B1 Inzicht hebben in de medialisering van de samenleving
Achtergrond
Media – oude en nieuwe – zijn steeds nadrukkelijker in onze levens aanwezig. Vrijwel de gehele dag zijn we verbonden met computers, tablets, smartphones, televisies, radio’s, kranten, game consoles en mp3-spelers. Mediawijsheid is: meebeleven, meedenken en meepraten over de tendensen en gevolgen van hét onderscheidende kenmerk van ons tijdgewricht: de medialisering van de samenleving.
Doel van de opdracht
De opdracht
Wat is er veranderd in de maatschappij met betrekking tot media?
Studielast: 130 minuten + huiswerk
Kies uit de volgende 5 onderwerpen één onderwerp uit dat je het meest aanspreekt
- Consument
- Overheid (publieke sector)
- Bedrijfsleven
- Wetenschap
- Geloof
Bedenk drie categorieën bij jouw gekozen onderwerp
Denk hierbij bijvoorbeeld aan bv. 'communicatie', 'reclame', etc.
- Geen letterlijke vragen het is meer een gesprek en geen enquête.
- Steekwoorden
- Verdiepend (doorvragen)
- Ruimte om te schrijven tussen de steekwoorden.
- Categorieën moeten zichtbaar zijn.
Laat de docent jouw interviewleidraad controleren voor een Go of No-Go
- No-Go? Pas het interviewleidraad dan aan met de feedback van de docent.
- Go? Dan kan je met het interview beginnen.
Interview 4 verschillende mensen
- 12 t/m 15 jaar (Jezelf)
- 30 t/m 50 jaar (Ouders)
- 65+ (Opa/oma of iemand uit die leeftijdscategorie)
- Iemand uit de toekomst (fictief)
Maak een analyse...
... hoe de media is veranderd in de loop der jaren en hoe de toekomst er uit komt te zien. Met name het effect van media op mensen / de samenleving.
- Geef in deze analyse aan wat je opvalt als je de interviews met elkaar vergelijkt.
- Waar ben je verbaasd over?
- Wat zijn zaken waar je nog niet eerder van had gehoord?
- Hoe heeft zich dit ontwikkeld?
Maak van je analyse een kort verslag
Het verslag moet uit de volgende onderdelen bestaan:
- Een korte inleiding waarin wordt uitgelegd waarom deze opdracht in lessen Mediawijsheid toegepast wordt.
- Een overzichtelijke weergave van de verschillen tussen de geïnterviewde personen per categorie.
- Een verwerking van de vragen die staan vermeld bij stap 6 onder “De opdracht”.
- Je eigen mening over de medialisering van de samenleving.
Vul de competentie opnieuw in
Vul competentie B1 van het competentieprofiel opnieuw in. Denk hierbij aan eventuele bewijsstukken en/of het logboek en geef aan of er iets is veranderd en waarom.
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever jouw analyse op tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Layout - Gebruik een nette lay-out.
- Kwaniteit - De verschillen tussen de programma's + de analyse + jouw mening
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.
B2 Begrijpen hoe media gemaakt worden (deel 1)
Achtergrond
Veel media-inhouden komen tot ons in kant-en-klare vorm. Kranten, films en commercials zijn ‘af’ op het moment dat je ze te zien krijgt. Daar gaan technische, economische en strategische beslissingen van mediaproducenten aan vooraf. Mediawijs zijn betekent: begrijpen hoe de media die je consumeert tot stand zijn gekomen.
Doel van de opdracht
-
Inzien hoe de doelgroepkeuze van invloed is op vorm en inhoud van media.
-
De eigen logica’s van diverse media kunnen doorgronden, en begrijpen hoe deze invloed hebben op de boodschap die wordt overgebracht.
De opdracht
Hoe stemmen producenten hun product af op de juiste doelgroep?
Studielast: 75 minuten schoolwerk + 30 minuten huiswerk
Bekijk een (deel van) een aflevering...
van het nieuwe tv-programma 'Lekker Nederlands' en van het bekende programma 'Tussen Kunst en Kitsch'. Kijk niet alleen een clip op youtube, maar vooral een volledige aflevering.
