Electrisch circuits landbouwvoertuigen

Electrisch circuits landbouwvoertuigen

Voorwoord

Voorwoord.

 

Binnen de werkgroep GreunTeck , het groene machinepark is de module elektrisch circuits voor landbouwvoertuigen ontwikkeld.

Het is nu mogelijk om zelf aan de slag te gaan met elektrische schema's en het aansluiten van een aanhangwagenverlichting.

 

De module is opgebouwd uit theoretische en praktische opdrachten die betrekking hebben op elektrische aansluitingen.

Het eerste gedeelte worden basisbeginselen aangeleerd die nodig zijn om elektrische aansluitingen te kunnen maken.

 

Het tweede gedeelte van de module waarmee het geleerde in de praktijk wordt toegepast en bestaat uit de praktische opdracht het aansluiten van een aanhangwagenverlichting en

het zoeken naar eventuele fouten als de verlichting niet brandt bij een proefopstelling en deze herstellen.

 

De module bestaat uit losse onderdelen.

Nadat een onderdeel is afgerond en besproken is kan de leerling verder met het volgende deel.

 

Inleiding

Het is van groot belang dat jij jezelf duidelijk zichtbaar kunt maken in het verkeer.

Dat geldt niet alleen voor landbouw machines! Denk maar een aan een auto met caravan, aanhanger of een vrachtwagen met aanhanger of oplegger combinatie.

 

        http://brunen.nl/wp-content/uploads/2014/01/Brunnen_vrachtwagen_003.jpg   

 

Voor jullie vakrichting is het vooral van belang dat je verlichting van de aangekoppelde wagens goed werkt!

Je wilt het uiteraard niet meemaken dat een mede weg gebruiker onder je combinatie komt!

 

http://i.obstorage.nl/7cd9734591d84c39a99887d4212529fb/opener/(FotoPeter_Croes_AS_Media).jpg

 

Dit kan bijvoorbeeld ontstaan als je verlichting niet goed functioneert!

Ook is de verlichting overdag van belang.

Overdag moet een achteropkomende automobilist wel zien dat je linksaf wilt draaien.

De fietser moet ook kunnen zien dat je remt.

inhoudsopgave

Inhoudsopgave.

 

De modules kunnen los van elkaar uitgevoerd worden.

 

De modules kunnen na een korte uitleg of instructie geheel zelfstandig door de leerling

uitgevoerd worden.

 

Bij de praktijkopdrachten zijn er voldoende controle mogelijkheden.

 

 

Module 1.   Gereedschappen.

                   *  theorie opdracht.

 

Module 2.   Praktijk opdracht elektra.

                   *  draad strippen en aansluiten.

                  

Module 3.   Praktijkopdracht elektra. 

                    * aansluiten 7 polige stekker.

 

Module 4.   Relais.

                   * theorie opdracht en teken opdracht elektra schema.

 

Module 5.  Praktijkopdracht elektra. 

                  *  aansluiten lamp via relais.

 

Module 6.   Praktijkopdracht elektra. 

                   * aansluiten 7 polige schakelaar op aanhangwagen.

 

Module 7.   LOB

                   *  theorie opdracht.

 

Module 8.   Theorie /- praktijkopdracht elektra. 

                  *  aansluiten lampen en knipperlichten via relais.

 

 Module 9.   Elektriciteit.

                   *  theorie opdracht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Module 1 theorie opdracht

Module 1 

Gereedschap

 

 

Inhoud:

 

Dit is een theorie opdracht.

 

Aan de opdracht kunnen praktische handelingen gekoppeld worden door de gereedschappen uit te proberen.

 

 

1.  Verschillende type gereedschappen voor die veel bij elektriciteit gebruikt worden.

 

2.  Werking gereedschap   * rolmaat

                                           * rondbektang

 

3.  Werking gereedschap   * kruiskop schroevendraaier

 

4.  Werking gereedschap   * platkop schroevendraaier

                                           * zij knip tang

 

5.  Werking gereedschap   * kabelschoentang.

 

6.  Werking gereedschap   * striptang.

 

 

  Benodigde gereedschappen.

 

 

 

*  1  rolmaat  

 

*  2  rond bektang

 

*  3  kabelschoentang

 

*  4  kruiskop schroevendraaier

 

*  5  platbek schroevendraaier  

        middenmaat

 

*  6  platbek schroevendraaier 

        klein

 

*  7  striptang

 

*  8  zijkniptang

                                          

 

 

    

 

     

 

 

Deze gereedschappen zul je constant nodig hebben.

Wij gaan nu hun functie of gebruik bekijken.

 

 

 

 

 

 

Rolmaat

 

Toepassing en gebruik.

 

De rolmaat is de moderne opvolger van de duimstok.

Het is een zeer dunne , meestal stalen band die opgerold is in een huis van metaal of kunststof

Inwendig is de band voorzien van een oprolmechanisme, dat de band automatisch laat terugkeren in het huis.

Aan het nuleinde van de band is een hoek- vormig lipje aangebracht, waarmee de band aan het te meten object kan worden gehaakt.

Rolmaten hebben gewoonlijk een bandlengte tussen de  2 en 10 meter.

 

 

 

 

 

 

Rondbek tang.

Toepassing en gebruik.

 

De rondbek tang wordt gebruikt om metaaldraad in de juiste vorm te buigen      ( kleinere rondjes) 

De bekken van de rondbek tang zijn conisch.

Hierdoor kunnen verschillende diametertjes gebogen worden.

 

 

Kruiskop schroevendraaier

 

Toepassing en gebruik.

 

Schroevendraaier voor het in- en uitdraaien van kruiskopschroeven.

Je hebt ze in allerlei vormen en maten.

Er zijn 2 soorten kruiskop schroevendraaiers:

de pozidrive ( PZ) - en de philliskruiskop (PH)

Gebruik het juiste type schroevendraaier of schroefbit bij het juiste schroeftype.

Met de kruiskop kan meer kracht uitgeoefend worden dan met een platkop schroevendraaier.

Zorg dat de schroevendraaier bij het schroeven loodrecht op de schroef staat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Platkop schroevendraaier.

 

Toepassing en gebruik.

 

Schroevendraaier voor het in- en uitdraaien van schroeven met een enkele sleufkop. 

Zorg dat de schroevendraaier  bij het schroeven loodrecht op het schroefvlak staat en dat de breedte  van de platte kop exact past in de gleuf van de schroef.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zijknip tang

 

Deze tang wordt gebruikt om elektriciteitskabels door te knippen.

 

http://www.formidotros.nl/formido/product_images/j/469/stanley_zijkniptang_369381__77021_zoom.PNG

 

 

 

Kabelschoentang

Toepassing en gebruik.

Deze tang stript en knipt.                                                                                                 Geschikt voor niet geïsoleerde verbinders van 1,5 - 6mm.                                                 Kippen van materiaal tot een dikte van 3 mm.                                                         Strippen van draad van 0.75 - 6 mm.

