Fictie - Stijl schrijver h3

Fictie - Stijl schrijver h3

Fictie - Stijl schrijver

Intro

Deze opdracht gaat over de stijl van de schrijven.

In deze video vertelt Bart Chabot wat de stijl van Bart Chabot is.
Wat geeft Bart voor gouden tip?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je

  • de volgende stijlmiddelen in een tekst herkennen:
    ironie, woordspeling, tegenstelling, paradox, oxymoron, eufemisme, understatement en hyperbool;
  • omschrijven welke invloed deze stijlmiddelen op tekst kunnen hebben.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Stijl, ironie en woordspelingen'. Bekijk de lijst met woordspelingen en bedenk zelf ook een of twee woordspelingen.

Stap 2

Bestudeer het Kennisbankitem 'Tegenstelling, paradox en oxymoron'. Maak de oefeningen.

Stap 3

Bekijk het Kennisbankitem 'Eufemisme, understatement en hyperbool'. Maak de oefening.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak een tekst, spreuk of gedicht waarin je stijlmiddelen gebruikt die in dit thema besproken zijn.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Stijl, ironie en woordspelingen

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel van stijl, ironie en woordspelingen.

Stijl, ironie en woordspelingen

Bekijk de onderstaande lijst met woordspelingen.

  • De elektricien baalt als een stekker omdat zijn baan wel watt meer energie en spanning mag hebben.
  • Als je styliste je pest moet je er gewoon niks van aantrekken.
  • Ik wilde nog een grap maken over de verwarmingsketel, maar ik denk dat hij niet aanslaat.
  • Het is beter dat ik gras kauw dan Mos kou. Ook een konijn kan het haasje zijn.
  • Die chirurg naait hem een oor aan. Pinnen komt nu wel van pas.
  • Nostalgie is ook niet meer wat het geweest is.
  • Mijn pony ligt in een scheiding, omdat hij vaak naar andere paarden staart.
  • Ik heb een nieuwe boomerang gekocht, ik heb alleen heel veel moeite om de oude weg te gooien.
  • Ik ging laatst sushi eten en toen vroeg ik om bestek.
  • Daar staken ze dus mooi een stokje voor.

 

Stap 2: Tegenstelling

Tegenstelling, paradox en oxymoron

Bestudeer het volgende onderdeel uit de Kennisbank.

Tegenstelling, paradox en oxymoron

Maak nu de volgende opdrachten.

Stap 3: Eufemisme

Eufemisme, understatement en hyperbool

Bestudeer het volgende onderdeel uit de Kennisbank.

Eufemisme, understatement en hyperbool

Maak de volgende oefening.
Daarin komen alle stijlmiddelen voor, die in deze opdracht besproken zijn.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Stijl, ironie en woordspelingen

Tegenstelling, paradox en oxymoron

Eufemisme, understatement en hyperbool

Eindopdracht

Eindproduct

Deze opdracht sluit je af met het maken van een komisch, overdreven, ironisch of onzinnig gedichtje of spreuk. Verzin iets wat te maken heeft met het onderwerp van dit thema: Lachen.

Als je op een dag...
Als je op een dag de behoefte hebt om te huilen
Bel me...
Ik beloof niet dat ik je aan het lachen zal maken
maar ik kan wel samen met je huilen

Hoe ga je te werk?

  • Zoek op internet naar leuke spreuken die te maken hebben met het onderwerp van dit thema.
  • Je kunt natuurlijk ook zelf een tekst bedenken.
  • Je mag er ook een rap van maken, die je voorleest of voordraagt voor de klas.
  • Verwerk er stijlmiddelen uit deze opdracht in.
  • De spreuk, het gedichtje of tekst hoeft niet langer te zijn dan ongeveer zes regels.

Hoe je dit aanpakt, kun je lezen in de gereedschapskist.

Beoordeling

Je docent zal de tekst, het gedicht, spreuk of rap beoordelen.
Bij de beoordeling let je docent op:

  • Is het een grappige, hilarische, komische of onzinnige (rap) tekst geworden?
  • Heb je stijlmiddelen uit deze opdracht toegepast?
  • Heb je er de nodige zorg aan besteed?
  • Zitten er geen taalfouten in?

Gedicht maken

Een gedicht wordt vaak gebruikt om een mening over een onderwerp over te brengen. Dit kan op verschillende manieren en de zinnen hoeven niet altijd precies te rijmen. Een gedicht kun je presenteren op een poster, maar bijvoorbeeld ook op een ansichtkaart.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Kun je aangeven wat de video met stijl te maken heeft?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Waar let je op als je wilt uitzoeken in welke stijl een tekst geschreven is?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je al veel over het gebruik van stijlmiddelen in een tekst? Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Heb je een leuk spreuk, tekst, gedicht of rap gevonden of verzonnen?
    Is daarin herkenbaar welk stijlmiddel je hebt gebruikt?
  • Het arrangement Fictie - Stijl schrijver h3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-14 15:59:26
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Lachen', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Je begint deze opdracht met het bestuderen van het Kennisbankitem 'Stijl, ironie en woordspelingen'. Bestudeer daarna de Kennisbankitems 'Tegenstelling, paradox en oxymoron' en 'Eufemisme, understatement en hyperbool' en maak de bijhorende oefeningen. Uiteindelijk sluit je deze opdracht af met het maken van een tekst, spreuk of gedicht, waarin je de stijlmiddelen gebruikt die in dit thema besproken zijn.
    Leerniveau
    HAVO 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Begrijpen; Interpreteren; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Tekstkenmerken;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, fictie, hv3, lachen, nederlands, stercollectie, stijl schrijver

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk h3

    https://maken.wikiwijs.nl/148590/Tijdelijk_h3

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (z.d.).

    Nederlands Kennisbank hv3

    https://maken.wikiwijs.nl/149337/Nederlands_Kennisbank_hv3