Bekijk de internetpagina’s van de tv-programma’s
en eventuele sociale media platformen zoals Facebook, Youtube, Twitter en Instagram.
Beschrijf welke verschillen je tussen de twee programma’s ziet
Je moet kijken naar zes verschillende onderdelen. Vier daarvan zijn verplicht, namelijk:
- Kleurgebruik
- Snelheid van het programma
- Hoeveelheid en soort reclames tussendoor
- Uiterlijk van de presentatoren
- ...
- ...
Twee onderdelen mag je zelf verzinnen.
Denk er aan om ook de websites en sociale media hierin te betrekken!
Maak van je bevindingen een kort verslag*.
Het verslag moet uit de volgende onderdelen bestaan:
- Een korte inleiding waarin wordt uitgelegd wat het doel is van deze opdracht in eigen woorden.
- Een overzichtelijke weergave van de verschillen tussen de twee tv-programma's.
- Een conclusie met minimaal antwoorden op de volgende vragen:
- Voor welke leeftijden (doelgroep) zijn deze programma’s?
- Waaraan kan je dat duidelijk zien?
- Je eigen mening. Welk programma vind jij het leukst en waarom.
*een verslag hoeft niet persé een werkstuk te zijn. Alles mag: Video, Audio, Posters, interactieve dingen. Je eigen creativiteit mag helemaal los gaan.
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever de interviews en analyse op tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Layout - Gebruik een nette lay-out.
- Kwaniteit - Leidraad + Interviews + Analyse
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.
B2 Begrijpen hoe media gemaakt worden (deel 2)
Doel van de opdracht
De opdracht
Hoe stemmen producenten hun product af op de juiste doelgroep
Studielast: 50 minuten schoolwerk + 75 minuten huiswerk
Inleiding
Jullie hebben in opdracht B2 deel 1 een analyse gemaakt over de verschillen tussen Lekker Nederlands en Tussen kunst en Kitsch. Één van de resultaten van de analyse is hoogstwaarschijnlijk dat de doelgroep van Lekker Nederlands vooral jongeren en jongvolwassenen is. De doelgroep van Tussen kunst en Kitsch zijn vooral de ouderen.
Jullie hebben veel verschillen gezien in het gebruik van kleur, muziek, presentatoren, kleding en snelheid van het programma. Gebruik de analyse van opdracht B2 deel 1 voor deze opdracht.
Maak een groepje van drie
In een groepje van 3 leerlingen gaan jullie een reclameboodschap maken voor het vak mediawijsheid. Dit mag een tv-reclame zijn, een radioreclame of digitale poster (denk aan reclame op websites). De opdracht bestaat uit het schrijven van een Plan de Campagne en de reclameboodschap zelf.
Vraag met de groep aan je docent welke doelgroep je toegewezen krijgt
Schrijf een Plan de Campagne over de volgende onderdelen:
- Wat gaan we doen?
- Hoe gaan we het doen?
- Wie gaat wat doen?
- Waar gaan we het doen?
- Wanneer gaan we het doen?
- Wat wordt de inhoud?
- Wat is mediawijsheid?
- Wat leer je allemaal?
- Wat is het doel?
- Waarom?
- Voor wie is het vak?
- Welke docenten geven het vak?
- Wat vind jij van het vak?
- Hoe laten we het aansluiten op de doelgroep?
Lever het Plan de Campagne in via N@Tschool
- Krijg je een GO? Ga naar de volgende stap.
- Krijg je een NO-GO? Pas het Plan de campagne aan met de feedback van de docent.
Maak de reclame volgens jullie Plan de Campagne
Schrijf een kort verslag met daarin...
- Beschrijf waarom je deze opdracht bij het vak mediawijsheid moet maken.
- Je eigen mening. Wat vond je leuk? Wat vond je minder leuk? Hoe ging de samenwerking?
Inleveren!
