Voedingsstoffen

Voedingsstoffen

Intro

Voedingsstoffen

Het bekende volksvoedsel van Nederland wordt in de Noordoostpolder erg veel geteeld.
Kijk eens naar het filmpje:


In Nederland gebruikt iedere persoon gemiddeld 81 kilo aardappelen per jaar.
Niet alleen als aardappel op je bord, naast de groente en het vlees, maar ook als friet, chips of in medicijnen.


Wat zit er in die aardappel? Wat kan men er van maken?

Welke van onderstaande producten kan men van aardappels maken?
Bekijk het lijstje hieronder. Ga na of je de genoemde producten ook inderdaad van aardappel kunt maken.
Kun je nog meer producten bedenken die je van aardappel kunt maken?

  1. papier
  2. patat
  3. chips
  4. behangsellijm
  5. garen

Vooraf

Eindproduct-Beoordeling

Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met het practicum Zetmeel aantonen.
Van dit practicum maak je een onderzoeksverslag.

Beoordeling
het onderzoeksverslag beoordeel je eerst zelf.
Daarna laat je het onderzoeksverslag beoordelen door je docent.

 

Leerdoelen

Na deze opdracht ken je of kun je:

 

  • het verschil tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen.
  • de verschillende groepen voedingsstoffen.
  • de functies van de verschillende voedingsstoffen.
  • de maaltijdschijf (schijf van 5) gebruiken.
  • de productinformatie op een etiket lezen.
  • zetmeel in een voedingsmiddel aantonen.

Werkwijze

Groepsgrootte
Deze opdracht doe je alleen.
Je overlegt wel regelmatig met een klasgenoot.

Benodigdheden

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Opdracht 1

Voedingsstoffen
Bestudeer uit de kennisbank biologie de eerste en tweede pagina:

KBVoedingsmiddelen en -stoffen

Beantwoord nu de volgende vraag.

Er is een verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen.
Bekijk het lijstje producten hieroner.
Welke van deze producten zijn voedingsstoffen.

  1. boterhammen
  2. koolhydraten
  3. eieren
  4. water
  5. vetten
  6. eiwitten
  7. cola
  8. mineralen
  9. vitaminen
  10. fruit

Opdracht 2

Schijf van vijf
In de schijf van vijf vind je voedingsmiddelen met veel dezelfde voedingsstoffen bij elkaar geplaatst.

Beantwoord nu de volgende vragen.

  1. Wat is de belangrijkste voedingsstof van brood?
    1. koolhydraten
    2. vetten
  2. Wat is de belangrijkste voedingsstof van boter en olie?
    1. eiwitten
    2. vetten
  3. In groente en fruit zitten veel ...
    1. vitaminen en mineralen.
    2. vetten en koolhydraten.
  4. Vlees en melk bevatten veel ...
    1. koolhydraten.
    2. eiwitten.
  5. Frisdrank bevat veel water.
    Is water een voedingsstof of een voedingsmiddel?
    1. voedingsstof
    2. voedingsmiddel
  6. Welk voedingsmiddel bevat veel koolhydraten?
    1. aardappels
    2. leverworst
  7. Welk voedingsmiddel bevat veel vetten?
    1. tuinkers
    2. leverworst
  8. Welk voedingsmiddel bevat veel vitamines?
    1. geitenmelk
    2. fruitsap

Opdracht 3

Voedingsstoffen
Ga nogmaals naar de kennisbank biologie.
Bestudeer nu de rest van het onderdeel pagina 3 tot en met 5:

KBVoedingsmiddelen en -stoffen

Beantwoord nu de volgende vragen.

  1. Waar of niet waar?
    De energiebehoefte van jongens is gemiddeld hoger dan de energiebehoefte van meisjes.
    1. waar
    2. niet waar
  2. Waar of niet waar?
    De voedingsstof koolhydraten is de enige voedingsstof die bij verbranding energie levert.
    1. waar
    2. niet waar
  3. kJoule en kCal zijn beiden maten voor energie.
    Wat klopt?
    1. 1 kJoule = 4,2 kCal
    2. 1 kCal = 4,2 kJoule
  4. Calcium, IJzer, Natrium en Kalium zijn voorbeelden van ...
    1. vitaminen.
    2. mineralen.
  5. Als je weinig ... van een bepaalde soort binnen krijgt, kun je een gebreksziekte krijgen.
    1. vitaminen
    2. mineralen
  6. Op de verpakking van een product zien of er kleurstoffen zijn toegevoegd.
    Waaraan kun je dat zien?
    1. E-nummers
    2. K-nummers
  7. Waar of niet waar?
    Op de verpakking van een voedingsmiddel staat aangegeven hoeveel voedingsstoffen het product bevat.
    1. waar
    2. niet waar

Opdracht 4

Vitamines en mineralen zijn beschermende stoffen.
Als je niet voldoende beschermende stoffen binnnen krijgt, krijg je een gebreksziekte.
Bekijk de voorbeelden in de tabellen.


Wat doe jij om dagelijks voldoende vitaminen en mineralen binnen te krijgen?

