Wat zijn verschillen tussen waarnemingen en conclusies?
Hoe maak je een verslag?
§ 1.2 Het practicumlokaal
Wat vind je in een practicumlokaal?
Wat zijn de onderdelen van een brander?
Hoe herken je gevaarlijke stoffen?
Gevarensymbolen
Wat zijn A-R- en S- zinnen?
§ 1.3 Schatten en meten
Wat is het verschil tussen meten en schatten?
Meetinstrumenten
Wat is een grootheid?
Wat is een eenheid?
Meten met grootheden en eenheden
Omrekenen van eenheden
§ 1.4 Gegevens verwerken
Hoe meet je met de computer?
Hoe maak je een grafiek?
Hoe maak je een grafiek met de computer?
Hoe lees je een grafiek af?
Vaardigheden hoofdstuk 1:
Waarnemingen doen
Maken van een verslag
Veilig werken in een natuur-scheikunde lokaal
Veilig werken met een gasbrander
Omrekenen van eenheden
Meetresultaten verwerken in een tabel
Meetresultaten verwerken in een grafiek
Aflezen van een grafiek
§ 1.5 Meten en rekenen (extra verdiepingsmateriaal)
§ 1.1 Onderzoeken en ontdekken
Je eerste practicum!!
PRACTICUMREGELS
1. Werk rustig en geconcentreerd en lees practicumopdrachten altijd goed door.
2. Zet altijd een veiligheidsbril op.
3. Draag een labjas.
4. Doe lang haar in een staart als je met de brander werkt.
5. Ruik nooit zomaar aan een stof, doe dit voorzichtig!
6. Proef nooit van een stof!
7. Wees voorzichtig met glaswerk.
8. Draai nooit zomaar een gaskraan open.
9. Als je iets morst, ruim het dan gelijk op. Je werkt vaak met giftige stoffen.
10. Eet en drink niet in het practicumlokaal.
Practicum 1:
Welke waarnemingen kun je doen bij het aansteken en laten branden van een waxinelichtje?
Alle practica staan apart onder het tabblad practicum.
Maak van dit practicum een verslag in je schrift volgens bron 3 uit je leerboek: zo doe je dat: een proefverslag maken (blz 10).
Opdrachten
LET OP:
Een aantal opdrachten kun je zelf controleren in de wiki, de andere opdrachten bespreken we in de les of kun je zelfstandig nakijken!
Noteer de antwoorden van ALLE opdrachten in je schrift of duidelijk in een apart Word-document. Dus NIET in de wiki, want dan ben je jouw eigen antwoorden weer kwijt!
Opdracht 2
Je hebt zin in een kopje thee. Je giet kokend water in een glazen theekopje en daarna doe je er een theezakje in. Schrijf in je schrift minimaal 7 waarnemingen op die je kunt doen als je een theezakje in een kopje kokend water legt. Gebruik daarbij minstens 3 zintuigen.
Aan de slag in Padlet (opdracht 4)
Heb je in de vakantie al iets met natuur-scheikunde gedaan? Of wat weet jij al van natuur-scheikunde?
Je krijgt van je docent een link van Padlet.
Ga naar de link en geef antwoord op bovenstaande vraag.
Noteer hierbij je naam, gebruik eventueel een afbeelding en geef uitleg waarom jouw onderwerp bij natuur-scheikunde hoort.
(tekst en een afbeelding kun je plaatsen door dubbel te klikken op het bord).
Figuur: voorbeeld van een padlet (Hier kun je dus niet op klikken, je krijgt van je docent via Magister de juiste link).
Practicum 2: Een theezakje als heteluchtballon.
Zoek in de wikiwijs of op je eigen iPad (indien je het practicumbestand al had opgeslagen) practicum 2 op: Een theezakje als heteluchtballon.
§ 1.2 Het practicumlokaal
Practicum 3: veilig werken met de brander
Zoek practicum 3: "Werken met de brander" op en zorg dat je de voorbereidingen in je schrift hebt staan.
Bekijk tevens voorafgaande aan het practicum het filmpje "veilig werken met de brander" in de studiewijzer, of via de app Edpuzzle. Deze link krijg je via je docent.
Opdrachten
Lees de tekst van § 1.2 in je leerboek en maak onderstaande opdrachten.
Naast de practicumregels zijn er ook een aantal veiligheidsvoorzieningen in het lokaal. De jassen en brillen zijn veiligheidsvoorzieningen die je altijd moet gebruiken. Er zijn ook voorzieningen die je alleen gebruikt als het mis gaat.