- Elk groepslid levert (de link van) de reclameboodschap in
- Elk groepslid schrijft zijn eigen korte verslag en zijn eigen mening
Vul de competentie opnieuw in
Vul competentie B2 van het competentieprofiel opnieuw in. Denk hierbij aan eventuele bewijsstukken en/of het logboek en geef aan of er iets is veranderd en waarom.
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever de reclameboodschap op tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Kwaniteit - Plan de campagne + reclameboodschap + kort verslag met beschrijving en jouw mening
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.
B3 Zien hoe de media de werkelijkheid kleuren
Achtergrond
Media geven de werkelijkheid altijd vanuit een bepaald perspectief weer. Vaak is dit perspectief nadrukkelijk aanwezig, zoals bij een commercial voor een bepaald product of een reportage die een misstand aan de kaak stelt.
Doel van de opdracht
De opdracht
-
Wie is de auteur?
-
Wat is het doel van de auteur of organisatie?
-
Waarom heeft de auteur deze website gemaakt en dit artikel geschreven?
-
Wat voor informatie kan je allemaal nog meer vinden op de website?
Maak van je bevindingen een kort verslag
Het verslag moet uit de volgende onderdelen bestaan:
-
Een korte inleiding waarin wordt uitgelegd waarom deze opdracht in lessen Mediawijsheid toegepast wordt.
-
Per site een overzichtelijke uitleg welke website negatief of positief is over brood en welke negatieve of positieve infomatie er wordt gegeven.
-
Een conclusie met minimaal antwoorden op de volgende vragen:
- De reden(en) waarom deze bron/website positief of negatief is over brood.
- Welke belangen de auteur heeft met het geven van deze informatie.
-
Je eigen mening. welke site vind jij het meest betrouwbaar en waarom?
Vul de competentie B3 opnieuw in
Vul competentie B3 van het competentieprofiel opnieuw in. Denk hierbij aan eventuele bewijsstukken en/of het logboek en geef aan of er iets is veranderd en waarom.
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever jouw verslag op tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Layout - Gebruik een nette lay-out.
- Kwaniteit - Het korte verslag over brood + jouw mening
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.
C1 deel 1- Informatie vinden
Achtergrond
In de hedendaagse informatiesamenleving is informatie in overvloed beschikbaar. Publieke en commerciële omroepen zenden 24 uur per dag uit. Dagelijks rollen er drie miljoen kranten van de persen. De Nederlandse bibliotheken lenen jaarlijks honderd miljoen boeken uit. Mediawijs zijn betekent: optimaal gebruik weten te maken van relevante informatie door deze zinvol op te slaan en te delen met anderen.
Doel van de opdracht
- Inzien dat veel informatie op internet niet betrouwbaar is.
- Begrijpen welke vragen gesteld moeten worden om informatie op internet te controleren op betrouwbaarheid.
De opdracht
Hoe vind je relevante en betrouwbare informatie
Studielast: 60 minuten schoolwerk + 30 minuten huiswerk
Bedenk een onderwerp
Schrijf een onderwerp dat jij echt interessant vindt op een blaadje. Het onderwerp moet specifiek zijn, geen groot en breed onderwerp.
Go of No-Go?
Overleg het onderwerp met je docent.
Deze geeft jou een GO of NO-GO.
Bij een GO ga je naar de volgende stap.
Bij een NO-GO ga je de opmerkingen verwerken en begin je opnieuw.
Deel je onderwerp verder op
Bedenk bij je onderwerp minimaal 3 categorieën.
Welke onderdelen van jouw onderwerp vind jij echt interessant?
Schrijf deze ook weer op een blaadje.
Go of No-Go?
Overleg de categorieën met je docent.
Deze geeft jou een GO of NO-GO.
Bij een GO ga je naar de volgende stap.
Bij een NO-GO ga je de opmerkingen verwerken in de vorige stap en begin je opnieuw.
Bronnen zoeken
Per categorie gaan je nu minimaal 3 internetbronnen zoeken.
Deze bronnen moeten echter wel betrouwbaar zijn.