Met deze tang worden de kabelschoentjes aan de elektriciteit snoer of draad vastgezet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Striptang.

 

Toepassing en gebruik.

 

De tang wordt gebruikt voor het afstrippen van elektriciteitssnoeren en - draad.

Deze tang heeft een bek die het mogelijk maakt de isolatie van een draad of snoer af te knippen, zonder de koperen kern te beschadigen.

De doorlaatopening van de bek kan veelal met een stelschroef op de dikte van de koperen kern worden ingesteld.

 

Veiligheid

 

Bij gebruik van dit gereedschap mag er geen spanning op de draad staan.

Pas ook op dat je de (koperen) kern niet beschadigt.

Bij het bewegen van de draad kan hierdoor snel een kabelbreuk ontstaan.

 

 

 

 

 

 

Module 2 Praktijkles draad strippen en oogjes draaien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Module 2  :  praktijkopdracht.

 

Draad strippen en oogjes draaien.

 

 

Inhoud.

 

1.  Instructie  draad strippen en oogje draaien.

 

2.  Uitvoering op model.

 

3.  Zelfbeoordeling.

 

4.  Competenties en beoordeling.

 

5.  Beoordeling mede leerling  en docent.

 

 

 

 

Praktijkopdracht 1     draad strippen en oogje draaien.

 

Doel

Na deze instructie kun je:

– Een draad strippen.

- De draad van een oogje voorzien.

 

Uitvoering

In deze instructie kun je zien hoe je een draad kunt strippen en er een oogje aan buigt.

Lees deze eerst goed door en kijk op de plaatjes wat er gebeurt.

Daarna vraag je aan de docent het benodigde materiaal en ga je volgens de instructies aan de slag.

 

Instructie draad strippen

 

 

 

De striptang met stelschroef.

 

 

 

 

Stel de stelschroef zo af dat de opening tussen de bekken even groot is als de diameter van de koperen kern.

 

Zet de stelschroef vast met de borgring!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Houd de kabel en de tang zo vast.

 

 

 

 

 

 

Knijp de tang op de kabel zodat je iets meer dan 2 cm van de isolatie stript.

 

 

 

 

 

 

 

Trek aan de tang en maak de isolatie los

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Let op

- de stelschroef dient juist ingesteld en vastgezet zijn.

- de koperkern mag niet beschadigd worden.

- de kabel over een lengte van 20 à 25 mm gestript is.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Instructie buigen van ogen

 

Nadat je de draad op de juiste lengte gestript hebt, begin je met de rondbektang.

 

 

 

 

 

 

De rond bektang met korte bek

 

 

 

 

 

 

 

 

Neem het uiteinde van de draad tussen de bekken van de tang.

 

 

 

 

 

Draai de draad nu om de tang door de draad tegen te houden met de duim terwijl je de tang draait.

 

 

 

 

 

 

 

Neem de draad net na het gebogen oogje tussen de punten van de tang en leg de draad op je wijsvinger.

 

 

 

 

 

Draai de tang terwijl je de draad met je vinger tegenhoudt

 

 

 

 

 

 

 

Neem oogje weer tussen de bekken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sluit het oogje nu helemaal.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een goed gebogen oogje.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Let op

- de draadkern mag niet beschadigen.

- het draadoog rechtsom buigen.

- de draad wijst naar het midden van het oog.

- het draadoog helemaal sluiten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Praktisch deel

 

Doel

Na deze opdracht kun je:

–Een draad strippen.

- De draad van een oogje voorzien.

- Draden op de juiste lengte afkorten.

Afb006

Benodigdheden

Bij deze opdracht heb je nodig:

– een houten plank zoals hiernaast;

- 4 aansluitstrippen;

- 4 verschillende kleuren draden;

– een striptang;

– een rondbektang;

- een zijkniptang;

- een maatlat of duimstok;

- een schroevendraaier;                   

– een veger;

– stoffer en blik;

                                              

 

 

Uitvoering

  1. Bedenk zelf een leuk motief hoe je de draden gaat leggen en hoe je de kleuren verdeelt. LET OP: elke kleur dient minimaal twee keren voor te komen.
  2. Strip de eerste kabel en buig er een oogje aan.
  3. Meet op hoe lang het eerste stuk draad moet worden. Houd er rekening mee dat je aan het uiteinde ook nog minimaal 2 cm nodig hebt voor het andere oogje.
  4. Knip een stuk draad af van de juiste lengte en neem deze mee naar je werkbank.
  5. Maak nu aan het uiteinde een oogje en buig de draad halverwege 90˚ om.
    Op de foto hierboven zie je een voorbeeld.
  6. Let op dat je alle oogjes rechtsom aansluit. Herhaal dit tot je alle schroeven op de houten plank met een andere schroef verbonden hebt.
  7. Maak een foto van je werkstuk en plaats dit in je portfolio.
  8. Als je daarmee klaar bent, ruim je alles netjes op en veeg je de werkbank en de vloer netjes aan.

     

     

    Zelfbeoordeling.

     

    Bij elektrische verbindingen is het belangrijk dat deze goed vastzitten.        Zitten ze los, dan kunnen er vonkjes komen en kan er brand ontstaan.  Bovendien krijg je zo extra weerstand waardoor het verbruik toeneemt.

    In deze opdracht heb je kennisgemaakt met op de juiste manier draad strippen, oogjes buigen en aansluiten.                                                                  

    Natuurlijk zijn er meer mogelijkheden om kabels met elkaar te verbinden.

    Denk maar eens aan kroonsteentjes waar veel lampen mee aangesloten zijn.

    Om terug te kijken op de opdracht en het belang van een goede verbinding, ga je nu je werkstuk zelf beoordelen en een aantal vragen maken.

     

Checkpunt

Ja

Nee

Toelichting

stelschroef juist ingesteld

 

 

 

stelschroef vastgedraaid

 

 

 

koperkern niet beschadigd

 

 

 

striplengte juist

 

 

 

draadoog helemaal gesloten

 

 

 

draadoog rechtsom gebogen

 

 

 

draad wijst naar midden van oogje

 

 

 

alle schroeven vastgezet

 

 

 

 

  1. Hierboven heb je het werkstuk beoordeeld met woorden. Nu mag je zelf een cijfer geven tussen de 1 en de 10 voor je werkstuk.                                Ik geef het cijfer . . . . . . . . . .
     
