Opdracht: China: Migratie naar buitengebieden - vmbo-kgt34

Opdracht: China: Migratie naar buitengebieden - vmbo-kgt34

Migratie naar buitengebieden

Intro

China maakt een onderscheid tussen het Historische China en ‘autonome gebieden’, beter bekend als de ‘buitengebieden’. De oorspronkelijke bevolking van die gebieden voelt zich vaak onderdrukt door de Han-Chinezen. In de twee grootste autonome gebieden breken vaak protesten uit.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • aangeven waar de Grote Muur is gebouwd en waarom de Grote Muur is gebouwd.
  • het begrip vazalstaten omschrijven en kun je uitleggen hoe ze zijn ontstaan.
  • aangeven wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen de vazalstaten en de autonome gebieden van China.
  • de begrippen unificatie en sinificatie beschrijven en kun je de begrippen gebruiken als het gaat om de omgang tussen de oorspronkelijke bevolking en Han-Chinezen in de autonome gebieden.

Wat ga ik doen?

Onderdeel Activiteit
Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Lees over historisch China en zijn vazakstaten. Beantwoord de vragen. 
Stap 2 Lees over Xinjiang en over geweld. Beantwoord de vraag.
Stap 3 Lees over tibet en lees de drie teksten. Beantwoord de vragen. 
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht A Kies je voor opdracht A: maak dan de toets 'Migratie naar buitengebied.
Eindopdracht B of Kies je voor opdracht B: zoek dan de tien fouten in de tekskt en verbeter deze.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Groepsgrootte
Stap 1 tot en met stap 3 doe je alleen.
Het eindproduct (stap 4) maak je samen met een klasgenoot.

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Historisch China

China is een van de grootste landen van de wereld, maar het is niet altijd zo groot geweest. De verschillende Chinese keizers moesten in de loop van de geschiedenis hun rijk verdedigen tegen nomadische ruitervolken. Met name de Mongolen hebben vele oorlogen met de Chinezen uitgevochten.

Al ruim voor het begin van onze jaartelling bouwden Chinezen aan hun verdedigingsmuren. Om de Mongolen buiten te houden liet Keizer Hongwu vanaf 1368 de huidige Grote Muur bouwen. Het is nu een toeristische trekpleister maar in die tijd gaf het de grens aan van het Chinese keizerrijk in het noorden. Iedereen binnen het keizerrijk werd als Han-Chinees beschouwd. Het gebied ten zuiden van de Grote Muur wordt het ‘Historische China’ genoemd.

In 1644 kwamen de Mantsjoes in het keizerrijk het aan de macht, zij waren nauw verwant aan de Mongolen. Hun macht reikte tot ver voorbij de Grote Muur en het oude Historische China. Deze gebieden werden ‘vazalstaten’ van China. Deze vazalstaten hadden weliswaar een eigen leider (koning of bevelleider) maar in werkelijkheid deelde de Chinese keizer er de lakens uit.

               Mao Zeng

Op het einde van de 19e eeuw was het Chinese keizerrijk met al zijn vazalstaten op zijn grootst. In je atlas (Grote Bosatlas, 54e editie, kaart 161B) zie je hoe ver het Chinese keizerrijk zich toen uitstrekte.

In 1912 werd de laatste keizer afgezet. China werd een republiek. In 1949 kwamen de communisten aan de macht. Onder leiding van Mao Zedong begon China met het unificatieproces. Unificeren betekent letterlijk: gelijkvormig maken, tot eenheid brengen. De nieuwe Chinese machthebbers zagen een samenleving waarin iedereen binnen China op een gelijke manier zou kunnen leven. Ook zonder ongelijkheid tussen de inwoners van het Historische China en de inwoners van de vazalstaten.

Toch komen we de ‘oude vazalstaten’ nog steeds in China tegen. Vijf van de oude vazalstaten zijn nu ‘autonome gebieden’ binnen China. Autonoom betekent letterlijk ‘zelfstandig’, ‘onafhankelijk’, maar daar moet je je niet teveel van voorstellen. De autonome gebieden mogen hun eigen cultuur promoten en op school lesgeven in een andere taal dan die van de Han-Chinezen. Over de politiek en de economie hebben ze niets te zeggen. Dat wordt allemaal centraal geregeld door de Communistische Partij.

