Thema Milieu

Thema Milieu

Paragraaf 1: Heel veel mensen

Vooraf opdracht:
Welke problemen van de groei van de bevolking merk jij?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Leerdoel
Na deze opdracht kun je vertellen welke milieuvraagstukken er komen,
als gevolg van de groei van de bevolking.

Opdrachten bij deze paragraaf:

Opdrachten Groepsgrootte Activiteit
Opdracht 1 Alleen Filmpje over hoeveel mensen er nog op deze aarde bij kunnen kijken en een grafiek downloaden en invullen op basis van gegevens uit het filmpje.
Opdracht 2 Samen Lijst maken met milieuvraagstukken die mogelijk door de groei van de wereldbevolking kunnen komen.
Opdracht 3 Samen Collage maken over de milieuvraagstukken door de groei van de wereldbevolking en laat het door de docent nakijken.

 

 


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Opdracht 1: Zeven miljard mensen

In het NOS-journaal van 31 oktober 2012 was aandacht voor de geboorte van de zevenmiljardste aardbewoner.
Bekijk het volgende videofragment:

De groei van de bevolking kun je weergegeven in een grafiek.
Download de bijlage Grafiek groei wereldbevolking.
Maak de grafiek van de groei van de wereldbevolking af op basis van de gegevens uit het videofragment.

Beantwoord ook de volgende vragen:

  • In hoeveel jaar groeide de bevolking van 1 miljard naar 2 miljard?
  • In hoeveel jaar groeide de bevolking van 6 naar 7 miljard?
  • In hoeveel jaar groeit de bevolking waarschijnlijk van 8 naar 9 miljard?
  • In welk continenten groeit de wereldbevolking het hardst.
  • Is de groei van de wereldbevolking een fysiek probleem voor de aarde?
    Licht je antwoord toe.
  • Wat bepaalt volgens de demograaf of de groei van de wereldbevolking een probleem is?

Opdracht 2: Groei menselijke populatie

Sinds 2012 wonen er 7 miljard (7.000.000.000) mensen op aarde en er komen er nog steeds bij.
Meer mensen betekent meer ruimte voor woningen,
meer ruimte voor het verbouwen van voedsel, meer ruimte voor ontspanning.
Maar meer mensen betekent ook meer behoefte aan energie,
meer behoefte aan schoon water, meer verkeer en meer afval.
Kortom meer mensen betekent een grotere belasting voor de aarde;
een grotere belasting van het milieu.

Maak samen een zo lang mogelijke lijst met milieuvraagstukken die het gevolg zijn van de groei van de wereldbevolking. Probeer vraagstukken die met elkaar te maken hebben bij elkaar te zetten.

Vergelijk jullie lijst met de lijst van een ander tweetal.
Hebben jullie dezelfde milieuvraagstukken benoemd?
Bespreek eventuele verschillen.

 

Opdracht 3: Collage

Ga op internet op zoek naar korte tekstjes en afbeeldingen,
die passen bij de lijst met milieuvraagstukken die je in stap 2 hebt gemaakt.
Maak met deze tekstjes en afbeeldingen en met de grafiek die je in stap 1 gemaakt hebt een collage met als titel: 'Milieuvraagstukken door de groei van de bevolking'.

Klaar?
Laat jullie collage beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling wordt gekeken naar de volgende vragen:

  • Brengt de collage de milieuvraagstukken duidelijk in beeld?
  • Zijn in de collage tekst en beeld goed gecombineerd?
  • Is de collage origineel?
  • Is de collage met zorg gemaakt?

Paragraaf 2: Economie en milieu

Vooraf opdracht:
Zou jij extra voor producten betalen als ze daardoor beter zijn voor het milieu?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Leerdoelen
Na deze opdracht:

  • ken je de betekenis van het begrip grondstoffen.
  • kun je uitleggen wat de effecten van de winning van grondstoffen kan hebben op het milieu.
  • kun je het verschil tussen vervuiling,
    uitputting en aantasting van het milieu uitleggen

Opdrachten bij deze paragraaf:

Opdrachten Groepsgrootte Activiteit
Opdracht 1 Alleen Filmpje 'van plant naar kledingfabriek' kijken en vragen beantwoorden.
Opdracht 2 Alleen Uitleggen hoe het rekening houden met het milieu door bedrijven voor een verlaging in de verkocht producten kan zorgen.
Opdracht 3 Alleen Filmpje over Linfen kijken en woorden bij een tekst invullen.
Opdracht 4 Samen Kennisbank over vervuiling bestuderen en van verschillende milieuproblemen bepalen of het gaat om uitputting, vervuiling of aantasting.
Opdracht 5 Alleen Eindproduct maken waarin duidelijk wordt dat het produceren van goederen negatieve effecten op het milieu kan hebben en die door de docent laten nakijken.