  2. Licht toe waarom je dat cijfer hebt gegeven.
    . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
    . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
     
  3. Vond je het gemakkelijk om kabel te strippen en oogjes te buigen?
    Schrijf op wat er goed (of eventueel minder goed) ging.
    . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
    . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
     
  4. Hoe ging het werken met handgereedschappen? Vermeld waarom het (niet) goed ging.
    . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
    . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
     
  5. Heb je verschillen bemerkt tussen de kleuren draden?
    Zet er ook bij wat je opgevallen is!
    . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
    . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

     

       COMPETENTIES en BEOORDELING

     

    Leerling zelf

     

Hoe voert de lln. de beroepshandeling uit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

Ik weet wat er gedaan moet worden

 

 

 

 

Ik ben geoefend

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Hoe zorg ik voor kwaliteit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

Ik kan van tevoren kwaliteitseisen vaststellen

 

 

 

 

Ik kan tussendoor controleren en bijstellen totdat het goed is

 

 

 

 

Ik kan nauwkeurig werken

 

 

 

 

Ik kan terugkijken op mijn eigen werk

 

 

 

 

 

Medeleerling              Naam:___________________________

 

Hoe voert de lln de beroepshandeling uit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

De leerling weet wat er gedaan moet worden

 

 

 

 

De leerling is geoefend

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe zorgt de leerling (ll) voor kwaliteit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

De leerling kan van tevoren kwaliteitseisen vaststellen

 

 

 

 

De leerling kan tussendoor controleren en bijstellen totdat het goed is

 

 

 

 

De leerling kan nauwkeurig werken

 

 

 

 

De leerling kan terugkijken op mijn eigen werk

 

 

 

 

 

Terugblik door docent.

Beantwoord deze vraag, nadat de praktijkopdracht is beoordeeld.

Wat zijn volgens de medeleerling of docent aandachtpunten voor een volgende keer?

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

 

 

Module 3

Module 4 theorie opdracht relais

 

[Geef de titel van het document op]

[Geef de titel van het document op]

 [relais]

[Geef de titel van het document op]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deel 4        theorie opdracht  

 

relais

 

Inhoud.

 

1.  Toepassing van een relais

 

2.  Wat is een relais.

 

3.  Aansluiting van een relais

 

4.  Tekenschema aansluiting claxon op relais

 

5.  Berekening elektriciteit.

 

 

 

 

 

 

Theorie opdracht  Relais.

 

Introductie.

 

Relais

Een relais is in feite een op afstand bediende schakelaar.

Een relais bestaat uit maak en of verbreekcontact, die bediend worden door een elektromagneet.

Relais worden ingebouwd in auto's voor bediening van verschillende onderdelen

zoals:  - claxon

           - verlichting voor- en achterlampen

           - brandstofpomprelais

           - overspanningrelais, die voorkomen dat er een te hoge spanning wordt

              doorgestuurd naar gevoelige elektrische apparatuur in de auto.

 

 

                

 

Wat is een relais?

 

Een relais is in feite een op afstand bediende schakelaar.

Een relais bestaat uit een maak-  en of verbreek contact die bediend wordt door een elektromagneet.

Op de foto zie je een opengewerkt relais

 

Een relais wordt toegepast in auto's.

Voor de verlichting voor de claxon en andere elektronische besturingen.

Het is klein en kan overal geplaatst worden.

 

Een relais is een maak contact, dat wil zeggen, dat er een verbinding wordt gemaakt indien er spanning op de   spoelcontacten staat.

 

 

    schema relais

 

De aansluitingen lopen via een vast patroon.

De spoelcontacten zijn 85 en 86.

De stroom loopt van 85 (+ pool ) naar 86(- pool)

De contacten bij een maak schakelaar zijn altijd 30 en 87

 

De aansluiting op de + pool (voeding)van de accu op het relais is rechtstreeks of via een zekering op 30

 

87A is een rust contact

De schakelaar wordt aangesloten op 85

De claxon wordt aangesloten op de 87.

 

 

 

 

Dit is een relais met een ingebouwde zekering.

Het schema staat op het relais

De zekering wordt aangegeven met 

Dit relais wordt gebruikt om gevoelige apparatuur  te beschermen tegen te hoge piek spanningen.

Bij een te hoge spanning smelt de zekering en wordt de stroomtoevoer onderbroken.

 

 

 

 

 

In het onderstaande schema is een opstelling getekend voor de aansluiting van een claxon getekend.

 

Het schema is niet af.

Kun jij de claxon aansluiten via het relais met de tekst die op de vorige bladzijde staat ?

 

Teken de + draden rood

Teken de - draden blauw

Teken alleen rechte lijnen voor een overzichtelijk schema.

 

 

 

Indien je een zekering moet plaatsen in dit schema, waar plaats jij die dan.    Teken dit in het schema  ( symbool zekering)

 

 

 

Berekeningen elektriciteit.

 

Voor het berekenen van het vermogen, spanning of ampères wordt gebruik gemaakt van de formule

 

  P = U x I

 

P = het vermogen uitgedrukt in Watt

U = de spanning uitgedrukt in Volt

I = de stroomsterkte uitgedrukt in ampère.

 

 

 

 

 

Als er in een formule 2 eenheden gegeven zijn kun je de 3e uitrekenen.

Voorbeelden.

Een friteuse heeft een vermogen van 2200 Watt

De spanning is 220 Volt ?

Bereken de stroomsterkte

 

P = U x I

2200 = 220 x I

I = 2200 : 220 = 10 ampère.

 

Een accu van 12 Volt wordt gebruikt om een claxon aan te sluiten.

De stoomsterkte is 1,8 ampère

Bereken het vermogen van de claxon

 

P = U x I   

P= 12 x 1,8   

P = 21,6 Watt.

 

Een lamp heeft een vermogen van 100 Watt.

De stroomsterkte is 8,9 ampère

Welke spanning heb je nodig om de lamp te kunnen laten branden

 

P = U x I   

100 = U x 7,9   

U=  100 : 7,9 =  11,3 V

Bereken de volgende opgaven.

 

Een waterkoker heeft een vermogen van 2010 Watt

De spanning is 220 Volt ?

Bereken de stroomsterkte ?

 

.....................................................................................

 

....................................................................................

 

....................................................................................

 

...................................................................................

 

 

 

 

 

De spanning voor een wasmachine is 220 Volt.

De stoomsterkte is 4,5 ampère

Bereken het vermogen van de wasmachine.

 

.....................................................................................

 

....................................................................................

 

....................................................................................

 

...................................................................................

 

 

Een stofzuiger heeft een vermogen van 900 Watt.

De stroomsterkte is 8,9 ampère

Welke spanning heb je minimaal nodig om de stofzuiger te kunnen gebruiken

 

.....................................................................................

 

....................................................................................

 

....................................................................................

 

...................................................................................

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Module 5 praktijkopdracht aansluiting autolamp met relais

Deel 5        praktijk  opdracht

 

Aansluiting autolamp met relais.

 

Inhoud

 

1.  Lezen elektra schema.

2.  Schema omzetten op werktekening

 

3.  Kabels op model aansluiten  via  werktekening op

     practicum bord.

 

4.  Zelfbeoordeling

 

5.  Competenties en beoordeling.

 

6.  Beoordeling door mede leerling en docent

 

http://www.essentracomponents.nl/images-sr-popup/SR1771_P_1_5.jpg

 

 

 Aansluiting  auto lamp met relais.