Opdracht 5:
a. Noem zoveel mogelijk practicumregels die belangrijk zijn voor het veilig uitvoeren van een practicum.
b. Welke veiligheidsvoorzieningen zijn er aanwezig in het natuur-scheikundelokaal op CSG Het Noordik?
Opdracht 6:
Teken in je schrift naast elkaar driemaal een schematische tekening van een brander.
Maak de drie verschillende vlammen die je kunt maken met de brander duidelijk d.m.v. verschillende kleuren en schrijf de juiste naam erbij.
Beschrijf bij elke vlam waar deze voor gebruikt wordt.
Beschrijf bij elke vlam aan welke knoppen je moet draaien om deze vlam te krijgen.
Lees blz 14+15 van je leerboek en maak de onderstaande vragen.
Opdracht 9
Teken in je schrift het gevarensymbool dat betekent (je mag dit opzoeken op internet):
1. niet mengen van twee vloeistoffen
2. veiligheidsbril verplicht
§ 1.3 Schatten en meten
Omrekenen
Had je op de basisschool al moeite met het omrekenen van eenheden? Bekijk dan eerst de onderstaande filmpjes! Daaronder vind je links om te oefenen met het omrekenen van eenheden. Het is belangrijk dat je voor natuur-scheikunde goed kunt omrekenen!
Kies om te oefenen voor niveau "6e jaar". Je moet in ieder geval de onderdelen 'lengtematen', 'oppervlaktematen', 'inhoudsmaten' en 'gewichten' (ton hoeft niet) goed kunnen uitvoeren.
Hier kun je oefenen met 'lengte', 'oppervlakte' en 'volume'.
Opdrachten
Opdracht 10
Schat hoe groot de volgende voorwerpen zijn.
1. de lengte van je tafel
2. de hoogte van je iPad
3. de lengte van je leerboek.
Meet nuhoe groot de volgende voorwerpen zijn.
1. de lengte van je tafel
2. de hoogte van je iPad
3. de lengte van je leerboek.
Opdracht 11
a. Is er verschil tussen de geschatte en de gemeten waarden?
b. Wat is nu nauwkeuriger?
c. Wanneer gebruik je toch geschatte waarden?
Opdracht 12
Geef de omschrijving van het begrip grootheid.
Opdracht 13
Neem de onderstaande tabel over in je schrift en vul in.
Grootheid
Eenheid
Massa
Gewicht
seconde
liter
Opdracht 14 Grootheden
Zin 1: "Een temperatuurstijging van 25 K liet de rails uitzetten."
Zin 2: "De aarde trekt aan elke kilogram met een kracht van 10 N."
Welke grootheden komen in bovenstaande zinnen voor?
REKENOPDRACHTEN
Opdracht 15
a.
6000 m = km
f.
6000 g = dag
b.
1,55 km = m
g.
1,25 dam = dm
c.
500 g = cg
h.
0,174 hm = dm
d.
0,25 m = mm
i.
0,67 cg = kg
e.
790 mm = m
j.
1540 mm = hm
Vond je opdracht 15 lastig om in te vullen? Oefen dan nog extra met opdracht 16 of bekijk de filmpjes van deze paragraaf nogmaals. Goed kunnen omrekenen is erg belangrijk bij NS!!!
Uit een fles cola (1,5 L) schenk je zeven glazen. Hoeveel mL cola zit er in één glas? Leg dit uit met een berekening.
Opdracht 18
In een tablet van een pijnstiller zit 0,5 g paracetamol en 20 mg codeine.
Waarvan zit er meer in het tablet? Leg dit duidelijk uit met een berekening.
Opdracht 19
In een maatcilinder zit 50 mL water. Een leerling doet vijf knikkers in het water. Het waterpeil staat nu bij 56 mL. Wat is het volume van 1 knikker?
§ 1.4 Gegevens verwerken
Practica paragraaf 1.4
Bij deze paragraaf ga je een practicum doen waarbij je samen met de klas een handmatige meting uitvoert en tegelijkertijd een automatisch meting door de computer laat uitvoeren. Je maakt van de handmatige meting een diagram en vergelijkt de resultaten hiervan met de resultaten van de automatische meting. Door naar de verschillen te kijken, leer je wat de voordelen zijn van een automatische meting, maar leer je ook waar je goed op moet letten bij een automatische meting. De omschrijving van het practicum vind je terug in het menu-onderdeel 'practicum'.
