Wij en zij in de wijk vmbo-kgt34

Wij en zij in de wijk vmbo-kgt34

Wij en zij in de wijk

Intro

Je bent herkenbaar aan je voor- en achternaam. Maar niet alleen daaraan.
Een heleboel eigenschappen maken je tot wie je bent, geven je een identiteit.

In deze opdracht bekijk je die eigen identiteit en vraag je je af bij welke groepen in je wijk, dorp of stad die identiteit aansluit.

Bekijk eerst (een stukje van) deze video.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • herkennen dat een aantal eigenschappen bepalend zijn voor je identiteit;
  • omschrijven wat een groepsidentiteit is en waarin deze verschilt van een persoonlijke identiteit;
  • opnoemen welk soort grenzen er zijn;
  • herkennen dat taal, religie, gewoontes en gebruiken, culturele verschillen, ook grenzen kunnen opwerpen;
  • uitleggen hoe je met grenzen iemand of groepen kunt uitsluiten of juist insluiten.

Wat kan ik al?

Voor je met de opdracht begint bestudeer je het volgende item uit de Kennisbank.

Grenzen en cultuur


De inhoud van dit onderdeel gebruik je niet alleen bij deze opdracht, maar heb je ook nodig bij de andere opdrachten van dit thema.
Kijk of je antwoord kunt geven op de volgende vragen.

 

​Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je gaat aan de hand van je eigenschappen een beeld omschrijven van je eigen identiteit.
Stap 2 Je leert wat een groepsidentiteit is en gaat uitzoeken of je bij een bepaalde groep hoort.
Stap 3 Je leert over grenzen en hoe je grenzen kunt aangeven, verleggen of uitsluiten in figuurlijke zin. Je beantwoordt een aantal vragen en overlegt daarna met je klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over identiteit en grenzen.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A, dan maak je een toets.
Eindopdracht B Kies je voor eindopdracht B, dan maken jullie een collage over kenmerken en verschillen van 'wij' en 'zij'.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Persoonlijke identiteit

Wie ben ik?

Ga op zoek naar je eigen identiteit. De identiteit bestaat uit gegevens, eigenschappen en kenmerken die jou samen maken tot wie je bent, die je onderscheiden van anderen.

Stel dat je roodharig bent, geboren op 12 oktober 1997 in . . . . , 2.10 m lang, 80 kilo, relaxed, gameverslaafd, dol op school, aardig voor je moeder en ook nog eens muzikaal. Dan geeft dat samen een aardig beeld van je, daarmee ben je goed te onderscheiden van anderen.

Afzonderlijk zegt het niet zoveel. Er zijn wel meer roodharigen of gameverslaafden. En er zijn er ook nog wel een paar die aardig voor hun moeder zijn of dol op school.

Probeer je beeld zo compleet mogelijk te maken.
Gebruik eventueel eigenschappen die anderen, familie en vrienden, aan je toeschrijven.

 

 

Stap 2: Groepsidentiteit

Wie zijn wij, of waar hoor ik bij?

Dan nu de vraag waar je bij hoort. Met welke groep(en) voel je de grootste verbondenheid? Welke kenmerken, eigenschappen en gegevens spelen daarbij een rol?
Het kan gaan om kenmerken die horen bij een volk of gemeenschap, om voorkeuren op allerlei gebied, om culturele kenmerken, om levenshouding of levensstijl, noem maar op.
Zijn er binnen jouw persoonlijke identiteit belangrijke kenmerken of eigenschappen die je deelt met anderen?

Denk bijvoorbeeld aan:

  • nationaliteit (bij welk volk of land hoor je?)
  • etniciteit (bevolkingsgroep met gezamenlijke afkomst en cultuur)
  • religie (welk geloof hang je aan?)
  • taal/dialect (welke taal of talen spreek je?)
  • woonplaats/wijk (waar ben je thuis?)
  • politieke voorkeur (stem op ... / ben het eens met ...)
  • sportieve voorkeur (supporter van ... )
  • muzikale voorkeur (fan van ... )
  • mentaliteit, dat is het denk- en gedragspatroon van personen en groepen

Kijk eerst naar de volgende video, dat brengt je misschien op ideeën.


Let op!

Nationaliteit en etniciteit lijken wel op elkaar. Als je nationaliteit opvat als lid zijn van een natie of staatsburger zijn, dan heeft etniciteit vooral betrekking op afkomst en volksaard. Zo kun je tot de etnische groep ‘koerden’ horen en de Turkse of de Syrische of Iraakse nationaliteit hebben. Of de Nederlandse nationaliteit.

Wij en zij of, waar hoor ik niet bij?

‘Wij’ bestaat vooral dankzij de anderen, ‘Zij’.
Stel je voelt je vooral een Friese, protestantse vrouw, dan onderscheid je jezelf vooral van niet-Friezen, niet-protestanten en mannen.
Ben je vooral Ajaxsupporter, dan onderscheid je jezelf van alle andere voetbalclubs en misschien vooral wel van Feijenoord.
Groepen worden op verschillende manieren van elkaar gescheiden.
Waar ligt de grens tussen Wij en Zij? En hoe ziet die grens er uit?

 

Probeer met al deze informatie voor jezelf te bepalen, waar en bij wie je hoort: bij 'wij' of bij 'zij'.

Stap 3: Over grenzen

Grenzen zijn er in soorten en maten. Een rivier, een kloof of een bergkam, het zijn voorbeelden van natuurlijke grenzen. Een lijn op een landkaart is vaak een kunstmatige grens. Als er geen douane aan de grens staat, of een slagboom, dan merk je er niets van. Je zou het ook een open grens kunnen noemen.