 

Doel:   - het kunnen lezen van een elektro schema.

           -  het schema kunnen omzetten in een werktekening.

           -  kabels aansluitingen via werktekening

 

 

In deze opdracht ga je een nieuwe auto lamp aansluiten.

De werklamp wordt geschakeld met een relais.

Je gaat de bedrading hierop aansluiten.

Hiervoor gebruik je een practicumbord

Hieronder zie je de afbeelding van het practicumbord.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitvoering van de opdracht.

    

Voordat je de draden gaat aansluiten moet je wel  weten hoe en waarop deze aangesloten worden.

Je gaat eerst een eigen werktekening maken.  

 

 

Bekijk het schema goed.

Maak in onderstaande tekening een werktekening.

 

 

 

Tekening laten controleren en laten afvinken door de leraar

Paraaf  leraar

 

 

 

 

Aansluiten auto lamp.

 

Benodigdheden:

rolmaat;

kabelschoentang;

striptang;

draden met kleur rood en blauw;

zekering;

practicumbord

 

Je gaat eerst de kabels op lengte maken en op de uiteinden kabelschoentjes aanbrengen.

Vervolgens sluit je de draden aan op het relais , de schakelaar, lamp en de

+ pool en - pool op het practicumbord.

Controleer eerst of je de kabels hebt aangesloten volgens de werktekening, voordat je het gaat uitproberen of het werkt.

 

Aansluiten op de accu, gebeurd in het bijzijn van de leraar.

 

Laat de verbindingen en de werking van de schakeling controleren.

Als bij de eerste controle de schakeling niet werkt, mag je proberen de fout op te sporen en te herstellen.

Laat de leraar de werking opnieuw controleren

 

Punten voor de werking:

 

Werking schakeling

punten

Schakeling werkt bij de eerste controle

3

Schakeling werkt niet bij de eerste controle maar wel

Bij de tweede controle

1

Schakeling werkt ook bij de tweede controle niet

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een autolamp wordt beveiligd met een smeltveiligheid van 6A

In de autolamp wordt de lamp gemonteerd uit onderstaande afbeelding.

 

 

 

 

 

 

 

Toon met een berekening aan of de smeltveiligheid van 6 A wel of niet geschikt is voor deze lamp.    Noteer je conclusie

 

Berekening ..........................................................................................

 

Conclusie:

De smeltveiligheid van 6 A is wel / niet  ( omcirkel je keuze) geschikt, omdat

 

.............................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

 

 

ZELFBEOORDELING

 

Bij elektrische verbindingen is het belangrijk dat deze goed vastzitten.         Zitten ze los, dan kunnen er vonkjes komen en kan er brand ontstaan.   

In deze opdracht heb je kennisgemaakt met het lezen van een elektro schema , dit schema omzetten in een werkschema en dit op de juiste manier aansluiten. Om terug te kijken op de opdracht en het belang van een goede verbinding, ga je nu je werkstuk zelf beoordelen en een aantal vragen maken.

 

Checkpunt

Ja

Nee

Toelichting

Werkschema tekenen

 

 

 

Kabels op lengte maken

 

 

 

Striplengte juist

 

 

 

Kabels voorzien van kabelschoentjes

 

 

 

Draden op juiste pin aangesloten

 

 

 

Werking getest

 

 

 

 

 

Hierboven heb je het werkstuk beoordeeld met woorden. Nu mag je zelf een cijfer geven tussen de 1 en de 10 voor je werkstuk.                            

Ik geef het cijfer . . . . . . . . . .
 

Licht toe waarom je dat cijfer hebt gegeven.
 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
 

Vond je het gemakkelijk om kabel te ontmantelen en te strippen?
Schrijf op wat er goed (of eventueel minder goed) ging.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
 

 

Hoe ging het aanbrengen van de kabelschoentjes? Vermeld waarom het (niet) goed ging.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
 

 

 


 

 

COMPETENTIES en BEOORDELING

 

Leerling zelf

 

Hoe voert de lln de beroepshandeling uit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

Ik weet wat er gedaan moet worden

 

 

 

 

Ik ben geoefend

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe zorg ik voor kwaliteit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

Ik kan van tevoren kwaliteitseisen vaststellen

 

 

 

 

Ik kan tussendoor controleren en bijstellen totdat het goed is

 

 

 

 

Ik kan nauwkeurig werken

 

 

 

 

Ik kan terugkijken op mijn eigen werk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Medeleerling              Naam:___________________

 

Hoe voert de lln de beroepshandeling uit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

Ik weet wat er gedaan moet worden

 

 

 

 

Ik ben geoefend

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe zorg ik voor kwaliteit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

Ik kan van tevoren kwaliteitseisen vaststellen

 

 

 

 

Ik kan tussendoor controleren en bijstellen totdat het goed is

 

 

 

 

Ik kan nauwkeurig werken

 

 

 

 

Ik kan terugkijken op mijn eigen werk

 

 

 

 

 

 

Terugblik docent

Wat zijn volgens de docent aandachtpunten voor een volgende keer?

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Module 6 praktijkopdracht 7 polige stekker aansluiten aan aanhangwagen

Deel 6        praktijk opdracht

 

Aansluiten 7 polige schakelaar op aanhangwagen

 

Inhoud.

 

1.   Benodigdheden

 

2.   Betekenis symbolen.

 

3.   Uitvoering via een stappenplan op practicum  model

 

      Iedere stap die uitgevoerd is door de leerling moet worden afgevinkt.

 

 

        Controle punt (invullen/afvinken na uitvoering)   

 

4.   Storing schema kunnen volgen

 

5.  Zelfbeoordeling

 

6. Competenties en beoordeling

 

7. Beoordeling door medeleerling en leraar.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

praktijk opdracht aansluiten 7 polige schakelaar aan aanhangwagen.

 

Doel

Na deze opdracht kun je:

– Een kabel ontmantelen, en voorzien van kabelschoentjes

- Draden op de juiste lengte afkorten.

- Een elektrisch schema kunnen lezen

- Een elektrisch schema in de praktijk kunnen uitvoeren.

 

 

Benodigdheden

Bij deze opdracht heb je nodig:

 

Afbeeldingsresultaat voor 7 polige kabel- kabel voor verlengsnoer

- een grote (Euro)stekker

- een kabelmes

- een zijkniptang

– een striptang;

- een rolmaat;

- een schroevendraaier;                   

– een veger;

– stoffer en blik;

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Betekenis symbolen

 

= Gebruik Rolmaat            >     >     >    >

 

= Gebruik rondbektang           >     >    >    

 

= Gebruik Kruiskop schroevendraaier    > 

 

= Gebruik schroevendraaier plat midden >

 

= Gebruik schroevendraaier plat klein  >    

 

 

    aandachtspunt

 

   testmoment

 

   Controle punt (invullen/afvinken na uitvoering)   

 

Zo kun je altijd stoppen met je opdracht!