 

 


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Opdracht 1: Grondstoffen

Onder grondstoffen worden materialen verstaan die worden gebruikt om een product te maken.
Natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur worden gevonden, zoals aarde, gas,
olie, koper en ijzererts. Ook gewassen en hout zijn voorbeelden van natuurlijke grondstoffen.

Bekijk het volgende filmpje van SchoolTV.


Hieronder zie je een aantal producten.
Welke grondstof is gebruikt voor het maken van het product?

Spijkerbroek
Benzine
Plastic
Brood
Verf
Waterleiding
Krant
Baksteen

Leg uit dat de winning van natuurlijke grondstoffen negatieve effecten op het milieu kan hebben.

Opdracht 2: Milieuvervuiling

De productie van goederen en diensten kan nadelige gevolgen hebben voor het milieu.
Je kunt verschillende vormen van milieuvervuiling onderscheiden:

  • luchtvervuiling
  • watervervuiling
  • bodemvervuiling
  • horizonvervuilling

Weet je wat wordt bedoeld met horizonvervuiling? Nee? Zoek het dan op.

Bedrijven kunnen tijdens het produceren rekening houden met het milieu.
Ze kunnen bijvoorbeeld een waterzuiveringsinstallatie of een luchtfilter plaatsen.
Dat heeft dan wel extra kosten tot gevolg en die extra kosten kunnen er toe leiden,
dat er minder producten verkocht worden. Kun je dat uitleggen?

Opdracht 3: infen, China

Volgens een rapport van de Wereldbank liggen 16 van de 20 meest vervuilde steden in China.
De lijst wordt aangevoerd door de Chinese stad Linfen.
De luchtkwaliteit in deze stad is zo slecht,
dat één dag rondlopen in Linfen gelijk staat aan het roken van drie pakjes sigaretten.

Bekijk de onderstaande video:


Lees nu tekst 1.

Tekst 1

In Linfen wonen 4.000.000 mensen die allemaal werken in de ...1... .
Als je de stad binnenrijdt kom je eerst langs een kilometers lange file van kolenvrachtwagens,
die de rest van China moeten voorzien van ...2... . 
Steenkool is de belangrijkste energiebron in China.
De zware kolenindustrie in Linfen zorgt ervoor dat de stad continu gehuld is in een dikke laag ...3... 
Natuurlijk heeft dit grote gevolgen voor de ...4... van de mensen die er wonen.
Maag- en ...5... gevallen zijn er aan de orde van de dag.

 

In de tekst ontbreken nog een aantal woorden.
Die woorden zie je hieronder. Selecteer de tekst uit de popup.
Plaats de tekst in een tekstdocument en vul de vijf ontbrekende woorden in.

a gezondheid
b kolen
c smog
d kolenindustrie
e leverkanker

Opdracht 4: Vervuiling, aantasting en uitputting
Lees de tekst en beantwoord de vragen.

Vervuiling

Omdat nog veel energie opgewekt wordt uit fossiele energiebronnen (steenkool, aardolie en aardgas) zal een toename van de energievraag leiden tot meer uitstoot (emissie) van stofdeeltjes, stikstofoxide en koolstofdioxide met nadelige gevolgen voor het milieu.

In veel steden in China is de luchtvervuiling door de uitstoot van stofdeeltjes al zo erg dat mensen alleen nog met een mondkapje naar buiten gaan.
Zure regen (onder andere stikstofoxiden opgelost in regenwater) tast sommige steensoorten aan waardoor beelden en gebouwen 'oplossen'.
En de sterke stijging van koolstofdioxide in de atmosfeer zal tot gevolg hebben dat de gemiddelde temperatuur op aarde stijgt, met alle gevolgen van dien.

Milieuverontreiniging kun je onderverdelen in uitputting, aantasting en vervuiling.
Bepaal samen met een klasgenoot voor de milieuproblemen hieronder of het gaat over uitputting,
vervuiling of aantasting.

1.
Een probleem is de illegale houtkap.
Door de illegale houtkap verandert het landschap met als gevolg dat er meer lawines en
overstromingen in het gebied voorkomen.