Taal, religie, gewoontes en gebruiken, culturele verschillen, kunnen ook grenzen opwerpen.
Soms letterlijk zoals de grens tussen Vlamingen en Walen in België.
Soms figuurlijk, als mensen elkaar vanwege taal of opvattingen niet begrijpen, vreemden voor elkaar zijn.

Uitsluiten - tenietdoen - overschrijden
Met grenzen kun je mensen uitsluiten:
"
Hier ligt de grens, jullie mogen hem niet passeren. Jullie horen er niet bij."

Grenzen kun je ook tenietdoen. Dat is gebeurd binnen de Europese Unie waar veel landen de grenscontrole hebben afgeschaft en iedereen vrij kan reizen. Eigen groepsgrenzen kun je overschrijden door anderen niet uit te sluiten, maar juist op te nemen.

  • In te sluiten:
    Oké, je bent dan wel anders, maar je bent toch één van ons.
  • Op te nemen, tolerant zijn:
    Oké, je bent dan wel anders, maar daar kan ik wel mee leven. Ik zal je niets in de weg leggen.

Hoe zit het met de grenzen tussen jou of jouw groepen en de anderen?
Welke grenzen kom je tegen?
Beantwoord de volgende vragen.
Bespreek ze daarna met een klasgenoot.

Afronding

Begrippen

Grenzen en cultuur

Natuurlijke grens
Natuurlijke elementen, zoals een zee, oceaan, rivier, woestijn of gebergte vormen de scheidslijn tussen gebieden.
Kunstmatige grens
Er zijn ook grenzen die je niet kunt zien of die niet natuurlijk zijn. Zo'n grens is er omdat de mens hem gemaakt heeft.
Politieke grens
Een denkbeeldige lijn die twee gebieden van elkaar scheidt. Dit kan gaan om landen, maar ook om gebieden, zoals gemeenten en provincies.
Volk
Een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont met een overeenkomstige cultuur.
Staat
Een gebied dat door landsgrenzen is afgebakend. Een staat onderscheidt zich van een andere staat doordat het een eigen bestuur heeft.
Grensconflict
Een geschil over een grens (afbakening tussen landen of gebieden).
Etnische minderheid
Een kleine groep met een andere cultuur dan de dominante cultuur in een land en die daar in de minderheid is.
Godsdienst
Geloof in een of meerdere goden en alle gewoonten en rituelen die daar bij horen.
Cultuur(gebied)
Aangeleerde zaken zoals taal, gewoonten, tradities, etc. In een cultuurgebied vinden we veel gelijkenissen wat betreft cultuur.
Taal(gebied)
Manier om te communiceren door klanken, letters, woorden en zinnen. Een gebied waarin de bewoners overwegend dezelfde taal spreken, noemen we een taalgebied.

Eindopdracht A: Toets

Als eindopdracht A maak je een toets.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Na het beantwoorden zie je je score.

Eindopdracht B: Collage maken

Als eindopdracht B maak je van Wij en Zij een beeldende compositie, ofwel een collage.
Druk in beelden uit wat je onder ‘Wij’ en ‘Zij’ verstaat.
Hoe zien Wij eruit? En Zij?

Knip foto’s uit kranten en tijdschriften uit. Maak tekeningen of cartoons.
Bekijk zelf hoe je het wilt doen, als je maar duidelijk maakt wat jullie beeld is en wat de kenmerken zijn van ‘wij’ en van ‘zij’.
Het verschil, de tegenstelling tussen beiden moet zichtbaar zijn.
Overduidelijk of subtiel, dat mag je zelf weten, als het maar herkenbaar is.
Kun je erbij schrijven wat de grens is tussen beiden?
Kijk in de gereedschapskist hoe je een collage kunt maken.

Succes!

Beoordeling

De collage laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • inhoud: laat de collage duidelijke kenmerken zien van wij en zij? Zijn de verschillen tussen wij en zij ook duidelijk zichtbaar?
  • vormgeving: is de collage origineel en creatief? Is duidelijk dat jullie er de nodige zorg aan hebben besteed?

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Terugkijken

Intro

  • Wat vond je van de video?
    Kun je omschrijven wat wordt bedoeld met 'inclusie'?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen hoe je kunt bepalen of je bij een bepaalde groep hoort?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor de opdracht stond ongeveer 3 uur. Heb je die tijd nodig gehad voor het bepalen van de identiteit en het maken van de collage?
  • Eindopdracht
    Vond je het leuk om kenmerken en verschillen van identiteit in een collage weer te geven?
    Verliep de samenwerking met je klasgenoot goed? Hadden jullie dezelfde ideeën?
  • Het arrangement Wij en zij in de wijk vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-08-17 09:40:59
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema ''Grenzen en identiteit in Nederland'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor vmbo-kgt leerjaar 3 & 4. Deze opdracht bespreekt identiteit en hoe jouw eigen identiteit jouw positie in een groep kan bepalen. Zo ontstaan er in een wijk groepsidentiteiten gebaseerd op bepaalde eigenschappen zoals nationaliteit, etniciteit, religie, leeftijd of inkomen. Hierna maak je een opdracht over wij en zij.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde; Grenzen en identiteit; Grenzen afbakenen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardwetenschappen, arrangeerbaar, etniciteit, grenzen en identiteit, leeftijd, religie, stercollectie, vmbo-kgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Kennisbank Aardrijkskunde - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/134827/Kennisbank_Aardrijkskunde___vmbo12