Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- herkennen dat een aantal eigenschappen bepalend zijn voor je identiteit;
- omschrijven wat een groepsidentiteit is en waarin deze verschilt van een persoonlijke identiteit;
- opnoemen welk soort grenzen er zijn;
- herkennen dat taal, religie, gewoontes en gebruiken, culturele verschillen, ook grenzen kunnen opwerpen;
- uitleggen hoe je met grenzen iemand of groepen kunt uitsluiten of juist insluiten.