Ontstaan van de scheikunde
Het grootste verschil tussen een mens en een dier is het vermogen om vragen te stellen en daarover na te denken. Jij hebt vast ook wel eens nagedacht over het ontstaan van de mensheid en het verschil in het klimaat tussen de continenten. Door deze nieuwsgierigheid gaan mensen opzoek naar antwoorden door de wereld om hen heen te onderzoeken. In de loop van de jaren zijn de bevinden opgeschreven en scholen gesticht om de wereld beter te begrijpen.
De onderzoeken die werden gedaan werden geordend naar onderwerp en na een tijd ingedeeld in verschillende vakgebieden. Binnen de natuurwetenschappen worden waarnemingen en gebeurtenissen verklaard aan de hand van opgestelde onderzoeksvragen en de experimenten die antwoorden geven. Biologie, natuurkunde en de scheikunde vormen samen de onderwerpen binnen de natuurwetenschappen.
Vraag 1. Studie keuze
a. Wat vond jij van het schoolvak scheikunde in het derde leerjaar?
b. Ga jij het volgende schooljaar scheikunde volgen in het vierde leerjaar? Geef minimaal 1 argument voor jouw keuze.
De Oudheid (3000 v.Chr. - ca. 500)
Filosofen waren mensen in de Oudheid die van het vragenstellen hun beroep hadden gemaakt. De vragen van de filosofen gingen over alles wat zij om zich heen zagen. Zij observeerde hun leefwereld en wat er in gebeurde. Door het observeren deden zij waarnemingen waarmee zij hun vragen probeerden te beantwoorden.
Een bekende filosoof Democritus dacht dat materie opgebouwd was uit kleine deeltjes, welke hij atomen noemde. Het is een afgeleide van het woordt 'atomos'. wat ondeelbaar betekend. In die tijd was hij een voorloper met deze gedachten, alleen is het nu ouderwets. Door het doen van verschillende onderzoeken weten wij materie bestaat uit atomen en atomen op hun beurt ook weer uit kleine deeltjes bestaan en dus niet ondeelbaar is.
Vraag 2. Experimenten
a. Beschrijf het leukste experiment/practicum dat jij dit schooljaar hebt gedaan.
b. Beschrijf de bijzonderste waarneming die jij dit schooljaar hebt gedaan.
De Middeleeuwen (ca. 500 - ca. 1500)
Na de Oudheid kwam het Christendom op en werden alle filosofische gedachten die niet samengingen met 'de leer van God' gezien als fout. Enkele gedachten van filosofen zijn in die tijd iets omgebouwd zodat ze naast de doelstellingen van de Kerk konden blijven bestaan.
Om de kerkelijke doelstellingen te behalen werden er veel scholen gesticht in de middeleeuwen. In de scholen werd met behulp van verschillende onderzoek dichterbij het 'Goddelijke' te komen. Door het documenteren van de onderzoeken kan hier gesproken worden van het ontstaan van de wetenschap.
Aan het eind van de middeleeuwen werden mensen kritischer naar de kerk en werden de gedachtengoed van de filosofen weer gebestudeerd.
Alchemie
Al tijdens de Oudheid waren er mensen die experimenten deden met de materie die zij in hun directe leefomgeving tegen kwamen. Deze mensen werden de alchemisten genoemd, de voorlopers op de scheikundigen van nu. In die tijd heerste er een myhte rondom 'de Steen de Wijzen', een stof dat verschillende magische eigenschappen zou bevatten. De stof zal de vinder onstreffelijk maken en alles in goud kunnen veranderen.
Een bekende alchemist is Nicolas Flamel (1340-1418), welke naam ook gebruikt is voor de personage in het boek Harry Potter en Steen der Wijzen van J.K. Rowling.
Vraag 3. Religie en wetenschap
a. Leg uit of jij religieus bent of niet.
b. Leg uit of iemand religieus kan zijn en een wetenschapper in de natuurwetenschappen.
De Wetenschappelijke revolutie (16e eeuw)
Mensen werden aan het eind van de Middeleeuwen kritisch en hierdoor verloor de kerk een deel van zijn macht. In scholen en universiteiten kwam hierdoor meer ruimte om zelfstandig onderzoek te doen naar onderwerpen die eerst tegen de doelen inging van de kerk. De geschriften uit de Oudheid werden weer gelezen en er werden andere antwoorden, ook wel conlcusies genoemd, gevonden op onderzoeksvragen door nieuwe experimenten.
Doordat de elite experimenten en uitvindingen zagen als amusement en het vergroten van hun status, was er veel geld beschikbaar voor onderzoek. De welgestelde burger had een groot interresse naar de bizarre dingen in de natuur, zoals onbekende dieren en planten uit het net ontdekte Amerika, 'de nieuwe wereld'. Deze planten en dieren werden dan tentoongesteld in een rariteitenkabinet (afgeleid van het woord 'raar').
Vraag 4. Rariteitenkabinet
Mensen kunnen van alles verzamelen, van miniatuur auto's tot postzegels.
a. Wat verzamel jij of zou jij wel willen verzamelen?
b. Wat is de raarste verzameling waar jij ooit van hebt gehoord?
Vraag 5. Juist of onjuist?
Leg uit of de volgende uitspraken juist of onjuist zijn:
a. Het zien van het smelten van een blokje boter is een waarneming.
b. Wanneer een leerling een witte stof ziet ontstaan, is dat een conclusie.
Moderne wetenschap
Vanaf de zeventiende eeuw ging ook de politiek de wetenschap zien als iets belangrijks. Zoals de Engelse filosoof Francis Bacon (1561 -1626) zei; "Kennis is macht", zo zag de politiek kennis als een middel om sterker te zijn dan andere landen. Scholen en Universiteiten kregen een belangrijkere betekenis in de maatschappij, waardoor de wetenschap zich sneller kon ontwikkelen.
Een belanrijke ontwikkeling in de wetenschap zijn de strakke regels rondom een onderzoek. Hierdoor zijn er vaste stappen ontstaan om een onderzoek vorm te geven en hoe een onderzoek moet worden gepubliceerd. Deze regelgeving zorgt ervoor dat een onderzoek goed wordt uitgevoerd en dat alle bevindingen gemakkelijk gedeeld kunnen worden over de gehele wereld.
Vraag 6. Vervolg opleiding
a. Welk beroep wil jij later beoefenen?
b. Welke studie wil jij na de middelbare school volgen?