Daarom vul je per website de checklist in op deze site:
http://www.webdetective.nl/index.php/checklist
Sla per site (minimaal 9) de resultaten van de webdetective op.
Score en uitleg!
Maak een kort verslag*...
...waarin je de volgende onderdelen verwerkt:
- Een korte inleiding waarin wordt uitgelegd waarom deze opdracht in lessen Mediawijsheid toegepast wordt.
- Een overzichtelijke weergave van jouw gevonden sites:
- Per site de URL.
- De score en uitslag van de webdetective per site.
- Jouw mening over elke site, vind jij het een betrouwbare bron en waarom?
- Je eigen mening. Wat is jou opgevallen in deze opdracht?
*een verslag hoeft niet persé een werkstuk te zijn. Alles mag: Video, Audio, Posters, interactieve dingen. Je eigen creativiteit mag helemaal los gaan.
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever het verslag op tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Layout - Gebruik voor tekstbestanden een nette lay-out.
- Kwantiteit - overzicht sites + uitslag webdetective + eigen mening.
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.
C1 deel 2 - Informatie verwerken
Achtergrond
In de hedendaagse informatiesamenleving is informatie in overvloed beschikbaar. Publieke en commerciële omroepen zenden 24 uur per dag uit. Dagelijks rollen er drie miljoen kranten van de persen. De Nederlandse bibliotheken lenen jaarlijks honderd miljoen boeken uit. Mediawijs zijn betekent: optimaal gebruik weten te maken van relevante informatie door deze zinvol op te slaan en te delen met anderen.
Doel van de opdracht
- Inzien dat het maken en publiceren van content bepaalde vaardigheden vereist.
- Inzien welke kanalen er zijn om content te delen en dat daar een bewuste keuze in gemaakt moet worden.
De opdracht
Hoe deel je informatie openbaar op een verantwoorde wijze?
Studielast: 80 minuten schoolwerk + 30 minuten huiswerk
Inleiding
Jullie hebben bij opdracht C1 - deel1 voor jullie onderwerp en drie categorieën, 9 websites gezocht en getest op betrouwbaarheid.
Als je goed werk hebt gedaan ben je waarschijnlijk trots op de sites die jullie hebben gevonden en wil je die graag delen met de rest van de klas (of wereld).
Maar hoe doe je dat?
Het delen van informatie waar je trots op bent op internet kan op verschillende manieren:
Via Social Media:
Welke vorm kies jij?
Kies uit de inleiding een manier van delen. Beantwoord de volgende vragen hierover:
- Waarom kies je deze?
- Wat is je doelgroep?
- Hoe moet je gaan vormgeven om je doelgroep te bereiken?
- Wat wil je bereiken? Informatief, entertainen of een combinatie?
- Waarom?
- Hoe ga je het aanpakken?
Maak een start
Maak op het door jou gekozen platform een account of kanaal aan.
Denk hierbij goed aan de privacy instellingen:
- Wie mogen het allemaal zien?
- Wie mogen er reageren?
Maak een kort verslag*...
.. waarin je de volgende punten verwerkt:
- Een korte inleiding waarin wordt uitgelegd waarom deze opdracht in lessen Mediawijsheid toegepast wordt.
- Een overzichtelijke weergave van antwoorden bij de vragen uit de opdracht.
- Je eigen mening over platform dat hebt gekozen.
*een verslag hoeft niet persé een werkstuk te zijn. Alles mag: Video, Audio, Posters, interactieve dingen. Je eigen creativiteit mag helemaal los gaan.
Vul de competentie opnieuw in
Vul competentie C1 van het competentieprofiel opnieuw in. Denk hierbij aan eventuele bewijsstukken en/of het logboek en geef aan of er iets is veranderd en waarom.
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever het verslag op tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Layout - Gebruik voor tekstbestanden deze nette lay-out.
- Kwantiteit - De antwoorden op de vragen + jouw mening
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.