 

Stap 2: Xinjiang

Ondanks de wens van China een eenheid te maken, spreken de Chinezen nog steeds over de ‘buitengebieden’, ver van de centrale regering in Beijing en het zakencentrum in Shanghai.

Het grootste buitengebied is Xinjiang. Vroeger werd deze vazalstaat wel Oost-Turkestan genoemd (als deel van het grotere Turkestan dat nu is opgegaan in Rusland, Kazachstan en Turkmenistan).

Xinjiang is veertig keer zo groot als Nederland, maar er wonen minder dan 20 miljoen mensen. De oorspronkelijke bewoners zijn de Oeigoeren.

In 1884 werd Oost-Turkestan een provincie van het Chinese keizerrijk. De nieuwe Chinese naam Xinjiang betekent ‘nieuwe grens’. Na een volksopstand werd het in 1933 weer onafhankelijk, maar in 1949 werd het gebied opnieuw bij China ingelijfd. In 1955 werd het een autonome regio.

De Chinese regering moedigde Han-Chinezen aan om in Xinjiang te komen wonen en werken. De bedoeling daarvan was sinificatie of verchinezing van de regio. Daarmee wilde de Chinese regering alle Han- en niet-Han-Chinezen verenigen tot één volk. Dat uitte zich in het aanmoedigen van het gebruik van vereenvoudigde Chinese karakters en het spreken van Standaardmandarijn. De Oeigoerse taal en cultuur werden ontmoedigd. Allerlei talen en dialecten zijn verdwenen.

Er verhuizen elk jaar vele duizenden Han-Chinezen naar Xinjiang. Het percentage Oeigoeren en Han-Chinezen ligt bijna op 50-50%. Het is slechts een kwestie van tijd voordat de Oeigoeren een minderheid in eigen land zijn.

Officieel heeft elk autonoom gebied recht op onderwijs in eigen taal. Maar sinds 2002 mogen de Oeigoeren geen onderwijs meer volgen in eigen taal. Daarmee schendt China zijn eigen grondwet.

De Chinese regering moedigt ook gemengde huwelijken tussen Oeigoeren en Han-Chinezen aan. Han-Chinese vrouwen die naar Xinjiang verhuizen krijgen 3.000 yuan (15 keer een gemiddeld maandsalaris). Maar eenmaal getrouwd kunnen ze heel moeilijk scheiden. Een echtscheiding wordt gestraft met 4000-5000 yuan.

Gemengde huwelijken komen overigens niet zo veel voor omdat de Oeigoeren en Han-Chinezen in gescheiden werelden leven en vaak op gespannen voet met elkaar verkeren.

Geweld

Veel Oeigoeren streven naar een onafhankelijk land. Niet alleen omwille van hun taal en cultuur, maar ook omdat ze zich onderdrukt voelen. De Chinese regering ziet de Oeigoerse onafhankelijkheidsbeweging als een terroristische organisatie. En inderdaad, er wordt geweld gebruikt (zoals bomaanslagen) bij het streven naar onafhankelijkheid. Maar er zijn ook tal van incidenten geweest tussen geweldloze Oeigoerse demonstranten en de Chinese oproerpolitie. In 2009 liep het uit de hand toen tijdens een geweldloze demonstratie volgens de Chinezen 2.000 Oeigoeren zijn gearresteerd, volgens de Oeigoeren zelf ging het om 10.000 arrestanten.

Stap 3: Tibet

Ook Tibet is een voormalige vazalstaat van China, dertig zo groot als Nederland. Hoeveel macht de Chinese keizers werkelijk hadden is maar de vraag. Volgens de Tibetanen is Tibet sinds 1640 onafhankelijk. In 1913 werd die onafhankelijkheid vastgelegd in een verdrag met Mongolië. De Chinezen konden alleen maar op afstand toekijken.

Volgens de Chinezen was Tibet een opstandige provincie, die profiteerde van het uiteenvallen van het keizerrijk in 1911 en die nooit onafhankelijk is geweest. In 1950 trokken de Chinezen Tibet binnen ‘om de orde weer te herstellen en de Tibetanen te bevrijden’. Anderen zien het binnenvallen van Tibet als een bezetting die tot nu toe voortduurt.

