Thema: Dieren in Australië vmbo-kgt34

Thema: Dieren in Australië vmbo-kgt34

Thema: Dieren in Australië

Intro

Dieren in Australië
Australië is een groot eiland met veel bijzondere diersoorten. Volgens de evolutietheorie zijn deze diersoorten in de loop van de tijd ontstaan. Welke bijzondere Australische dieren zie je in deze video?

Kangoeroes zijn buideldieren. De vrouwtjes hebben op hun buik een grote huidplooi, de buidel. Een pasgeboren kangoeroe-jong is kaal en roze en is maar een paar centimeter lang. Meteen na de geboorte grijpt het jong de vacht van de moeder vast en klimt de buidel in. Daar zoekt het naar een tepel om melk te drinken. In de buidel ontwikkelt het jong zich gedurende negen maanden verder. Daarna komt het af en toe de buidel uit. Na elf maanden blijft het buiten de buidel.

Kangoeroes zijn, net als koala’s en vogelbekdieren, zoogdieren. Zoogdieren behoren tot de gewervelde dieren.
In Australië kom je ook andere gewervelde dieren tegen, met elk hun eigen manieren van ademhalen en voortplanten.

Australië staat niet alleen bekend om kangoeroes, koala’s’ en vogelbekdieren. Het Groot Barrièrerif is het grootste koraalrif ter wereld. Het Groot Barrièrerif kan gezien worden vanuit de ruimte en is gemaakt door levende organismen. Het bestaat uit miljoenen kleine organismen, namelijk koraalpoliepen. In het Great Barrièrerif is een enorme biodiversiteit, er leven duizenden verschillende soorten dieren. Het rif wordt onder andere bedreigd door visserij, vervuiling en het broeikaseffect. Mooie beelden van het Groot Barrièrerif:

In dit thema leer je over de verschillende manieren van ademhalen en voortplanten van gewervelde dieren en insecten. Veel dieren worden door activiteiten van mensen en milieuvervuiling bedreigd. Daarom in dit thema ook aandacht voor milieuvervuiling.

Als afsluiting van dit thema maak je examenvragen die aansluiten bij de leerdoelen.

Wat kan ik straks?

Kennis
Aan het eind van dit thema kan ik:

K6: Ademhaling bij dieren

  • Omschrijven hoe tracheeën werken bij insecten.
  • Omschrijven hoe kieuwen werken bij vissen.
  • Omschrijven hoe longen, kieuwen en huid samenwerken bij amfibieën.
  • Omschrijven hoe longen bij reptielen, vogels en zoogdieren werken.

K12: Voortplanting bij dieren

  • Met behulp van voorbeelden het verschil duidelijk maken tussen inwendige en uitwendige bevruchting.
  • Minimaal twee voorbeelden noemen van dieren die eieren leggen.

K7: Milieuvervuiling

  • Het begrip milieu (omgeving) omschrijven.
  • Met behulp van voorbeelden duidelijk maken dat de mens invloed heeft op het milieu.
  • Omschrijven wat biodiversiteit is en het belang van biodiversiteit kunnen uitleggen.

Vaardigheden:
Aan het eind van dit thema kan ik:

  • Informatie aflezen uit een tabel en berekeningen uitvoeren.
  • Resultaten presenteren in een staafdiagram.

Wat kan ik al?

Weet je het nog?
Het thema Australië is het veertiende thema.
De theorie uit enkele modules die je in de eerste thema's bent tegengekomen, heb je ook nodig bij de afsluiting van dit thema. Als je twijfelt of je het nog weet, klik de modules hieronder dan nog eens door.

Klik op de links om de modules te openen.

Dissimilatie

Voedingsstoffen en voedingsmiddelen

Relaties tussen organismen

Biotisch en abiotisch

Milieubeleid over de grenzen

Ademhalingsstelsel

Uitscheiding

Prikkels en impulsen

Zenuwstelsel

Menstruatiecyclus

Zwangerschap

Evolutie

Inenten

Wat ga ik doen?

Het thema Dieren in Australië bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

2 à 3

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Ademhaling bij dieren

2

Module: Voortplanting bij dieren

2

Module: Milieuvervuiling

2

Afsluiting

 

Samenvattend

0,5

Examenvragen 

0,5

Terugkijken

0,5

Totaal:

10 à 11

 

 

 

Modules

Ademhaling bij dieren

Ademhaling bij dieren

Intro

Dat zoogdieren, en dus ook wij mensen, ademen met longen is een bekend iets.

Maar weet je ook hoe de volgende dieren ademen? Praat erover met een klasgenoot. Jullie mogen de informatie ook opzoeken op internet. Het antwoord vinden jullie in de Kennisbank in stap 1.