C2 - Content creëren
Achtergrond
De huidige mediasamenleving is een 2.0 samenleving. Burgers hebben zich ontwikkeld van consumenten tot prosumenten. We kijken niet alleen passief tv, maar reageren op wat we zien op Twitter. We gaan niet alleen naar de bioscoop, maar plaatsen ook eigen video’s op YouTube. We leren niet alleen over de wereld uit boeken en encyclopedieën, maar schrijven er zelf over in blogs en dragen bij aan Wikipedia.
Doel van de opdracht
- Inzien hoe je zelfgemaakte media kan aansluiten op een specifieke doelgroep.
- Begrijpen dat het aanspreken van een specifieke doelgroep een bepaalde lay-out nodig heeft.
De opdracht
Hoe kan je verantwoord je eigen content creëren en delen?
Studielast: 200 minuten schoolwerk + 30 minuten huiswerk
Colofon
In C1 deel 1 hebben jullie gezien dat betrouwbaarheid onder andere gemeten wordt door de aanwezigheid van contactinformatie en gegevens van de auteur. Bij boeken noem je dit het colofon.
Maak op jouw platform of kanaal een colofon.
Navigatie
In C1 deel 1 hebben jullie gezien dat betrouwbaarheid onder andere gemeten wordt door de aanwezigheid van een goede navigatiestructuur. Er zijn verschillende soorten van navigatie. Lees dit blog maar eens. Navigeren op sites is ontzettend belangrijk. Op dit blog vind je wat tips. Op sommige platforms (social media etc.) is de navigatiestructuur bepaald door de uitgever (bijvoobeeld facebook).
- Maak een overzichtelijke weergave van jouw navigatiestructuur op jouw platform.
- Als je zelf een website maakt, moet je deze zelf bepalen.
- Gebruik je een platform dan moet je de structuur in kaart brengen
Toepassen
Pas de colofon en navigatiestructuur toe op jouw platform.
Inhoud
Vul jouw platform met de inhoud die je in opdracht C1 deel 1 hebt gevonden. Pas ook de lay-out toe die jij hebt beschreven in opdracht C1 deel 2.
Maak een kort verslag*...
.. waarin je de volgende punten verwerkt:
- Een korte inleiding waarin wordt uitgelegd waarom deze opdracht in lessen Mediawijsheid toegepast wordt.
- Een overzichtelijke weergave van het colofon en de navigatiestructuur.
- Een bruikbare link naar het platform dat jij hebt gemaakt.
- Je eigen mening over de inhoud van deze opdracht.
*een verslag hoeft niet persé een werkstuk te zijn. Alles mag: Video, Audio, Posters, interactieve dingen. Je eigen creativiteit mag helemaal los gaan.
Vul de competentie opnieuw in
Vul competentie C2 van het competentieprofiel opnieuw in. Denk hierbij aan eventuele bewijsstukken en/of het logboek en geef aan of er iets is veranderd en waarom.
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever het verslag op tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Layout - Gebruik voor tekstbestanden deze nette lay-out.
- Kwantiteit - Het colofon + navigatiestructuur + koppeling met vorige opdrachten + jouw mening
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.
C3 - Participeren in sociale netwerken
Achtergrond
De huidige mediasamenleving is een netwerksamenleving. Via email, smartphones, online games en sociale media staan we 24/7 met elkaar in verbinding. Via netwerken als Twitter, LinkedIn, Facebook, World of Warcraft en Second Life verenigen we ons in online gemeenschappen. Een mediawijs persoon streeft uiteraard eigen doelstellingen na, maar heeft ook oog voor de belangen van anderen en van de gemeenschap als geheel.
Doel van de opdracht
- Inzien dat bij het maken van content rekening gehouden moet worden met anderen.
- Begrijpen wat wel en niet kan op internet.
De opdracht
Hoe kunnen we op een verantwoorde manier deelnemen aan sociale netwerken?
Studielast: 50 minuten schoolwerk + 30 minuten huiswerk
Interactie
Één van de krachten van internet is interactie. Iedereen kan en mag reagren of inhoud plaatsen op sites en andere sociale media.