Tekst 1 - Lamaïsme

Het grootste deel van de Tibetanen is aanhanger van de Tibetaanse variant van het boeddhisme, het lamaïsme, genoemd naar de religieuze en politieke leider, de dalai lama. De Chinezen lieten de dalai lama aanvankelijk met rust. In 1959 werd hij uitgenodigd om naar het Chinese militaire hoofdkwartier buiten de hoofdstad Lhasa te komen. Die uitnodiging ontketende bij de Tibetanen de angst dat hij zou worden ontvoerd. Hij werd door duizenden aanhangers omringd en met hun hulp wist hij te ontsnappen naar India. Vanaf 1959 leidt hij een regering in ballingschap. Voor zijn geweldloze strijd voor een vrij Tibet kreeg hij in 1989 de Nobelprijs voor Vrede, tot grote ergernis van de Chinezen. In 1990 droeg hij de politieke macht over aan de regering in ballingschap. Sindsdien is hij vooral religieus en symbolisch leider.

De volksopstand van de Tibetanen in 1959 leidde ook tot het plunderen en vernielen van duizenden boeddhistische kloosters en het verbranden van eeuwenoude boeddhistische geschriften.

Sindsdien zijn er meer dan 400.000 Tibetanen overleden door hongersnood (als gevolg van verkeerd economisch beleid) en door geweld van de kant van de Chinese overheid. Amnesty International en andere mensenrechtenorganisaties hebben diverse malen gerapporteerd over martelingen in gevangenissen.

 

Tekst 2 - Migratie van Han-Chinezen

In Tibet hanteren de Chinezen dezelfde methode als in Xinjiang: Han-Chinezen werden gestimuleerd te verhuizen naar Tibet of Xizang, de Chinese naam voor Tibet, met geld en belastingvoordeel. In het begin mochten ze ook meer dan één kind krijgen, maar die maatregel is geschrapt.

Hoeveel Han-Chinezen er in Tibet wonen en werken is niet bekend. Volgens Tibetanen in het buitenland wordt Tibet overspoeld door Han-Chinezen. Volgens anderen is maar zo’n zes procent van de inwoners van Tibet van Han-Chinese afkomst. Toeristen en onderzoekers zien regelmatig Han-Chinezen in de steden, maar op het platteland komen ze vrijwel geen Han-Chinees tegen.

Volgens officiële cijfers telt Tibet zo’n 2,5 miljoen inwoners, waarvan zo’n 6% Han-Chinezen. Dat komt neer op ongeveer 150.000. Aangezien de Han-Chinezen bijna allemaal in de steden wonen (en vooral in Lhasa) en er maar weinig steden zijn, past dat wel bij het totale aantal van 300.000 inwoners die Lhasa telt, net iets groter dan de stad Utrecht in Nederland. Op de belangrijke plekken (zoals de ambtenarij) kom je alleen Han-Chinezen tegen, tot frustratie van de Tibetanen. Zij hebben het gevoel dat ze niets in eigen land te zeggen hebben. Het frustreert de Tibetanen ook dat er miljoenen toeristen naar Tibet komen, maar dat vooral de Han-Chinese zakenlui (zij beheren vooral de winkels en hotels) daaraan verdienen.

Bij deze Han-Chinezen moeten wel nog 200.000 Chinese militairen worden opgeteld die de inheemse bevolking onder de duim moeten houden. De aanwezigheid van deze militairen telt niet mee in de officiële cijfers.

Van tijd tot tijd ontstaan er protesten onder Tibetanen. Vooral hoe de Chinese regering met de boeddhistische monniken en nonnen omgaat is hen een doorn in het oog. De Tibetanen hebben veel respect voor monniken en nonnen en gaan voorop in hun verzet tegen de overheersing door Han-Chinezen. Veel monniken en nonnen zijn in het bijzonder bezorgd over de verplichting om in het klooster politieke indoctrinatie te ondergaan onder het mom van ‘patriottische’ en ‘wettelijke scholing’.

In 2008 en 2012 waren er rellen in Lhasa. In reactie op de protesten heeft de Chinese regering massaal mensen opgepakt, onder wie 300 monniken van het Kirti-klooster. Ook is er sprake van verdwijningen, gevangenneming en mogelijk moorden, gepleegd door leger en politie (bron: Amnesty International). Het inzetten van deze zware repressiemiddelen zal naar de mening van Amnesty de wrok onder de Tibetaanse bevolking alleen maar doen toenemen.

