde is constant en wordt geschat op bijna 1400 miljoen kubieke kilometer. Daarvan is zo’n 2,5% geschikt voor gebruik door mens, dier en plant.
Geschikt, maar nog niet beschikbaar. Het water zit namelijk in ijskappen, in wolken of in de grond.

Hoeveel procent van het aardoppervlak bestaat uit water?

Water is voortdurend in beweging: oppervlaktewater verdampt, daaruit ontstaan wolken waaruit neerslag valt die als regen, sneeuw of hagel terugkomt naar de aarde. Het water komt vervolgens terecht in het oppervlaktewater of het trekt in de bodem.
Dat proces heet de waterkringloop.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de waterkringloop beschrijven. Je gebruikt daarbij de begrippen: zon, wind, neerslag, verdamping, condensatie, infiltratie en stroomafwaarts.
  • omschrijven wat het verschil is tussen de korte en de lange waterkringloop.

Wat kan ik al?

In klas 1 of klas 2 heb je ook een opdracht over de waterkringloop gedaan.
Weet je het nog?
Bestudeer de eerste drie pagina's en bekijk de video in de Kennisbank.

Waterkringloop

Beantwoord de volgende vragen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bekijkt de video's over de kringloop van water en maakt de oefening.
Stap 2 Je bekijkt een video met uitleg over de korte en lange waterkringloop. Je leest een tekst met uitleg. Daarna beantwoord je de vragen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over de waterkringloop.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A: dan maak je de toets 'Waterkringloop'.
Eindopdracht B Kies je voor eindopdracht B: dan maak je met een klasgenoot een stripverhaal met de titel 'Water op wereldreis.'
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kringloop van water

Bekijk de video 'De kringloop van het water'.

Bekijk ook deze video over 'Neerslag'.

 

Maak de oefening.

Stap 2: Kort en lang

Dit monument staat bij de bron
van de Maas. Op deze plek welt
grondwater op dat aan een
lange reis naar zee begint.

Korte en lange waterkringloop

Je weet nu in grote lijnen hoe de waterkringloop werkt en welke rol verdamping, condensatie, wolken, neerslag en wind hierin spelen. Je kunt het nog eens nalezen in de tekst 'De waterkringloop'.

Waterkringloop bestaat eigenlijk uit twee verschillende kringlopen.
Kijk naar de uitleg in deze video.

Lees de tekst over de waterkringloop.

De waterkringloop
Al het water in de natuur maakt onderdeel uit van de waterkringloop. Het komt erop neer dat water diverse stappen doorloopt en uiteindelijk weer aan het begin van de kringloop uitkomt, waarna de cyclus opnieuw begint. De motor van dit proces is de zon. Om het duidelijker te maken volgen we het water op zijn weg door de waterkringloop.

1. Neerslag
In een wolk verzamelen zich waterdruppeltjes. Die druppeltjes gaan samenklonteren en worden steeds zwaarder. Op een gegeven moment worden de waterdruppels zo zwaar dat ze ‘uit de wolk’ naar beneden vallen. Dit verschijnsel heet neerslag. Neerslag heeft verschillende vormen, bijvoorbeeld regen, sneeuw en hagel.

2. Infiltratie
Het water van de neerslag komt op de aarde terecht en zakt langzaam de grond in. Het zinkt net zolang door de grond tot het in een zone komt waar het helemaal doordrenkt is van water: de verzadigde zone. Daar voegt het zich bij het grondwater. Het grondwater staat niet stil. Grondwater, en dus ook ons druppeltje, verplaatst zich van hoge gebieden met een hoge luchtdruk naar lage gebieden met een lage druk. Dit gaat niet erg snel, meestal ongeveer een meter per jaar, hoogstens 30 centimeter per dag.

3. Transpiratie
Een deel van het grondwater wordt opgenomen door planten. Die planten gebruiken het water en scheiden het weer af als waterdamp. 10% van de neerslag die op de grond valt, verdampt via planten en andere vegetatievormen. De rest verdampt via zeeën of oceanen.

4. Oppervlakte afvloeisel
Een deel van de neerslag komt direct in rivieren, meren of andere oppervlaktewater terecht. Daarvandaan wordt het rechtstreeks stroomafwaarts richting de zee of oceaan getransporteerd.

5. Verdamping
Door de zon warmt oppervlaktewater op. Hierdoor verdampt langzaam het bovenste laagje van het water en stijgt het weer op in de atmosfeer. Daar vult de waterdamp de wolken weer aan met water. De oceanen nemen het grootste deel van de verdamping voor hun rekening.