  • pantoffeldiertje
  • kwal
  • vlo
  • clownvis
  • kikker
  • varaan
  • adelaar
  • hamster

Wat ga ik leren?

Na deze module kan ik:

  • omschrijven hoe tracheeën werken bij insecten.
  • omschrijven hoe kieuwen werken bij vissen.
  • omschrijven hoe longen, kieuwen en huid samenwerken bij amfibieën.
  • omschrijven hoe longen bij reptielen, vogels en zoogdieren werken.

 

Wat ga ik doen?

 

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Bekijk de vier video's en geef antwoord op de vragen in de oefening 'Longen'.

Stap 3

Bekijk de video en doe de oefening 'Aquariumvissen'.

Stap 4

Onderzoek welke 'aanpassingen' waterdieren hebben om te kunnen overleven in het water?

Stap 5

Voer het practicum 'Kieuwen' uit.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.

Examenopgaven

Je maakt enkele examenopgaven die passen bij dit onderwerp.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Dieren hebben energie nodig om te kunnen leven.
De energie halen ze uit hun eten.
In alle lichaamscellen vindt verbranding plaats waarbij energie vrij komt.
Daarvoor is wel voldoende zuurstof nodig.
Dieren nemen zuurstof op met behulp van hun ademhalingsorganen.

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het volgende onderdeel.

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Longen

Bekijk de video over de werking van de longen. De informatie in de video kun je gebruiken bij het beantwoorden van de vragen onderaan deze stap.

Bekijk nu de video's over de taipan, kookaburra en witte haai, die horen bij één van de vragen hieronder. 

 

Stap 3: Aquariumvissen

Bekijk de video over het ademen van vissen. De informatie uit de video kun je gebruiken bij het beantwoorden van de vragen in deze stap.

Vissen hebben zuurstof nodig. Die zuurstof is opgelost in het aquariumwater.
Hieronder zie je een eenvoudige tekening van het binnenste van een vis.

 

In een aquarium moet voldoende zuurstof zijn. Dat bereik je door stroming in het water te brengen.
Je brengt al stroming in het water met een verwarming. Het plaatsen van een pomp is natuurlijk nog beter.

Stap 4: Waterdieren

Stap 5: Practicum kieuwen

Kieuwen zorgen ervoor dat vissen zuurstof uit het water kunnen opnemen.
Ook zorgen ze ervoor dat vissen koolstofdioxide aan het water afgeven (= gaswisseling).
In dit practicum bekijk je kieuwen van dichtbij. Je maakt een hiervan een biologische (schematische) tekening.

Beantwoord daarna de volgende vraag:
Haaien hebben geen kieuwdeksels.
Leg uit waarom een haai nooit stil hangt in het water.

Leg uit waarom een haai nooit stil hangt in het water.

Practicum kieuwen

  • Download het practicum kieuwen .
    Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
    of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
  • Lees het practicum een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Lees de informatie in de Gereedschapskist hieronder.
  • Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
  • Beantwoord de vraag.
  • Beoordeel de tekeningen eerste zelf en laat ze daarna beoordelen door je docent.

Schematische tekening maken

Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.

 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Celmembraan
Buitenste deel van een cel dat de cel vorm geeft en zorgt dat het celplasma in de cel blijft.

Ééncellige
Organisme bestaande uit één cel.

Sponzen
Dieren zonder wervelkolom of ruggengraat.

Holtedieren
Ook wel neteldieren genoemd; groep ongewervelde dieren die veelzijdig symmetrisch zijn en geen skelet hebben. Bijvoorbeeld: kwal en zeeanemoon.

Huidademhaling
Uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide door de huid heen, bijvoorbeeld bij amfibieën, zoals kikkers.

Wormen
Groep van ongewervelde dieren die tweezijdig symmetrisch zijn en geen skelet hebben.

Stigmata
Kleine gaatjes in het lichaam van een insect waardoor deze ademt.

Tracheeën
Een netwerk van buisjes die verbonden zijn aan de stigmata.

Kieuwen
Ademhalingsorgaan van waterdieren, bijvoorbeeld vissen en kikkervisjes (larven van kikker)

Amfibieën
Gewerveld dier, koudbloedig, met een dunne slijmerige huid, legt eieren zonder schaal in het water, haalt als jong adem met kieuwen en huid, haalt als volwassen dier adem met huid en longen.