Opdracht 5

Productinformatie
Op de verpakking van een voedingsmiddel moet staan wat er precies in het voedingsmiddel zit.
Bekijk de verpakking van minimaal drie voedingsmiddelen en kijk bij ieder voedingsmiddel of je de volgende informatie kunt vinden:

  • De voedingswaarde per 100 g.
  • De energiewaarde van het product in kCal of kJoule.
  • De voedingsstoffen die in het product zitten.
  • Welke E-nummers in het product zitten.
    Schrijf van enkele E-nummers op wat de functie van het E-nummer is.

Bespreek met een klasgenoot de volgende stelling:
"Van mij hoeft al die productinformatie niet op de verpakking te staan.
Ik proef gewoon of ik het lekker vind en dan vind ik het goed."

Opdracht 6

Zetmeel aantonen
Hoe weet je welke voedingsstoffen in welke voedingsmiddelen zitten? Dat kun je uitzoeken met indicatoren. Een indicator is een stof, waarmee je andere stoffen kunt aantonen.

Een voorbeeld van een indicator is een Joodoplossing. Hiermee kun je zetmeel (= koolhydraat) in een voedingsmiddel aantonen.
Een Joodoplossing heeft een geelbruine kleur. Als de Joodoplossing in aanraking komt met zetmeel verandert de kleur naar blauwzwart. Zit er geen zetmeel in het product dan verandert de kleur niet.

  • Download het practicum Zetmeel aantonen.
  • Lees het practicum een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigheden bij elkaar en voer het practicum uit.
  • Maak het onderzoeksverslag. (Kijk voor hulp in de gereedschapskist.)
    GereedschapskistHoe schrijf ik een onderzoeksverslag?
  • Beoordeel eerst samen met een klasgenoot het onderzoeksverslag.
  • Laat het verslag vervolgens beoordelen door de docent.

Succes.

Extra

Voedingsstoffenspel

Zin een spelletje?
Speel op www.zuivelonline.nl het digitale elektro spel.

Ging het goed?
Vergelijk je score met de score van je klasgenoten.

Begrippenlijst

Voedingsstoffen

Voedingsmiddelen
Alle producten die je eet.

 
Voedingsstoffen
Bruikbare delen in voedingsmiddelen (voedsel); voedingsstoffen worden direct opgenomen in de darmen of verteerd tot stoffen die kunnen worden opgenomen in de darmen.
Bouwstoffen
Voedingsstoffen met als functie: opbouw, herstel en groei van organismen. Bijvoorbeeld: eiwitten, vetten en water.
Brandstoffen
Voedingsstoffen met als functie: leveren van energie door verbranding. Bijvoorbeeld: koolhydraten en vetten en in mindere mate eiwitten.
Reservestoffen
Voedingsstoffen die dienen als reservestof. Bijvoorbeeld: vetten.
 
Beschermende stoffen
Voedingsstoffen met als functie: weerstand tegen ziektes vergroten. Bijvoorbeeld: mineralen en vitaminen.
Eiwitten
Voedingsstoffen die vooral dienen als bouwstoffen. Pas wanneer de koolhydraten en vetten opgebruikt zijn, worden ook eiwitten gebruikt als brandstof.
Koolhydraten
Voedingsstoffen die vooral dienen als brandstof, maar ook als bouwstof en reservestof gebruikt worden. Koolhydraten zijn ontstaan uit glucose. Bijvoorbeeld: suiker, zetmeel en cellulose.
Vetten
Voedingsstoffen die vooral als brandstof en reservestof dienen, maar ook als bouwstof kunnen worden gebruikt. Wanneer de koolhydraten opgebruikt zijn, worden vetten gebruikt als brandstof.
Water
Belangrijke bouwstof voor organismen die ontstaat bij verbranding van glucose en die nodig is voor de fotosynthese van planten.
 
Minderalen
Stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken en die werken als beschermende stof: ze zorgen ervoor dat je gezond blijft. Ze leveren geen energie. Bijvoorbeeld: ijzer en zout.
Vitaminen
Stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken en die werken als beschermende stof: ze zorgen ervoor dat je gezond blijft. Ze leveren geen energie. Bijvoorbeeld: vitamine C.
Schijf van vijf
Hulpmiddel opgesteld door het Voedingscentrum dat je kunt gebruiken bij het kiezen van gezonde voeding. Eet elke dag iets uit alle vijf vakken; van de grootste vakken moet je het meeste eten.
Ballaststoffen
Onverteerbare resten van plantaardig voedsel; deze voedingsvezels zijn belangrijk voor een effectieve darmperistaltiek en verlaten je lichaam met de ontlasting.
Energiebehoefte
De hoeveelheid energie uit voedsel dat je dagelijks nodig hebt.
  • Het arrangement Voedingsstoffen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2016-09-19 08:02:06
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    MBO, Niveau 2: Basisberoepsopleiding; VWO 2; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; Instandhouding;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2019).

    Voedingsstoffen hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/62547/Voedingsstoffen__hv12