Deze opdracht gaat over 'slordig taalgebruik'en 'verwijsfouten'.
Wat is dat?
Kijk maar eens naar deze video. Kun je een voorbeeld geven van een mannelijk, vrouwelijk of onzijdig woord?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het gebruik van 'hen' of 'hun' herkennen en toepassen;
omschrijven hoe je verwijswoorden in een tekst kunt herkennen;
het foutief gebruik van verwijswoorden herkennen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Bekijk de video en lees de theorie in de Kennisbank van de onderbouw. Maak de oefeningen.
Stap 2
Bestudeer het Kennisbankitem 'Foutieve verwijswoorden' en maak de oefeningen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht
Maak de eindopdracht: maak zinnen met verwijswoorden naar mannelijke, vrouwelijke of onzijdige (kern)woorden. Laat je klasgenoot het verwijswoord invullen. Maak de test die je klasgenoot heeft voorbereid en bespreek samen de antwoorden.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Hen of hun?
Veel slordig taalgebruik heeft te maken met het foutief gebruiken van verwijswoorden.
In klas 1 of 2 heb je al kennis gemaakt met verwijswoorden.
Blader nog eens door het Kennisbankitem 'Verwijswoorden'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van hen en hun.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van foutieve verwijswoorden.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 8 vragen over het gebruik van foutieve verwijswoorden.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 8 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Deze opdracht sluit je af met het maken van zinnen met vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden en een verwijswoord naar die woorden. Het is de bedoeling dat je klasgenoot het juiste verwijswoord invult in de zinnen die jij gemaakt hebt.
Hoe ga je te werk?
Maak een Google-document aan dat je opslaat in je eigen omgeving.
Later kun je dit delen met je klasgenoot of het document uitprinten.
Uiteraard bewaar je de antwoorden in een ander document.
Je schrijft eerst 10 mannelijke, 10 vrouwelijke en 10 onzijdige woorden op.
Raadpleeg bij twijfel een van deze sites: woordenlijst.org vandale.nl
Maak met ieder woord een zin met in die zin een verwijswoord naar het woord.
De zinnen hebben zoveel mogelijk te maken met het onderwerp van dit thema: Gezondheid.
Je laat een klasgenoot de oefening met 30 zinnen maken. Uiteraard maak jij oefening die je klasgenoot voor jou heeft voorbereid.
Daarna bespreken jullie elkaars antwoorden.
Hebben jullie nog moeite met het invullen van het juiste verwijswoord? Lees de Kennisbanken dan nog even door.
TIP! Een ander idee is om een kleine tekst zelf te maken, waarin je bewust slordig taalgebruik toepast. Het is dan de bedoeling dat je klasgenoot de foutief gebruikte verwijswoorden opspoort en ze markeert. Zo'n tekst is ongeveer een half A4'tje lang.
Overleg eventueel met je docent welke test de voorkeur heeft.
Beoordeling
Jullie docent zal jullie zinnen beoordelen. Hij of zij let daarbij op:
Zijn het zinnen met mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden? Hebben jullie het juiste verwijswoord gebruikt?
Hadden de zinnen (de tekst) te maken met het onderwerp van het thema?
Bevatten de zinnen (de tekst) geen taal- of spelfouten?
Terugkijken
Intro
Heb je de introductievideo bekeken?
Kun je aan een woord herkennen of het mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je het gebruik van 'hen' en hun' goed uit elkaar houden?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd om alles over verwijswoorden te lezen en de oefeningen te maken?
Eindopdracht
Is het gelukt om een test samen te stellen met zinnen waarin het verwijswoord moet worden ingevuld?
Of heb je gekozen voor een tekst met slordig taalgebruik? Hebben je klasgenoot en jij de antwoorden besproken?
Het arrangement Grammatica - Slordig taalgebruik h3 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.