Huid
Buitenste bekleding van het lichaam van dieren en mensen. Heeft o.a. als functies: bescherming tegen schadelijke bacteriën en temperatuurregeling (o.a. door het uitscheiden van vocht (zweet)). De huid is het grootste orgaan en een belangrijk zintuig (voelen)

Longen
Organen die betrokken zijn bij het in- en uitademen en het opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide. Onderdeel van het ademhalingsstelsel. Uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide vindt plaats in de longen tussen longblaasjes en bloed.

Reptielen
Gewerveld dier, koudbloedig, leerachtige huid met schubben, legt eieren met een leerachtige schaal, haalt adem met longen.

Zuurstof
Molecuul bestaat uit twee zuurstof atomen; gas dat ontstaat bij fotosynthese in planten en nodig is voor verbranding.

Vogels
Gewerveld dier, warmbloedig, huid bedekt met veren, legt eieren met een kalkschaal, haalt adem met longen.

Middenrif
Spier, scheiding tussen borstholte en buikholte, belangrijk bij de ademhaling.

Longblaasjes
Deel van de longen waar uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide plaatsvindt tussen lucht en bloed.

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de verschillende manier van ademhaling noemen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 2 uur bezig geweest met de opdracht?
    Heb je alle stappen gedaan binnen die tijd?
  • Inhoud
    Wist al dat er verschillende manieren van ademhaling waren?
    Schrijf één ding op dat nieuw voor je was.
  • Examenopgaven
    Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?

Voortplanting bij dieren

Voortplanting bij dieren

Intro

Voortplanting in het dierenrijk is niet gelijk aan die van de mens. Over het algemeen is van liefde weinig sprake, het gaat om het resultaat!

Niet bij elke diersoort is voortplanting vanzelfsprekend. Kijk maar eens naar de volgende video. Bespreek daarna met een klasgenoot waarom voortplanting bij Panda's niet zomaar gebeurt.

Wat ga ik leren?

Na deze module kan ik:

  • (met behulp van voorbeelden) het verschil duidelijk maken tussen inwendige en uitwendige bevruchting.
  • minimaal twee voorbeelden noemen van dieren die eieren leggen.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Bekijk de video en doe de oefening 'Kippen en eieren'.

Stap 3

Vergelijk het voortplantingsstelsel van een kip met het voortplantingsstelsel van een vrouw.

Stap 4

Bekijk hoe stekelbaarsjes zich voortplanten.

Stap 5

Bekijk hoe koraal zich voortplant.

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.

Examenopgaven

Je maakt enkele examenopgaven die passen bij dit onderwerp.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Kippen en eieren

Bekijk de video over het paren van een haan en hen.

 

Bij de paring drukt de haan zijn lichaamsopening, de cloaca, tegen de cloaca van de hen.
Er komt een kleine penis uit de cloaca van de haan en daar komt sperma uit.
De zaadcellen zoeken hun weg naar de eicel van de hen.
De eileider is een gekronkelde buis van ongeveer 75 centimeter lang.
De dooier zakt langzaam de eileider af naar buiten. Een dooier is eigenlijk een eicel met veel reservevoedsel. Onderweg wordt hij netjes ingepakt. Eerst komt er eiwit omheen, daarna twee vliezen en de schaal.
Terwijl het ei door de eileider glijdt, wordt de voorkant puntig, de achterkant blijft stomp.

Stap 3: Kippen en kuikens

In een bevrucht ei ontwikkelt het kuiken.
Op de kiemschijf op het eigeel (eidooier) groeit een embryo.
Het eigeel en het eiwit zorgen voor voedingsstoffen voor het embryo.
Het eigeel bevat veel vet en het eiwit veel water.
Het hagelsnoer dient ervoor om de eidooier op zijn plaats te houden.
De vliezen en de schaal van het ei beschermen het kuiken tegen ziekteverwekkers.
In de kalkhoudende schaal zitten tienduizend luchtgaatjes.
Door die gaatjes komt zuurstof in het ei en kan verdampt water uit het ei ontsnappen.
Zonder de poriën zal het kuiken verdrinken.

Kippen zijn vogels en mensen zijn zoogdieren.
Toch hebben ze op het gebied van de voortplanting overeenkomsten.

Je kunt gebruik maken van deze afbeeldingen door ze hier te downloaden.

Stap 4: Voortplanting

Bekijk de video. Lees voor het kijken de vragen onder de video door. De antwoorden kun je (deels) in de video vinden.

 

Stap 5: Koraal

Werk in tweetallen. Bekijk de video. Lees eerst de opdracht onder de video, zodat je weet waar je tijdens het kijken op moet letten. 

Koraalpoliepen planten zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk voort.
Maak van beide vormen van voortplanting een tekening waarin je duidelijk maakt op welke manier dit gebeurt bij koraalpoliepen.

