God uit Jorwerd vmbo-kgt34

God uit Jorwerd vmbo-kgt34

God uit Jorwerd

Intro

In de tweede helft van de vorige eeuw is het plattelands- en dorpsleven in Nederland radicaal veranderd.
De invloed van de stad wordt steeds groter, de welvaart neemt toe en tegelijkertijd neemt het gemeenschapsgevoel af.

Winkels verdwijnen, kleine boerenbedrijven redden het niet meer, het verenigingsleven holt achteruit, de landbouwmachines doen hun intrede, er komen nieuwe bewoners met andere gebruiken, jongeren trekken naar de stad.

De journalist en schrijver Geert Mak heeft dat mooi beschreven in zijn boek ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’.
Naar dat boek is deze opdracht genoemd.

In deze opdracht ga je zelf op onderzoek uit. Kijk eerst een stukje van deze video.
Wat wordt bedoeld met een krimpregio?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven hoe het dorps- en plattelandsleven er vroeger uitzag;
  • omschrijven waardoor het dorps- en plattelandsleven zo is veranderd in de tweede helft van de vorige eeuw;
  • omschrijven wat wordt bedoeld met een 'slaapwijk';
  • omschrijven wat wordt bedoeld met 'ontzuiling';
  • uitleggen waardoor de culturele verscheidenheid na 1960 zo is is gegroeid.

Wat ga ik doen?

Activiteit

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest over het leven op het platteland vroeger en hoe dit veranderd is. Je bekijkt een video en maakt een sleepoefening.
Stap 2 Bekijk een video over verzuiling en ontzuiling en hoe de kerk steeds meer gelovigen verliest in de dorpen. Maak de sleepoefening.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over de veranderingen in het plattelandsleven.
Eindopdracht Je maakt samen met een klasgenoot een programma/werkplan voor een kulturhus.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Het dorp verandert

De dorpsbevolking verandert van samenstelling

Het is 1960. Je woont in Jorwerd, een dorp in Friesland of in een ander dorp. Iedere volwassene heeft zijn taak en voert die uit in het dorp of vlak bij het dorp, als winkelier, leraar, pastoor of dominee, cafébaas en vooral als boer of boerenknecht.
De meeste mensen verdienen de kost op een boerderij en al het werk op de boerderij gaat met de hand, al worden ook trekpaarden gebruikt.
Je gaat iedere zondag naar de kerk in het dorp en o wee! als je dat niet doet en er geen goed excuus voor hebt. Dan krijg je van je dorpsgenoten wel te horen dat je er echt bij hoort te zijn tijdens de kerkdienst.

Voor je dagelijkse boodschappen hoef je alleen maar naar de bakker, de slager en de kruidenier in het dorp te gaan. Die kennen al hun klanten bij naam en maken een praatje met je als je hun winkel binnenloopt.
Je bent lid van een van de plaatselijke verenigingen. Denk aan een sportclub in de buurt, een harmonie of fanfare, een toneelvereniging, de carnavalsvereniging, de drumband, enzovoort.

Je klasgenoten komen net als jij uit het dorp of uit de directe omgeving. Je komt je dorpsgenoten overal tegen en kent ze bijna allemaal.
De mensen in het dorp zijn op elkaar aangewezen en helpen elkaar dus als het nodig is. De mensen voelen zich deel van de gemeenschap.

Het is al heel lang hetzelfde. Er verandert niet veel totdat ...

Kijk naar de video  ‘Het dorp verandert’.
Kun je omschrijven welke verandering de video laat zien?

Slaapwijk

Vooral in nieuwe wijken in dorpen brengen bewoners alleen de avond en nacht thuis door. Ze eten, kijken TV, luisteren naar de radio of werken met hun computer en slapen. De rest, werken, naar school gaan, boodschappen doen en uitgaan doen ze meestal niet in hun eigen wijk in het dorp, maar ergens anders.

Maak de volgende oefening.

Stap 2: God verdwijnt

Je hebt in stap 1 gelezen dat de samenstelling van de dorpsbevolking veranderde.
Daar bleef het niet bij. In dorpen, maar ook in steden, verliest de kerk zijn greep op de gelovigen. Meer en meer mensen verlaten de kerk.

Kijk naar de video ‘Verzuiling en ontzuiling’.

Maak nu de volgende oefening.

Stap 3: Culturele verscheidenheid

Ten slotte werd na 1960 de pluriformiteit* in Nederland groter, vooral in de steden maar ook in de dorpen.
Na de Tweede Wereldoorlog neemt langzaam maar zeker de mobiliteit van mensen toe. Grote groepen emigreren naar het buitenland. In eigen land wordt de auto als vervoermiddel steeds populairder en weer later worden tekorten op de arbeidsmarkt aangevuld met werknemers uit het buitenland.

Inmiddels zijn er flinke groepen inwoners van (voormalige) Nederlandse koloniën naar hier gekomen. De welvaart neemt snel toe en daarmee de consumptie en een vrijetijdscultuur. Het aanzien van Nederland verandert in rap tempo.

*Pluriformiteit betekent dat mensen met verschillende culturen bij elkaar leven in dezelfde buurt, wijk, stad of land.

Kijk naar de video ‘Cultuurgroepen in Nederland’.

Maak nu de sleepoefening.

Afronding

Begrippen

Slaapwijk
De bewoners van zo'n wijk zijn 's avonds en 's nachts thuis, maar overdag werken ze in andere buurten of steden.
Krimpregio
Een krimpgebied of krimpregio is een gebied dat te maken heeft met bevolkingsdaling. Dergelijke krimp kan negatieve gevolgen hebben voor de economie en leefbaarheid in een regio.
Pluriformiteit
Pluriformiteit betekent dat mensen met verschillende culturen bij elkaar leven in dezelfde buurt, wijk, stad of land.
Verzuiling
Verdeling van een samenleving in bevolkingsgroepen die zich op levensbeschouwelijke of sociaal-economische basis afzonderlijk organiseren.
Ontzuiling
Bevolkingsgroepen die zich vanwege hun verschillende levensbeschouwingen eerder afzonderden, zoeken meer aansluiting bij andere groepen in de samenleving.

Eindopdracht: Programma maken

Het zal je duidelijk zijn dat er op het platteland en in de dorpen het nodige is veranderd en dat de sociale samenhang onder druk staat. Op veel plaatsen zit men niet bij de pakken neer. Natuurlijk, er zijn allerlei groepen bijgekomen en de oude structuren zijn verdwenen.

Om de leefbaarheid te verbeteren is een idee uit Scandinavië komen overwaaien: het Kulturhus. Een kulturhus is een veelzijdig gemeenschapscentrum waar allerlei gebruikers terecht kunnen en waar de aanwezige voorzieningen samen worden gebruikt en beheerd.
Het heeft veel weg van een dorpshuis, maar het is net iets meer dan dat. Soms maakt een basisschool er deel van uit, of een peuteropvang, een BSO of een hobbyclub, enzovoort.

Programma Kulturhus
Stel bij jou in de buurt/wijk/dorp is het Kulturhus bijna klaar en dan wordt het in gebruik genomen.
Er is een programmacommissie ingesteld, die allerlei activiteiten/voorzieningen moet bedenken voor de verschillende groepen in de buurt/wijk/dorp.
Het programma heeft als doel de samenhang te bevorderen.

Hoe ga je te werk?
Vorm groepjes van vier leerlingen.

  • Bedenk activiteiten/voorzieningen die aansluiten bij de behoefte van verschillende groepen.
  • Bedenk groepsoverstijgende activiteiten, die juist meerdere groepen bij elkaar brengen.
    Voorbeeld: de plaatselijke harmonie geeft een gratis concert voor de hele buurt. Vrij entree.
  • Stel een plan op met alle activiteiten die jullie bedacht hebben.

Het moet in kaart brengen welke groepen jullie op het oog hebben en welke activiteiten en voorzieningen jullie willen in het Kulturhus.

  • Er moet ook een plan komen voor het gezamenlijk gebruik. Denk daarbij aan:
    Wie zorgt er voor openen en sluiten, wie is aanwezig op welke dagen, wie bemant de koffiebar, wie zorgt er voor de schoonmaak, enzovoort.

Klaar?
Bekijk en bespreek samen of jullie voldoende rekening hebben gehouden met bovengenoemde punten.
Maak een overzichtelijk verslagje van jullie ideeën.
Lever het in bij jullie docent.

Beoordeling

Het plan wordt beoordeeld door jullie docent. Daarbij wordt gelet op:

  • inhoud: is het werkplan uitvoerig en bevat het activiteiten voor diverse doelgroepen?
  • vorm: is het werkplan overzichtelijk en goed leesbaar?
  • taalfouten: bevat het werkplan niet te veel taalfouten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de video bij de intro bekeken?
    Vind je de video passend bij de opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je bij alle punten voorbeelden noemen.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopte dat een beetje? Met welke stap ben je het langste bezig geweest?
  • Inhoud
    Kies één van de vijf stappen uit: welke stap vond je het meest informatief?
    Schrijf op waarom>
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Had je al eens gehoord van de BeNeLiga?
    Vond je het leuk om argumenten voor en tegen de BeNeLiga op te zoeken?
    Ben je tevreden over het eindproduct dat je hebt gemaakt?
  • Het arrangement God uit Jorwerd vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-07-12 12:41:57
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema ''Grenzen en identiteit in Nederland'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor vmbo-kgt leerjaar 3 & 4. Deze opdracht bespreekt aan de hand van het dorpje Jowerd hoe veranderingen kunnen plaatsvinden in een dorp en dat dit vaak gepaard gaat met het verdwijnen van religie. Je maakt verschillende invul oefeningen over de invloed van het verdwijnen van het geloof op de opbouw van dorpen en steden.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde; Grenzen en identiteit; Cultuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, dorpen en steden, geloof, god, grenzen en identiteit, jowerd, stercollectie, vmbo-kgt34