OPTIONEEL: Bij deze paragraaf ga je practicum 4: Een één-secondenslinger uitvoeren.Je gaat hierbij onderzoeken hoe je de slingertijd bepaalt. De resultaten leg je vast in een diagram. Eventueel maak je hiervan ook een verslag in je schrift.
Tip: Gebruik tijdens het practicum paragraaf 1.4 als bron.
Slingerklok
Hoe maak je een grafiek?
Opdrachten
Opdracht 20
Een appelkweker is van plan om zijn appeloogst binnen een aantal dagen te plukken. In onderstaande grafiek zie je wat de kweker per dag aan appels heeft geoogst.
a. Hoeveel dagen heeft de teler geoogst?
b. Hoeveel appels zijn er ongeveer op dag 4 in totaal geoogst?
c. Op welke dag heeft de teler voor het eerst in totaal meer dan 40 appels geoogst?
d. Wat is de totale appeloogst van de teler?
e. Neem de onderstaande tabel over en vul in:
Aantal dagen
Aantal geoogste appels
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Opdracht 21
Neem de tabel over en vul in aan de hand van het onderstaande verhaaltje.
Jan zit thuis televisie te kijken en hij telt de eerste minuut 3 fruitvliegjes boven de prullenbak. In de tweede minuut telt Jan plotseling 12 fruitvliegjes. In de derde minuut ziet Jan er in totaal 16. In de vierde minuut zijn het aantal fruitvliegjes ten opzichte van de derde minuut verdubbeld. In de vijfde minuut telt Jan 10 vliegjes minder dan in de vierde minuut. Jan begrijpt er helemaal niets van. Kun jij Jan helpen door de tabel in te vullen?
0
0
Opdracht 22
Je gaat nu aan de hand van een ingevulde tabel een grafiek in je schrift maken.
Mieke raapt iedere avond eieren bij de boer die bij haar in de buurt woont. De boer wil een duidelijk overzicht van de eieren die Mieke geraapt heeft over de hele week. Kun jij de boer helpen door een grafiek te maken?
Dag
Aantal geraapte eieren
Totaal aantal eieren?
1 (maandag)
9
2 (dinsdag)
7
3 (woensdag)
5
4 (donderdag)
7
5 (vrijdag)
4
6 (zaterdag)
8
7 (zondag)
6
Opdracht 23
Maak nu zelf een tabel en een grafiek aan de hand van de volgende informatie. Zorg dat je goed leest!
Luuk heeft een kastanje gevonden toen hij aan het wandelen was in het bos. Hij besluit om de kastanje te gaan planten in de voortuin. Na een paar dagen gaat hij kijken of er al een boompje is uitgekomen. Luuk kijkt en ziet nog niks. Een jaar later kijkt hij op dezelfde plek en ziet dat de kastanje is uitgekomen en dat er een boompje is uitgekomen van 15 cm groot. Het jaar daarop is het boompje ongeveer 40 cm groot. In de drie volgende jaren wordt het boompje ieder jaar 20 cm groter.
a. Maak nu eerst een tabel in je schrift.
b. Maak nu een grafiek met de gegevens uit de tabel.
Opdracht 24
Beantwoordt de volgende vragen aan de hand van de grafiek van opdracht 23
a. Wanneer is het kastanjeboompje precies 70 cm groot?
b. Hoe groot is het kastanjeboompje in jaar 4?
c. Wat is de gemiddelde groei van het kastanjeboompje gedurende 5 jaar?
Opdracht 25
Beantwoordt de volgende vragen aan de hand van het demo-practicum waarin we een handmatige meting hebben vergeleken met een automatische meting.
a. Noem 3 voordelen van een automatische meting in vergelijking met een handmatige meting.
b. Noem ook een nadeel van een automatische meting in vergelijking met een handmatige meting.
Maak nu zelf een quiz in Kahoot of in de app Quizlet waarin je een andere leerling laat oefenen met het omrekenen van eenheden. Gebruik de bovenstaande oefenlink eventueel als voorbeeld. Wees creatief! Speel het spel met je buurman of buurvrouw.
§ 1.5 Meten en rekenen (extra verdieping voor GYM)
Klik op de onderstaande link voor extra uitleg en opdrachten van § 1.5 meten en rekenen.
Dit is extra verdiepingsstof voor VWO of GYM.
Dichtheid
Uitleg over dichtheid met oefen opgaven en digitale verwerking via een applet.
Het arrangement NS Klas 1 Hoofdstuk 1 Onderzoeken is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Merlin Swart
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-11-20 09:02:49
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.