En de volgende les ermee verder gaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Volg onderstaand plan.

Vink iedere stap af  in het symbool   

 

Zo kun je altijd stoppen met je opdracht!

En de volgende les ermee verder gaan.

 

 

 

Pak de benodigde gereedschappen!

 

 

 

 

Maak de verdeeldoos op de AHW ( aanhangwagen)  open.

Dit doe je door hem linksom te draaien.

Leg de deksel opzij!

In de deksel vind je een kroonsteen.

De kroonsteen bied plaats aan 6 kabelverbindingen!

 

22062009466

 

 

 

Haal uit de 7 polige kabel de zwarte kabel en breng deze in de verdeeldoos.

Gebruik de meeste linkse kroonsteen

Breng hem in de opening aan de voorzijde van de AHW.

Steek de ader eindhuls van de zwarte kabel zover in tot de ader eindhuls ongeveer 0,5 mm buiten het contact steekt.

Draai deze vast met schroevendraaier 5.

Controleer of de kabel goed vast zit.

Dit doe je door er rustig aan te trekken.

 

22062009464   22062009463  

 

 

 

 

 

Haal uit de 7 polige kabel de rode kabel en breng deze in de verdeeldoos.

Plaats deze naast de zwarte kabel in de volgende kroonsteen.

Breng hem in de opening aan de voorzijde van de AHW.

Steek de ader eindhuls van de rode kabel zover in tot de ader eindhuls ongeveer 0,5 mm buiten het contact steekt.

Draai deze vast met schroevendraaier 5.

Controleer of de kabel goed vast zit.

Dit doe je door er rustig aan te trekken.

 

22062009461  22062009460    

 

 

Haal uit de 7 polige kabel de bruine kabel en breng deze in de verdeeldoos.

Plaats deze naast de rode kabel in de volgende kroonsteen.

Breng hem in de opening aan de voorzijde van de AHW.

Steek de ader eindhuls van de bruine kabel zover in tot de ader eindhuls ongeveer 0,5 mm buiten het contact steekt.

Draai deze vast met schroevendraaier 5.

Controleer of de kabel goed vast zit.

Dit doe je door er rustig aan te trekken

 

22062009459   22062009458     

 

 

 

 

 

Haal uit de 7 polige kabel de groene kabel en breng deze in de verdeeldoos.

Plaats deze naast de bruine kabel in de volgende kroonsteen.

Breng hem in de opening aan de voorzijde van de AHW.

Steek de ader eindhuls van de groene kabel zover in tot de ader eindhuls ongeveer 0,5 mm buiten het contact steekt.

Draai deze vast met schroevendraaier 5.

Controleer of de kabel goed.

Dit doe je door er rustig aan te trekken.

 

22062009457  22062009456      

 

 

 

 

Leg de blauwe kabel in de doos.

Je ziet dat de blauwe kabel afgedopt is.

Deze kabel dient voor de constante spanning en is bij een landbouw AHW niet nodig. We leggen hem er toch in.

Je kunt dan snel en gemakkelijk een extra werklamp op je AHW monteren.

 

22062009455  

 

 

 

 

 

Haal uit de 7 polige kabel de witte kabel en breng deze in de verdeeldoos.

Plaats deze naast de groene kabel in de volgende kroonsteen.

Breng hem in de opening aan de voorzijde van de AHW.

Steek de ader eindhuls van de witte kabel zover in tot de ader eindhuls ongeveer 0,5 mm buiten het contact steekt.

Draai deze vast met schroevendraaier 5.

Controleer of de kabel goed vast zit.

Dit doe je door er rustig aan te trekken.

 

22062009453  22062009452      

 

 

 

 

Haal uit de 7 polige kabel de gele kabel en breng deze in de verdeeldoos.

Plaats deze naast de witte kabel in de volgende kroonsteen.

Breng hem in de opening aan de voorzijde van de AHW.

Steek de ader eindhuls van de gele kabel zover in tot de ader eindhuls ongeveer 0,5 mm buiten het contact steekt.

Draai deze vast met schroevendraaier 5.

Controleer of de kabel goed vast zit.

Dit doe je door er rustig aan te trekken.

 

 

22062009451  22062009450    

 

 

 

 

De kabels vanaf de stekker zijn nu allemaal netjes gemonteerd.

Test even met je handen of alle kabels zeker goed vast zitten.

Controleer of alle kabels netjes in de verdeeldoos geplaatst zijn.

Controleer ook visueel of de kabels met elkaar geen contact maken.

    

 

 

Sluit de 2 (7 polige kabels) aan in de verdeeldoos.

Doe dit door kleur bij kleur aan te sluiten.

(geel op geel, wit op wit, enz.)

Zie afbeelding!

 

 

 

Een  7 polige kabel is voor de linker zijde en de andere voor de rechter zijde.

Begin met de linker zijde.

Haal uit de 7 polige kabel : Witte kabel / rode kabel / gele kabel / zwarte kabel.

Voer deze 4 kabels door het linker geleideoog op  de achterzijde van de AHW.

Pas op!

Zorg ervoor dat de labels van kabels niet beschadigen!

 

22062009446    22062009436   

 

 

 

 

 

Nu de rechter zijde.

Haal uit de 7 polige kabel: witte kabel / rode kabel / zwarte kabel / groene kabel.

Voer deze 4 kabels door het rechter geleideoog op  de achterzijde van de AHW.

Pas op!

Zorg ervoor dat de labels van kabels niet beschadigen!

 

De  2 (7 polige kabels ) heb je nu opgeborgen tot de verlichting behuizing.

Je hebt een verdeling gemaakt tussen links en rechts.

Was het opgevallen dat er 2 rode en 2 witte kabels in de kabelboom zitten?

De witte kabel is voor massa.

De rode kabel is voor het remlicht.  

 

 

 

 

 

 

Met behulp van een rondbek tang ( 2 ) kun je de blauwe kabel schoenen gemakkelijk op de gestripte draad klemmen.

 

22062009432                           

 

 

 

Monteer de rode kabel aan de fitting van de binnenste behuizing van het linker achterlicht.

Zie foto!

Gebruik de rondbek tang als de kabelschoenen er moeilijk op schuiven.

 

22062009430                                     

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Monteer de zwarte kabel aan de fitting van de middelste behuizing van het linker achterlicht.

Zie foto!

Gebruik de rondbek tang als de kabelschoenen er moeilijk op schuiven.

 

22062009429                                     

 

 

 

 

 

Monteer de gele kabel aan de fitting van de buitenste behuizing van het linker achterlicht.

Zie foto!

Gebruik de rondbek tang als de kabelschoenen er moeilijk op schuiven.

 

22062009401                                   

 

 

 

 

 

 

 

 

Buig de kabelschoen ( witte kabel ) een klein beetje omhoog.

Hierdoor past het glas goed op de behuizing.

