Opdracht 20
Een appelkweker is van plan om zijn appeloogst binnen een aantal dagen te plukken. In onderstaande grafiek zie je wat de kweker per dag aan appels heeft geoogst.
a. Hoeveel dagen heeft de teler geoogst?
b. Hoeveel appels zijn er ongeveer op dag 4 in totaal geoogst?
c. Op welke dag heeft de teler voor het eerst in totaal meer dan 40 appels geoogst?
d. Wat is de totale appeloogst van de teler?
e. Neem de onderstaande tabel over en vul in:
Aantal dagen |
Aantal geoogste appels |
1 |
|
2 |
|
3 |
|
4 |
|
5 |
|
6 |
|
7 |
|
8 |
|
9 |
|
10 |
|
Opdracht 21
Neem de tabel over en vul in aan de hand van het onderstaande verhaaltje.
Jan zit thuis televisie te kijken en hij telt de eerste minuut 3 fruitvliegjes boven de prullenbak. In de tweede minuut telt Jan plotseling 12 fruitvliegjes. In de derde minuut ziet Jan er in totaal 16. In de vierde minuut zijn het aantal fruitvliegjes ten opzichte van de derde minuut verdubbeld. In de vijfde minuut telt Jan 10 vliegjes minder dan in de vierde minuut. Jan begrijpt er helemaal niets van. Kun jij Jan helpen door de tabel in te vullen?
|
|
0 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opdracht 22
Je gaat nu aan de hand van een ingevulde tabel een grafiek in je schrift maken.
Mieke raapt iedere avond eieren bij de boer die bij haar in de buurt woont. De boer wil een duidelijk overzicht van de eieren die Mieke geraapt heeft over de hele week. Kun jij de boer helpen door een grafiek te maken?
Dag |
Aantal geraapte eieren |
Totaal aantal eieren? |
1 (maandag) |
9 |
|
2 (dinsdag) |
7 |
|
3 (woensdag) |
5 |
|
4 (donderdag) |
7 |
|
5 (vrijdag) |
4 |
|
6 (zaterdag) |
8 |
|
7 (zondag) |
6 |
|
Opdracht 23
Maak nu zelf een tabel en een grafiek aan de hand van de volgende informatie. Zorg dat je goed leest!
Luuk heeft een kastanje gevonden toen hij aan het wandelen was in het bos. Hij besluit om de kastanje te gaan planten in de voortuin. Na een paar dagen gaat hij kijken of er al een boompje is uitgekomen. Luuk kijkt en ziet nog niks. Een jaar later kijkt hij op dezelfde plek en ziet dat de kastanje is uitgekomen en dat er een boompje is uitgekomen van 15 cm groot. Het jaar daarop is het boompje ongeveer 40 cm groot. In de drie volgende jaren wordt het boompje ieder jaar 20 cm groter.
a. Maak nu eerst een tabel in je schrift.
b. Maak nu een grafiek met de gegevens uit de tabel.
Opdracht 24
Beantwoordt de volgende vragen aan de hand van de grafiek van opdracht 23
a. Wanneer is het kastanjeboompje precies 70 cm groot?
b. Hoe groot is het kastanjeboompje in jaar 4?
c. Wat is de gemiddelde groei van het kastanjeboompje gedurende 5 jaar?
Opdracht 25
Beantwoordt de volgende vragen aan de hand van het demo-practicum waarin we een handmatige meting hebben vergeleken met een automatische meting.
a. Noem 3 voordelen van een automatische meting in vergelijking met een handmatige meting.
b. Noem ook een nadeel van een automatische meting in vergelijking met een handmatige meting.