Zorg er voor dat op jouw platform een vorm van interactie mogelijk is.
- Reageren op berichten
- Berichten achterlaten
- ...
Gedragsprotocol
Creëer een gedragsproctocol / -etiquette voor het kanaal dat je hebt gemaakt in de opdrachten van C1 en C2.
Het protocol moet uit de volgende onderdelen bestaan:
- Welk taalgebruik wordt wel of niet getolereerd?
- Welke soorten afbeeldingen worden wel of niet getolereerd?
- Mag er wel of anoniem iets gepost worden?
- Wie mogen jouw kanaal zien? Ofwel, wat zijn de privacy-instellingen en waarom?
- Eventuele aanvullingen vanuit jezelf.
Toepassen
Plaats het protocol op jouw platform. Plaats het wel dusdanig dat mensen die willen reageren op berichten, of berichten willen achterlaten op jouw platform, het protocol kunnen of moeten lezen.
Maak van je protocol een kort verslag*...
.. waarin je de volgende punten verwerkt:
- Een korte inleiding waarin wordt uitgelegd waarom deze opdracht in lessen Mediawijsheid toegepast wordt.
- Een overzichtelijke weergave van jouw protocol.
- Je eigen mening over het protocol dat je hebt bedacht.
*een verslag hoeft niet persé een werkstuk te zijn. Alles mag: Video, Audio, Posters, interactieve dingen. Je eigen creativiteit mag helemaal los gaan.
Vul de competentie opnieuw in
Vul competentie C3 van het competentieprofiel opnieuw in. Denk hierbij aan eventuele bewijsstukken en/of het logboek en geef aan of er iets is veranderd en waarom.
De beoordeling
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever het verslag op tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Layout - Gebruik voor tekstbestanden deze nette lay-out.
- Kwantiteit - het protocol + jouw mening
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.
G1 Apparaten, software en toepassingen gebruiken
Achtergrond
Actief deelnemen aan de mediasamenleving begint met de vaardigheden om media technisch te kunnen gebruiken. Van basale vaardigheden als een muis besturen of een bijlage openen, via ingewikkelder vaardigheden als internet op je mobiel instellen of een Prezi maken, tot complexe vaardigheden als een video editen of een website bouwen.
Doel van de opdracht
- Inzicht krijgen in het eigen gebruik van apparaten en software.
De opdracht
Welke apparaten en software gebruik je zelf
Studielast: 75 minuten schoolwerk + 30 minuten huiswerk
Maak een woordspin van jouw devices
-
Ga naar een programma naar keuze om een woordspin te maken.
-
Begin met het maken van een lijstje met daarop alle devices die je in een normale schoolweek gebruikt. Zet deze in jouw woordspin.
-
Zet daar omheen alle apps/software/games die je op deze devices gebruikt.
NB. Je zou apps/software maar 1x toe hoeven voegen! Er kunnen meerdere pijlen naar 1 app/software/game.
Beschrijf bij elke app/software/game wat je er mee doet en waarom
Als je een app/software/game veel gebruikt maak je hem groot, gebruik je hem erg weinig dan maak je hem klein.
NB. Beschrijf goed hoe je de app gebruikt. Gebruik je het voor de lol? Voor school? Om jouw talenten te laten zien?
Geef een beschrijving bij jouw woordspin
- Zet jouw naam in de woordspin
- Geef aan wat jou is opgevallen nadat je hem hebt gemaakt.
- Geef aan waarom je de woordspin hebt moeten maken in deze opdracht.
Tip: Gebruik de functie 'tekstvak' in het programma die je hebt gekozen.
Sla jouw woordspin op en lever hem in
Tip: Controleer de manier waarop je jouw woordspin inlevert. Het kopiëren van de website link werkt niet als je moet inloggen in het programma.
Competentie
Vul competentie G1 van het competentieprofiel opnieuw in. Denk hierbij aan eventuele bewijsstukken en/of het logboek en geef aan of er iets is veranderd en waarom.