 

22062009405

 

 

 

We gaan de lampjes monteren. De lampjes passen maar op 1 manier.

Bij de gele kabel een 12 V 21 W lampje.

Bij de zwarte kabel een 12 V 10 W lampje.

Bij de rode kabel een 12 V 21 W lampje.

Montage gebeurt middels een 1/8 draaiende beweging.

22062009421

22062009415                                         

 

 

 

 

22062009417

22062009419

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als laatste monteer je het glas ( oranje rode plastic ) van de linker zijde.

Dit doe je door het glas er op te schuiven.

De oranje gekleurde zijde zit aan de buitenkant.

De onderzijde van het glas is wit, dit kan dienen als kenteken plaat verlichting.

Let op! Het kan zijn dat de kap er wat moeilijk op gaat.

Kijk dan even of er geen kabels in de weg zitten.

Anders moet je ze op de juiste manier leggen, zodat het wel gaat. 

 

22062009396    22062009395  

 

 

 

De linker zijde van de AHW is klaar!

De rechter zijde wordt op een gelijke manier uitgevoerd!

Heb je nog steeds op iedere pagina het controle punt afgevinkt ?

 

22062009391 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pak nu de rechter zijde van de 7 polige kabel.

Als je alles goed gemonteerd hebt, heb je nog 4 kabels over.

Haal 1 voor 1 de groene, rode, bruine en witte kabel door het geleide oog.

Voer de kabel door tot in de rechter verlichting behuizing.

Let op voor de labels!

Doe dit met behulp van rondbek tang 2.

 

22062009403                                                                   

 

 

 

 

 

Je kunt nu de kabels 1 voor 1 aansluiten.

Begin met de rode kabel.

Monteer de rode kabel aan de fitting van de binnenste behuizing van het rechter achterlicht.

Zie foto!

Gebruik de rondbek tang als de kabelschoenen er moeilijk op schuiven.

 

22062009425  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Monteer de zwarte kabel aan de fitting van de middelste behuizing van het rechter achterlicht.

Zie foto!

Gebruik de rondbek tang als de kabelschoenen er moeilijk op schuiven.

Let op! Zorg ervoor dat de kabelschoen er maximaal op zit!

 

   22062009429                                 

 

 

 

 

 

Monteer de groene kabel aan de fitting van de meest rechtse behuizing van het rechter achterlicht.

Zie foto!

Gebruik de rondbek tang als de kabelschoenen er moeilijk op schuiven.

 

22062009423         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om de bedrading van het rechter achterlicht compleet te maken, sluiten we de massa aan ( witte kabel ).

Monteer de witte kabel aan het frame van de 3 fittingen van het rechter achterlicht.

Zie foto.

Gebruik de rondbek tang als de kabelschoenen er moeilijk op schuiven.

 

22062009401         

 

 

 

Buig de kabelschoen ( witte kabel ) een klein beetje omhoog.

Hierdoor past het glas goed op de behuizing.

Gebruik de rondbek tang om het lipje iets omhoog te buigen.

 

     

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We gaan de lampjes monteren. De lampjes passen maar op 1 manier.

Bij de groene kabel een 12 V 21 W lampje.

Bij de bruine kabel een 12 V 10 W lampje.

Bij de rode kabel een 12 V 21 W lampje.

Montage gebeurt middels een 1/8 draaiende beweging.

 

22062009410      22062009408

 

22062009413      22062009412       

 

 

 

Als laatste monteer je het glas ( oranje rode plastic ) van de rechter zijde.

Dit doe je door het glas er op te schuiven.

De oranje gekleurde zijde zit aan de buitenkant.

Let op! Het kan zijn dat de kap er wat moeilijk op gaat.

Kijk dan even of er geen kabels in de weg zitten.

Anders moet je ze op de juiste manier leggen, zodat het wel gaat. 

 

22062009392  22062009391    

 

 

 

Monteer de deksel op de verdeeldoos.

Zorg ervoor dat hij netjes in het midden zit.

 

22062009399      22062009397    

 

 

 

Koppel de AHW aan de test unit.

Steek de 7 polige stekker in.

( Zie foto’s )

 

22062009370  22062009380      

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schakel de verlichting in.

Dit doe je met de aangegeven schakelaar op de test unit.

De verlichting van de test unit en van de AHW brand nu.

Brand de verlichting niet kijk dan in het storingsschema.

Schakel de verlichting uit.

 

22062009377         

 

 

 

Schakel het knipperlicht naar links in.

Het knipperlicht links van de test unit en van de AHW knippert nu.

Knippert het knipperlicht links niet kijk dan in het storingsschema.

Schakel de verlichting uit.

 

        

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schakel het knipperlicht naar rechts in.

Het knipperlicht rechts van de test unit en van de AHW knippert nu.

Knippert het knipperlicht rechts niet kijk dan in het storingsschema.

Schakel de verlichting uit.

 

      

 

 

 

 

Je hebt nu de AHW verlichting aangesloten en getest.

Mocht er nu een mankement in zitten, dan kun je die via het storingsschema oplossen.

Als het werkt is een ding is zeker je kunt veilig op weg met goede verlichting op je trekker AHW combinatie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ZELFBEOORDELING

 

Bij elektrische verbindingen is het belangrijk dat deze goed vastzitten.         Zitten ze los, dan kunnen er vonkjes komen en kan er brand ontstaan.   

In deze opdracht heb je kennisgemaakt met het planmatig aansluiten van de verlichting van een aanhangwagen via een werkschema.

Als je de stappen goed doorlopen heb, zal de verlichting van de aanhangwagen branden.

Belangrijkste punt is het planmatig werken.

Om terug te kijken op de opdracht en het belang van het maken van goede verbindingen en de juiste aansluitingen, ga je nu je werkstuk zelf beoordelen en een aantal vragen maken.

 

Checkpunt

Ja

Nee

Toelichting

7 polige stekker monteren

 

 

 

Je kunt het werkschema lezen

 

 

 

Kabels op lengte maken

 

 

 

Kabels op de juiste wijze aansluiten in de verdeeldoos

 

 

 

Striplengte juist

 

 

 

Kabels voorzien van kabelschoentjes

 

 

 

Draden op juiste pin aangesloten

 

 

 

Werking getest

 

 

 

Bij  storing, storingsschema kunnen volgen

 

 

 

 

 

Hierboven heb je het werkstuk beoordeeld met woorden. Nu mag je zelf een cijfer geven tussen de 1 en de 10 voor je werkstuk.                            

Ik geef het cijfer . . . . . . . . . .
 

Licht toe waarom je dat cijfer hebt gegeven.
 

 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
 

Vond je het gemakkelijk om kabel te ontmantelen en te strippen?
Schrijf op wat er goed (of eventueel minder goed) ging.
 

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
 

 

 

 

Hoe ging het aanbrengen van de kabelschoentjes?

Vermeld waarom het (niet) goed ging.
 