2.
De waterkwaliteit in veel gebieden is alarmerend.
Rioolwater en vervuild industriewater wordt in de rivieren en meren geloosd.

3
Er is een tekort aan water: de rivieren staan een groot deel van het jaar droog.
Boeren gaan grondwater gebruiken voor de landbouw.
Het grondwaterpeil is hierdoor in sommige gebieden wel 50 meter gezakt.

Hieronder zie je drie omschrijvingen.
Welke omschrijving past bij vervuiling?
Welke bij uitputting en welke bij aantasting?

1.
Het overmatig onttrekken van stoffen aan het milieu,
zonder dat het milieu zich voldoende kan herstellen.

2.
Stoffen aan het milieu toevoegen die niet in het milieu thuishoren.

3.
Verandering aan de omgeving waardoor het leefgebied (ecosysteem) verandert.

Opdracht 5: Eindproduct

Ter afsluiting van deze opdracht,
maak je samen met een klasgenoot een eindproduct over economie en milieu.
In het eindproduct moet duidelijk zijn,
dat het produceren van goederen negatieve effecten op het milieu kan hebben.

Jullie mogen zelf bedenken wat voor soort eindproduct jullie maken.
Kijk voor ideeën in de gereedschapskist van StudioVO

Klaar?
Laat jullie eindproduct beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling wordt gelet op:

  • de inhoud: het eindproduct laat zien dat er duidelijke relatie is tussen economie en milieu.
  • de vorm: het eindproduct origineel is en met zorg gemaakt is.

Begrippen bij deze paragraaf 

Fossiele energiebron
Energie uit organisch materiaal (dierlijke materie en/of (dode) planten) dat in eerdere geologische tijdvakken door fotosynthese is vastgelegd en sinds die tijd bewaard is gebleven. Bijvoorbeeld aardolie, steenkool en aardgas.
Vervuiling
Het brengen van schadelijke of andere ongewenste stoffen in onze leefomgeving.
Zure regen
Neerslag met een laag zuurstofgehalte die veroorzaakt wordt door allerlei vormen van industrie. Daarnaast dragen ook automobilisten bij aan het verzuren. De neerslag bestaat uit onder andere stikstofoxiden opgelost in regenwater.
Temperatuur
De mate van warmte (of kou) uitgedrukt in graden.
Atmosfeer
De lucht om de aarde die door zwaartekracht aan de aarde gebonden is.
Emissie
Uitstoot van bijvoorbeeld schadelijke stoffen met als gevolg vervuiling van de lucht.
Koolstofdioxide
In zuivere toestand een reukloos en kleurloos gas dat van nature in de aardatmosfeer voorkomt.
Stikstofoxide
Verzamelnaam voor verbindingen van stikstof en zuurstof. Deze ontstaan bij alle vormen van verbranding op hoge temperatuur.

Paragraaf 3: Voetafdruk

Vooraf opdracht:
Hoe groot verwacht jij dat jou ecologische voetafdruk is, boven of onder gemiddeld is?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht ken je de betekenis van het begrip ecologische voetafdruk en
kun je vertellen wat invloed heeft op de grootte van de ecologische voetafdruk.

Opdrachten bij deze paragraaf:

Opdrachten Groepsgrootte Activiteit
Opdracht 1 Alleen + samen Filmpje over de ecologische voetafdruk kijken opdrachten maken.
Opdracht 2 Alleen Je eigen ecologische voetafdruk berekenen.
Opdracht 3 Alleen + samen Bij verschillende categorieën bedenken welk gedrag invloed heeft op de grootte van je voetafdruk.

 

 


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 uur nodig.

Opdracht 1: Ecologische voetafdruk

Bekijk onderstaand Engels filmpje over de ecologische voetafdruk.


De ecologische voetafdruk vergelijkt de beschikbare ruimte met het verbruik.

Beschikbare ruimte
Om de totale hoeveelheid beschikbare ruimte te kunnen berekenen,
moet je kijken naar de landschappen op aarde die mensen kunnen gebruiken.
Er worden soms zes soorten bruikbaar landschap onderscheiden:
bos, weiland, akkerland, visgrond, bouwgrond en 'energieland'.
Welke producten leveren de verschillende landschappen op?

Verbruik
Wat bepaalt het verbruik? Welke factoren bepalen, volgens jou,
of je een grote of een kleine ecologische voetafdruk hebt?
Schrijf samen met een klasgenoot zoveel mogelijk factoren.

