Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Stijl, ironie en woordspelingen'. Bekijk de lijst met woordspelingen en bedenk zelf ook een of twee woordspelingen.

Stap 2

Bestudeer het Kennisbankitem 'Tegenstelling, paradox en oxymoron'. Maak de oefeningen.

Stap 3

Bekijk het Kennisbankitem 'Eufemisme, understatement en hyperbool'. Maak de oefening.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak een tekst, spreuk of gedicht waarin je stijlmiddelen gebruikt die in dit thema besproken zijn.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.