6. Condensatie
Waterdamp is onzichtbaar, wolken zijn dat niet. In de wolk klontert de waterdamp tegen grotere waterdruppels of ander waterdamp aan, waarna het weer een gewone waterdruppel wordt. Dit proces heet condensatie.

Bron: www.deltawerken.com

 

Maak nu de volgende oefening.

Afronding

Begrippen

Waterkringloop

Fasen
Verschillende ontwikkelingsstappen van water.
Smelten
Van vaste stof naar vloeistof.
Stollen
Van vloeistof naar vaste stof.
Verdampen
Van vloeistof naar gas.
Condenseren
Van gas naar vloeistof.
Vervluchten
Van vaste stof naar gas.
Rijpen
Van gas naar vaste stof.
Waterkringloop
De 'reis' die water maakt. De stappen die ervoor zorgen dat water verdampt, er wolken komen en dat uit de wolken weer neerslag valt.
Oppervlaktewater
Water dat zich in vloeibare vorm aan de oppervlakte van de aarde bevindt.
Grondwater
Water dat zich niet aan de oppervlakte bevindt, maar ondergronds in de bodems en gesteenten.
Aquifer
Een watervoerende laag in de ondergrond.

Eindopdracht A: Toets

Kies je voor eindopdracht A dan maak je een toets.
Na het beantwoorden van de vragen zie je je score.

Eindopdracht B: Stripverhaal maken

Je hebt geleerd hoe de waterkringloop werkt en hoe water tijdens de kringloop van gedaante kan veranderen.
Als eindopdracht maken jullie in groepjes van twee een stripverhaal over twee flinke waterdruppels die vanaf de Atlantische Oceaan hun reis beginnen.

​Een van de twee doorloopt de korte kringloop en de andere de lange. Beschrijf de reis van beide druppels en besteed vooral aandacht aan de lange kringloop. Laat zien wat er onderweg met de druppel gebeurt.
Op die lange tocht kan de druppel vijf verschillende plekken aandoen, namelijk een:

  • gletsjer in de Alpen.
  • ijskap op Groenland.
  • plek onder de grond waar planten met hun wortels bij kunnen.
  • plek onder de grond zonder planten of waar planten met hun wortels niet bij kunnen.
  • plek ergens op het landoppervlak.

De docent wijst aan elk tweetal een van bovenstaande plekken toe.
Twee tips:

  • Spreek af wie de tekeningen voor het stripverhaal maakt en wie de teksten.
  • Raadpleeg een atlas om de reis uit te stippelen voor de waterdruppel die de lange waterkringloop doorloopt.

Hoe je een stripverhaal maakt, kun je lezen in de gereedschapskist.

Beoordeling

Lever jullie stripverhaal in bij de docent. Hij of zij zal het stripverhaal beoordelen en let daarbij op:

  • inhoud: laat het stripverhaal zien hoe de waterkringloop werkt en hoe water dat de kringloop doorloopt, soms van gedaante verandert?
  • vorm: is jullie stripverhaal origineel en met zorg gemaakt?

Stripverhaal maken

Met een stripverhaal kun je een kort verhaal in beeld brengen. Je maakt een combinatie van tekst en beeld door je verhaal uit te werken in tekeningen met tekstballonnen.        

 

Terugkijken

Intro

  • Herken je de vormen van neerslag, zoals genoemd in de intro?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de korte en de lange waterkringloop beschrijven?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig geweest.
    Heb je binnen die tijd ook de eindopdracht kunnen doen?
  • Eindopdracht
    Welke eindopdracht heb je gekozen: de toets of het stripverhaal?
    Hebben jullie bij het stripverhaal de waterkringloop goed in beeld kunnen brengen? Is jullie stripverhaal goed beoordeeld?
  • Het arrangement Waterkringloop vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-10-05 15:57:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema ''Water in Nederland'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor vmbo-kgt leerjaar 3 & 4. Deze opdracht beschrijft hoe de kringloop van het water werkt met verdamping en neerslag. Ook wordt het verschil tussen de lange en de korte waterkringloop uitgelegd en hoe lang een waterdeeltje op sommige plaatsen vastgehouden kan worden. Je kijkt verschillende video's over deze onderwerpen.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Waterkringloop; Water; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, stercollectie, vmbo-kgt34, water, waterdeeltjes, waterkringloop

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2020).

    Kennisbank Aardrijkskunde - kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/156254/Kennisbank_Aardrijkskunde___kgt34