Opdracht 2: Bereken je eigen voetafdruk

Je kunt op verschillende websites je ecologische voetafdruk berekenen.

Bereken eerst je ecologische voetafdruk op de site van duurzaamheidinactie.nl

Vul de antwoorden op de vragen zo nauwkeurig mogelijk in.
Als je een antwoord niet weet, kies dan voor een gemiddeld antwoord.
Wat is je score? Is je score hoger of lager dan de gemiddelde score in Nederland.

Je kunt je voetafdruk ook berekenen op de site voetafdruk.nl .

Beantwoord de 12 vragen. Hoe is je score bij deze test.
Is je score hoger of lager dan bij de test op duurzaamheidinactie.nl.
Vergelijk de tests met elkaar. Lijken de vragen op elkaar?
Zijn er duidelijke verschillen?
Spelen de factoren die jullie in stap 1 bedacht hadden een rol bij het bepalen van de voetafdruk?

 

Opdracht 3: Wat bepaalt de grootte van je voetafdruk?

Als je kijkt naar de vragen die worden gesteld om je voetafdruk te berekenen,
zou je die vragen kunnen indelen in de volgende categorieën.

  • Eten en drinken
  • Kopen van kleding
  • Vervoer
  • Vakantie
  • In en om huis

Neem deze categorieën over.
Schrijf bij iedere categorie op welk gedrag invloed heeft op de grootte van je voetafdruk.

Klaar?
Bespreek de grootte van je voetafdruk met een klasgenoot.
Welk gedrag bepaalt hoe groot jullie afdruk is?

Paragraaf 4: Broeikaseffect

Vooraf opdracht:
Wat weet je al over het broeikaseffect?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Leerdoelen
Na deze opdracht kun je uitleggen wat de gevolgen van de opwarming van de aarde zijn.

Opdrachten bij deze paragraaf

Opdrachten Groepsgrootte Activiteit
Opdracht 1 Alleen Filmpjes over het broeikaseffect kijken, kennisbank over het broeikaseffect bestuderen en zinnen in de juiste volgorde zetten.
Opdracht 2 Alleen Via flood.firetree.net kijken naar hoever Nederland onder water zou komen te staan bij verschillende waterstijgingen.
Opdracht 3 Alleen Cartoon met als titel 'Deventer aan zee' maken en door de docent laten nakijken.

 

 


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Opdracht 1: Opwarming van de aarde
Bekijk op de website van SchoolTV het filmpje over het broeikaseffect.

Lees de tekst:

De afgelopen 100 jaar is de gemiddelde temperatuur aan het aardoppervlak gestegen. Volgens onderzoekers is de mens verantwoordelijk voor deze temperatuurverandering. Dat de temperatuur stijgt komt namelijk door een toename van de hoeveelheid broeikasgassen (vooral CO2) in de atmosfeer.
Broeikasgassen zijn onmisbaar voor het leven op aarde, maar door een teveel aan broeikasgassen houdt de atmosfeer extra warmte vast waardoor de temperatuur op aarde stijgt.
Dat er veel CO2 in de atmosfeer komt, heeft te maken met het vele gebruik van fossiele brandstoffen, zoals olie, gas en kolen.

De stijging van de temperatuur door de toename van broeikasgassen wordt het (versterkt) broeikaseffect genoemd. 

Bekijk eventueel ook de volgende animatie:

Gevolgen voor de wereld van het versterkt broeikaseffect - Flash


In onderstaand filmpje zie je wat de invloed van de opwarming van de aarde op het leven op de Noordpool kan zijn.

Ook in Nederland gaan wij het merken als de aarde opwarmt.
Bekijk het filmpje hieronder.


Opwarming van de aarde
De inhoud van de filmpjes kun je omschrijven met onderstaande zinnen.
De zinnen staan nog niet in de goede volgorde.

In welke volgorde vertellen de zinnen een logisch verhaal?
De eerste zin (zin A) staat al goed.

  1. Het broeikaseffect maakt leven op aarde mogelijk.
  2. Door een toename van CO2 in de dampkring blijft er meer warmte hangen in de dampkring.
  3. Eén van de broeikasgassen is CO2.
  4. Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door broeikasgassen in de dampkring.
  5. Door een stijging van de zeespiegel kan een deel van Nederland onder water komen te staan.
  6. Doordat mensen veel energie opwekken, komt er veel CO2 vrij.
  7. Hierdoor neemt de temperatuur toe en stijgt de zeespiegel.

