Gepast of ongepast?
Hieronder zie je vijf afbeeldingen. De personen op de afbeeldingen dragen opvallende kleding.
Doe per afbeelding de volgende opdracht met z'n tweeën. (LET OP, je volgt de opdracht dus voor alle vijf de afbeeldingen.)
1. Beschrijf elkaar de kleding op de afbeelding.
2. Vind je de kleding gepast/ongepast? Leg uit waarom.
3. Wat zegt de kleding over 'wie je bent'?
4. Zou je de kleding zelf willen dragen?