Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- omschrijven hoe het dorps- en plattelandsleven er vroeger uitzag;
- omschrijven waardoor het dorps- en plattelandsleven zo is veranderd in de tweede helft van de vorige eeuw;
- omschrijven wat wordt bedoeld met een 'slaapwijk';
- omschrijven wat wordt bedoeld met 'ontzuiling';
- uitleggen waardoor de culturele verscheidenheid na 1960 zo is is gegroeid.