De goede volgorde is: A - .... - .... - .... - .... - .... - ....

Opdracht 2: Hoe snel stijgt het water?
Als de temperatuur op aarde stijgt, stijgt de zeespiegel. Dat is zeker.
Hoe snel dat zal gaan wet niemand precies.
De ene wetenschapper heeft het over millimeters per jaar.
Anderen praten over enkele of zelfs tientallen centimeters.
Het is moeilijk te meten, omdat het zeespiegelniveau sowieso op elk moment anders is.
Het is ook niet helemaal duidelijk hoe snel de opwarming van de aarde gaat.
Als het ijs op Groenland smelt, zou de zeespiegel met ongeveer 7 meter stijgen, denkt men.

Op de website van flood.firetree.net/ kun je zien welke delen van de wereld onder water komen te staan bij verschillende stijgingen van de zeespiegel.

  • Ga naar de website http://flood.firetree.net/ .
  • Zorg dat je Nederland in beeld hebt.
  • Stel links bovenaan de stijging van de zeespiegel in.
    Begin met een stijging van de zeespiegel van 7 m.
  • Bekijk bij verschillende stijgingen van de zeespiegel,
    welke delen van Nederland onder water komen te staan.

Opdracht 3: Eindproduct
Een cartoon of een spotprent is een humoristische afbeelding.
In veel cartoons spelen bekende personen een belangrijke rol.
Maar een cartoon kan ook een komische situatie weergeven.

Je gaat een cartoon maken met als titel 'Deventer aan zee'.
Je mag Deventer eventueel ook voor een andere stad vervangen.
In de cartoon moet duidelijk zijn wat de gevolgen van de stijging van de zeespiegel zijn voor een stad als Deventer.

Klaar
Laat de cartoon beoordelen door je docent.
Je docent zal bij de beoordeling letten op:

  • de inhoud: gaat de cartoon over de stijging van zeespiegel?
  • de inhoud: is de cartoon humoristisch?
  • de originaliteit: is de cartoon verrassend?
  • de vormgeving: is de cartoon netjes vormgegeven?

Begrippen bij deze paragraaf: 

Broeikaseffect
Het vasthouden van warmte van de zon door de atmosfeer.
Versterkt broeikaseffect
Het versterken van het vasthouden van de zonnewarmte door de atmosfeer door de mens.
Broeikasgas
Gassen die warmte van de zon opnemen en dit weer uitstralen.

Paragraaf 5: Duurzaamheid

Vooraf opdracht:
Welke 5 woorden komen er in je op als je aan duurzaamheid denkt?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Leerdoelen
Na deze opdracht ken je de betekenis van het begrip duurzaamheid en
kun je vertellen wat duurzame energiebronnen en duurzame hulpbronnen zijn.

Opdrachten bij deze paragraaf:

Opdrachten Groepsgrootte Activiteit
Opdracht 1 Alleen + samen Bespreken met een klasgenoot wat wel en wat niet duurzaam is.
Opdracht 2 Alleen Filmpjes over ijzererts en aardolie kijken en van een aantal grondstoffen en energiebronnen bepalen of ze uitputbaar, onuitputbaar of vernieuwbaar bij verstandig gebruik zijn.
Opdracht 3 Alleen Filmpje over biomassa kijken, kennisbank over duurzame energiebronnen bestuderen en vragen beantwoorden.
Opdracht 4 Samen Een vorm van duurzaamheid kiezen, daar een eindproduct over maken en door de docent laten nakijken.

 

 


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Opdracht 1: Duurzaam

Er zijn vele definities van de term duurzaam.
Een ervan is: 'duurzaamheid is de mate waarin een samenleving in staat is in haar eigen behoeften te voorzien zonder toekomstige generaties de kans te ontnemen in hun behoeften te voorzien'.

Hieronder wordt iets over de productie van een aantal goederen vertelt.
Geef per productieproces aan of het volgens jou wel of niet duurzaam is.

  • Voor de productie van kozijnen wordt hardhout uit Brazilië gebruikt.
  • Kartonnen dozen worden gemaakt van gerecycled papier.
  • Voor de productie van een kipfilet is 4300 liter water nodig.
  • Uit één boom worden 15 pakken A4-papier gemaakt.
  • Als je in de winter aardbeien eet, zijn die afkomstig uit Egypte of Israël.
  • Gerecycled plastic wordt gebruikt voor de productie van vuilniszakken.