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
 

Hoe ging het aansluiten van de draden in de verdeeldoos?

Vermeld waarom het (niet) goed ging.
 

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

 

Hoe ging het aansluiten van de draden in de verdeeldoos?

Vermeld waarom het (niet) goed ging.
 

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .


Hoe ging het aansluiten van de draden in de achterlicht units?

Vermeld waarom het (niet) goed ging.
 

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

COMPETENTIES en BEOORDELING

 

Leerling zelf

 

Hoe voert de lln de beroepshandeling uit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

Ik weet wat er gedaan moet worden

 

 

 

 

Ik ben geoefend

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe zorg ik voor kwaliteit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

Ik kan van tevoren kwaliteitseisen vaststellen

 

 

 

 

Ik kan tussendoor controleren en bijstellen totdat het goed is

 

 

 

 

Ik kan nauwkeurig werken

 

 

 

 

Ik kan terugkijken op mijn eigen werk

 

 

 

 

 

 

Medeleerling              Naam:___________________ Terugblik docent

 

 

Hoe voert de lln de beroepshandeling uit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

Ik weet wat er gedaan moet worden

 

 

 

 

Ik ben geoefend

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe zorg ik voor kwaliteit?

Beginner

Geoefend

Gevorderd

Expert

Ik kan van tevoren kwaliteitseisen vaststellen

 

 

 

 

Ik kan tussendoor controleren en bijstellen totdat het goed is

 

 

 

 

Ik kan nauwkeurig werken

 

 

 

 

Ik kan terugkijken op mijn eigen werk

 

 

 

 

 

Terugblik docent

Wat zijn volgens de docent aandachtpunten voor een volgende keer?

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Module 7 theorie opdracht LOB

Deel 7  theorie opdracht  LOB

 

Inhoud:

 

1.  Wat is techniek

 

2.  Schrijf- en computer opdrachten.

 

 

 Elektricien

 

 

                 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

 

1.  Kun jezelf 4 werkzaamheden beschrijven waarbij een elektricien

     nodig is ?

    

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

 

  ambachtelijke beroepen

 

2.  Ga naar de website:   www.bekijkjetoekomstnu.nl

 

      Deze site gaat over beroepen, opleidingen , stages en scholen.

 

 

3.  Ga naar het beroep : elektrotechnisch installateur.

 

    Bekijk de film die hier staat : duur: 3:10 minuten

 

4.  Welke werkzaamheden doet een elektrotechnisch installateur zoal ?

 

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

 

 

 

 

 

 

 

5.  De toekomst zorgt voor een elektrificatie van de maatschappij.

     Er komen steeds meer duurzame projecten bij.

     Echte klussen waar een elektricien nodig is.

     Noem enkele duurzame systemen ?

 

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

 

6.  Welke opleidingen heb je nodig om elektricien te kunnen worden?

 

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

 

7.  Zoek  welke scholen zo'n opleiding  geven in Zuid-Limburg.

      ............................................................................................................

     ............................................................................................................

 

     

 

8.  Zoek enkele elektrotechnische bedrijven in de regio Roermond.

 

      ............................................................................................................

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

 

9.  Wat betekent  klantvriendelijkheid voor een elektricien ?

 

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

 

 

 

 

10.  Over welke competenties dient een elektricien te beschikken?

 

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

 

11.  Welk salaris verdient  een  elektricien  ongeveer?

 

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

 

12.  Wat betekent brutosalaris ?

 

     ............................................................................................................

     ............................................................................................................

 

 Stel je vragen.

 

13.  Je gaat op zoek naar iemand die meer weet over het werk als elektricien.

       Vraag het aan je familie, vrienden of docenten op school.

 

       Bedenk wat je wilt weten en schrijf 5 vragen op.

       Je maakt een afspraak en stelt je vragen.

       Daarna maak je een versla van een half A-4tje.

       Tip: Je kunt ook op internet kijken.

               Kies een bedrijf en stuur een e-mail met je vragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Wat kan ik goed ?

 

14. Je hebt gelezen aan welke competenties , technische en sociale vaardigheden

      een elektricien moet voldoen.

      Vul in welke vaardigheden en eigenschappen bij jou passen.

      Vraag ook aan een klasgenoot en aan je ouders wat zij ervan vinden.

      G = goed    R = redelijk    S = slecht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Module 8 theorie/praktijk opdracht knipperlicht- lamp installatie

 

 

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deel 8        theorie - /praktijk opdracht

 

Knipperlicht- lamp installatie.

 

Inhoud.

 

1.   Doel en betekenis symbolen.

 

2.   Uitleg knipperlicht relais

 

3.   Uitleg schema en de draad kleuren

 

4    theorie opdracht:  draden hoofdschema tekenen.

 

      Iedere stap die uitgevoerd is door de leerling moet worden afgevinkt.

 

        Controle punt (invullen/afvinken na uitvoering)   

 

5.   theorie opdracht:  draden aansluitschema  knipperlicht rechts tekenen.

 

6.   theorie opdracht:  draden aansluitschema lampen rechts tekenen.

 

7.   theorie opdracht:  draden totaal aansluitschema rechts tekenen.

 

8.  praktijkopdracht : draden op het model aansluiten via het getekende

                                      aansluitschema.

 

9 . Beoordeling door leraar.

 

10. Nakijkschema's  docent

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Theorie / praktijk opdracht 9

 aansluiten 4 lampen en knipperlichten

 

Doel

Na deze opdracht kun je:

– Een stroomschema tekenen voor het aansluiten van verlichting en knipperlicht.

- Draden aansluiten volgens schema.

 

 

Benodigdheden.

Bij deze opdracht heb je nodig:

 

- rode potlood

- blauwe potlood

- gum, liniaal.

- rode kabels voorzien van aansluitschoentjes.

–blauwe kabels voorzien van aansluitschoentjes.

- rode kabel voorzien van zekering.

 

 

Betekenis symbolen

 

    aandachtspunt

 

   testmoment

 

   Controle punt (invullen/afvinken na uitvoering)   

 

Zo kun je altijd stoppen met je opdracht!

En de volgende les ermee verder gaan.

 

Volg onderstaand plan.

Vink iedere stap af  in het symbool   

 

Zo kun je altijd stoppen met je opdracht!

En de volgende les ermee verder gaan.

 

Een autoknipperlicht  relais wordt gebruikt om de knipperlichten van een auto te laten knipperen.

 

 

 

 

ledknipperlicht-relais-3-pins-12v-eu

De rechthoek in het schema stelt het knipperlicht relais voor, hetgeen  de elektronica bevat om de lichten te laten knipperen.

De “knipper”-output is beschikbaar op stekker “L” ( 49A) en moet verder geleid  worden via de knipperlicht schakelaar naar de linker- en rechter knipperlichten. is bedoeld voor Verder zijn nog de “+” (49)  en “-“ stekkers ( 31 C) verbonden met resp. de + en – pool van de accu.