 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Ongeslachtelijke voortplanting
Voortplanting waarbij geen bevruchting plaatsvindt: uit (een deel van) één organisme ontstaat een nieuw organisme. De nakomelingen zijn genetisch hetzelfde als het ouderorganisme. Bijvoorbeeld: bollen, knollen, stekken, uitlopers, wortelstokken. Ander vormen: voortplanting door deling (bij bacteriën en eencellige planten en dieren) en maagdelijke voortplanting (vrouwtjes van bepaalde diersoorten kunnen nakomelingen krijgen zonder dat hier mannetjes aan te pas komen, bijvoorbeeld bladluizen).

Zaadcel
Zaadcel (spermacel) van dier of mens, mannelijke voortplantingscel.

Eicellen
Vrouwelijke voortplantingscel van dier, mens of plant.

Balts
Gedrag dat vooraf gaat aan de voortplanting (paring): verleiden of versieren van een partner.

Nesteldrang
Instinctief (= erfelijk vastgelegd), vaak door hormonen gestuurd gedrag van dieren en mensen ter voorbereiding op het krijgen van jongen.

Paring
Zich voortplanten.

Penis
Mannelijk geslachtsorgaan, ook wel lid genoemd, dat wordt gebruikt om urine te lozen, voor seksualiteit en geslachtsgemeenschap.

Inwendige bevruchting
Vorm van geslachtelijke voortplanting waarbij de eicel in het lichaam van het vrouwtje wordt bevrucht, bijvoorbeeld bij zoogdieren en vogels.

Uitwendige bevruchting
Vorm van geslachtelijke voortplanting waarbij de eicel buiten het lichaam van het vrouwtje wordt bevrucht. Bijvoorbeeld bij kikkers en vissen.

Zygote
Is in de levenscyclus van een organisme het eerste eencellige stadium, zoals na de bevruchting van een eicel door een zaadcel.

Larve
Eerste levensfase nadat het dier uit het ei gekomen is en waarbij het uiterlijk en de levenswijze afwijkt van het volwassen dier. Bijvoorbeeld een kikkervisje, made, emelt, rups of engerling.

Pop
Levensfase waarbij de larve zich ontwikkelt tot een volwassen dier. Verpoppen is een proces bij de volledige metamorfose van veel insecten, zoals vlinders, vliegen en kevers. Het dier eet niet, beweegt niet, terwijl van binnen nieuwe organen ontwikkelen (bijvoorbeeld vleugels).

Imago
Volwassen insect na metamorfose. In deze levensfase kan het insect zich voortplanten.

Broedzorg
Verschijnsel dat één of beide ouders een kortere of langere tijd voor hun nageslacht zorgen (eieren en jongen).

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Hoeveel tijd ben je met de opdracht bezig geweest?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Examenopgaven
    Veel examenopgaven bij deze opdracht.
    Heb je ze allemaal gemaakt? Ging het goed?

Milieuvervuiling

Milieuvervuiling

Intro

Milieuvervuiling is een onderwerp dat steeds actueler lijkt te worden. Wereldwijd is namelijk één op de zes doden het gevolg van milieuvervuiling.

Lees samen met een klasgenoot de informatie op de site van het RIVM.
Waarom is stikstof een onderwerp dat steeds weer in het nieuws komt? Praat er samen over.

Wat ga ik leren?

Na deze module kan ik:

  • het begrip milieu (omgeving) omschrijven.
  • (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken dat de mens invloed heeft op het milieu.
  • omschrijven wat biodiversiteit is en het belang van biodiversiteit kunnen uitleggen.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Bekijk de video's over exoten in Nederland en beantwoord de vragen.

Stap 3

Ook in Australië komen en exoten voor. Bekijk de video en geef antwoord op de vragen,

Stap 4

Doe de oefening 'Gewasbeschermingsmiddel'.

Stap 5

Zoek uit in welke gebieden van Nederland er veel mest geproduceerd wordt.

Stap 6

Maak een poster over het belang van biodiversiteit.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst bij deze module

Examenopgaven

Je maakt enkele examenopgaven die passen bij dit onderwerp.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie de onderdelen:

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Exoten in Nederland

Maak deze stap in drietallen.
Verdeel en bekijk de video's over exoten.
Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

 

Stap 3: Exoten in Australië

Bekijk de video. Lees voor het kijken de vragen onder de video.

 

Stap 4: Gewasbeschermingsmiddel

Gewasbeschermingsmiddelen
In de grafieken zie je hoeveel gewasbeschermingsmiddelen er gespoten worden. De hoeveelheid wordt aangegeven in kg werkzame stof per hectare.