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Zijn jullie het met elkaar eens? Bediscussieer de verschillen.

Opdracht 2: Duurzame hulpbronnen

Voor de producten die je dagelijks gebruikt zijn grondstoffen en energie nodig.
IJzererts is een voorbeeld van zo'n grondstof en aardolie wordt gebruik voor de opwekking van energie. 
Bekijk onderstaande clips van de site van SchoolTV.



Hulpbronnen worden soms ingedeeld in uitputbare hulpbronnen en onuitputbare hulpbronnen.
Soms is de grens tussen deze twee soorten hulpbronnen niet zo duidelijk.
Het ligt er aan hoe je met de hulpbron omgaat.

Hieronder zie je een aantal grondstoffen en energiebronnen.
Zijn ze volgens jou uitputbaar, onuitputbaar of vernieuwbaar bij verstandig gebruik?

Ijzererts
Vis
Katoen
Hout
Tarwe
Regenwater
Windenergie
Aardolie

Opdracht 3: Duurzame energie

Veel van onze energie komt van fossiele brandstoffen, zoals aardolie, gas en kolen.
Het kan ook anders.
Kijk naar de volgende clip op SchoolTV.


Lees de tekst:

Duurzame energiebronnen
Duurzame energiebronnen zijn energiebronnen die niet op kunnen raken en waardoor het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld.
Voorbeelden van duurzame energiebronnen zijn:
  • Zonne-energie: Zonlicht kan in een zonnepaneel worden omgezet in elektriciteit. Een zonnecollector zet zonlicht om in warmte.
  • Energie uit water: Bij een natuurlijke waterval of door de bouw van een stuwdam kan door het hoogteverschil energie worden gewonnen. Bij dit proces wordt gebruik gemaakt van waterkracht.
  • Windenergie: Een windturbine gebruikt de kracht van de wind om een elektrische generator aan te drijven en zo elektriciteit op de wekken.

Biomassa is plantaardig en dierlijk materiaal. Biomassa kan gebruikt worden ten behoeve van energie-opwekking, je spreekt dan van biobrandstof.
Voorbeelden van producten die kunnen worden gebruikt als biobrandstof zijn hout, suikerriet, maïs, palmolie en dierlijke vetten. Het gebruik van genoemde producten kan problemen opleveren, denk bijvoorbeeld aan schade aan het oerwoud of verlies van landbouwgrond voor voedselproductie.
Minder nadelen zijn er bij het gebruik van alleen plantenresten en (dierlijke) ontlasting. Voor de verwerking zijn dan wel geavanceerdere technieken nodig.
Nog geavanceerder is het gebruik van algen, die voor een belangrijk deel uit olie kunnen bestaan, als biomassa. Het gebruik van deze speciaal geprepareerde organismen als bron voor biobrandstof wordt niet voor 2020 op de markt verwacht.

Beantwoord de volgende vragen.

 

Toets:Biomassa

Opdracht 4: Duurzaam

De term duurzaamheid hoor je tegenwoordig vaak.

  • duurzaam bouwen,
  • duurzaam eten,
  • duurzame kleding,
  • duurzaam ondernemen,
  • enzovoort.

Kies één van deze onderwerpen uit of bedenk zelf nog een andere vorm van duurzaamheid.
Over dat onderwerp gaan jullie een eindproduct maken.
Jullie mogen zelf kiezen wat voor soort eindproduct jullie maken.
In het eindproduct vertellen jullie iets over de grondstoffen die worden gebruikt,
over de productiemethoden en over het transport van de grondstoffen en het eindproduct.

Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent.
Jullie eindproduct wordt beoordeeld op:

  • de inhoud: het eindproduct laat zien wat wordt bedoeld met duurzaamheid.
  • de vorm: het eindproduct is origineel en is met zorg gemaakt.

Begrippen bij deze paragraaf: 

Duurzame energie
Energie uit hernieuwbare energiebronnen.
Zonne-energie
Energie opgewekt vanuit de kracht van de zon.
Windenergie
Energie opgewekt uit wind.
Waterkracht
Het benutten van stromend of vallend water om energie op te wekken.
Stuwdam
Een obstakel in een rivier waarachter een stuwmeer ontstaat.
Biobrandstof
Het opwekken van energie uit biomassa.
  • Het arrangement Thema Milieu is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Joyce Landman Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-06-27 11:05:44
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld