Stap 2: Xinjiang

Ondanks de wens van China een eenheid te maken, spreken de Chinezen nog steeds over de ‘buitengebieden’, ver van de centrale regering in Beijing en het zakencentrum in Shanghai.

Het grootste buitengebied is Xinjiang. Vroeger werd deze vazalstaat wel Oost-Turkestan genoemd (als deel van het grotere Turkestan dat nu is opgegaan in Rusland, Kazachstan en Turkmenistan).

Xinjiang is veertig keer zo groot als Nederland, maar er wonen minder dan 20 miljoen mensen. De oorspronkelijke bewoners zijn de Oeigoeren.

In 1884 werd Oost-Turkestan een provincie van het Chinese keizerrijk. De nieuwe Chinese naam Xinjiang betekent ‘nieuwe grens’. Na een volksopstand werd het in 1933 weer onafhankelijk, maar in 1949 werd het gebied opnieuw bij China ingelijfd. In 1955 werd het een autonome regio.

De Chinese regering moedigde Han-Chinezen aan om in Xinjiang te komen wonen en werken. De bedoeling daarvan was sinificatie of verchinezing van de regio. Daarmee wilde de Chinese regering alle Han- en niet-Han-Chinezen verenigen tot één volk. Dat uitte zich in het aanmoedigen van het gebruik van vereenvoudigde Chinese karakters en het spreken van Standaardmandarijn. De Oeigoerse taal en cultuur werden ontmoedigd. Allerlei talen en dialecten zijn verdwenen.

Er verhuizen elk jaar vele duizenden Han-Chinezen naar Xinjiang. Het percentage Oeigoeren en Han-Chinezen ligt bijna op 50-50%. Het is slechts een kwestie van tijd voordat de Oeigoeren een minderheid in eigen land zijn.

Officieel heeft elk autonoom gebied recht op onderwijs in eigen taal. Maar sinds 2002 mogen de Oeigoeren geen onderwijs meer volgen in eigen taal. Daarmee schendt China zijn eigen grondwet.

De Chinese regering moedigt ook gemengde huwelijken tussen Oeigoeren en Han-Chinezen aan. Han-Chinese vrouwen die naar Xinjiang verhuizen krijgen 3.000 yuan (15 keer een gemiddeld maandsalaris). Maar eenmaal getrouwd kunnen ze heel moeilijk scheiden. Een echtscheiding wordt gestraft met 4000-5000 yuan.

Gemengde huwelijken komen overigens niet zo veel voor omdat de Oeigoeren en Han-Chinezen in gescheiden werelden leven en vaak op gespannen voet met elkaar verkeren.

Geweld

Veel Oeigoeren streven naar een onafhankelijk land. Niet alleen omwille van hun taal en cultuur, maar ook omdat ze zich onderdrukt voelen. De Chinese regering ziet de Oeigoerse onafhankelijkheidsbeweging als een terroristische organisatie. En inderdaad, er wordt geweld gebruikt (zoals bomaanslagen) bij het streven naar onafhankelijkheid. Maar er zijn ook tal van incidenten geweest tussen geweldloze Oeigoerse demonstranten en de Chinese oproerpolitie. In 2009 liep het uit de hand toen tijdens een geweldloze demonstratie volgens de Chinezen 2.000 Oeigoeren zijn gearresteerd, volgens de Oeigoeren zelf ging het om 10.000 arrestanten.