Vooraf
Leerdoelen
We zijn allemaal deel van een groep en elke groep heeft zo zijn kenmerken. De meest in het oog springende zijn taal of dialect en kleding.
In deze opdracht gaat het over kleding en de regels die de omgeving daaraan stelt. Veel kledingstukken horen thuis in een bepaalde omgeving, daarbuiten vallen ze op. Denk aan klederdracht of aan religieuze kledingvoorschriften.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- uitleggen waarom kleding en regio met elkaar te maken hebben.
- uitleggen dat er op verschillende plekken, in verschillende regio's kledingvoorschriften bestaan.
- uitleggen dat die regels behalve regionaal ook cultuurgebonden zijn.
- uitleggen hoe en waarom veel regels voor christenen, moslims en joden op elkaar lijken.
- verschillende kledingregels en de do's and don'ts in kleding benoemen.
Aan de slag
Stap 1

Imane Mahssan eist via de rechtbank in Zaandam het recht op, om op haar school een hoofddoek te dragen. In deze video zie je een interview met Imane die vertelt dat waarom ze een hoofddoek draagt.
1. Wat vind jij? Schrijf op welke keuze je maakt. Kies uit:
- De school heeft gelijk en mag een hoofddoek verbieden.
- Imane heeft gelijk en moet zelf weten of ze een hoofddoek draagt.
2. Wat denk jij? Je mag het met meerdere dingen eens zijn. Schrijf je keuzes op.
- Het dragen van een hoofddoek is een religieuze zaak.
- het dragen van een hoofddoek is een kwestie van smaak.
- het dragen van een hoofddoek heeft met je herkomst te maken.
3. Bespreek jouw antwoorden met een klasgenoot. Zijn jullie het met elkaar eens? Bespreek eventuele verschillen en overeenkomsten en schrijf deze op.
Stap 2
In deze stap staan drie verschillende kledingreglementen.
Lees ze door.
Kledingvoorschrift A
- Kleding is niet doorzichtig en zit niet strak.
- Kleding is niet opvallend van kleur, materiaal of motief.
- Kleding van meisjes lijkt niet op die van jongens en omgekeerd.
- Gebruik geen make-up en/of nagellak.
- Draag geen afbeeldingen van mens, dier of symbolen van ideologieën of godsdiensten.
- Jongens dragen altijd een lange broek en hebben hun bovenlichaam en bovenarmen bedekt.
- Jongens hebben hun haren kort geknipt en dragen geen pet.
- Meisjes dragen kleding die het hele lichaam, uitgezonderd handen en gezicht, bedekt.
- Meisjes dragen een rok of jurk en een hoofddoek. Een niqaab is niet toegestaan.
- Draag in de klas geen jas, maar berg die op in je kluis.
|
Kledingvoorschrift B
De identiteit heeft ook betrekking op het uiterlijk. Je loopt er fatsoenlijk bij. Voor de duidelijkheid: we verbieden voor de dames o.a.:
- te korte rok (boven de knie),
- broek,
- legging onder de rok,
- diep uitgesneden kleding,
- blote schouders, naveltruitjes of blote ruggen,
- make-up en al te uitbundige (oor)sieraden.
Voor de jongens zijn verboden o.a.:
- korte broek,
- lang haar en andere opvallende kapsels.
Voor zowel dames als heren zijn verboden o.a.: piercings en geverfd haar, aanstootgevende afbeeldingen op kleding. |
Kledingvoorschrift C
De meisjes zijn verplicht:
- de neckline gesloten te hebben;
- altijd de mouwen tot over de ellebogen dragen;
- de benen te bedekken met kousen of panty (min. 20 denier), zodanig dat het gehele been bedekt is;
- de jurk of rok moet over de knieën reiken;
- lang haar bijeengebonden te houden met een haarband of elastiek.
Het is voor meisjes verboden:
- nagellak of make-up te gebruiken;
- de haren te verven;
- een split te dragen in jurk of rok, ook al reikt die onder de knie;
- doorzichtige of te strakke kleding te dragen;
- langere oorbellen te dragen dan oorknopjes;
- T-shirts of blouses te dragen met ronde hals die de bovenste kledinglaag vormen;
- T-shirts of blouses te dragen met opzichtige teksten of afbeeldingen.
De jongens zijn verplicht:
- de hele dag een keppel te dragen (een rond petje) en een blouse, vest of colbert;
Het is voor jongens verboden:
- T-shirts of blouses te dragen met ronde hals die de bovenste kledinglaag vormen;
- T-shirts of blouses te dragen met opzichtige teksten of afbeeldingen die de bovenste kledinglaag vormen;
- jeans en niet-gepaste kleding te dragen.
|
1. Bespreek de kledingvoorschriften met een klasgenoot. Welke voorschriften vinden jullie logisch? Welke voorschriften vinden jullie nergens op slaan? Schrijf het op en leg ook uit waarom je dat vind.
Stap 3
Gepast of ongepast?
Hieronder zie je vijf afbeeldingen. De personen op de afbeeldingen dragen opvallende kleding.
Doe per afbeelding de volgende opdracht met z'n tweeën. (LET OP, je volgt de opdracht dus voor alle vijf de afbeeldingen.)
1. Beschrijf elkaar de kleding op de afbeelding.
2. Vind je de kleding gepast/ongepast? Leg uit waarom.
3. Wat zegt de kleding over 'wie je bent'?
4. Zou je de kleding zelf willen dragen?