 

In elektrische schema’s worden deze aansluitingen soms ook aangeduid met:

 

-:       GND, MASSA, AARDE, 31, C

+:      PLUS, 49                                                      

L:      OUT, LOAD, 49a

 

Het schema voor de knipperlicht installatie ziet er als volgt uit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aansluiting knipperlicht relais op knipperlichtschakelaar

 

 

De  aansluitingen worden aangeduid met:

 

54:   0 stand

   1:   voor knipperlichten links voor en links achter

   2:   voor knipperlichten rechts voor en rechts achter

 

Aansluiting in de lampen unit.

De draadkleur kan bij de achterlicht units verschillen per type

 

Het type achterlicht dat wij gebruiken heeft de volgende draden:

 

bruin :   knipperlicht  ( + )

geel  :    achterlicht   ( + )

groen :   massa, aarde  ( - )

 

wit :   remlicht ( + )

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdschema aansluiting relais op schakelaar en ( - pool ) en ( + pool )

 

49A rechtstreeks  aansluiten op 0 - stand  knipperlichtschakelaar.

31     rechtstreeks aansluiten op ( - pool )

49    rechtstreeks via kroonsteen ( k)  aansluiten op ( + pool ), en via zekering (z) direct

        aansluiten op 1 poort van de schakelaar lamp.

 

Vanuit de schakelaars kabels via kroonstenen aansluiten op de 4 lamp units.

 

Aansluitschema tekenen

 

 

 

 

   Controle punt (invullen/afvinken na uitvoering door leraar)   

 

 

 

 

Aansluitschema  rechter knipperlichten.

 

  1. rechtstreekse aansluiting  relais (49A )  naar (0 stand )  knipperlicht schakelaar

    2.  Vanuit R  naar kroonsteen, deze is door gelust op 2 poorten

    3.  Vanuit 1 poort naar bruin voorlicht rechts

    4.  Vanuit 1 poort naar bruin achterlicht rechts

     

    De aansluiting aan de linkerkant  van de punten 2 t/m 4 is precies hetzelfde, maar dan vanuit L bij de knipperlicht schakelaar

     

    Aansluitschema tekenen

     

     

     

     

       Controle punt (invullen/afvinken na uitvoering door leraar)   

     

     

    Aansluitschema rechterlampen

     

    1.  Vanuit 1 poort schakelaar naar kroonsteen, deze is door gelust op 2 poorten

    2.  Vanuit 1 poort naar geel voorlicht rechts

    3.  Vanuit 1 poort naar geel achterlicht rechts

     

    1.   rechtstreekse aansluiting  relais (31) naar (- pool )

    2.  vanuit groen voorlicht rechts naar - pool

    3.  vanuit groen achterlicht rechts naar - pool

     

     

    Aansluitschema tekenen

     

     

     

       Controle punt (invullen/afvinken na uitvoering door leraar)   

     

     

    We gaan nu de schema’s samenvoegen.

     

  1. Teken het hoofdschema over
  2. Teken het schema van de rechter knipperlichten over.
  3. Teken het schema van de rechter lampen over.

 

Aansluitschema rechterkant tekenen

 

 

 

 

 

   Controle punt (invullen/afvinken na uitvoering door leraar)   

 

 

 

 

 

Totaal aansluitschema tekenen.

 

 

 

   Controle punt (invullen/afvinken na uitvoering door leraar)   

 

 

 

Praktijkopdracht : volgens getekend schema aansluiten op model.

 

Maak gebruik van de rode en blauwe kabels welke voorzien zijn van

kabelschoentjes.

 

1.  Start met aansluiten hoofdschema

2.  Vanuit knipperlichtschakelaar rechter kant aansluiten

3.  Vanuit knipperlichtschakelaar linkerkant aansluiten

4.  Vanuit schakelaar rechter lampen aansluiten

5.  Vanuit schakelaar linker lampen aansluiten

 

Controleer of het schema goed is aangesloten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

   Controle punt (invullen/afvinken na uitvoering door leraar)   

 

 

 

Je model op de juiste manier aansluiten op de accu.

 

Controleer of de knipperlichten rechts en links werken.

 

Controleer of de lampen links en rechts werken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

   Controle punt (invullen/afvinken na uitvoering door leraar)   

 

 

 

 

 

 

 

Nakijk schema’s  docent.

 

Hoofdschema.

 

49A rechtstreeks  aansluiten op 0 - stand  knipperlichtschakelaar.

31     rechtstreeks aansluiten op ( - pool )

49    rechtstreeks via kroonsteen ( k)  aansluiten op ( + pool ), en via zekering (z) direct

        aansluiten op 1 poort van de schakelaar lamp.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aansluitschema rechter achterlichten.

 

  1.  rechtstreekse aansluiting  relais (49A )  naar (0 stand )  knipperlicht schakelaar

2.  Vanuit R  naar kroonsteen, deze is door gelust op 2 poorten

3.  Vanuit 1 poort naar bruin voorlicht rechts

4.  Vanuit 1 poort naar bruin achterlicht rechts

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aansluitschema  rechter lampen.

 

1.  Vanuit 1 poort schakelaar naar kroonsteen, deze is door gelust op 2 poorten

2.  Vanuit 1 poort naar geel voorlicht rechts

3.  Vanuit 1 poort naar geel achterlicht rechts

 

1.   rechtstreekse aansluiting  relais (31) naar (- pool )

2.  vanuit groen voorlicht rechts naar - pool

3.  vanuit groen achterlicht rechts naar - pool

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal  aansluitschema rechterkant

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale aansluitschema model.

 

Module 9 theorie opdracht vraagbaak elekriciteit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deel 8  theorie opdracht    elektriciteit

 

Door de docent kan een selectie van vragen gemaakt worden, die door de leerling gemaakt moeten worden.

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Algemene vragen over elektriciteit.

 

Lees de vragen goed door en geef vervolgens een antwoord.

Bij sommige vragen moet je een berekening maken.

Schrijf niet alleen de uitkomsten op maar de hele berekening.

Tip: om antwoorden te zoeken kun je gebruikmaken van internet.

 

1.

 

 

2.

 

 

 

 

 

 

3.

 

4.

 

 

5.

 

 

 

6.

 

7.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8.

 

9.

 

10.

 

 

 

 

 

11.

 

 

12

 

13

 

14.

 

 

15.

 

 

 

 

 

 

 

 

16

 

17

 

 

 

 

 

 

 

18

 

 

19.

 

 

 

 

 

 

 

20.

 

 

21.

 

 

 

 

 

 

 

22.

 

 

23.

 

24.

 

 

 

25.

 

 

 

 

 

 

26.

 

27.

 

 

28.

 

 

 

29.

 

 

30.

 

 

 

 

31.

 

 

32.

 

33.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

34.

 

35.

 

  • Het arrangement Electrisch circuits landbouwvoertuigen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Garry Snippe Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-07-01 12:40:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.