De hoeveelheid water op aarde is constant en wordt geschat op bijna 1400 miljoen kubieke kilometer. Daarvan is zo’n 2,5% geschikt voor gebruik door mens, dier en plant.
Geschikt, maar nog niet beschikbaar. Het water zit namelijk in ijskappen, in wolken of in de grond.
Hoeveel procent van het aardoppervlak bestaat uit water?
Water is voortdurend in beweging: oppervlaktewater verdampt, daaruit ontstaan wolken waaruit neerslag valt die als regen, sneeuw of hagel terugkomt naar de aarde. Het water komt vervolgens terecht in het oppervlaktewater of het trekt in de bodem.
Dat proces heet de waterkringloop.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
de waterkringloop beschrijven. Je gebruikt daarbij de begrippen: zon, wind, neerslag, verdamping, condensatie, infiltratie en stroomafwaarts.
omschrijven wat het verschil is tussen de korte en de lange waterkringloop.
Wat kan ik al?
In klas 1 of klas 2 heb je ook een opdracht over de waterkringloop gedaan.
Weet je het nog?
Bestudeer de eerste drie pagina's en bekijk de video in de Kennisbank.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je weet nu in grote lijnen hoe de waterkringloop werkt en welke rol verdamping, condensatie, wolken, neerslag en wind hierin spelen. Je kunt het nog eens nalezen in de tekst 'De waterkringloop'.
Waterkringloop bestaat eigenlijk uit twee verschillende kringlopen.
Kijk naar de uitleg in deze video.
Lees de tekst over de waterkringloop.
De waterkringloop
Al het water in de natuur maakt onderdeel uit van de waterkringloop. Het komt erop neer dat water diverse stappen doorloopt en uiteindelijk weer aan het begin van de kringloop uitkomt, waarna de cyclus opnieuw begint. De motor van dit proces is de zon. Om het duidelijker te maken volgen we het water op zijn weg door de waterkringloop.
1. Neerslag
In een wolk verzamelen zich waterdruppeltjes. Die druppeltjes gaan samenklonteren en worden steeds zwaarder. Op een gegeven moment worden de waterdruppels zo zwaar dat ze ‘uit de wolk’ naar beneden vallen. Dit verschijnsel heet neerslag. Neerslag heeft verschillende vormen, bijvoorbeeld regen, sneeuw en hagel.
2. Infiltratie
Het water van de neerslag komt op de aarde terecht en zakt langzaam de grond in. Het zinkt net zolang door de grond tot het in een zone komt waar het helemaal doordrenkt is van water: de verzadigde zone. Daar voegt het zich bij het grondwater. Het grondwater staat niet stil. Grondwater, en dus ook ons druppeltje, verplaatst zich van hoge gebieden met een hoge luchtdruk naar lage gebieden met een lage druk. Dit gaat niet erg snel, meestal ongeveer een meter per jaar, hoogstens 30 centimeter per dag.
3. Transpiratie
Een deel van het grondwater wordt opgenomen door planten. Die planten gebruiken het water en scheiden het weer af als waterdamp. 10% van de neerslag die op de grond valt, verdampt via planten en andere vegetatievormen. De rest verdampt via zeeën of oceanen.
4. Oppervlakte afvloeisel
Een deel van de neerslag komt direct in rivieren, meren of andere oppervlaktewater terecht. Daarvandaan wordt het rechtstreeks stroomafwaarts richting de zee of oceaan getransporteerd.
5. Verdamping
Door de zon warmt oppervlaktewater op. Hierdoor verdampt langzaam het bovenste laagje van het water en stijgt het weer op in de atmosfeer. Daar vult de waterdamp de wolken weer aan met water. De oceanen nemen het grootste deel van de verdamping voor hun rekening.
6. Condensatie
Waterdamp is onzichtbaar, wolken zijn dat niet. In de wolk klontert de waterdamp tegen grotere waterdruppels of ander waterdamp aan, waarna het weer een gewone waterdruppel wordt. Dit proces heet condensatie.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je hebt geleerd hoe de waterkringloop werkt en hoe water tijdens de kringloop van gedaante kan veranderen.
Als eindopdracht maken jullie in groepjes van twee een stripverhaal over twee flinke waterdruppels die vanaf de Atlantische Oceaan hun reis beginnen.
Een van de twee doorloopt de korte kringloop en de andere de lange. Beschrijf de reis van beide druppels en besteed vooral aandacht aan de lange kringloop. Laat zien wat er onderweg met de druppel gebeurt.
Op die lange tocht kan de druppel vijf verschillende plekken aandoen, namelijk een:
gletsjer in de Alpen.
ijskap op Groenland.
plek onder de grond waar planten met hun wortels bij kunnen.
plek onder de grond zonder planten of waar planten met hun wortels niet bij kunnen.
plek ergens op het landoppervlak.
De docent wijst aan elk tweetal een van bovenstaande plekken toe.
Twee tips:
Spreek af wie de tekeningen voor het stripverhaal maakt en wie de teksten.
Raadpleeg een atlas om de reis uit te stippelen voor de waterdruppel die de lange waterkringloop doorloopt.
Hoe je een stripverhaal maakt, kun je lezen in de gereedschapskist.
Beoordeling
Lever jullie stripverhaal in bij de docent. Hij of zij zal het stripverhaal beoordelen en let daarbij op:
inhoud: laat het stripverhaal zien hoe de waterkringloop werkt en hoe water dat de kringloop doorloopt, soms van gedaante verandert?
vorm: is jullie stripverhaal origineel en met zorg gemaakt?
Met een stripverhaal kun je een kort verhaal in beeld brengen. Je maakt een combinatie van tekst en beeld door je verhaal uit te werken in tekeningen met tekstballonnen.
Terugkijken
Intro
Herken je de vormen van neerslag, zoals genoemd in de intro?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je de korte en de lange waterkringloop beschrijven?
Hoe ging het?
Tijd
Ben je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig geweest.
Heb je binnen die tijd ook de eindopdracht kunnen doen?
Eindopdracht
Welke eindopdracht heb je gekozen: de toets of het stripverhaal?
Hebben jullie bij het stripverhaal de waterkringloop goed in beeld kunnen brengen? Is jullie stripverhaal goed beoordeeld?
Het arrangement Waterkringloop vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Water in Nederland'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor vmbo-kgt leerjaar 3 & 4. Deze opdracht beschrijft hoe de kringloop van het water werkt met verdamping en neerslag. Ook wordt het verschil tussen de lange en de korte waterkringloop uitgelegd en hoe lang een waterdeeltje op sommige plaatsen vastgehouden kan worden. Je kijkt verschillende video's over deze onderwerpen.
Deze opdracht hoort bij het thema ''Water in Nederland'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor vmbo-kgt leerjaar 3 & 4. Deze opdracht beschrijft hoe de kringloop van het water werkt met verdamping en neerslag. Ook wordt het verschil tussen de lange en de korte waterkringloop uitgelegd en hoe lang een waterdeeltje op sommige plaatsen vastgehouden kan worden. Je kijkt verschillende video's over deze onderwerpen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
'Wat kan in al?"
Voortdurende kringloop van water
Korte en lange waterkringloop
Waterkringloop
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.