De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De theorie uit de Kennisbank over het zelfstandig naamwoord, het bijvoeglijk naamwoord en de lidwoorden heb je nodig om de volgende oefening goed te kunnen doen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 15 vragen over voornaamwoorden.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Scoor je voldoende? Ga dan verder met de afronding.
Scoor je onvoldoende? Maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 15 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Kies je voor eindopdracht B, dan maak je een woordzoeker.
Je maakt de woordzoeker met zijn tweeën.
Kies een woordsoort uit de volgende categorieën:
werkwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
zelfstandige naamwoorden
telwoorden
bijwoorden
Ga naar www.woordzoekers.org en lees de aanwijzingen.
Bedenk enkele voorbeelden van de woordsoort, waarover jullie de woordzoeker willen maken. Vul deze woorden in, volgens de instructie, in het invulveld.
Als je je woordzoeker hebt gemaakt, kun je hem online laten maken door een klasgenoot.
Je kunt hem ook printen en op een ander moment laten maken door een medeleerling.
Overleg met je docent, hoe je dit het beste kunt aanpakken.
Terugkijken
Intro
Heb je de introductievideo bekeken?
Herkende je alle woordsoorten waarover werd gezongen?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je uit je hoofd vijf verschillende woordsoorten noemen en er een voorbeeld bij bedenken?
Hoe ging het?
Inhoud
De meeste woordsoorten ben ik je klas 1 of klas 2 ook al eens tegengekomen. Herkende je alle woordsoorten en hun gebruik? Wat was nieuw voor je?
Eindopdracht B
Vond je het leuk om een woordzoeker te maken? Had je klasgenoot moeite deze op te lossen?
Het arrangement Grammatica - Woordsoorten h3 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Faalangst', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. In deze opdracht zal je meerdere Kennisbanken bestuderen die allemaal met woordsoorten te maken hebben. Uiteindelijk zal de opdracht afgesloten worden met twee eindopdrachten: eindopdracht A en B. In eindopdracht A maak je een toets. In eindopdracht B maak je een woordzoeker, die zal worden ingevuld door een klasgenoot.
Leerniveau
HAVO 3;
Leerinhoud en doelen
Schrijven;
Spelling, interpunctie en grammatica;
Nederlands;
Schrijfvaardigheid;
Deze opdracht hoort bij het thema 'Faalangst', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. In deze opdracht zal je meerdere Kennisbanken bestuderen die allemaal met woordsoorten te maken hebben. Uiteindelijk zal de opdracht afgesloten worden met twee eindopdrachten: eindopdracht A en B. In eindopdracht A maak je een toets. In eindopdracht B maak je een woordzoeker, die zal worden ingevuld door een klasgenoot.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Het werkwoord
Naamwoorden en lidwoorden
Telwoorden
Voorzetsels, bijwoorden en voegwoorden
Voornaamwoorden
Woordsoorten
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.