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever jouw woordspin op tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Layout - Maak de woordspin overzichtelijk zodat alle koppelingen te zien zijn.
- Kwaniteit - De woordspin met al jouw devices + apps/programma's/games + beschrijving
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.
G2 Oriënteren binnen mediaomgevingen
Achtergrond
In onze leefwereld zijn media steeds nadrukkelijker aanwezig. Wat vroeger een strand was, is nu een plaats waar je incheckt, foto’s uploadt en je biezen pakt als Buienradar het zegt. Ook brengen we meer en meer tijd door binnen omgevingen die volledig online of virtueel zijn, zoals Facebook en Second Life. De gemiddelde Nederlandse werknemer is vier uur per werkdag online.
Doel van de opdracht
-
Inzicht krijgen in de functionaliteit van de door jou meest gebruikte apps.
-
Inzicht krijgen in de keuze om bepaalde functies niet of juist wel te gebruiken.
-
Inzien dat menu-structuren van verschillende apps veel overeenkomsten hebben.
-
Het delen van kennis van bepaalde functies van apps.
De opdracht
Hoe goed ken je jouw favoriete programma’s of apps
Studielast: 100 minuten + 30 minuten huiswerk
Kies uit jouw woordspin van opdracht G1 drie apps of programma’s.
Omschrijf die functies aan de hand van de volgende vragen
-
Wat is het nut van de functie?
-
Waarom zou men de functie gebruiken?
-
Waarom gebruik jij het niet?
Onderzoek of de drie apps ook kunnen samenwerken
Bv. Kan je foto’s uit de ene app/programma eenvoudig delen met de andere app/programma?
Onderzoek of je deze drie apps/programma's kunt vervangen door één andere app/programma.
Omschrijf of dit wel of niet mogelijk is. Als het wel mogelijk is, zou je die dan gebruiken? Als het niet mogelijk is, geef dan de app/programma die het meest dichtbij in de buurt komt.
Maak van je bevindingen een kort verslag
Het verslag moet uit de volgende onderdelen bestaan:
Vul de competentie G2 opnieuw in
Vul competentie G2 van het competentieprofiel opnieuw in. Denk hierbij aan eventuele bewijsstukken en/of het logboek en geef aan of er iets is veranderd en waarom.
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever jouw analyse van de 3 apps/programma's op tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Layout - Gebruik een nette lay-out.
- Kwaniteit - De analyse
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.
S1 Reflecteren op het eigen mediagebruik
Achtergrond
Begrip, Gebruik en Communicatie zijn uiteindelijk slechts voorwaardelijk voor de laatste competentiegroep: Strategie. Want zoals de betekenis van het woord aangeeft, zijn ‘media’ uiteindelijk altijd middelen om persoonlijke, sociale, professionele en maatschappelijke doelen te realiseren.
Doel van de opdracht
- Inzicht krijgen in het eigen mediagebruik
- Inzien dat er (offline) alternatieven zijn voor het huidige mediagebruik
De opdracht
Hoe gebruik jij media
Studielast: 60 minuten schoolwerk + 60 minuten huiswerk
Wat doe jij?
Houdt drie dagen lang een logboek bij waarin je jouw mediagebruik bij houdt.
In het logboek vermeld je het volgende:
- Tijdstip
- Soort medium
- Digitaal of analoog. Tijdschriften, kranten, boeken, tv, spelletjes etc. vallen ook onder media.
- Wat heb je gedaan?
- Waarom heb je dat gedaan? (Wat was je doel?)
- Hoe lang heb je dat gedaan?
- Was de duur (punt e) nodig? (was het te lang?)
Kan het anders?
Bekijk je logboek goed.
- Draai alles om.
a. Bij alles wat je digitaal hebt gedaan, hoe had je dat analoog kunnen doen?
(bv. Candy crush kan natuurlijk niet analoog, maar een ander bordspel natuurlijk wel)
b. Bij alles wat je analoog hebt gedaan, hoe had je dat digitaal kunnen doen?
(bv. De “Kijk!” lezen kan je wellicht ook via Blendle doen)
Maak een analyse...