De onderstaande video hoort bij de oefening.

 

Stap 5: Mest en milieu

Mest en milieu
Op de Nederlandse boerenbedrijven leven veel dieren en dat betekent: veel mest.
In 2008 werd er 71,3 miljard kilogram mest geproduceerd. Bestudeer het kaartje.
Je ziet voor verschillende delen van Nederland hoeveel kilogram mest er per hectare geproduceerd wordt.

Stap 6: Biodiversiteit

Great barrier reef, Australië

Bekijk de video over biodiversiteit in Australië. Lees daarna de opdracht. 

Je werk bij deze opdracht in groepjes.
Je maakt samen een (digitale) poster of filmpje met afbeeldingen waarop je de biodiversiteit van een stukje Australië in beeld brengt.
Kies hiervoor een ecosysteem in Australië uit.
Denk aan:

  • Koraalrif
  • Tropisch regenwoud
  • Eucalyptusbos
  • Subtropisch regenwoud
  • Weideland
  • Tropische wetland

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Milieu
Niet-levende factoren zoals water, licht, temperatuur en bodem.

Populatie
Groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten.

GFT
Groente-, fruit- en tuinafval

Recyclen
Het scheiden van afval om hierna opnieuw te gebruiken.

Restafval
Afval dat niet gescheiden is.

Smog
Door rook en uitlaatgassen vervuilde mist.

Stikstofoxiden
Is een verzamelnaam voor de binaire verbindingen van zuurstof en stikstof.

Emissie
Uitstoot van schadelijke stoffen.

Duurzaamheid
Definitie van de drie P's (People, Planet, Profit): rekening houden met mensen, welvaart en aarde bij alles wat je doet. Definitie uit “Our Common future”: Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.

Bio-industrie
Vee-industrie. De industrie die met zoveel mogelijk efficiëntie dierlijke producten produceert.

Recycling
Ander woord voor 'hergebruik'.

Natuurlijk evenwicht
Het evenwicht dat heerst als de mens niet de natuur ontbreekt.

Alternatieve energiebronnen
Energiebronnen waarbij de energie opgewekt wordt door natuurlijke krachten. Voorbeelden: windenergie, waterkracht, zonne-energie, energie uit de bodem.

Cradle to cradle
Het idee dat er geen afval overblijft doordat alles wat de mens maakt gerecycled wordt.

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat? Heb je alle stappen kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    Milieuvervuiling is een onderwerp voor meerdere vakken.
    Waarom hoort milieuvervuiling zeker ook bij biologie?
  • Begrippenlijst
    Check de begrippenlijst. Ken je alle begrippen in de lijst?
  • Examenopgaven
    Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbankitems bij dit thema.

Examenvragen

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Wil je meer oefenen? Kijk op Examenkracht.nl

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je in het totaal ongeveer 10 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de herhalingsmodules doorgeklikt?
    Wist je het meeste nog?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit drie modules. Welke module vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen Dieren in Australië gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Dieren in Australië vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-10-22 09:27:03
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Dieren in Australië' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 4. Dit thema heet dieren in Australië en behandelt 3 onderwerpen. Het eerste onderwerp is ademhaling bij dieren. Je leert omschrijven hoe tracheeën werken bij insecten, omschrijven hoe kieuwen werken bij vissen, omschrijven hoe longen, kieuwen en huid samenwerken bij amfibieën., omschrijven hoe longen bij reptielen, vogels en zoogdieren werken. Het tweede onderwerp is voortplanting bij dieren. Je leert met behulp van voorbeelden het verschil duidelijk maken tussen inwendige en uitwendige bevruchting. en je kunt minimaal twee voorbeelden noemen van dieren die eieren leggen. Het derde onderwerp is milieuvervuiling. Je leert het begrip milieu (omgeving) omschrijven, met behulp van voorbeelden duidelijk maken dat de mens invloed heeft op het milieu, omschrijven wat biodiversiteit is en het belang van biodiversiteit uitleggen.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Dynamisch evenwicht; Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    9 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    ademhaling, arrangeerbaar, biodiversiteit, biologie, milieuvervuiling, stercollectie, tracheeën, uitwendige bevruchting, vmbo kgt 4, voorplanting

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2015).

    Ademhaling bij dieren vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63320/Ademhaling_bij_dieren__vmbo_kgt34

    VO-content Biologie. (2015).

    Milieuvervuiling vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63332/Milieuvervuiling__vmbo_kgt34

    VO-content Biologie. (2015).

    Voortplanting bij dieren vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63322/Voortplanting_bij_dieren__vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Dieren in Australië

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.