 

Tekst 3 - Waarom?

Je vraagt je af waarom China Tibet bezet houdt. Een groot deel van het gebied is onbewoond of dunbevolkt (grote gebieden hebben een dichtheid van minder dan 1 inwoner per km2, nergens komt die dichtheid boven de 50). Veel industrie is er niet, er zijn wel grondstoffen die echter op grote hoogte moeilijk te winnen zijn. De leefomstandigheden zijn zeker voor niet-Tibetanen zwaar. Het laagste punt van Tibet ligt op 4.000 meter boven zeeniveau, met pieken tot boven de 8.000 meter. Een kilometer lopen op die hoogte voelt als een marathon in Nederland.

Waarom heeft China Tibet dan wel bezet? Voor sinoloog (China-deskundige) Frank Pieke van de Universiteit Leiden is het duidelijk: “Het strategische belang van Tibet; de grondstoffen; de watervoorraden: het zijn bijzaken. Het gaat bij Chinezen om een diep nationalistisch gevoel: Tibet is van China, zoals Alaska van de Verenigde Staten is. Kom je aan Tibet, dan kom je aan hen.”

 

Afronding

Eindopdracht A: Toets

Maak de toets 'Migratie naar buitengebied'. 
Zorg er voor dat je de antwoorden snapt als je ze in eerste instantie fout had.

 

Eindopdracht B: Tien fouten

 

Onderstreep de fouten in de tekst hieronder en verbeter de fouten


Zoek de tien fouten
De Chinese Muur, of Grote Muur zoals de Chinezen zelf zeggen, is in 1868 gebouwd om de Tibetanen buiten de deur te houden. Iedereen binnen de grenzen van het Historische China werd als Han-Chinees beschouwd. Buiten het Historische China hadden de koningen veel macht in de vazalstaten; zij hadden de ware macht, niet de lokale machthebbers. De oude vazalstaten zijn tegenwoordig de huidige autonome gebieden. Er zijn tien autonome gebieden, waarvan de grootste in het oosten van China te vinden zijn.

Het grootste autonome gebied is Xinjiang. Hier wonen de Oeigoeren. De meesten zijn boeddhistisch. Hun symbool is de rood-witte vlag met een grote halve maan en een ster. Een ander groot autonoom gebied is Tibet, in het Chinees Xizang geheten. De meeste Tibetanen zijn aanhangers van het lamaïsme, een variant van de islam. In de hoofdstad Hongkong wonen de meeste Han-Chinezen. Op het platteland kom je bijna geen Han-Chinees in Tibet tegen. Om de oorspronkelijke bevolking onder de duim te houden heeft de Chinese regering 2 miljoen militairen in Tibet gehuisvest. Zij gaan zich vaak te buiten aan martelingen. Vooral monniken en nonnen worden vaak opgepakt.

Beoordeling
Als je dat goed hebt gedaan en ook tien verbeteringen hebt aangegeven, laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer _ uur met de opdracht bezig zou zijn.
  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
  • Het arrangement Opdracht: China: Migratie naar buitengebieden - vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-06-30 13:44:54
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Bevolking en ruimte: China', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo-kgt34. Tijdens deze opdracht begin je met het lokaliseren van de Grote Muur en leer je over de redenen waarom deze monumentale structuur is gebouwd. Vervolgens ga je dieper in op de vazalstaten en leer je hoe deze zijn ontstaan, wat uiteindelijk essentieel is om de politieke structuur van China te begrijpen. Verder ga je kijken naar verschillen tussen vazalstaten en de autonome gebieden van China. Tot slot leer je over de begrippen unificatie en sinificatie en ga je kijken hoe dit invloed heeft op de interactie tussen de oorspronkelijke bevolking en Han-Chinezen in de autonome gebieden. Veel plezier met het maken van de opdracht!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Migratie; Aardrijkskunde; Bevolking en ruimte;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, bevolking en ruimte, china, grote muur, han-chinezen, migratie naar buitengebieden, stercollectie, vazalstaten, vmbo-kgt34