... hoe jouw huidige mediagebruik ook anders kan en of dat wellicht prettiger is.
Beantwoord de volgende vragen:
1. Welke van de twee varianten vind je het prettigst als je er zo naar kijkt? Leg je antwoord uitgebreid uit.
2. Zijn er zaken die je vanaf nu om zou draaien? Bijvoorbeeld de krant lezen i.p.v. nu.nl kijken?
- Zo nee, waarom niet?
- Zo ja, welke en waarom?
Maak van je analyse een kort verslag*
Het verslag moet uit de volgende onderelen bestaan:
- Een korte inleiding waarin wordt uitgelegd waarom deze opdracht in lessen Mediawijsheid toegepast wordt.
- Een overzichtelijke weergave van je logboek en je alternatieve logboek.
- Antwoord op de vragen zoals ze gesteld zijn in de analyse van de opdracht.
- Je eigen mening. Wat vind jij van je eigen mediagebruik?
*een verslag hoeft niet persé een werkstuk te zijn. Alles mag: Video, Audio, Posters, interactieve dingen. Je eigen creativiteit mag helemaal los gaan.
Vul de competentie opnieuw in
Vul competentie S1 van het competentieprofiel opnieuw in. Denk hierbij aan eventuele bewijsstukken en/of het logboek en geef aan of er iets is veranderd en waarom.
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever het verslag tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Layout - Gebruikvoor tekstbestanden een nette lay-out.
- Kwantiteit - Logboek + Analyse + verwerking
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.
S2 Doelen realiseren met media
Achtergrond
In de huidige mediasamenleving is het nagenoeg onmogelijk persoonlijke, sociale, professionele en maatschappelijke doelen te realiseren zonder op de een of andere wijze gebruik te maken van media.
Doel van de opdracht
- Inzien dat media kan helpen met het bereiken van een doel
- Inzien dat om een doel te bereiken niet altijd media noodzakelijk is.
De opdracht
Hoe zet jij media in
Studielast: 100 minuten schoolwerk + 30 minuten huiswerk
Stel:
Je wil geld gaan inzamelen voor het goede doel tijdens de kerstactie op Durendael van 2016.
Het goede doel spreekt jou heel erg aan. Jij wil dus je uiterste best doen om zo veel mogelijke geld op te halen voor het goede doel. Jij vindt een rondje lopen met je sponsorkaart niet genoeg.
Hoe zet je Media, digitaal of analoog, in?
Beantwoord de volgende vragen:
- Hoe kan je met media jouw inzameling vergroten?
- Welke platformen zet je in?
- Waarom?
- Hoe?
- Voor wie?
- Welke stappen ga je zetten zonder media?
- Waarom?
- Hoe?
Maak van je plan een kort verslag*...
.. waarin je de volgende punten verwerkt:
- Een korte inleiding waarin wordt uitgelegd waarom deze opdracht in lessen Mediawijsheid toegepast wordt.
- Een overzichtelijke weergave van antwoorden bij punt 1 en 2 van de opdracht.
- Je eigen mening over het plan dat je hebt bedacht.
*een verslag hoeft niet persé een werkstuk te zijn. Alles mag: Video, Audio, Posters, interactieve dingen. Je eigen creativiteit mag helemaal los gaan.
Vul de competentie opnieuw in
Vul competentie S2 van het competentieprofiel opnieuw in. Denk hierbij aan eventuele bewijsstukken en/of het logboek en geef aan of er iets is veranderd en waarom.
De beoordeling
De beoordeling zal gebaseerd zijn op de volgende onderdelen:
- Deadline - Lever het verslag op tijd in
- Benaming van het bestand - Geef het bestand een naam met de volgende gegevens:
- Naam en klas auteur(s)
- Naam van de opdracht
- Layout - Gebruik voor tekstbestanden deze nette lay-out.
- Kwantiteit - De antwoorden op de vragen + jouw mening
- Kwaliteit - In welke mate zijn de doelen van de opdracht behaald.